Ik zag mijn eerste Rineloricaria eigenmanni in een nogal slechte dierenwinkel ongeveer een jaar, anderhalf jaar geleden. Roerloos zittend op de bodem van het aquarium leek het me een soort van een Cardassian ruimteschip. Deze vissen zijn niet knap, maar er zijn niet veel vissen die een interessantere uitstraling over zicht hebben, en ze behoren niet tot de gebruikelijke aquarium handel. En dat is goed, want ze blijken redelijk makkelijk te kweken te zijn.
Rineloricaria eigenmanni hebben een groot verspreidingsgebied in Zuid Amerika, met ongeveer 30 soorten (volgens Wikipedia) in een grote variëteit aan leefomgevingen. Ik verkreeg een kweek trio Rineloricaria eigenmanni van een lokale kweker. Dit is een veel voorkomende soort in de Llanos (red: tropische grasvlakten) van Colombia en Venezuela en worden doorgaans gevonden in helder witwater. Deze gebieden worden gekenmerkt door afgeronde rotsen, een zand bodem, kienhout en blader afval. In de stroompjes staat redelijk wat stroming, en dit is dus ook wat ik in mijn achterhoofd heb gehouden bij het opzetten van het aquarium. Om het afzetten te helpen, werd mij geadviseerd een aantal open PVC pijpjes te plaatsen met 6 tot 8 inch (15 tot 20 centimeter) lengte en een diameter van 1,5 inch (3,75 centimeter). Bamboe werkt ook heb ik ergens gelezen.
Rineloricaria zijn vredelievend en passen zich aan. De temperatuur ligt tussen de 24 en 29 graden, redelijk normaal voor tropische soorten en ze doen het goed in een pH van 6.0 tot 7.4, ook redelijk normaal. Ze zijn niet territoriaal en “doen zelfs de kleinste jongen geen kwaad ¹.” Het zijn omnivoren, ze eten zowel vegetarisch als vleesachtig voedsel wat naar de bodem van het aquarium valt.
In het geval dat je geen bewezen kweekgroep kunt bemachtigen, ze zijn redelijk makkelijk te seksen. De kop van de man is wat ronder dan die van de vrouw en volwassen mannen die in kweek conditie komen hebben een baard van fijne borstels op de zijkant van hun kop (odontodes). Er staat een zeer goede foto van een man en vrouw naast elkaar op Planetcatfish.com in de CatELog voor de Rineloricaria eigenmanni (Foto’s 13 & 14) die duidelijk het verschil in vorm van de kop en de odontodes van de man toont.
De Aquaria
Ik heb mijn kweek trio ondergebracht in een 50 centimeter aquarium. Meer dan 2,5 centimeter dik substraat bestaande uit zand, waarop ik een paar afgeronde stenen, gekookte eikenbladeren en wat kienhout (ook gekookt) heb geplaatst. Het kienhout werd onderwater gehouden door een stuk graniet totdat het hout zich had volgezogen, daarna werd het graniet rechtop gezet om zo de stroming vanuit het filter richting te geven.
Het filter bestaat uit een Emporer 400, wat de inhoud van het aquarium 20 keer per uur verpompt. Terugkijkend kan ik deze techniek niet aanraden in een ondiepe bak met zand op de bodem. In de toekomst, zou ik lucht aangedreven box- of sponsfilters gebruiken en powerheads om het wateroppervlak en het water te laten bewegen.
De verlichting bestond eerst uit een enkele 65 cm tl maar het aquarium deelt nu een dubbele langere tl met een paar 45 liter aquariums. Een 75 Watt verwarming werd ingesteld om het aquarium op 25 graden te houden. Ik gebruikte mijn gewone water wat in Fairfax county behoorlijk hard is, waarbij ik de pH liet crashen met behulp van AmQuel+ en NovAqua+ in vijver concentraties. Dit brengt de hardheid terug naar enkele cijfers (waarbij een beetje carbonaat achterblijft) en brengt de pH terug naar net onder neutraal (ongeveer 6.8). Uiteraard, brengen de eikenbladeren het nog verder omlaag.
Als kweekonderkomen deed ik er 2 pvc pijpjes in van 20 centimeter lengte en 3,75 centimeter doorsnee.
Hierin bracht ik mijn drie whiptails onder, een school van 6 Corydoras metae, een school van 6 tetra’s (waarvan 4 zeker Hemigrammus rodwayi waren en 2 die waarschijnlijk wat anders waren). Ergens heeft ook een kweekgroep vijver en ramshoorn slakken hun weg het aquarium in gevonden. En hier is zoals het eruit zag:
Niet echt een aantrekkelijk aquarium maar redelijk lijkend op een biotoop.
Aangezien deze in mijn woonkamer stond, vond ik wel dat ik de boel een beetje knapper moest maken.
