Zuidamerika biotoop

Reis door Colombia – 1999

()

In dit deel en de volgende delen ga ik proberen om aan de hand van mijn dagboek u een indruk te geven van wat we allemaal hebben beleefd in het prachtige Colombia.

Zo’n reis ga je niet zomaar maken. Het idee was van Ernst van Genne die twee jaar geleden in Manaus in Brazilië was geweest. Ook deze keer was dit ons reisdoel. Na een aantal faxen en telefoontjes kwamen we tot de conclusie dat dit niet haalbaar was. Te duur en te commercieel.

Dus zochten we naar een nieuw reisdoel. In het Duitse aquariumblad “Datz” stond een kleine advertentie voor een reis naar Colombia. Hier stond dat er speciaal reizen waren voor aquarianen. Dus weer aan het faxen en telefoneren. Uit de gesprekken en de toegezonden informatie bleek dit ons ideale reisdoel te zijn. Maar het land Colombia had niet z’n goede uitstraling bij toeristen. Ons werd verzekerd dat de gebieden die wij zouden bezoeken geen problemen opleverde. In de maand juni zijn we met de voorbereidingen begonnen. Ernst met de verblijfsmogelijkheden in Colombia, en ik met de vliegreis. Dus op naar het reisburo voor informatie over vliegreizen naar Colombia, waarvan Bogota de hoofdstad is. Ik werd wel een beetje vreemd aangekeken door die juffrouw, maar er kwam, na enige uitleg een uitdraai van welke vliegmaatschappijen daarheen vlogen. Onze keus viel op de Lufthansa, omdat deze de kortse reistijd had. Dit vooral in verband met de terugreis.Want dan hoopte we onze gevangen vissen mee naar Nederland te vervoeren. Ernst had intussen meermaals contact gehad met Bruno, de eigenaar van het vangstation. Dit was onze man in Bogota. De data voor vertrek was inmiddels ook bekend. De grote dag was 28 september.

Maar voor die tijd moesten we de nodige prikken halen bij de G.G.D. in Groningen. Ook werden we voorgelicht over allerlei ziektes die je in de tropen kan oplopen. Beter voorkomen dan genezen. Op 28 september was het dan zover. s’Morgens om 2 uur liep de wekker af. Ik had slecht geslapen, maar het avontuur ging van start. Met de auto naar Ernst en dan op weg naar Schiphol. Daar kwamen we veel te vroeg aan, maar beter te vroeg dan te laat. Schiphol is in de vroege ochtenduren een dooie boel. Omdat er voor 6 uur niet gestart of geland mag worden, was het er helemaal uitgestorven. In het enig geopend restaurant hebben we tijd doorgebracht met wat koffie en een broodje. En toen maar wachten…wachten…wachten…..tot het moment dat we konden inchecken. Maar wachten heeft ook zijn leuke kanten, je ziet langzaam het grote Schiphol ontwaken, en tegen 6 uur was het er net zo druk als op zaterdag in de Herestraat. Ons eerste reisdoel was Frankfurt, dit is ongeveer 50 minuten vliegen, waarna we moesten overstappen op het vliegtuig naar Colombia. Met een half uur vertraging begon onze reis. We zouden ongeveer 11 uur in de lucht zijn, maar wat doe je in zo’n lange tijd. Om de tijd te doden zijn er diverse mogelijkheden; slapen, T.V. kijken, eten, drinken, lezen en een beetje nadenken over wat er ons de komende drie weken te wachten staat. Leuk is ook de informatie die werd gegeven over de vlucht. De hoogte was 11000 meter, en de snelheid ongeveer 950 km/uur, de tijd van aankomst in Bogota en een T.V. scherm waar het vliegtuig zich bevond. Na ongeveer 11 uur vliegen kwamen we aan in Bogota, het was 5 uur s’middags, we werden opgewacht door Bruno die ons hartelijk ontving. We moesten even wachten want er kwam nog een aquariaan uit Duitsland die de komende 10 dagen ook op vissenjacht ging.

Een kijkje in het water
Een kijkje in het water

Toen we ’s morgens op de eerste dag in Bogota wakker werden, keken Ernst en ik elkaar aan, 6 uur, waren we wel wijs? Toch maar opgestaan en op de veranda gekeken naar de zonsopgang tussen de bergen. Na een goed ontbijt werd de dag-indeling gemaakt, met de auto naar de Rio-Tabacal. Met de auto op pad in Colombia is een hele belevenis. Bruno, onze begeleider van deze dag reeds ons langs wegen met kuilen en gaten en vooral langs vrachtauto’s die met een slakkengangetje de bergen op reden, soms vroeg ik me af of ze de top wel zouden halen, zo oud waren deze auto’s.

Aangekomen bij de Rio-Tabacal troffen we een zeer snel stromend water aan. Dit was het gevolg van de vele regen die de afgelopen dagen was gevallen. Een groot gedeelte was nog droog, zodat je goed kon zien waaruit de bodem bestond. Het was een soort zand-klei bodem met zeer grote rotsblokken, maar ook veel kleinere stenen. We zijn begonnen met een dam te bouwen in een wat rustiger stukje rivier. Daardoor ontstond er achter deze dam een wat kleiner stroompje en een paar poeltjes.

Door de vele stenen was het niet mogelijk met grote schepnetten te vissen en moest worden overgegaan op de kleine Tetra-netjes. In de poeltjes kon je de vissen in het lage water zien zwemmen, zodat het vangen makkelijk ging. De meeste vissen waren zalmachtigen van het vrije water (naam onbekend). Maar in stromend water moeten ook harnasmeervallen voorkomen. Deze zaten meestal tussen de stenen en werden met de hand losgemaakt, zodat ze in het schepnet konden worden gevangen. Het water had een temperatuur van ca. 20 gr. en de pH was 5,8 Microsymen was 140.

