De Gouden Arowana is de populairste en duurste siervis die je in Maleisië kunt kopen. De beste kwaliteit is de Crossed-Back Full scale Arowana – Malaysian Golden Arowana. Deze variant komt alleen voor in het Bukit Merah Lake in de provincie Perak, Maleisië. In zijn natuurlijke omgeving loopt het broed seizoen elk jaar van Augustus tot Oktober. Tijdens dit seizoen proberen dorpsbewoners rond het meer, de waardevolle jongen ’s nachts te vangen.
Er zijn twee Arowana varianten die de Maleisische wateren bewonen; een gouden variant en een groene variant. De groene variant komt vaker voor en is minder duur in vergelijking met de gouden variant, die tegen een meerprijs wordt verkocht. De crossed-back Golden Arowana bewoont doorgaan de Kerian River en zijn toevoer stroompjes in Perak. In zijn natuurlijke omgeving geeft deze vis de voorkeur een licht zuur en schoon water en niet verontreinigde omgeving, bij voorkeur ondiep en snelstromende rivieren met overhangende vegetatie aan de rivieroevers.
Door de hoge prijs van de gouden variant heeft het Freshwater Fisheries Research Station (FFRC) een broedprogramma opgestart met een paar exemplaren. De wildvang vissen werden verkregen via traditionele vissers bij het Bukit Merah Lake in 1990. In 1996 is het de FFRC gelukt om meteen bij de eerste poging al Maleisische Gouden Arowana’s te kweken in betonnen aquariums.
Kweekdieren onderhouden
Acht stuks Malaysian Golden Dragons werden opgekweekt in een kaal betonnen aquarium van 5 x 5 meter met een waterdiepte van 50 centimeter. Het aquarium werd omheind met plastic netten van 75 centimeter hoog om te voorkomen dat de vissen eruit zouden springen. Een afzet kamer werd in een hoek van de betonnen bak gebouwd en een paar stukken hout werden aan het aquarium toegevoegd om een zo natuurlijk mogelijke leefomgeving voor de vissen te maken. Andere decoraties zoals kiezels en stenen werden vermeden omdat deze de vissen kunnen beschadigen of per ongeluk kunnen worden ingeslikt tijdens het voeren. Het opgroei aquarium was deels beschaduwd, uit het directe zonlicht en werd geplaatst op een rustige plek. Deze kweekdieren werden in dit opgroei aquarium gehouden totdat de vissen volwassen waren.
Waterkwaliteit beheren
Ahoewel de Arowana een sterke vis is, moet de kwaliteit van het water is overeenstemmen met de pH van het water in zijn natuurlijke habitat wanneer er gefokt in betonnen tanks. De pH van het water in de kweekbakken moet worden gehandhaafd tussen 6,8-7,5 en 27-29° C.
Water was gedeeltelijk gewijzigd op ongeveer 30-35% van het totale volume en aangevuld met ontchloord leidingwater. De waterdiepte die gehandhaafd wordt is 0,5 – 0,75 meter
Voeding
Jongbroed werd gevoed met een verscheidenheid aan voedsel. Een uitgebalanceerd dieet is zeer belangrijk in het helpen van vis om te groeien en te paaien. Het dagelijkse dieet moet worden gevarieerd en een hoog eiwitgehalte bevatten. De vissen werden dagelijks gevoed met op vlees gebaseerd voer, levend voer zoals wilde guppy’s, zoetwater garnalen (Macrobrachium lanchestrii), lage rang goudvis en gehakt visvlees. Granulaat met 32% ruw eiwit kregen ze ook als aanvullende voedsel. In totaal werd er ongeveer 2% van het totale lichaamsgewicht per dag gegeven.
Volwassenheid
De vissen bereiken de eerste volwassenheid rond hun 4e levensjaar, op dat punt zijn ze zo’n 45 tot 60 centimeter lang. De vissen paaien het hele jaar door met een piek seizoen van juli tot december. In het wild broed de man de bevruchte eieren in zijn muil uit totdat de jongen na ongeveer 2 maanden vrij kunnen zwemmen.
Vrouwelijke arowana zijn onderzocht en volgens de rapporten hebben ze een enkele eierstok die ongeveer 20 – 30 grote eicellen bevat van zo’n 1.9 centimeter in doorsnede. Onze observaties door het ontleden van dode volwassen arowana die zijn opgegroeid in van aarde gebouwde vijvers en zijn verzameld bij prive kwekerijen bevestigen de enkele eierstok. Echter, we vonden 50 tot 60 eicellen in verschillende stadia van ontwikkeling. De volwassen mannelijke arowana bezitten ook een enkele draadachtige testis.
