Brevibora dorsiocellata
Brevibora dorsiocellata komt voor in zwartwater beken en kleinere bekkens in Thailand, Maleisië, Borneo en Sumatra. Er zijn verschillende ondersoorten. De ondersoort die het meest in de handel wordt aangetroffen wordt niet groter dan 3,5 centimeter.
Deze soort is in 1904 voor het eerst beschreven door Duncker.
Beschrijving
De kleine vreedzame dieren leven in scholen en dient gehouden worden met een minimum aantal van 8-10 exemplaren. In grotere scholen komt het gedrag van de mannen die om de aandacht van de vrouwen vragen ook het best tot zijn recht. Het lichaam is gestroomlijnd en heeft een typische vorm van een Rasbora. De kleur varieert van zilvergrijs tot olijfgroen. De rugvin is grotendeels zwart en de dieren zijn voorzien van een karakteristieke groenblauwe oogvlek. De vrouwen zijn qua lichaamsbouw minder slank en ook iets groter.
Brevibora dorsiocellata bewonen voornamelijk de bovenste waterlagen. Enigszins gedempt licht wordt op prijs gesteld. Hoewel de Brevibora dorsiocellata verder niet kleurrijk is zijn door het levendige gedrag en de felblauwe vlek boven het oog een erg interessante keuze in het aquarium. Daarnaast hebben ze een rustiger zwemgedrag dan de meeste Rasbora soorten. Aangezien er bijna nooit wildvang exemplaren in de handel terecht komen, worden er geen bijzondere eisen gesteld aan de watersamenstelling.
Dieet
In het wild leeft Rasbora dorsiocellata van micro-organismen, zoals insecten, wormen, kreeftachtigen en ander plankton. Alle klein formaat typen droogvoer, levend of diepvriesvoer worden geaccepteerd.
De Kweek van Brevibora dorsiocellata
Wanneer de vissen zich prettig voelen, zullen ze continu paren en eieren afzetten. Dat doen ze het liefst tussen fijnbladige planten. Zorg voor een rooster zodat de eieren die niet aan de planten hechten terecht komen op een plek waar de volwassen dieren niet meer bij kunnen. De ouders eten de eieren anders op. Het afzetten kan worden gestimuleerd door meerdere keren per dag levend voer te voeren en iets kouder water toe te voegen. Afhankelijk van de temperatuur komen de eieren na 18-48 uur uit. Voor het opvoeden van de jongen is de eerste dagen het allerkleinste voer nodig (artemianaupli, microwormen).
Video
Auteur
Patrick de Pijper
Copyright foto’s