Door de regen was het water zeer troebel. Langs de rivier kon je goed zien wat er gebeurde in de regentijd bij stijging van het water. De oevers waren door de stroming weggezakt met bomen en struiken. Hele stukken waren zelfs weggeslagen. In de bomen groeiden prachtige Tillandsia’s en Bromelia’s, planten die in Holland veel geld kosten, groeien daar volop. Ook waren er vogels, van het soort die we aas-eters noemen, nl. Gieren.

Tegen de middag was het tijd om te gaan lunchen. Op naar een kippen-restaurant. Deze lag aan een grote doorgaande weg met veel verkeer. Als hier een A.P.K. keuring ter plaatse werd uitgevoerd, werd zeker 50% van alle voertuigen tot schroot vermalen, na een goede maaltijd gingen we naar de tweede rivier van deze dag. Onderweg genoten van het prachtige bergachtige landschap. Tijdens een stop keek ik naar een bergwand met een uitgehakte nis. In die nis stond een Maria-beeld. Voor het beeld lagen tientallen koplampen, koplampen van auto’s. De chauffeurs hadden een bijgeloof, werd die lamp hier neer gelegd dan werd je beschermd tijdens de nachtelijke uren in de bergen.

De tweede rivier was de Rio Villeta. Deze stroomde nog harder dan de eerste, waardoor het vissen zeer moeilijk werd. In de poeltjes die aan de rand van deze rivier waren, waren veel jonge visjes te vangen vooral zalm-soorten. Na nog wat pogingen te hebben ondernomen om meervallen te vangen zijn we gestopt. Er was teveel stroming. Het water had een temperatuur van 24 gr. en de pH was 6,5 de Microsymen 1480, dus sterk vervuild. Dit kwam door de stad, die veel afval dumpte in de rivier. We hebben zelfs een complete afvalberg gezien aan de oever. Op weg naar huis met de gevangen vissen en zo spoedig mogelijk in de aquaria bij Bruno.

Rio Tabacal
Rio Tabacal

Na het avondeten hebben we genoten van de vele geluiden die bij het invallen van de duisternis te horen zijn. Vele kikkers en krekels zijn te horen als een totaal concert. Om 22.00 uur al naar bed, want de volgende morgen moesten we vroeg op voor de vliegreis naar Leticia, vanaf Bogota ca. 1000 km het Amazone gebied in. Leticia is een redelijke plaats die in het uiterste zuiden van Colombia ligt. Het is een soort drielandenpunt. De plaats zelf bestaat uit twee landen n.l. Colombia en Brazilie, zonder grensovergang. Aan de overzijde van de Amazone is het dan Peru.

Na een vliegreis van ongeveer 2 uur komen we aan in Leticia. Vanuit de lucht hebben we het enorme oerwoud met de slingerende rivieren al goed kunnen zien, een prachtig gezicht. Na de landing viel het op, als je naar buiten keek, dit wel een vesting leek. Er waren veel soldaten die het vliegveld moesten bewaken. Maar hier in Colombia hoort het erbij. Bij het uitstappen werden we “overvallen” door een golf van hitte en vocht. De temperatuur was ca. 30 °C. en de vochtigheid was 80%. Dit was heel anders als in Bogota, we moesten hier wel even aan wennen. Op het vliegveld was ik weer de klos om de hele video en fototas uit te pakken, vanwege de accu’s (voor de video) op het scan-apparaat. Ook moesten we opgeven in welk hotel we verbleven. Dit hadden we nog niet vastgesteld, zodat onze begeleider ons moest ‘redden’ en vertelde bij hun thuis te slapen.

In Leticia hadden we de beschikking over twee begeleiders n.l. Carlos en Guilio. Na een rit in een taxi naar de woning van de familie van Carlos, werden we hartelijk welkom geheten door de hele familie. De woning bestond uit een stenen huis met een aanbouw van een houten gedeelte. In dit gedeelte zouden we dan 2 weken verblijven. Het geheel was zonder enige conform. We wilden immers onder de plaatselijke bevolking leven. Na wat rust genomen te hebben en onze spullen te hebben uitgepakt, zijn we ’s middags naar de Finka gegaan. Het vervoer was per bromfiets. De bromfiets is het meest gebruikte vervoermiddel in Leticia. Er waren wel auto’s, maar de wegen waren zeer slecht met veel gaten en kuilen. Dus op naar de Finka (het buitenverblijf). Deze lag aan de weg naar Tarapaca. Deze weg is ca. 180 km lang en is de verbinding tussen deze twee plaatsen. Over de kwaliteit van deze weg kom ik later terug. Langs deze weg liggen tientallen finka’s, het zijn allen buitenverblijven van de wat rijkere onder de bevolking van Leticia. De Finka van Bruno is een prachtig verblijf, het bestaat uit twee water gedeelten, een grote vijver en een moeras gedeelte, omgeven door prachtige tropische bomen en planten.

Aan het begin is een soort “feesthuis”. Dit is zoals bij ons een muziekterras, palen met een rieten puntdak. Hier was ook het opvang-centrum gevestigd voor alle gevangen vissen.