Sekse verschillen
Bij jonge vissen zijn er geen duidelijke verschillen tussen man en vrouw. Dit wordt pas zichtbaar wanneer ze volwassen worden bij een leeftijd van 3-4 jaar.
Het bepalen van het geslacht is gebaseerd op de vorm van het lichaam en de mond holte. Mannelijke vissen zijn slanker en hebben een ondieper lichaam, een grote mond en zijn intenser gekleurd dan de vrouwen. De grotere mond en diepere onderkaak zijn bedoeld om de eieren in uit te kunnen broeden. Het mannetje heeft een relatief grotere kop. Mannelijke vissen zijn vaak vat agressiever en gaan voorop bij de strijd om het voedsel.
Broed gedrag
Tijdens het baltsen toont de Arowana een uniek gedrag. Ze maken elkaar een een aantal weken tot maanden voordat het koppel begint met paren het hof. Dit baltsen wordt meestal ’s nachts gezien wanneer de vissen dichter bij het wateroppervlak zwemmen. De man jaagt de vrouw langs de randen van het aquarium en soms cirkelen ze om elkaar heen neus-tegen-staart. Ongeveer een tot twee weken voordat ze paren, zwemmen de vissen naast elkaar waarbij hun lichamen elkaar raken. Uiteindelijk lost de vrouw een partij oranje/rode eieren.
De man bevrucht de eieren en schept ze dan in zijn muil waar hij ze uitbroed totdat de jongen kunnen zwemmen en onafhankelijk kunnen overleven. De eieren hebben een diameter van ongeveer 8 – 10 millimeter, hebben een grote eierdooier en komen ongeveer een week na het bevruchten uit. Na het uitkomen, leven de jonge larven nog zo’n 7 – 8 weken in de muil van hun vader totdat de hele eierdooier is geabsorbeerd. De jongen verlaten de muil en worden onafhankelijk wanneer ze een lengte hebben bereikt van 45 – 50 millimeter.
Een broedend mannetje identificeren
Na het paren kan een broedend mannetje worden herkend aan een opgezet kieuwdeksel en de manier van zwemmen. Ze lijken niet te eten en zijn wat langzamer dan anders. Een broedend mannetje kan ook worden herkend aan de opvallende broedzak aan de onderkant van zijn muil.
Jongen Oogsten
De incubatie periode (tijdstip van bevruchten totdat de jongen worden losgelaten) ligt normaal gesproken rond de 8 weken. Om deze periode te verkorten kunnen de eieren 30 dagen na het paren handmatig uit de muil van de man worden verwijderd. Het broedende mannetje kan hiervoor voorzichtig met een fijn net worden gevangen. Bedek hem dan direct met een katoenen handdoek om verwondingen en spartelen te voorkomen.
De onderkaak van de vis langzaam naar achteren halen en het lichaam licht schudden om de half ontwikkelde larven uit de muil van de man te schudden. De larven kun je opvangen in een plastic opvangbak en verder incuberen in een aquarium. Het aantal bevruchte eieren in een enkel legsel ligt meestal tussen de 20 en 35 larven.
Uitbroed techniek
Eenmaal uit de muil van de man verwijderd, worden de half ontwikkelde larven verder geïncubeerd in een glazen aquarium, afmetingen rond de 90 x 45 x 45 centimeter. De water temperatuur wordt rond de 27 – 29°C gehouden met een thermostatische verwarming en het opgeloste zuurstof gehalte wordt rond de 5 ppm (mg/l) gehouden door het continu zachtjes beluchten van het water.
We voegen doorgaans 2 ppm Acriflavine oplossing toe aan het water om infecties te voorkomen en om kleine verwondingen bij het verwijderen van de larven te behandelen. Door deze invitro uitbroedtechniek ligt het overlevingspercentage van de larven doorgaans rond de 90 – 100%.
Tijdens de eerste paar weken hebben de larven nog een grote eidooier, ze blijven dan nog de meeste tijd rond de bodem van het aquarium. De jongen beginnen vaker naar de oppervlakte te zwemmen naarmate de eidooier kleiner wordt. Rond de 8e week is de eidooier vrijwel volledig geabsorbeerd en beginnen de jongen horizontaal te zwemmen. Op dit punt moet het eerste levende voer aan de jongen worden gegeven. De eidooier is volledig geabsorbeerd rond d 8,5 centimeter in lengte en dan zwemmen de jongen ook vrij rond.