Ik heb wat vislijn gebruikt om de Javamos en wat Javavaren om de pijpjes te binden.
Na verloop van tijd, zijn de eikenbladeren vergaan, ik begon met het toevoegen van Javamos om ze te vervangen en momenteel bedekt dit ongeveer een derde van het aquarium (ik zal weer wat eikenbladeren verzamelen om ook een derde te bedekken zodra ik de kans heb). Klaarblijkelijk, zetten de Corydoras metae graag af op bladafval. Ik heb het graniet en de pijpjes ook zo neergelegd dat een groot deel van de filteruitstroom rechtstreeks op de kweek buisjes is gericht.
Na het eerste legsel heb ik de Goud Tetra’s verwijderd. Ook heb ik ongeveer elke 2 maanden de Corydoras jongen verwijderd.
De kweekdieren in conditie brengen
Als ik even de tijd heb verwen ik mijn vissen graag, dus elke avond, doe ik 2 of 3 spirulina tabletten in het aquarium en een paar verschillende soorten voer: afwisselend 3 dagen droogvoer, 2 dagen diepvries, 1 dag levend en 1 dag geen voer per week. Het droogvoer omvat 3 soorten vlokvoer, 3 soorten granulaat, gevriesdroogde rode mug of tubifex en (nadat ik de jonge corydorassen had ontdekt) cyclops poeder. Bevroren voer bestaat uit: rode mug, spirulina, artemia, watervlooien, mysis, doorgaans een half blokje. Levendvoer bestaat uit zwarte mug en verse artemia.
De maand voordat ze gingen afzetten heb ik elke week 30% water ververst met behandeld water.
Het eerste legsel
Een vluchtige blik op de eerste inrichting van het aquarium, leert de ervaren aquariaan dat goede blik in de kweek buisjes verre van gemakkelijk was. Nadat ik op kerst ochtend 2008 ontdekte dat de man op een bosje eieren zat, wist ik niet zeker hoelang ze er al lagen. Er lagen ongeveer 60 eieren, wellicht meer, allemaal een jade groene kleur, nogal grote in vergelijking met andere vissen die ik heb gekweekt, groter dan 3 mm in diameter. Ik kan nergens de basis terugvinden voor de gedachte dat het 11 tot 14 dagen zou duren voordat ze zouden uitkomen, kweekverslagen over Whiptails zijn nogal dun gezaaid, maar ik vond ergens de informatie, en plande de verhuizing van de buis, man, eieren etc naar een 45 liter aquarium op 5 of 6 januari (dus na 11 of 12 dagen). Dit is dus waarom het belangrijk is om te weten wanneer de eieren zijn gelegd. Toen ik het 45 liter aquarium aan het inrichten was en de voorbereidingen trof voor het afhevelen van water uit het grotere aquarium om het kweekbakje te vullen, zag ik 3 minuscule Whiptails, 5 of 6 millimeter lang, kopietjes van hun ouders in alles behalve de grootte, bij elkaar langs de waterlijn. Helaas warden deze drie en misschien nog een half dozijn andere alles wat ik van het eerste legsel heb teruggevonden. Het buisje was op de ochtend van de zesde zonder eieren en de man had zich teruggetrokken in zijn schuilplaats tussen de bladeren, hij had vermoedelijk het nest voortijdig verlaten en de rest van de eieren opgegeten of ze verlaten om te worden opgegeten door de andere bewoners.
Aangezien het vrouwtje al een uiterlijk had gekregen alsof ze een halve cocktail olijf had ingeslikt, ging ik er van uit dat ik niet al te lang hoefde te wachten voordat ze een nieuwe poging zouden wagen om het goed te doen…
Het tweede legsel
…En ik had geen ongelijk. Toen ik de buis voor het filter controleerde op zondag 11 januari, als voorbereiding op een waterwissel, zat daar de man, bezig met wat push-ups met zijn vinnen boven een nieuw hoopje eieren, ongeveer de zelfde grootte als het eerste legsel. Ik verwachte een wachttijd van 10 tot 12 dagen voordat ze zouden uitkomen, maakt ik het weekend erna, op 18 januari, een 45 liter aquarium klaar om de eieren in te laten uitkomen (en waarin de man de kans zou krijgen om weer wat dikker te worden voordat hij teruggaat naar het hoofd aquarium – hij eet namelijk niet terwijl hij de eieren bewaakt, en een wellustig en vruchtbaar stel vrouwtjes kan hem laten verhongeren. Hij is net een schoolknaapje in dat opzicht). Dit aquarium werd gefilterd door een luchtaangedreven hydrosponge 1, gevuld met water uit het 90 liter aquarium, kale bodem en verwarmd met een 50 Watt verwarming. Met behulp van een 2 liter bakje verhuisde ik de buis, man, eieren etc naar het 45 liter aquarium, gooide er een flinke pluk Javamos bij voor de infuus productie (inclusief de uitbarsting aan slakken) voor de tussendoor snacks van de aankomende jongen. Ik deed er ook de drie jongen bij die uit het eerste legsel waren overgebleven, net als een half dozijn jonge Corydoras metae. Ik begon met het voeren van de opruimploeg met elke ochtend een kleine portie cyclops en een stukje van een spirulina tablet en elke avond een beetje bevroren mix van kleine artemia en radardiertjes.
