Veel oude-school aquarianen vertrouwden op het vangen en kweken van levend voer om daar hun vissen mee te voeren. Dit was voornamelijk te wijten aan het feit dat er geen diversiteit aan bereid visvoedsel beschikbaar was. Het levend voer dat het meest populair was, waren de soorten die gemakkelijk konden worden verzameld of worden gekweekt.
Tot de jaren 1950, betekende het houden en kweken van regenboogvissen in gevangenschap meestal dat er routinematig levend voer uit beken en vijvers gevangen diende te worden of wat de aquariaan dan ook kon vinden. Sommige voersoorten die gebruikt werden bestonden uit: rode muggenlarven, kleine tuin wormen, maden die waren gezuiverd in zemelen, pre-geweekte tarwe, gerst of gierst korrels, en zo nu en dan een biscuitje, kleine stukje geplette vermicelli, soms gevarieerd met een beetje vers voedsel of maden, en de verschillende soorten infusoria.
Gedroogd Vlokvoer
Het voeren van aquarium vissen onderging een revolutie met de uitvinding van gedroogd vlokvoer door Dr. Ulrich Baensch, stichter van Tetra Werke. Vandaag de dag, voert ongeveer 80% van de aquarium hobbyisten hun vissen uitsluitend voorbereid voer, doorgaans in vlok, korrel of tablet vorm. Vlokvoer is de meest gebruikte vorm en wordt geconsumeerd door een grote verscheidenheid aan aquarium vissen. Vlokvoer wordt gebakken om vocht te verwijderen en om de vlokken te maken, waardoor een langere houdbaarheid wordt gemaakt. Des te meer vocht een bepaald visvoer bevat, des te sneller het doorgaans in kwaliteit achteruit gaat. Echter, aangezien er weinig tot geen gepubliceerde artikelen zijn over de voedingsbehoeften van regenboogvissen of een evaluatie van de gegeven diëten op de groei en vruchtbaarheid, is het niet bekend of de eiwit en koolhydraat niveaus van deze diëten optimaal zijn.
Levend voer niet nodig, wel het beste
Het voeren met levend voer is niet nodig, maar als je er toegang toe hebt, dan is dit veruit de beste voeding die je aan je regenboogvissen kunt geven. Aquariumhouders die het geluk hebben om ongerepte vijvers te hebben ontdekt die bewoond worden door levend voer, houden deze doorgaans streng geheim, en gaan er in het holst van de nacht op uit om voer te vangen zodat ze de locatie voor zichzelf kunnen houden.
Echter, de tijd die nodig om levend voedsel te verzamelen uit de lokale vijvers en beken en de risico’s van het invoeren van plagen, parasieten en ziekten op een gezond aquarium is voldoende om zelfs bij de meest enthousiaste aquariaan de vraag te doen opkomen over de wenselijkheid van deze werkwijze. Waar u op moet letten zijn libellenlarven, Hydra, bloedzuigers, planaria, slakken, waterkeverlarven, water tijgers en andere vleesetende insectenlarven. Zij vallen de grotere regenboogvissen niet aan, maar kleine larven hebben geen verweer tegen de meeste van deze plagen. U kunt al deze problemen oplossen door thuis levende culturen te houden van cladocerans (zooplankton), roeipootkreeftjes, muggenlarven, Drosophila (fruitvliegen), microaaltjes enz..
Watervlooien
Regenboogvissen zijn goed aangepast aan het vangen van levende watervlooien en geven een actieve reactie op dit soort voedsel, wat aangeeft dat watervlooien een zeer aantrekkelijk voedsel zijn voor regenboogvissen.
Na het toevoegen van watervlooien in het aquarium, is het heel vaak het geval dat regenboogvissen meteen antwoorden met gedrag dat enigszins lijkt op een Vreet Festijn. Levend voedsel krijgt bij regenboogvissen de voorkeur boven inert voedsel, hetgeen er op duidt dat een bewegende prooi stimulerend werkt of invloed heeft op de voorkeur voor dit voer. In de aanwezigheid van zowel levend voer als ook vlok- of korrelvoer, besteden regenboogvissen aanzienlijk meer tijd aan het eten van levend voedsel dan aan de inerte voedingsmiddelen.