Onderhoud van de jongen
Tijdens de incubatie periode hoeven de jongen niet te worden gevoerd. De jongen kunnen in de 7e week vrij zwemmen. Aanvullend extra levend voer zoals jonge guppen of tubifex kunnen vanaf de eerste signalen van vrijzwemmen worden gegeven om te voorkomen dat de jongen elkaar aanvallen. De jongen zijn erg agressieve eters en moeten meer dan voldoende aanbod aan voer krijgen. We raden aan om gedeeltelijke waterverversingen van zo’n 30% per keer uit te voeren en dit dan elke 2 – 3 dagen om de water kwaliteit goed te houden.
De grotere jongen van ongeveer 10 – 12 centimeter in lengte kunnen worden gevoerd met zoetwater garnalen of gehakt visvlees om hun groeisnelheid te bevorderen. Rond de leeftijd van 4 maanden zetten we jonge vissen apart in aquariums van 75 x 45 x 45 centimeter om beschadigingen te voorkomen door gevechten tussen de broers en zussen.
Om de kleur te bevorderen en de aangroei van chromatoforen te stimuleren raden we aan om ze minimaal 10 – 12 uur per dag te verlichten met kunstlicht. Na 6 – 7 maanden zijn de jongen ongeveer 20 – 25 centimeter in lengte en klaar voor de verkoop.
Veel voorkomende problemen bij het onderhoud
We hebben maar weinig problemen ondervonden bij het onderhouden van onze kweekdieren. Alle vissen zijn gezond, maar gewone ziektes zoals vinrot, troebele ogen en besmetting met ankerwormen (Lernaea) kunnen voorkomen, zeker nadat vissen zijn verhuist om een aquarium goed schoon te maken.
We behandelen vissen die lijden aan vinrot met een zoutbad (1% zout) of commercieel verkrijgbare medicijnen. Sommige vissen hebben troebele ogen doordat ze niet goed zijn behandeld of doordat ze gedurende langere tijd in water zijn gehouden met slechte waterwaardes. Om dit probleem te voorkomen kun je eenvoudig het waterverversen en dan elke 2 tot 3 dagen ongeveer 30% totdat de vis volledig is genezen. Er werd gewoon zout (1% – zonder jodium) toegevoegd bij elke waterwissel totdat de conditie van de vis verbeterde. Infectie met de ankerworm parasiet Lernaea zorgt ervoor dat de vis zijn lichaam tegen de zijkant van het aquarium aanwrijft en geen eetlust meer vertoond. De parasieten kunnen handmatig worden verwijderd en de geïnfecteerde vissen worden behandeld met 0,5 ppm (mg/l) Diptrex®.
Conclusie
Arowana’s worden in Maleisië door commerciële siervis kwekerijen normaal gekweekt in aarden vijvers. Om zo’n bedrijf te beginnen is een grote som geld nodig voor de investering in de kweekdieren en het bouwen van de infrastructuur.
De FFRC Batu Berendam heeft een broed techniek voor de Arowana ontwikkeld in gesloten betonnen aquariums. Om een kwekerij op te zetten volgens deze methode is een bedrag nodig van rond de RM 150,000 – 100,000 (€ 22.000 – € 35.000,-). Dit bedrag is betaalbaar voor kwekers binnen de Maleisische gemeenschap en kan worden uitgevoerd naast de huidige baan als extra inkomen. Deze doorbraak door de FFRC toont dat de techniek ook geschikt is voor kleinschalige achtertuin productie.
De techniek is bij geinteresseerde kwekers uitgerold door een technologie overdracht programma en de reacties van de kwekers zijn veelbelovend met hun eerste oogst binnen 2 jaar na het opstarten van de operatie. Dit toont dat de Arowana zich in betonnen aquaria zich goed en practisch laat nakweken.
First publication: Freshwater Fisheries Research Centre, Department of Fisheries, Batu, Berendam 75350, Melaka, Malaysia
Bron: Aquarticles.com (niet meer beschikbaar)
Referenties
Mohamrnad Mohsin, A.K. and Mohd Azmi Arnbak 1983.
Freshwater fishes of Peninsular Malaysia. Universiti Pertanian Malaysia. Mohamad-Zaini,S., Saadon,K., Mansor, A & Ornar A.B (2000).
Breeding of Arowana, Scleropages formosus, (Müller and Schlegel) In Concrete Tank. FRI Bullettin Vol.5 No: 2. December, 2000.
Scott, D.C.B and Fuller, J.D (1976. The reproductive biology of Scleropages formosus (Müller and Schlegel) (Osteoglossomorpha, Osteoglossidae) in Malaya and the morphology ofits pituitary gland.
J. Fish BioI. 8,pp 45-53. July-September 2003 (Vol. VIII No. 3)