De eieren kwamen uit op de 19e en de 20e en al snel had ik zo ongeveer 5 dozijn baby Whiptails bij de waterlijn hangen als kleine miniatuur vleermuizen vlakbij het sponsfilter.
ProTip: De babies hebben een hoog niveau aan zuurstof nodig, belucht het aquarium dus goed!
Ik gaf iets meer voer, en daarnaast een hele extra algen tablet in de nacht voor het mannetje om hem aan te laten sterken. Ik bracht hem terug naar het hoofd aquarium op 1 februari, net geen twee weken later
De jongen grootbrengen
Alles wat je zult lezen over het grootbrengen van Whiptails is waarschijnlijk dat het afzetten en krijgen van jongen niet het moeilijkste deel is maar het grootbrengen van de jongen. Met een tweemaal dagelijks regime van cyclops poeder en microaaltjes of een 2:1 mix van bevroren baby artemia en radardiertjes, gekoppeld aan een dagelijks spirulina tablet, hield ik mijn verliezen beperkt tot 1 of 2 per week. Na ongeveer 2 weken in de het 45 liter aquarium, maakte ik een 40 liter aquarium als volgt klaar: kale bodem, een tak kienhout uit een ander aquarium twee kleine stukken graniet om wat aufwuchs op te laten groeien. Daarbij deed ik net genoeg Javamos om de helft van de bodem mee te bedekken (al het mos uit het 25 liter aquarium plus ongeveer nog eens de helft daarvan uit andere aquaria) en genoeg Hydrocotyle leucocephala – Braziliaans Waterklimop om 3/4 van het wateroppervlak mee te bedekken. Ik installeerde een tweede sponsfilter en verruilde de verwarming voor een 75 Watt exemplaar. De Corydorassen heb ik die keer ook verwijderd.
Met ongeveer 3 weken haalde ik de radardiertjes uit de mix, en met ongeveer 5 weken voegde ik watervlooien toe en verhoogde het rantsoen spirulina tabletten naar 2. Me ongeveer 6 weken, verhuisde ik het aquarium naar de nieuwe kweekstelling en voegde 4 vrouwelijke guppen en een wolk jongen aan het bestand toe. Van daaraf, voerde ik twee maal daags vlokken of klein bevroren voer en 2 of 3 spirulina tabletten of een half vel sushi-nori (redactie: geperste groene algenvellen die om een sushi worden gewikkeld) per nacht. Met ongeveer 6 weken, was het uitvalpercentage gezakt naar 1 per week. Ik heb er nooit een verloren die al groter was dan 4 centimeter.
Waterverversing werden uitgevoerd vanuit het kweek aquarium. Ik kneep de filters twee keer uit, verwijderde alle planten en decor naar een emmer met aquarium water (zodat ik geen verborgen jongen zou weggooien die er in verborgen zouden kunnen zitten), en hevelde dan zo veel mogelijk detritus van de kale bodem af als mogelijk, voordat ik 20 liter water (in totaal) verwijderde. Het water in het hoofd aquarium werd dan weer aangevuld met behandeld en verouderd water op kamertemperatuur zodat de temperatuur in het aquarium werd verlaagd naar onder in de 21 graden om zo de kweek van de Corydorassen te stimuleren.
Uiteindelijk was het gelukt om 3 dozijn baby Whiptails groot te brengen, variërend van 5 tot bijna 7,5 centimeter lang bij de veiling eind april.
Conclusie
Het kweken van de Whiptail meerval is niet echt heel moeilijk. Neem een man en een of meerdere vrouwen, de juiste behuizing voor de man waarin hij de eieren kan bewaken, een zandbodem en voldoende en gevarieerd voer en ze zullen afzetten. De jongen groot brengen is een uitdaging maar met goede hygiene en waterwissels en voldoende kleine, proteïne rijk voer gecombineerd met de juiste beplanting is er geen reden om in paniek te raken bij een enkel overlijden: de meeste zullen het overleven
¹ planetcatfish.com, CatELog entry for R. eigenmanni
Eerste publicatie: Oktober, 2009 Where There’s a Whiptail, There’s a Way – PVAS
Copyright 2008 – 2009 JT Thomas
Bron: Aquarticles.com (niet meer beschikbaar)