Trichogaster

Trichogaster

Als ervaren aquariumhouder duik ik graag dieper in de fascinerende wereld van het geslacht Trichogaster, een groep vissen die bekend staat om hun unieke kenmerken en vaak prachtige kleuren. Deze vissen, die tot de familie Osphronemidae behoren, zijn populaire bewoners in veel zoetwateraquaria.

Oorsprong en Naamgeving

Het geslacht Trichogaster werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1801 door Bloch & J. G. Schneider . De naam Trichogaster zelf heeft een interessante etymologische achtergrond, afkomstig uit het Oudgrieks. Het woord θρίξ (*thríx*) betekent “haar” en γαστήρ (gastḗr) betekent “maag” of “buik”. Deze naam verwijst naar een van de meest opvallende kenmerken van deze vissen: de enkele lange, haarachtige stralen in hun buikvinnen, die als tastorganen worden gebruikt.

Historisch gezien stonden sommige soorten binnen dit geslacht bekend onder de naam Colisa, maar na een herziening van de familie wordt Colisa nu behandeld als een synoniem van Trichogaster.

Kenmerken van het Geslacht

Vissen uit het geslacht Trichogaster onderscheiden zich door hun ovaalvormige, zijdelings afgeplatte lichaam en de eerder genoemde, draadachtige buikvinnen die als tastorganen dienen. Deze vinnen zijn een cruciaal kenmerk dat hen helpt hun omgeving te verkennen, vergelijkbaar met voelsprieten.

Net als alle Goerami’s zijn deze vissen uitgerust met een labyrintorgaan. Dit speciale orgaan stelt hen in staat om zuurstof rechtstreeks uit de lucht op te nemen, een aanpassing die essentieel is in hun natuurlijke habitat waar de waterkwaliteit en het zuurstofgehalte sterk kunnen variëren, vooral bij hoge temperaturen. Hierdoor moeten ze altijd toegang hebben tot het wateroppervlak om te voorkomen dat ze verdrinken.

De natuurlijke habitat van *Trichogaster*-soorten strekt zich uit over Zuid-Azië, van Pakistan tot Myanmar, inclusief landen als Bangladesh en Nepal. Ze zijn doorgaans te vinden in langzaam stromende tot stilstaande zoetwateromgevingen .

Qua gedrag zijn veel Trichogaster-soorten over het algemeen vreedzaam, hoewel mannetjes territoriaal kunnen zijn, vooral tijdens de paaitijd. Het is daarom vaak aan te raden om niet meer dan één koppel in een aquarium te houden, tenzij het aquarium zeer ruim is. Medebewoners dienen rustige vissen te zijn die niet aan de vinnen van de Goerami’s knabbelen, aangezien dit stress kan veroorzaken.

Onderscheidende Kenmerken binnen de Familie Osphronemidae

De familie Osphronemidae, waartoe *Trichogaster* behoort, omvat een breed scala aan labyrintvissen. Een kenmerk dat veel leden van deze familie delen, waaronder zowel Trichogaster als het verwante geslacht Trichopodus, is de aanwezigheid van de draadachtige, gemodificeerde buikvinnen die als tastorganen functioneren. Dit kenmerk is dus niet uniek voor Trichogaster binnen de hele familie.

Soorten binnen het Geslacht

Er zijn momenteel vier erkende soorten binnen het geslacht Trichogaster. Deze soorten variëren in grootte en kleur, maar delen de kenmerkende eigenschappen van het geslacht.

Het is belangrijk op te merken dat de Dwerggoerami (Trichogaster lalius) helaas gevoelig is voor het Dwerg Goerami Iridovirus (DGIV) als gevolg van intensieve kweek, wat kan leiden tot een kortere levensduur van deze prachtige vissen. Sommige aquariumwinkels verkopen deze soort om die reden zelfs niet meer.

Overzicht van Geldige Soorten

De vier geldige soorten binnen het geslacht Trichogaster zijn, alfabetisch gesorteerd:

  • Trichogaster chuna (Honing Goerami)
  • Trichogaster fasciata (Gestreepte Goerami)
  • Trichogaster labiosa (Diklipgourami)
  • Trichogaster lalius (Dwerggoerami)

Aquariumverzorging

Het houden van Trichogaster-soorten in een aquarium vereist aandacht voor hun specifieke behoeften om hun welzijn te garanderen.

  • Aquariumgrootte: Voor de kleinere soorten, zoals de Honing Goerami en Dwerggoerami, is een aquarium van minimaal 60 liter (ongeveer 60 cm lengte) vaak voldoende voor een koppel. Voor de iets grotere Diklipgourami is een aquarium van 80 liter of meer aan te raden.
  • Waterparameters: Deze vissen gedijen het best in zacht tot middelhard water met een pH-waarde tussen 6,0 en 7,5. De temperatuur moet tussen de 22 en 28°C liggen. Het is cruciaal om de waterkwaliteit stabiel te houden met regelmatige waterverversingen.
  • Inrichting: Een dicht beplant aquarium met veel drijfplanten is ideaal. Drijfplanten dempen het licht en bieden schuilplaatsen, wat de vissen een gevoel van veiligheid geeft. Zorg ook voor voldoende open zwemruimte en schuilplaatsen in de vorm van hout of stenen. Een rustige waterstroom is te prefereren.
  • Voeding: Trichogaster-soorten zijn alleseters. Een gevarieerd dieet is essentieel en moet bestaan uit hoogwaardig droogvoer (vlokken, granulaat), aangevuld met levend of diepvriesvoer zoals artemia, daphnia, bloedwormen en muggenlarven. Plantaardig materiaal, zoals geblancheerde groenten, kan ook worden aangeboden.
  • Sociale aspecten: Hoewel ze over het algemeen vreedzaam zijn, kunnen mannetjes territoriaal zijn, vooral ten opzichte van soortgenoten. Het is vaak het beste om één mannetje met meerdere vrouwtjes te houden, of een enkel koppel in een kleiner aquarium. Medebewoners moeten rustige, niet-agressieve vissen zijn die de lange buikvinnen van de Goerami’s niet zullen aanvreten.
  • Kweek: Trichogaster-soorten zijn schuimnestbouwers. Het mannetje bouwt een nest van luchtbellen aan het wateroppervlak, vaak tussen drijfplanten. Na de paring worden de eieren in het nest geplaatst en bewaakt het mannetje het nest totdat de jongen uitkomen en vrij zwemmen.

Conclusie

Het geslacht Trichogaster biedt een reeks prachtige en interessante vissen voor het aquarium. Hun unieke tastorganen en het vermogen om lucht te ademen maken ze tot fascinerende bewoners. Door rekening te houden met hun specifieke behoeften op het gebied van aquariumgrootte, waterkwaliteit, inrichting en medebewoners, kunnen aquarianen lang genieten van deze charmante vissen.

Trichogaster lalius - Dwerggoerami

Auteur