In aquarium omgevingen tonen regenboogvissen een aanzienlijke reeks karakteristieke groeicijfers, afhankelijk van de omstandigheden zoals voedsel, ruimte, aantallen, concurrentie en temperatuur van het water. Op dit moment is er weinig informatie beschikbaar over de kwantitatieve voedingseisen van regenboogvissen in het aquarium, of met betrekking tot de behoeften aan nutriënten in de eerste voeding van de regenboogvis larven en dat van de ouderdieren. Desondanks, en op basis van in het laboratorium uitgevoerde “nutritionele voerproeven” die tot op heden zijn uitgevoerd, kunnen toch enkele algemene conclusies worden getrokken ten aanzien van de aanbevolen niveaus van voedingsstoffen. Toch zijn er nog veel onbeantwoorde vragen als het gaat om de voedingsbehoeften van regenboogvissoorten.
Groei van regenboogvissen
Behoud van een goede gezondheid en groei bij uw regenboogvissen is direct afhankelijk van de kwaliteit en kwantiteit van de voedingsstoffen die zij via hun dagelijkse voeding ontvangen. Indien het voer niet door de vissen wordt opgegeten of als de vissen het voer niet verwerken, omdat sommige voedingsstoffen ontbreken, dan zal er geen groei zijn. Zonder de juiste hoeveelheid voedingsstoffen, kunnen regenboogvissen ophouden te groeien, verliezen kleur, stop met kweken, en worden vatbaar voor ziekte en kunnen in bepaalde omstandigheden zelfs sterven. Een ondervoed dier kan haar gezondheid op peil houden en productief zijn, ongeacht de kwaliteit van de leefomgeving. Regenboogvis houders die vastbesloten zijn in het opgroeien en houden van de mooiste exemplaren moeten zorgen voor een evenwichtige voeding voor hun regenboogvissen gedurende hun gehele levenscyclus. Natuurlijk, geen enkel voedsel zal in hun behoeften voorzien in alle levensfasen, en de beste manier om ervoor te zorgen dat ze een goed uitgebalanceerd dieet krijgen is om hen te voeden met een zo breed mogelijk scala aan voedselsoorten.
Onder aquarium omstandigheden moet men met het voeren van regenboogvissen, normaal gesproken, vertrouwen op ‘onnatuurlijke’ voedingsmiddelen. Daarom is het noodzakelijk om gunstige aquarium condities en voeding te bieden met speciaal samengestelde diëten in een poging om aan al hun nutritionele vereisten te voldoen. Regenboogvissen kunnen worden gehouden op een dieet bestaande uit geheel commerciële voersoorten, zoals vlokken, pellets, en granules. De bekende merken zijn zo samengesteld dat de essentiële voedingsstoffen op de juiste niveaus liggen. Dergelijke voersoorten dienen echter niet alleen voedzaam en smakelijk te zijn, maar ook in staat zijn om te drijven of langzaam te zinken. Regenboogvissen zijn voornamelijk oppervlakte eters zodat voersoorten die te snel zinken, kunnen worden verspild in het grind substraat. Overvoeren kan leiden tot problemen met de waterkwaliteit, die de gezondheid van de vissen in gevaar kunnen brengen en aanzienlijke problemen veroorzaken. Ongeacht de kwaliteit van deze bereide voersoorten, kan het zijn dat zij niet geheel voorzien in de totale voedingsbehoeften die noodzakelijk zijn.
Experimenteren en wennen aan nieuw voer
Soms kunnen regenboogvissen worden aangemoedigd om te experimenteren met een onbekend voedsel door het niet voeren van andere voersoorten waar ze de voorkeur aan geven. Dit werkt goed, bijvoorbeeld als je voorgekookte (zachte) courgette (een goede bron van vitamines B en C) voor de eerste keer geeft. Het eenvoudig achterhouden van hun reguliere voeding en het aanbieden van de minder bekende courgette resulteert meestal in snelle acceptatie (1 ~ 3 dagen). Vergelijkbare strategieën kunnen worden gebruikt om regenboogvissen te voeren met zelfgemaakt voer op basis van gelatine. Voer gebaseerd op Gelatine kan ook uitstekend dienen als drager voor orale medicatie, maar de vis dient gewent te raken aan het eten van een gewone (niet-medicinale) zelfgemaakte voeding voordat er behoefte is om het te gebruiken als een middel voor het toedienen van medicijnen. Zoals bij vele zieke dieren, is de eetlust vaak aanzienlijk verminderd bij zieke vissen, en dat is niet de tijd om te proberen om onbekend voedsel te introduceren.
Bron: Home of the Rainbowfish
Copyright foto: CC BY 2.5 Hajime Watanabe – PLoS Genetics, March 2011
Vertaling: J. de Lange