Dit opvang-centrum bestond uit houten geraamtes, overtrokken met zeer fijn gaas. Deze waren in stellingen in het water geplaatst. Altijd vers water, het ei van Columbus. Moesten er vissen worden gevangen voor verzending naar Bogota, dan werd het geraamte omhoog gehaald en het vangen was kinderlijk eenvoudig. Alle net-bakken waren dan ook op soort uitgesorteerd. We mochten wat bakken omhoog halen en kijken wat er zoal in voorraad was. Onze verbazing was groot. Duizenden vissen spartelden in de netten. Zeer veel Harnasmeervallen van groot tot aan de aller kleinste. Deze zijn zeer gewild in onze hobby, vooral in U.S.A. en Duitsland.

Naast de grote vijver (zeg maar plas) was een overloop gebied. dit was eigenlijk een moerasgebied. In het watergedeelte kon je met het blote oog corydorassen zien spelen op een paar cm water. De vegetatie bestond uit vele waterplanten die rijkelijk in bloei stonden. Etenstijd! Na het eten zijn we naar het biologisch centrum gegaan. Wat hierbij was, was een kwekerij voor consumptie-vissen. Het geheel bestond uit een aantal betonnen bakken met een flink aantal buiten vijvers. Na een rondgang in de gebouwen gingen we de vijvers bekijken. Deze waren vol met vissen. Dit was goed te zien bij het voeren.

Naast het biologisch centrum lag een legerkamp. We werden uitgenodigd om de prive dierentuin te bekijken. Er zaten allerlei soorten dieren, vogels in draad-kooien, zeer primitief. Maar de soldaten waren trots op hun dierentuin. Wij vonden het zielig om dit te zien, de vrije natuur zo dicht bij en toch een kleine kooi. Nog even een bezoekje gebracht aan het officiële drielandenpunt, en toen was deze lange dag ten einde.Onze eerste nacht in Leticia was zeer warm, daardoor hebben we slecht geslapen. Onze slaapkamer bestond uit twee bedden, een voor twee personen en een voor 1 persoon. Verder was er een toilet en douche. Door de lage waterstand was er geen stromend water, zodat alles met bakken of emmers gedaan moest worden. Geen probleem, alles went, dus ook dit. Even terug naar de nacht. Om goed te slapen moet je aan de volgende geluiden wennen.

Na zonsondergang is het een concert van kikkers, krekels en allerlei andere nachtdieren.

In Colombia staan alle hanen “verkeerd afgesteld”. Normaal bij zonsop- of ondergang kraaien deze dieren. Hier niet, de hele nacht door hoor je ze kraaien. En als je dan weet, dat bijna iedereen in het dorp kippen heeft, is het gedaan met de nachtrust. Hetzelfde geldt voor de straat-honden. Een begint te blaffen en het hele koor blaft “gezellig” mee. Ik zei het al eerder, alles went!

En toch om 6 uur wakker, de zon zien opkomen, wat een prachtig gezicht was dat. Voor de eerste dag hadden we een boot gehuurd. Maar voor het zover was moesten er nogal wat voorbereidingen getroffen worden. De groep werd in tweeën gedeeld. Een maakte de netten, en de andere maakten de spullen klaar voor het vangen en in leven houden van de vissen. Ik ging zelf naar de plaatselijke markt om inkopen te doen. Deze bestonden hoofdzakelijk uit water,- cola,- erg veel fruit,- en droge koekjes. En veel ijs om alles te koelen in tempex dozen.

Bepakt en bezakt gingen we op weg naar de haven waar onze schipper met de boot al op ons lag te wachten. Nadat alles wat ingeladen konden we vertrekken. Een prachtig gezicht om met een grote kano deze machtige rivier te bevaren. De indrukken waren overweldigend. De oevers waren door de stroming flink afgeslagen, zodat complete bomen in het water lagen. Overal langs de rivier stonden huisjes op palen, zodat bij de stijging van de rivier alles netjes droog blijft. Vele mensen langs de oever leven dan ook van de visvangst. Na ongeveer een uur varen kwamen we aan bij een flink aantal zandbanken aan de rand van de rivier. Met de boot konden we niet verder, dus moest alles uitgeladen worden en een flink stuk lopen met volle bepakking naar het oerwoud gedeelte. Dit was een zeer vermoeiende bezigheid om te lopen in aquariumzand van korrel 2 a 3 mm. Aangekomen bij de rand van het oerwoud troffen we een smal pad aan, die ons naar een klein dorpje leidde, met prachtige lagune. Helaas konden we hier niet vissen in verband met de zachte ondergrond (modder). Hier hebben we even wat rondgekeken en zijn verder gegaan naar een zeer groot water midden in het oerwoud. Hier lagen ook 2 bootjes die we mochten gebruiken van de plaatselijke vissers. Zelf ben ik niet meegegaan het meer op, te veel risico voor mijn foto – videoapparatuur. Nu ik alleen op een grote boom zit rond te kijken kan ik me niet voorstellen dan in het hoog-water seizoen alles hier zeker 2 a 3 meter hoger staat.

Dit is goed te zien aan de bomen die zeker 3 a 4 meter stam hebben. Maar in het droge seizoen zijn weer vele planten te zien die prachtig mooi bloeien. Laag water heeft het voordeel dat je aan de oever de vissen kunt zien zwemmen. Roofvissen zitten achter hun maaltijd aan, zodat er altijd wat te zien is. Maar ook prachtige vogels die ‘aan het vissen waren’. Bij terugkeer van de boten viel de vangst tegen. Ernst had uit Nederland een klein spinhengeltje meegenomen en deze moest eerst even worden getest. Na een paar inworpen, beet, een Piranha. Maar ja, hoe haal je een spinner uit de bek van deze rover. Onze jongste deelnemer Pablo zou dit wel even doen, met als resultaat een flinke beet in een van zijn vingers. Dus dit was een waarschuwing. Goed uitkijken.

