Zeer zeldzaam, slechts weinig dieren!
Wetenschappelijke naam: Orconectes neglectus
Nederlandse benaming: Geringde Rivierkreeft
Grootte: Beide geslachten ongeveer 7 tot 8 cm lichaamslengte, geleverd worden jonge kreeften.
Levensverwachting: ongeveer 4 jaar
Aanbevolen aquariumgrootte: bij een inrichtng met veel schuilplaatsen vanaf 60 l per paar.
Waterwaarden:
Temperatuur: 8 – 26 °C
pH 6.4 – 8.0
Hardheid < 20° dGH
Voer:
In de natuur zijn deze kreeften alleseters; in het aquarium is het in de handel verkrijgbare speciaalvoer voor ongewervelden voldoende, aangevuld met visvoer in granulaat- en censuur (het beste met een plantaardig aandeel). Vorstvoer liever met mate geven, daarentegen dienen permanent dode bladeren van de eik, beuk, hazelnoot of catappa leaves aanwezig te zijn wat graag gegeten wordt.
Het houden:
Deze soort behoort tot de vreedzamere vertegenwoordigers van haar genre en is al in normale aquaria een dankbare patiënt. Als bodembedekking is grove kiezel geschikt, die de dieren graag naar eigen behoefte omkeren. Planten zijn daarom op de bodem eerder hinderlijk, wel kunnen echter drijfplanten en opgebonden soorten geplant worden. Of zich enkele kreeften zich aan de planten tegoed doen moet in de gaten gehouden worden. Holletjes uit stenen buizen of plavuizen en wortelhout zorgen voor de benodigde schuilplaatsen.
Voldoende zuurstofverzorging in de vorm van mechanische of luchtaangedreven filters is in de regel noodzakelijk. Waterverversing is in afstand van meerdere weken nodig, want ook in de natuur leven de kreeften in stromend water zonder noemenswaardige belasting.
De belichting dient niet te fel te zijn, maar zelfs met daglicht zijn deze kreeften zonder bedreigingen actief.
Vermenigvuldiging:
Vrouwtjes van deze soort leggen normaal gesproken slechts eenmaal per jaar eieren. De paring vindt meestal in de herfst bij dalende watertemperatuur plaats. Aansluitend dienen de vrouwtjes het liefst bij temperaturen rond 10 °C minstens 6 weken te “overwinteren”. Bij weer stijgende temperaturen vindt de ei-afdracht plaats. In water van 18 bis 20 °C draagt het vrouwtje haar kroost dan ongeveer 4 weken met zich mee, tot ze zich tot zelfstandige kleine kreeften ontwikkeld hebben. Geslachtsrijp zijn ze meestal aan het eind van het eerste levensjaar.
Gezelschap:
Deze kreeften kunnen over het algemeen goed met dwerggarnalen samenleven, waaraan ze zich niet vergrijpen. Ook kleinere vissen kunnen ter verlevendiging van het bovenste en middelste deel van het aquarium worden uitgezet. Vissen, die zich op de bodem oriënteren, dient men liever achterwege te laten.
Bijzonderheden:
Orconectes neglectus heeft een brede verspreiding, waarbinnen zich verschillende plaatselijke soorten gevormd hebben. Wij kennen naast de nominat vorm Orconectus neglectus neglectus ook nog een andere nevensoort, Orconectus neglectus chaenodactylus.
Tip:
Wanneer u het aquarium volledig afdekt, zorgt u ervoor dat de kreeften niet kunnen ontsnappen. Zelfs een kleine opening om te voeren of een verwarmingskabel, filtertoe- en afvoer worden door de kreeften gevonden.
Belangrijk:
Deze kreeftsoort mag niet in de tuinvijver of andere inheemse wateren worden uitgezet, omdat hij dan ten koste van inheemse diersoorten overleven en zich vermeerderen kan.
Tips voor het op de juiste wijze uitzetten van de dieren:
De zakjes of plastic bakjes minstens 30 minuten gesloten in het aquariumwater laten drijven, zodat de temperatuur langzaam gelijk wordt. Daarna de zakjes of bakjes voorzichtig openen en de dieren met het water in een kleine emmer overdoen en langzaam ongeveer de gelijke hoeveelheid aquariumwater toevoegen, zodat de dieren voorzichtig aan de verschillende wateromstandigheden gewend raken. Na ca. 20 minuten haalt u de dieren voorzichtig uit de emmer en zet u ze in het aquarium uit zonder het water uit de emmer.
Tip:
Wanneer u het aquarium volledig afdekt, zorgt u ervoor dat de kreeften niet kunnen ontsnappen. Zelfs een kleine opening om te voeren of een verwarmingskabel, filtertoe- en afvoer worden door de kreeften gevonden.
Belangrijk:
Deze kreeftsoort mag niet in de tuinvijver of andere inheemse wateren worden uitgezet, omdat hij dan ten koste van inheemse diersoorten overleven en zich vermeerderen kan.
Auteur: © BiancaB
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
