Pterophyllum
Pterophyllum
Pterophyllum, in de volksmond beter bekend als Maanvissen, is een geslacht van prachtige en statige vissen die oorspronkelijk uit Zuid-Amerika komen. Ze behoren tot de grote familie van de Cichliden. Maanvissen zijn geliefd bij aquariumliefhebbers vanwege hun unieke, afgeplatte en hoge lichaamsvorm en hun elegante zwemgedrag. Er zijn drie bekende soorten binnen dit geslacht: de Pterophyllum scalare, Pterophyllum altum en Pterophyllum leopoldi. Het zijn scholenvissen die een ruim aquarium nodig hebben met voldoende hoogte en beplanting om zich prettig te voelen. Ze staan bekend om hun interessante gedrag en de uitdaging die het kweken met zich meebrengt.
Naam en betekenis
Het geslacht Pterophyllum werd in 1840 beschreven door de Oostenrijkse ichtyoloog Johann Jakob Heckel. Hij creëerde deze nieuwe geslachtsnaam nadat hij extra exemplaren uit de Rio Negro had gezien.
De naam ‘Pterophyllum’ komt uit het Grieks en is een combinatie van twee woorden:
- Pteron (πτερόν): Dit betekent “vleugel” of “vin”.
- Phyllon (φύλλον): Dit betekent “blad”.
Samen beschrijven deze woorden de “vleugelachtige vinnen” en het “bladachtige lichaam” van de Maanvis, wat perfect past bij hun elegante manier van zwemmen, alsof ze door het water zweven als onderwaterengelen.
Pterophyllum behoort tot de familie Cichlidae (Cichliden). Binnen deze familie vallen ze onder de onderfamilie Cichlinae en de stam Heroini (of Therapsini). Hun meest verwante geslacht is Mesonauta, gevolgd door Heros, Uaru en Symphysodon (Discusvissen).
De drie erkende soorten binnen dit geslacht zijn:
- Pterophyllum scalare (beschreven in 1824 door F. Schultze, hoewel de eerste beschrijving van Zeus scalaris in 1823 door Hinrich Martin Lichtenstein was).
- Pterophyllum altum (beschreven in 1903 door J. Pellegrin). De naam ‘altum’ is Latijn voor “hoog” of “diep”, verwijzend naar de buitengewone hoogte van deze soort, de hoogste van alle Maanvissoorten.
- Pterophyllum leopoldi (beschreven in 1963 door J. P. Gosse) . Deze soort is vernoemd naar Koning Leopold III van België, die Gosse vergezelde bij het verzamelen van de typespecimens.

Kenmerken
Maanvissen, behorend tot het geslacht Pterophyllum, zijn direct te herkennen aan hun unieke en elegante uiterlijk. Ze hebben een opvallende, hoge en afgeplatte lichaamsvorm die doet denken aan een blad of een driehoek. Hun rug- en anaalvinnen zijn lang en lopen ver uit het lichaam, net als hun borstvinnen, die vaak uitlopen in lange, sierlijke draden. Door deze bouw zijn ze vaak hoger dan dat ze lang zijn.
Grootte: Een volwassen Maanvis kan, inclusief de vinnen, een indrukwekkende hoogte bereiken van zo’n 25 tot 35 centimeter. Het lichaam zelf wordt ongeveer 10 tot 15 centimeter lang.
Kleur en Patroon: Het wildtype van de Maanvis heeft meestal een zilveren basiskleur. Hierop zijn verticale zwarte strepen te zien. Bij sommige soorten, zoals de Pterophyllum leopoldi, kan de rug, rugvin, staartvin en anaalvin ook bruin/rood gekleurd zijn . De intensiteit van deze strepen kan veranderen afhankelijk van de stemming van de vis; ze vervagen bij stress en worden donkerder en mooier wanneer de vis zich goed voelt, vooral tijdens het paren. Deze strepen zijn ook een manier waarop Maanvissen met elkaar communiceren.