Tegen de middag werd de terugtocht gemaakt naar de boot om te genieten van de meegebrachte maaltijd. Hierna nog even met het grote sleepnet gevist. De vangst hiervan was een aantal schijfzalmen,- gepen,- plectostomus en wat kleine visjes. Voor ons lag nog een hele middag. Omdat in de rivier zelf weinig te vangen viel, zijn we in de boot gestapt en vertrokken naar een andere plaats midden in het oerwoud. Deze plek was op het eiland Rhonda, ongeveer een half uur varen. Na een voet-tocht van ca. 30 minuten kwamen we bij een prachtige lagune, welke geheel was omgeven door bomen. Aan de bomen kon je zien dat in de regentijd het water zeker 1 1/2 a 2 meter hoger moest komen, dit betekent dat het gehele oerwoud onder water kwam te staan. Dit kan je je bijna niet voorstellen.

Na eerst eens even rustig te hebben rondgekeken werd er aanstalten gemaakt om te gaan vissen. Met een schepnetje had je weinig kans, dus het grote sleepnet werd klaar gemaakt voor de vangst. Tijdens deze voorbereidingen ben ik wat gaan rondlopen langs de oever om te zien wat er zoal in en om het water groeide. Wat mij als eerste opviel waren de grote velden Ludwigia palustris, water Hyacinten en een aantal bossen Rode myriophyllum spec. Deze stonden op de modderige bodem of onder water. Voor het eerst dat we planten zagen, die we thuis ook in ons aquarium hebben. Vele planten zoals b.v. Ludwigia stonden in bloei, kleine gele bloempjes staken boven het water uit. Op het moddergedeelte lagen de Ludwigia’s met de stengels op de grond. Het was goed te zien hoe de planten zich vermeerderen door uit elk ‘okseltje’ bij de blaadjes een nieuwe stengel ontstond.

Nu weer terug naar de ‘visvangers’. Het grote net werd te water gelaten en het vissen kon beginnen. Na een flinke trek te hebben gemaakt (zo heet dat in visserstaal) werd het net naar elkaar toe gehaald. Doordat nu de zwemruimte kleiner werd, sprongen de vissen over de rand om zo te ontsnappen aan onze vissers. De gevangen vissen waren hoofdzakelijk bijlzalmen-, spatzalmen-, Moenkhausia’s en nog enkele andere soorten. Helaas, geen Apistogramma’s. Tijdens het vissen hadden we gezelschap van een ijsvogel, die regelmatig met duikvluchten zijn deel van de vangst opeiste. Als je als “blanke” door het oerwoud loopt heb je heel veel belangstelling van kinderen. Ook op deze tocht werden we gezelschap gehouden door een grote groep bewoners en hun kinderen van dit gebied. De mensen zijn heel vriendelijk en helpen onze gidsen de juiste weg te vinden naar de vangplaatsen. Wat opviel was de verbazing dat we zo’n verre reis hadden gemaakt, voor wat kleine vissen te vangen. Grote vissen waren pas belangrijk, (in hun ogen), want dan had je tenminste eten op tafel. Het was inmiddels tijd geworden om de terug tocht te gaan maken, want om 18.00 uur was het donker. Na thuiskomst eerst eens even rustig de gedane indrukken van de dag te revue laten passeren, en uiteraard weer alles opgeschreven in ons dagboek. Even later zijn we de stad Letitia in gegaan om te gaan eten. Letitia heeft vele eethuisjes van luxe tot goedkope kraampjes. We lieten het over aan onze gidsen om de eetgelegenheid te kiezen. Als je zit te eten op een soort terras vallen je wel een aantal dingen op.

* Het grote aantal bromfietsen, maar wat blijkt, deze worden gehuurd voor een dag of een uur en men vind het prachtig om dan de stad rond te rijden tot het uur of de dag om is.

* Het grote aantal zwerf-honden die je op straat ziet lopen. Soms komen ze dicht bij je tafel, maar de bewoners vinden dit niet zo erg.

* Het aantal dieren dat je midden in de stad tegenkwam. Het kon zijn dat je zat te eten, terwijl de hagedissen tegen de muur omhoog liepen. Ook papegaaien zaten in grote aantallen in de bomen, zomaar midden in de stad. Nog iets over het eten. Het was voor onze begrippen “spot goedkoop”. Om met 4 personen goed te eten had je ca. F 25,= nodig.

Piranha
Piranha

De volgende dag stond een bezoek aan een visser van (aquarium)vissen op het programma. Na een boottocht van ca. 1 uur kwamen we aan bij de aanlegplaats. Hierna volgde nog een voet-tocht door het oerwoud van ca. 40 minuten.

Deze tocht was zwaar, vooral doordat er over smalle boomstammen gelopen moest worden vanwege de drassige bodem. Aangekomen op de vangplaats keken we onze ogen uit. Wat een prachtig water. Een beek van ongeveer 3 meter breed met licht thee-kleurig water. De diepte was ongeveer 40 cm.

Het eerste wat opviel waren de aparte wasplaatsen die je overal zag waar water was. Twee a drie bomen over een beek in puntvorm en wat planken, waar de vrouwen op konden zitten om de was te doen. En hieronder zwommen dan onze aquariumvissen. Het was niet te geloven. De temperatuur van het water was ca. 25 gr. en de pH 6, de microsymen was 10. De plaatselijke visser nam ons eerst mee naar zijn open aquarium-afdeling. Deze bestond uit 2 lokatie’s, waar grote plastic zakken stonden met een groot aantal vissen. De plastic zakken waren zo opgesteld dat ze op “echte” aquaria leken. Op elke hoek van de plastic zak was een stokje geplaatst, die de zak omhoog hield. In deze plastic zakken zaten maanvissen (Pterophyllum scalareBlanke Bijlzalmen – potloodvisjes – diverse soorten Harnasmeervallen. Deze vissen werden met grote getale gevangen in dit beekje. Voor de zon werden een aantal golfplaten gebruikt die wat schaduw gaven, zodat de temperatuur niet te hoog opliep overdag.

Het water zelf was prachtig. De bodem bestond uit fijn zand (licht gekleurd) met wat bladeren en flink veel takken die erin waren gevallen. Er waren in het water geen planten aanwezig. Langs de oever was een rijke begroeiing van allerlei planten. Hiertussen ook enige Echinodorus soorten, deze stonden wel boven water zodat het moeilijk was om de juiste naam vast te stellen. Ons volgende doel was een moerasgebied wat op 50 meter afstand lag van deze beek. Een prachtig landschap van water – trilgroen (is ongeveer hetzelfde als trilveen in Nederland) en vaste bodem. Weelderige plantengroei , waterpest, waterhyacinth – Echinodorussen – Ludwigia’s. Omdat het zo drassig was hebben we alleen maar wat rondgekeken en genoten van de prachtige natuur. En dan te bedenken dat dit gebied in hoogwatertijd geheel onder water staat.

Op naar de volgende vangplaats. Een prachtig beekje stroomde hier met licht bruin water. Er werd gelijk een vangverbod ingesteld om eerst alles goed te kunnen fotograferen en op video te zetten. En hier ging Ernst weer onder water om de vissen te fotograferen. Maar voordat de verfrissende duik werd genomen ontstond er een Spaanse spraakverwarring. Wat bleek, er was een slang in het water. Deze werd er op een handige manier uitgeslagen met een lage stok en deze belandde in het bos. Even later bleek het geen giftige slang te zijn. Toch maar goed dat we goede gidsen bij ons hadden.

Dit onderdeel (onderwater fotografie) is moeilijk. De vissen staan geen seconde stil en zelf ben je ook voortdurend in beweging. Tijdens het snorkelen had Ernst een aantal Crenicichla’s zien zwemmen, en er werd besloten om met het grote net een poging te wagen om enkele van deze vissen te vangen. Het vangen met een net dat de gehele breedte van het water bestrijkt is eenvoudig. Maar om er vissen in te krijgen is een stuk moeilijker. Bij het opjagen van de vissen (je doet dat in het water) ontsnappen toch nog wel veel vissen of ze springen over het net heen. Helaas werden er maar twee Crenicichla’s gevangen.

Dus nu maar naar de volgende vangplaats, dit was wel de mooiste van deze dag. Ons werd verteld dat hier de Neon Tetra’s werden gevangen. De vangplaats was een klein stroompje van ca. 1 meter breed en een paar cm diep. De bodem was geheel bedekt met bladeren. Door de dichte randbegroeiing kwam er weinig licht in het water. Alleen op de open plekken had de zon toegang tot het water. En daar konden we dan ook de Neon Tetra’s zien zwemmen in hun natuurlijke biotoop. Fascinerend om de rood-blauwe kleur van deze kleine visjes te zien in het felle zonlicht. Helaas was fotograferen onmogelijk door de spiegeling op het water.

De dag liep ten einde en de terugtocht werd ingezet. In de boot even schrijven en terug denken aan wat we allemaal voor moois hebben gezien op hobbygebied. Maar naast dit moois zijn er toch ook wel minder mooie dingen. Het platgebrande oerwoud bij de huisjes, waar wat eten op verbouwd wordt. En als dit zo doorgaat wordt het steeds minder oerwoud. Maar de mensen die daar leven, moeten natuurlijk ook eten en drinken. De kinderen lopen altijd met je mee en wijzen je de weg naar de vangplaatsen. Maar is er dan geen school ? Ikzelf heb wel scholen gezien, maar schijnbaar is die niet voor iedereen. Maar bij dit soort dingen moet je niet te lang bij stilstaan. Het zal ook per land verschillend zijn. Ter afsluiting van deze dag het volgende; iets over de vissen die we gezien hebben. Het waren zeer grote aantallen. En dan alleen nog maar in de watertjes waar wij konden komen. Er wordt gepraat over het leegvissen van de natuur. Volgens mij is dit niet mogelijk.

Zoveel kleine beekjes of plasjes die er in het oerwoud zijn kun je niet leegvissen. Maar we moeten wel zuinig zijn op wat we hier aan vissen en planten hebben, want door vervuiling kan aan al dit moois wel een einde komen. Het is zondag 3 oktober en het regent bakken water (ook hier gebeurd dat). Het ziet er somber uit, maar in de loop van de ochtend klaart het zeer snel op, we gaan op weg naar de finka. Aan de weg waar de finka aan ligt zijn ook nog tientallen café’s met terrasjes. Vele met een leuke waterplas of een stromend riviertje ervoor. Bij een ervan besloten we te gaan vissen omdat het een meertje was, besloten we met het grote sleepnet te gaan vissen. De vangst bestond uit diverse soorten: n.l. Corydorassen, Apistogramma’s div. meervallen en 1 onbekende Aequidens en div. zalmsoorten.

Na onze vangst te hebben weggebracht, zijn we de weg overgestoken en kwamen terecht in een soort moerasgebied. Het bestond uit tientallen kleine beekjes of plasjes die allen met elkaar in verbinding stonden. Het landgedeelte bestond uit een soort trilveen. (Trilveen is een dikke plantenlaag wat op het water groeit). Je kon erover heen lopen, maar het bleef goed uitkijken wat anders zakte je tot de knieën in het water. In het water waren prachtige klimop, Waterpest en eichhornia te zien. Er waren massa’s vissen, vooral Spatzalmen en Moenkhausia soorten. Helaas geen Apistogramma’s. In dit gebied hebben we de hele middag nog rond gezworven om te genieten van de prachtige natuur. Na terugkeer op de finka nog even wat vissen uitgezocht en toen zijn Ernst, Thomas en Hans zelf gaan vissen met het grote net.We hadden aan belangstelling niet te klagen, want het is niet makkelijk om het net goed in het water te krijgen. Met veel moeite is het ons toch gelukt en de vis-trek kon beginnen. Maar lopen op een soort kleibodem waar je een halve meter in wegzakt valt niet mee. De vangst bestond uit vele zalmsoorten, maar helaas verder niets bijzonders.

De plaatselijke bevolking heeft smakelijk gelachen om die malle Hollanders, die daar aan het stuntelen waren. ’s Avonds zijn we maar eens lux gaan eten in het beste visrestaurant van Liticia. Het visgerecht was uitstekend, het bestond uit diverse zoetwater soorten.

De juiste namen komen in de aquariumhobby niet voor vanwege de grote van deze vissen ca. 1 meter! Na afloop met de taxi naar huis. Taxi is niet het juiste woord. Het was n.l. een Fiat 850 bouwjaar 1970! Zo oud had ik ze lange tijd niet meer gezien. Stel je eens voor; drie grote lange mensen plus bestuurder in zo’n auto. Het rechterportier moest met geweld dichtgeslagen worden en deze avond zaten er geen voor en achterlampen op dit vervoermiddel (dit kan je toch geen auto noemen). Wel blijven lachen. De volgende dag hadden we een trip van twee dagen op het programma staan naar Attalaya in Brazilië.

’s Morgens om 6 uur opgestaan en met de voorbereidingen begonnen, omdat we daar zouden overnachten moest er meer uitrusting worden meegenomen dan normaal. Tijdens de vaart naar onze bestemming kon je goed zien wat er een kaalslag wordt gepleegd aan de natuur. Hele stukken oerwoud waren gekapt voor het hout. Langs de oever overal kleine huisjes op palen van vissers die in talrijke bootjes hun brood verdienen met vissen. Halverwege gingen we plotseling stil liggen midden op het water. Onze gidsen wezen naar het oppervlak van het water en we konden diverse keren de Amazone dolfijnen zien luchthappen. Een prachtig gezicht. Om ze te lokken begonnen de gidsen op hun vingers te fluiten. Maar het mooiste waren ze te zien bij de plaatselijke vissers tussen de bootjes. Daar waren de vissen, dus ook de dolfijnen. Na een vaart van ca. 4 uur kwamen we aan op de bestemming, n.l. Attalaya. We werden hartelijk ontvangen door onze plaatselijke gidsen en vele bewoners. Omdat er nog wat tijd was zijn we meteen het oerwoud ingegaan naar een watertje waar Apistogramma’s zouden voorkomen.

Bij aankomst troffen we een smerig meertje aan met asgrijs water. Veel hoop op vissen hadden we niet, maar dit pakte anders uit. De oevers bestonden hoofdzakelijk uit omgevallen bomen, zodat het moeilijk was het water te bereiken. Maar toch aan het vangen geslagen. De pH bedroeg 7.1 en de microsymen 30, temp 25 C. Na verloop van tijd werden de eerste vangsten op de oever gebracht en deze waren zeer goed. Wat ons verbaasde wat het grote aantal vissen, maar vooral het aantal soorten n.l. Spatzalmen, Corrydorassen, Apistogramma’s, agassizii, Lorricaria, Paardekopzandvis, mesvis, garnalen, diverse zalmsoorten, ancistrus, crenicara, latrucularium, Otocinclus affinis en nog wat soorten die onbekend waren.

’s Avonds heerlijk gegeten bij de plaatselijke bevolking thuis en daarna zijn we het stadje ingegaan.

De levensstandaard is in Brazilië hoger dan in Colombia, dat is duidelijk te zien aan meer luxe. In een van de plaatselijke café’s hebben we nog een paar biertjes gepakt en zijn naar (bed) hangmat gegaan. Om hier in te kunnen slapen is het aan te bevelen hier een cursus voor te volgen. Het was een ramp!

’s Morgens was ik geradbraakt. Maar het volgende avontuur stond voor de deur en dit was in mijn ogen het mooiste, en verbazingwekkenste wat ik deze reis heb meegemaakt. ’s Morgens om 6 uur werden wij gewekt door de bewoners van ons slaapverblijf. De nacht was een ramp. Alle hanen in Attalaya staan verkeerd “afgesteld”. De hele nacht door hoorde je gekraai van deze beesten. Grappig was, dat alle hanen geen staart hadden.

Na de gebruikelijke wasbeurt, gingen we op weg naar wat later bleek het mooiste plekje van deze reis te zijn. Na een boottocht van ca. 1 uur kwamen we op een groot meer midden in het oerwoud. Langs de oevers dreven tientallen meters breed prachtige water-hyacinten.

Plotseling midden in het oerwoud een prachtig Hotel met alle comfort die men maar wensen kon. Dit was een Amerikaans survival hotel. Later bleek dat dit alles prachtig was aangelegd, zodat men gemakkelijk door het oerwoud kon lopen zonder veel moeilijkheden.

Maar dit was niet ons doel. Een van onze gidsen ging ons voor in het oerwoud en bracht ons naar een prachtig riviertje, onze mond viel open van verbazing.

Zoveel vissen hadden we van ons leven nog nooit gezien. Het water was zwart van de Corydoras Elegans. Het moeten er wel honderd duizenden geweest zijn. Het water was grijs-achtig en de bodem bestond uit bladeren.

In het water veel takken van omgevallen bomen, die op hun beurt weer prachtige schuilplaatsen waren voor andere soorten vissen, zoals de Spatzalm. Het is fantastisch om te zien hoe deze vissen op een paar cm. water tussen kleine takjes zwemmen op zoek naar voedsel.

De vangst op deze plaats (Contra – Banda) bestond uit kilo’s Corydorassen, Bijlzalmen, Crenicichla’s Ancistrussen, diverse Zalmsoorten en Apistogramma agassizii.

Het vervoer van de Corydorassen moet wel met veel verzorging gebeuren. Als er zoveel in een emmer zitten krijg je een schuimvorming boven op het water. Dit is een soort gif wat deze vissen afscheiden, en dit moet zo snel mogelijk door waterverversing worden verwijderd. Op de emmers werden tevens grote bladeren in het water gelegd om het springen te voorkomen

Over springen gesproken; Ernst kan dit ook goed. Deze zou even mooie opnames gaan maken onderwater van de Corydorassen. Dat was geen goed idee. Overal tussen zijn kleren zaten de Corydorassen en deze visjes prikken met hun stekels op de raarste plekken.

Nadat de vangsten waren uitgezocht werd de voettocht van ca. 1 uur terug naar de boot gemaakt. Het blijft toch zwaar om met twee emmers vis en water in 35 graden met een vochtigheidsgraat van ca. 90% te lopen.

Na ruim een uurtje varen kwamen we aan op een andere prachtige lagune. Het water was troebel van de laatste regenbui, maar het zag er prachtig uit. De bodem bestond (weer) uit bladeren en een prachtige randbegroeiing. Door de vele bomen met kleine takjes die er in het water lagen wemelde het er van de spatzalmen in diverse soorten. En dit allen op 5 cm water.

Zittend op een omgevallen boom kon je dit schouwspel prachtig zien. De vangsten bestonden uit Apistogramma agassizii, Aequidens ??, diverse meervallen, Hopilas soorten en zeer veel garnalen. De vissen die we vingen, hadden allen een zeer mooie rode kleur.

Dit kwam waarschijnlijk door de muggenlarven. Op en om het water zaten zeer veel muggen. Voor de vissen goed voer, maar voor ons was het geen pretje.

Terug naar de boot, en ook terug naar Lelitia, want onze tocht was ten einde. Maar toch nog even wat dingen die opvielen tijdens deze tocht.

Zelf kan ik het niet vatten, om midden in het oerwoud, vanaf de oever van de rivier de vangplaatsen te vinden. Je moet toch wel een zijn met de natuur om dit te kunnen.

Een ander iets is, waar komen plotseling al die kinderen vandaan midden in het oerwoud. Deze kinderen konden ons de meest verborgen plekjes aanwijzen, waar we dan weer prachtig konden vissen.

Alleen begrijpen ze niet dat wij helemaal naar Colombia komen voor zulke kleine visjes. Voor hun zijn vissen alleen maar om te eten en deze moeten dan ook groot zijn.

Boot
Boot

Dit is de laatste dag met onze vriend Thomas, want om 12 uur vliegt hij terug naar Bogota om vandaar weer naar Duitsland te vliegen. Om ’s morgens de tijd door te komen zijn we maar even de stad ingegaan om wat inkopen te doen voor thuis. Bij de Bank deed de geldautomaat het weer niet. Maar ik ben erachter gekomen om ’s avonds na 21.00 uur geld te gaan halen, want dan werkt de automaat wel. Nadat we Thomas naar het vliegveld hadden gebracht zijn we naar de finka van Bruno gegaan samen met onze vast gidsen Carlos en Guillio. In het water van de finka stonden nog een flink aantal net-aquaria gevuld met vissen, die we hadden gevangen en die nog niet in de foto-bak waren geweest. Deze middag hadden we tijd genoeg om dit te verwezenlijken, het was prachtig weer met helder licht. Van de Universiteit hadden we twee aquaria geleend en het video en dia spel kon beginnen. Eerst een flink aantal vissen in de emmers en dan op soort of biotoop fotograferen

Het is toch verrassend om te zien hoeveel soorten vissen we in deze dagen al hebben gevangen. Helaas moeten we ook constateren dat vele vissen al licht beschadigd waren aan de vinnen en dat de kleur ook al een stuk was teruggelopen. Maar toch hebben we prachtige opname gemaakt. Ook kwamen we erachter dat het onmogelijk was om uit de vele soorten van elk wat mee te nemen naar Holland. We moesten wel heel kritisch te werk gaan want anders hadden we wel 5 Boxen nodig om dit te vervoeren. We hadden nog 10 dagen te gaan. Op de terugweg zijn we met de bromfiets in een verkeerscontrole gereden. Deze bestond uit een helm-controle. Het leuke is, alleen de bestuurder moet een helm dragen. Als je dan ziet dat op een bromfiets 2 volwassenen en twee kinderen kunnen zitten, (hoe is het mogelijk) en alleen de bestuurder een bekeuring krijgt voor het niet dragen van een helm. De rest van de tijd heb ik niemand met een helm zien rijden. En de politie kijkt ook nergens na. De volgende dag zijn we begonnen met een bezoek aan de finka. En van daar uit gaan we de komende week de weg op het oerwoud in en dit alles op de bromfiets. Langs deze weg liggen tientallen lagunes en kleine riviertjes.

Het eerste riviertje wat we onderzochten was cola-achtig van kleur met, erg veel takken en bladeren op de bodem, het diepste gedeelte was 20 cm en soms maar 5 cm, de stroming was licht. Door die lichte stroming en het lage water zagen we weinig vissen. Maar we kwamen er al snel achter dat in de ‘dode’ stukken of achter grote bomen de meeste vissen zaten. Hier vingen we onze eerste Apistogramma biteneatum (rood) verder spatzalmen, appelslakken,killivissen??? en wat harnas meervallen en diverse andere zalmsoorten. De omgeving van dit water (lagune-arinossa) was prachtig. Veel mooi oerwoud in de vorm van planten en dieren. Je zag er prachtige vlinders en hoorden diverse vogels het hoogste lied fluiten. Ook de plantenweelde was rijkelijk, vooral een varenachtige langs de beekjes. Maar een ding was voor ons ondragelijk n.l. de vele muggen langs dit water. Je werd er gek van. Maar uitstekend voedsel voor de vissen, want deze hadden allen uitmuntende kleuren vooral rood. Onze tweede biotoop was een grote vijver bij een prachtig landgoed. De vijver was voorzien van mooie waterlelie’s. De bodem was een grote modderpoel met erg veel afgevallen bladeren. En hier stonden we, wat later bleek voor een van onze verrassingen. We begonnen met vangen. Zeg maar liever uitbaggeren van de wal kant. Met het schepnet trek je een flinke ‘hap’ bladeren en bagger naar je toe en brengt deze op de wal. Daar ga je dan uitzoeken tussen de bladeren en wat vonden we……..Apistogramma biteneatus. En wel in grote aantallen. We waren helemaal dol. Zoveel op een plaats hadden we niet verwacht. Na een paar uur scheppen hadden we over de honderd van deze vissen. Helaas was het overgrote deel (ca. 90%) mannetjes. Onze dag kon niet meer stuk en het was pas 11.00 uur.

Nog even iets over de plas. Aan de achterzijde was een gedeelte met ca 2 cm water dit was glashelder. Ik ben er even gaan zitten en heb ca. 30 minuten in het water zitten kijken. Om de paar cm zat wel een Apistogramma tussen of onder een blad. Een prachtig gezicht hoe deze kleine visjes hun territorium verdedigen tegen andere vissen. We zijn na deze vangst snel naar de finka gegaan en hebben alles direct op de foto en video vastgelegd. ’s Middags weer op pad naar een andere lagune. Hier bestond de bodem uit witte leem maar het water was kraak helder. Er was zelfs begroeiing van waterpest. Hier zijn we eerst maar begonnen met onderwater dia’s te maken. Het kijken onder water door te gaan snorkelen is prachtig. Net een aquarium maar dan zonder glas. In deze plas vingen we een andere Apistogramma n.l. A. eunotus. Welke op dezelfde manier werd gevangen met bladeren en modder. De wateren die we vandaag hebben bezocht waren allen helder of cola-achtig van kleur. De soorten vissen waren erg veel spatzalmen – harnasmeervallen – apistogramma’s en diverse andere zalmsoorten waaronder de crenuchus spilurus – Bijlzalmen ( blank en marmer) – hemigrammus ??? en een moenkhausia melogramma. Nog even iets over de weg die we nu met de brommer afstropen naar mooie watertjes. Deze is 180 km lang en loopt het oerwoud in. Denk niet dit is een prachtige mooie vlakke weg. Soms is er asfalt dan weer betonblokken met gaten van 20 cm diep en even verder bestaat deze uit witte of rode leem vol met sporen die na een regenbui vol staan met water. Onze brommer die we huurden was dan ook na 10 dagen toe aan nieuwe schokbrekers en een grote beurt.

Op weg naar huis van de finka, viel het ons op dat er langs de weg werd gewerkt. Tientallen vrouwen en mannen waren de begroeiingen aan het weghalen. Dit was ter voorbereiding van de regentijd. Er werden brede spoelgoten (ca. 1 m.) vrijgemaakt om het water vrij baan te geven in het regenseizoen. Het leek ons een beetje overdreven, maar ’s nachts hebben we gemerkt wat regen is in de tropen. Een bui van ca. 4 uur lang en dan in de vorm van een wolkbreuk. En maar tikken op het golfplaten dak. De volgende ochtend waren we doodmoe en hebben we een rustdag ingelast.

De volgende dag op weg naar de Rio Pisbuna, dit was ca. 1 uur rijden van de finka. Het was een prachtig licht-bruin riviertje met een strandgedeelte. Veel omgevallen bomen in en boven het water. De bodem bestond uit fijn zand met veel afgevallen bladeren. Van bovenaf kon je flinke scholen vis zien zwemmen (moenkhausia achtigen). Planten in het water waren niet aanwezig. Na eerst wat opnamen te hebben gemaakt zijn we aan het vangen gegaan. Wat een variatie aan vissen kwamen we hier tegen. In het vrije water, schijfzalmen, spatzalmen moenkhausia, verder werden er corydoras aeneus, div. grote harnasmeervallen en div. kleine waaronder loricaria’s en een aantal farlowella’s gevangen. Het vangen van farlowella’s is een leuke bezigheid. Deze moest men zoeken aan de bladeren van bomen of oeverplanten die onder water hingen. