De laatste stap in het nitrificatie proces is het omzetten van nitriet (NO2- naar nitraat NO3-.
Om het weer even duidelijk in een schema te zetten:
Net als bij het omzetten van ammonium naar nitriet zien we dat er voor het omzetten van nitriet naar nitraat ook zuurstof nodig is. Helemaal 100% correct is het schemaatje ook weer niet. Er staat dat er zich NO3- vormt. Nou eigenlijk vormt zich HNO3 (Salpeterzuur). Maar dat salpeterzuur splitst zich direct helemaal op in H+ en NO3-.
Door het omzetten van nitriet naar nitraat komen weer andere bacteriën aan hun energie. In dit geval zijn het bacteriën als nitrobacter en nitrospira die zorgen voor het omzetten van nitriet naar nitraat. Vooral de Nitrospira moscoviensis en de Nitrospira marina schijnen volgens de onderzoekers onder onze aquarium omstandigheden de belangrijkste rol te spelen.
Ook hier spelen factoren als temperatuur, pH, een donkere omgeving en een constant milieu weer een belangrijke rol. Net zoals we deze bij de omzetting van ammonium naar nitriet besproken hebben. De onderstaande grafiek laat hierbij zien hoe de omzetting naar nitraat wordt beïnvloed door de pH van het water.
Zagen we dat bij de 1e stap de optimale pH zo tussen de 7,7 en 9,2 lag. De bacteriën die nitriet omzetten hebben het liefst een nog wat alkalischer omgeving. Het optimum ligt zo rond de 7,9 en 9,5. In de grafiek hieronder hebben we voor beide stappen de pH kromme weergegeven. Duidelijk is te zien dat de bacteriën die ammonium naar nitriet omzetten (blauwe lijn) het beter doen bij wat lagere pH’s. De bacteriën die nitriet naar nitraat omzetten (rode lijn) doen het beter bij hogere pH. Onder een pH van 7,5 is het verschil echter niet erg groot meer.
Wel een typisch verschijnsel is dat nitrificerende bacteriën niet tegen nitriet kunnen….. Ja, dat klinkt wat vreemd maar deze stof die ze zelf produceren of opnemen hindert in grotere concentraties ook hun functioneren.
En wat is nu de maximale concentratie aan nitraat in een bak?
Nou……dat ligt er maar weer es aan. Lagere dieren als garnalen schijnen hogere nitraatgehaltes niet op prijs te stellen en 20 mg/ltr is dan wel de bovengrens. Zeker voor zeewaterbakken ligt dit erg gevoelig en wordt daar zelfs wel eens 10 mg/ltr als grens gezien. Voor normale zoetwatervissen wordt algemeen een maximum van 50 mg/ltr gehanteerd maar er zijn ook gevallen bekend waarbij vissen in water rondzwommen met 200 mg/ltr zonder problemen. Maar algemeen gezien is een waarde van 50 mg/ltr wel als een maximum aan te houden en dan begint een bak toch vaak al wel de nodige problemen te krijgen (Alg dus…). Ook jonge vissen kunnen vervormingen krijgen bij hoge nitraatgehaltes. Voorkomen is beter dan genezen dus.
Gerelateerde artikelen: Stikstof in het aquarium – Mineralisatie – Denitrificatie – N:P ratio voedseldieren – Opstarten