Verschillen tussen de soorten: Hoewel alle Maanvissen een vergelijkbare basisvorm hebben, zijn er subtiele verschillen tussen de drie bekende soorten:
- Pterophyllum scalare: Dit is de meest voorkomende Maanvis in aquaria. Het wildtype heeft een zilveren grondkleur met vier duidelijke verticale zwarte strepen.
- Pterophyllum altum: Deze soort is de hoogste van de Maanvissen en heeft een kenmerkende “wipneus” of “zadelneus”. Dit is een scherpe, naar binnen gerichte knik aan de bovenzijde van de kop, ter hoogte van de bovenkant van het oog. Tussen de hoofdstrepen door heeft de P. altum vaak lichtere, grijsachtig-groene banden.
- Pterophyllum leopoldi: Dit is de kleinste en iets rondere Maanvissoort. Een makkelijk herkenbaar kenmerk is een zwarte vlek aan de basis van de rugvin, bovenaan de vierde streep op de flank .
Kweekvarianten: Door de populariteit van Maanvissen zijn er in de loop der jaren veel kweekvarianten ontstaan. Deze kunnen allerlei kleuren hebben, zoals goud, zwart, wit, blauw of rood, en verschillende patronen zoals vlekken, strepen of een gemarmerd uiterlijk. Er bestaan zelfs langvinnige en sluierstaartvarianten die nog sierlijker zijn dan de wildvormen.
Geslachtsonderscheid: Het is erg lastig om het geslacht van Maanvissen te bepalen buiten de paartijd. Soms is het mannetje iets groter of intenser van kleur, maar dit is geen betrouwbare methode. Het verschil wordt pas echt duidelijk tijdens het afzetten van de eieren: het vrouwtje heeft dan een ronde legbuis (geslachtspapil) net voor de anaalvin, terwijl het geslachtsorgaan van de man meer in een puntje uitloopt.
Herkomst
Alle soorten van het geslacht Pterophyllum komen oorspronkelijk uit de tropische gebieden van Zuid-Amerika. Ze leven in de uitgestrekte riviersystemen van de Amazone, de Orinoco en verschillende andere rivieren in dit continent.
Laten we de herkomst per soort bekijken:
- Pterophyllum scalare (Gewone Maanvis): Deze soort is het meest wijdverspreid en komt voor in het Amazonebekken, met name in Peru, Colombia en Brazilië. Je vindt ze ook in de Rio Negro en de Rio Solimões. Hun natuurlijke leefgebied bestaat uit moerassen of overstroomde gebieden met veel dichte vegetatie, waar het water helder of troebel kan zijn . Ze houden van plekken met grote wortels waar ze zich kunnen verschuilen. De watercondities in hun natuurlijke omgeving variëren van een neutrale pH van 7.0 tot licht zuur van ongeveer 6.0, met een algemene hardheid (gH) tussen 3 en 10 °dH en een watertemperatuur van 26 tot 30°C.
- Pterophyllum altum (Altum Maanvis): De Altum Maanvis is inheems in Venezuela, Colombia en Brazilië. Ze leven in de overstromingsgebieden van de Atabapo- en Inirida-rivieren, evenals in de bovenloop van de Rio Negro (een zijrivier van de Amazone) en zijrivieren van de bovenloop van de Rio Orinoco. Hun natuurlijke omgeving bestaat uit zeer zuur, zacht ‘zwartwater’ met langzame stroming en een zanderige bodem die bedekt is met afval van omgevallen bomen, takken en bladeren. Het water in deze gebieden stroomt vaak over door seizoensgebonden regenval, waardoor de vissen toegang krijgen tot grote gebieden om te paaien. De ideale waterparameters voor Altums zijn een pH tussen 4.5 en 6.0, een gH tussen 1.0 en 5.0 dGH, en een temperatuur van 28 tot 30°C.
- Pterophyllum leopoldi (Leopold’s Maanvis): Deze kleinste Maanvissoort komt oorspronkelijk uit Guyana en Brazilië, en er zijn ook meldingen in Venezuela en Colombia. Het grootste deel van hun verspreidingsgebied bevindt zich in de Amazone-rivier, haar zijrivieren, de Rupununi-rivier in Guyana en de Solimões-Amazone-rivier in Brazilië. Ze leven vaak in langzaam stromend water, meestal verborgen onder overhangende vegetatie of drijfplanten, en in andere dichtbegroeide habitats. Deze soort kan zowel in helder water als in ‘zwartwater’ met tannines worden gevonden, maar het water is altijd zuur. De watercondities voor Leopold’s Maanvissen liggen tussen een pH van 5.0 en 7.0, een gH van 2.0 en 8.0 dGH, en een temperatuur van 24 tot 30°C.
Over het algemeen houden Maanvissen van een omgeving met veel planten en wortels, waar ze zich kunnen verstoppen en veilig voelen. Ze leven vaak in gebieden met langzame stroming of stilstaand water.

Gedrag
Maanvissen zijn fascinerende vissen met een rustig en statig karakter. Ze bewegen zich elegant door het water en zijn over het algemeen vreedzaam van aard, vooral wanneer ze in een geschikte groep worden gehouden.
Sociaal gedrag en communicatie: Maanvissen zijn echte scholenvissen en voelen zich het prettigst in een groep van minimaal 5, maar liever nog meer exemplaren. Binnen zo’n groep hebben ze een onderlinge band en communiceren ze op verschillende manieren:
- Visuele communicatie: Dit is de meest opvallende vorm van communicatie voor ons als aquariumliefhebbers.
- Kleuren en strepen: De verticale zwarte strepen op hun lichaam kunnen in intensiteit veranderen. Ze vervagen bij stress of ongemak en worden donkerder en mooier wanneer de vis zich goed voelt, vooral tijdens het paren. Deze strepen helpen hen ook om zich aan te passen aan hun omgeving, bijvoorbeeld in zwartwateraquaria of fel verlichte bakken.
- Vinnenstand: De stand van hun vinnen speelt ook een rol in hun communicatie, met name tijdens territoriaal gedrag.
- Oogkleur: Zelfs de kleur van het achterste deel van hun ogen kan veranderen (van rood naar wit en andersom), wat een teken is van hun gemoedstoestand, vooral bij koppels die gaan afzetten of territoriaal worden.
- Akoestische communicatie: Maanvissen kunnen geluiden maken door middel van sonische spieren bij hun zwemblaas. Dit gebeurt onder andere tijdens het paargedrag, waarbij ze kortstondig en snel met hun kop of lichaam trillen.
- Chemische communicatie: Ze geven chemische signalen af via urine en galzuren. Deze signalen kunnen informatie geven over hun voortplantingsstaat, helpen bij het herkennen van soortgenoten, waarschuwen voor gevaar, en spelen een rol bij de rangorde binnen de groep.
“Poetsen”: Een bijzonder gedrag is het “poetsen” van elkaar. Hierbij toont de ene Maanvis zijn flank aan een andere en trilt met zijn staartvin, waarna de andere Maanvis begint met poetsen. Dit kan ook gebeuren na een gevecht, waarbij de verliezer zijn flank toont en de winnaar deze poetst, wat de rust herstelt.
Territoriaal gedrag en agressie: Hoewel Maanvissen over het algemeen rustig zijn, kunnen ze tijdens de paartijd territoriaal worden en agressief gedrag vertonen naar soortgenoten of andere vissen die hun territorium binnendringen. Jonge Maanvissen kunnen ook een “puberfase” doormaken waarin ze hun rangorde bepalen en meer energie hebben, wat kan leiden tot onderlinge gevechten en het afbakenen van territoria. Dit gedrag neemt vaak af naarmate ze ouder worden (rond 3 jaar), maar kan tijdens het broeden terugkeren. Het houden van te weinig Maanvissen (bijvoorbeeld 3 of 4) in een te klein aquarium kan leiden tot pestgedrag, waarbij één of twee vissen de rest domineren.
Dieet en jachtgedrag: In het wild zijn Maanvissen omnivoren die zich voeden met ongewervelden, insectenlarven en andere kleine waterdiertjes. In het aquarium zijn ze niet kieskeurig, maar het is belangrijk te weten dat ze, als cichliden, kleinere vissoorten zoals jonge Kardinaaltetra’s als prooi kunnen zien en opeten.
Levensduur: Met de juiste verzorging, een voldoende groot aquarium en in een geschikte groep, kunnen Maanvissen een leeftijd van zeker 10 jaar bereiken. Kweekvormen leven vaak korter, soms slechts 3 tot 4 jaar, terwijl raszuivere Maanvissen meer dan 10 jaar oud kunnen worden.
Verzorgingseisen
Het succesvol houden van Maanvissen in een aquarium vraagt om aandacht voor hun specifieke behoeften. Ze zijn gevoelig voor waterkwaliteit en hebben een stabiele omgeving nodig om zich prettig te voelen en gezond te blijven.
Aquariumgrootte en inrichting
De afmetingen van het aquarium zijn belangrijk voor Maanvissen, vooral de hoogte, omdat deze vissen van nature hoog worden. Voor de meest voorkomende soorten, Pterophyllum scalare en Pterophyllum leopoldi, is een aquarium van minimaal 120 centimeter lang en 50 centimeter hoog aan te bevelen, hoewel 60 centimeter hoogte nog beter is. Voor de indrukwekkende Pterophyllum altum is zelfs 60 centimeter hoogte vaak niet voldoende; hier is een hoogte van minimaal 70 centimeter en een lengte van 120-150 centimeter aan te raden, met een totaal volume van 400 liter of meer. Houd er rekening mee dat de bodemlaag ook ruimte inneemt, waardoor de werkelijke waterhoogte lager is. Een aquarium van 100 liter is veel te klein voor Maanvissen.
Maanvissen zijn sociale dieren en voelen zich het prettigst in een groep van minimaal 5, maar liever nog meer exemplaren. Voor een groep van 4 tot 5 Maanvissen in een 200 liter aquarium is voldoende ruimte en schuilplaatsen nodig om territoriaal gedrag te minimaliseren. Voor een groep van 6 Pterophyllum scalare wordt zelfs een aquarium van minimaal 500 liter aanbevolen.
Een goed ingericht aquarium bootst de natuurlijke leefomgeving van de Maanvis na en biedt veiligheid en structuur. Plaats veel dichte beplanting, vooral planten met grote, verticale bladeren zoals Echinodorus-soorten (Zwaardplanten), Vallisneria en Anubias. Deze bieden schuilplaatsen en dienen als paaisubstraat. Voeg hout (zoals kienhout of wortels) en rotsen toe om extra schuilplaatsen te creëren, maar zorg ervoor dat er geen scherpe randen zijn waar de vissen zich aan kunnen verwonden. Gebruik een zachte, fijne bodembedekking zoals zand of fijn grind.
Maanvissen houden niet van fel licht; drijfplanten kunnen helpen om het licht te dimmen en een schemerige omgeving te creëren die lijkt op hun natuurlijke habitat. Het water mag niet te sterk stromen, aangezien ze in het wild vaak in langzaam stromend of stilstaand water leven. Een goed gestructureerd aquarium met zichtbarrières door planten of hout kan helpen om territoriaal gedrag te verminderen, vooral als er meerdere koppels zijn.
Waterwaarden
Maanvissen gedijen het beste in zacht, licht zuur tot neutraal water en een stabiele temperatuur. De ideale watertemperatuur ligt meestal tussen 24°C en 28°C, hoewel voor Pterophyllum altum 28-30°C wordt aanbevolen. De pH-waarde moet bij voorkeur tussen 6,0 en 7,5 liggen. Voor Pterophyllum scalare en leopoldi is dit rond 6,8-7,0, en voor Pterophyllum altum tussen 5,3 en 6,4. De totale hardheid (GH) moet bij voorkeur tussen 4 en 8 dH liggen, en de carbonaathardheid (KH) tussen 1 en 5 dH. Voor Pterophyllum scalare is een GH van ~5 en KH van 5-8 aanbevolen, terwijl voor Pterophyllum altum een GH van 0,5-6 en KH van 0,2-2 geldt. Ammoniak en nitriet moeten nul zijn, en nitraat moet laag worden gehouden (bijvoorbeeld onder 20 ppm).
Voeding
Maanvissen zijn omnivoren en hebben een gevarieerd dieet nodig om gezond te blijven . Geef een afwisseling van hoogwaardig droogvoer (vlokken, granulaat), diepvriesvoer (zoals witte en zwarte muggenlarven, tubifex) en levend voer (watervlooien, muggenlarven, artemia) . Voer de vissen een paar keer per dag, zoveel als ze in één tot twee minuten kunnen opeten, om overgebleven voer en watervervuiling te voorkomen. Het is belangrijk te weten dat Maanvissen, als cichliden, kleinere vissoorten zoals jonge Kardinaaltetra’s als prooi kunnen zien en opeten .
Waterkwaliteit en onderhoud
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor de waterkwaliteit en de gezondheid van de Maanvissen. Een wekelijkse waterverversing van ongeveer 20% tot een derde van het water wordt aanbevolen om afvalstoffen te verwijderen en nitraat laag te houden. Zorg voor een goed werkend filter en maak het mechanische deel regelmatig schoon door het te spoelen in oud aquariumwater. Test geregeld het water met testsetjes om de pH, hardheid, ammoniak, nitriet en nitraat te controleren. Verwijder dagelijks voedselresten en wekelijks losse plantenresten; maak de ruiten schoon indien nodig.
Gezondheid en welzijn
Om stress te voorkomen, zorg voor een vast dagpatroon en laat de vissen zoveel mogelijk met rust. Vermijd het samenhouden van vissen die elkaar lastigvallen. Bekijk de vissen dagelijks op tekenen van gezondheidsproblemen, zoals doffe huid, geknepen vinnen, afwijkende lichaamsvorm of zwemgedrag.
Maanvissen zijn gevoelig voor ‘gaatjesziekte’, wat kan worden veroorzaakt door een tekort aan mineralen en vaak samengaat met een infectie door de flagellaat Hexamita. Ze kunnen ook last krijgen van parasieten zoals witte stip en kieuwwormen. Met de juiste verzorging en een geschikte omgeving kunnen Maanvissen een leeftijd van zeker 10 jaar bereiken, hoewel kweekvormen vaak korter leven (3-4 jaar).

Voortplanting
Het kweken van Maanvissen kan een prachtige en lonende ervaring zijn, maar het vraagt wel om geduld en de juiste omstandigheden. Maanvissen zijn substraatbroeders, wat betekent dat ze hun eieren afzetten op een hard oppervlak.
Koppelvorming en paargedrag: Maanvissen vormen monogame koppels, wat inhoudt dat een mannetje en een vrouwtje elkaar uitkiezen en samenblijven om te broeden. Het is vaak lastig om het geslacht van jonge Maanvissen te bepalen, dus de beste manier om een koppel te krijgen is door een groep van 6 tot 8 jonge vissen samen op te laten groeien. Uiteindelijk zullen er vanzelf koppels ontstaan. Zodra een koppel zich heeft gevormd, zullen ze vaak samen zwemmen en een territorium afbakenen. Ze beginnen dan met het “poetsen” van een geschikt oppervlak, zoals een groot plantenblad (bijvoorbeeld van een Echinodorus), een stuk kienhout, een steen of zelfs de aquariumruit. Dit poetsen doen ze door het oppervlak grondig schoon te knabbelen en te wrijven, om het klaar te maken voor de eiafzetting.
Eiafzetting en broedzorg: Wanneer het vrouwtje klaar is om eieren af te zetten, zal ze haar legbuis laten zien, die dan duidelijk zichtbaar en rond is. Het mannetje heeft een puntiger geslachtsorgaan. Het vrouwtje zwemt dan langzaam over het gepoetste oppervlak en plakt haar eitjes één voor één vast. Direct daarna volgt het mannetje haar en bevrucht de eitjes. Dit proces herhaalt zich vele malen, totdat er wel honderden eitjes zijn afgezet in nette rijen.
Na de eiafzetting nemen beide ouders de broedzorg op zich. Ze bewaken de eitjes fel tegen indringers en zorgen ervoor dat de eitjes voldoende zuurstof krijgen door er constant met hun vinnen overheen te wapperen. Ook verwijderen ze onbevruchte of beschimmelde eitjes om te voorkomen dat de schimmel zich verspreidt naar de gezonde eitjes.
Ontwikkeling van de jongen: De eitjes komen na ongeveer 2 tot 3 dagen uit, afhankelijk van de watertemperatuur. De pas uitgekomen larven zijn nog heel klein en kunnen nog niet zwemmen. Ze blijven vastzitten aan het oppervlak waar de eitjes zijn afgezet. De ouders blijven ze bewaken en verplaatsen de larven soms naar een andere plek als ze denken dat dit veiliger is. Na ongeveer 5 tot 7 dagen, wanneer de dooierzak is opgebruikt, beginnen de jonge Maanvissen vrij te zwemmen. Dit is een kritieke fase, want vanaf dit moment moeten ze zelfstandig voedsel vinden.
Kweken in het aquarium: Voor een succesvolle kweek in het aquarium zijn specifieke waterwaarden en voeding belangrijk:
- Waterwaarden: Voor de kweek is zacht, licht zuur water ideaal. Een pH van 6.0 tot 6.5 en een GH van 2 tot 5 dH worden vaak aanbevolen. De temperatuur mag iets hoger zijn, rond 28°C tot 30°C.
- Voeding voor de jongen: Zodra de jongen vrijzwemmen, moeten ze direct heel klein voer krijgen. Pas uitgekomen artemia-naupliën zijn hiervoor perfect. Dit levende voer stimuleert de jonge vissen om te eten en zorgt voor een snelle groei. Naarmate ze groeien, kunnen ze overstappen op fijngewreven vlokvoer en ander klein diepvriesvoer.
Het is belangrijk om te weten dat Maanvissen, vooral jonge of onervaren koppels, hun eerste legsels soms opeten. Dit is normaal gedrag en kan komen door stress, onervarenheid of een ongeschikte omgeving. Met de juiste zorg en geduld zullen de meeste koppels uiteindelijk succesvol jongen grootbrengen.
Compatibiliteit
Maanvissen zijn over het algemeen rustige en sierlijke vissen, maar hun compatibiliteit met andere aquariumvissen is een belangrijk aandachtspunt. Hoewel ze vreedzaam van aard zijn, kunnen ze tijdens de paartijd territoriaal worden en hebben ze specifieke behoeften die van invloed zijn op hun samenleven met andere soorten.
Geschikte aquariumgenoten
De beste aquariumgenoten voor Maanvissen zijn andere rustige vissoorten die uit hetzelfde leefgebied komen en vergelijkbare waterwaarden prefereren. Denk hierbij aan diverse zalmsoorten zoals Rosaceusachtige zalmen, bloedvlektetra’s, kardinalen, roodkopen, fantomen, minors en citroentetra’s. Deze vissen zwemmen vaak in de middenlaag van het water en zijn niet agressief naar de Maanvissen toe.
Voor de bodem van het aquarium zijn pantsermeervallen (Corydoras-soorten) een uitstekende keuze, aangezien ze de Maanvissen met rust laten en helpen bij het opruimen van voedselresten. Ook bijlzalmen, die zich in de bovenste waterlagen ophouden, kunnen goed samengaan met Maanvissen. Sommige dwergcichliden, zoals Apistogramma cacatuoides, kunnen ook een goede combinatie vormen, aangezien veel van deze soorten eveneens uit het Amazonegebied komen. Een borstelneusmeerval kan ook overwogen worden, mits het aquarium voldoende schuilplaatsen heeft.
Ongeschikte aquariumgenoten
Er zijn echter ook vissoorten die absoluut niet samengaan met Maanvissen:
- Kleine vissen: Maanvissen zijn cichliden en zien kleinere vissen als een potentiële prooi. Jonge Kardinaaltetra’s, jonge guppy’s en zelfs volwassen Kardinalen kunnen worden opgegeten, zelfs in aquaria met veel schuilplaatsen.
- Vinvreters: Vissen zoals Sumatraan barbelen staan erom bekend aan de lange, sierlijke vinnen van de Maanvis te knagen, wat leidt tot beschadigingen en stress voor de Maanvissen.
- Te drukke of agressieve vissen: Maanvissen houden niet van de drukte die door vissen zoals guppy’s en molly’s kan worden veroorzaakt . Guppy’s met lange, waaierende staarten zijn bovendien extra aantrekkelijk voor Maanvissen om aan te nippen. Agressieve of zeer territoriale cichliden, zoals de grote Heros severus, kunnen de Maanvissen wegjagen en het aquarium naar eigen inzicht verbouwen, wat niet bevorderlijk is voor het welzijn van de Maanvissen. Ook Betta’s (kempvissen) zijn vaak erg territoriaal en agressief.
- Koudwatervissen: Goudvissen zijn koudwatervissen en horen niet samen met tropische Maanvissen in één aquarium. Bovendien kan hun actieve zwemgedrag stress veroorzaken bij de rustigere Maanvissen.
- Kogelvissen: Maanvissen kunnen passief-agressief gedrag vertonen naar kogelvissen.
Groepsgrootte van Maanvissen zelf
Maanvissen zijn scholenvissen en voelen zich het meest comfortabel en vertonen het meest natuurlijke gedrag wanneer ze in een groep worden gehouden. Het wordt sterk aanbevolen om minimaal 5, maar liever 6 tot 8 exemplaren samen te houden. Het houden van te weinig Maanvissen (bijvoorbeeld 2, 3 of 4) in een te klein aquarium kan leiden tot onderlinge agressie, pestgedrag en territoriumvorming, waarbij de zwakkere vissen worden opgejaagd en gestrest raken. Een grotere groep zorgt voor afleiding en verdeelt de agressie, waardoor de rangorde minder prominent wordt.
Belang van aquariumgrootte en inrichting
Een ruim aquarium met voldoende schuilplaatsen en zichtbarrières (door dichte beplanting en hout) is essentieel om stress en agressie te minimaliseren, zowel tussen de Maanvissen onderling als met andere vissen. Dit creëert een veilige omgeving waar alle bewoners zich prettig kunnen voelen.

Ziekten en gezondheid
Maanvissen zijn prachtige, maar ook gevoelige vissen die, net als alle aquariumdieren, vatbaar zijn voor diverse ziekten. Een goede waterkwaliteit, een gevarieerd dieet en een stressvrije omgeving zijn essentieel om ze gezond te houden.
Veelvoorkomende ziekten en aandoeningen Maanvissen kunnen last krijgen van een reeks ziekten, waaronder:
- Witte stip (Ichthyophthirius multifiliis): Dit is een van de meest voorkomende parasitaire ziekten in aquaria. Het wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet die zich als kleine witte puntjes op de huid en vinnen van de vis manifesteert, lijkend op zoutkristallen. Vissen met witte stip schuren vaak langs objecten in het aquarium. Stress, temperatuurschommelingen en slechte waterkwaliteit kunnen een uitbraak veroorzaken.
- Gaatjesziekte (Hexamita of Spironucleus): Deze ziekte, ook wel ‘Head and Lateral Line Erosion’ (HLLE) genoemd, is berucht bij cichliden, waaronder Maanvissen. Het uit zich als kleine putjes of gaten rond de kop en langs de zijlijn van de vis. Vaak wordt dit in verband gebracht met een tekort aan mineralen, slechte waterkwaliteit, stress en een infectie met de flagellaat Hexamita of Spironucleus.
- Bacteriële infecties: Maanvissen kunnen last krijgen van bacteriële infecties, die zich kunnen uiten als vinrot (waarbij de vinnen rafelen en afsterven), huidzweren, of een opgezwollen buik (buikwaterzucht). Deze infecties treden vaak op bij verzwakte vissen of in aquaria met slechte hygiëne.
- Schimmelinfecties: Schimmels verschijnen meestal als pluizige, witte of grijze plekken op de huid of vinnen, vaak als secundaire infectie na een verwonding of een andere ziekte.
- Kieuwwormen (Dactylogyrus): Dit zijn kleine parasieten die zich aan de kieuwen hechten en ademhalingsproblemen veroorzaken. Vissen met kieuwwormen ademen vaak snel, schuren hun kieuwen en kunnen lusteloos worden.
- Interne parasieten: Maanvissen kunnen ook last hebben van interne parasieten, zoals darmwormen, die leiden tot vermagering ondanks goede eetlust, lusteloosheid en afwijkende ontlasting.
Preventie en behandeling De beste aanpak is preventie. Een stabiele en schone omgeving is cruciaal:
- Optimale waterkwaliteit: Zorg voor constante waterwaarden (temperatuur, pH, hardheid) en vermijd schommelingen. Regelmatige waterverversingen (wekelijks 20-30%) en een goed werkend filter zijn essentieel om ammoniak, nitriet en nitraat op veilige niveaus te houden.
- Gevarieerd en hoogwaardig dieet: Voer een breed scala aan voeding, inclusief droogvoer, diepvriesvoer en levend voer, om ervoor te zorgen dat de vissen alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgen. Dit versterkt hun immuunsysteem.
- Stressreductie: Zorg voor voldoende schuilplaatsen, een geschikte groepsgrootte en compatibele aquariumgenoten om stress te minimaliseren. Overbevolking en agressieve medebewoners moeten worden vermeden.
- Quarantaine: Nieuwe vissen moeten altijd eerst in een quarantainebak worden geplaatst voordat ze bij de bestaande populatie worden gevoegd. Dit voorkomt de introductie van ziekten in het hoofdaquarium.
- Observatie: Observeer de vissen dagelijks op afwijkend gedrag, veranderingen in kleur, vinnen of huid. Vroege detectie van ziekten verhoogt de kans op een succesvolle behandeling.
Bij een vermoeden van ziekte is het raadzaam om snel te handelen. Raadpleeg een gespecialiseerde aquariumwinkel of een dierenarts met kennis van vissen voor een juiste diagnose en behandelplan. Er zijn diverse medicijnen beschikbaar voor de behandeling van specifieke ziekten, maar het is belangrijk om de oorzaak aan te pakken en de waterkwaliteit te optimaliseren.
Algemeen welzijn Gezonde Maanvissen zijn actief, hebben heldere ogen, intacte vinnen en een levendige kleur. Ze eten goed en vertonen hun natuurlijke gedrag. Met de juiste zorg en aandacht kunnen Maanvissen een respectabele leeftijd van 10 jaar of meer bereiken in het aquarium.
Copyright foto’s
Gert Blank
John de Lange
Angelique
Soorten in de database
Hieronder vind je de soorten Pterophyllum die we hebben opgenomen in onze database:

Toont alle 3 resultaten
Toont alle 3 resultaten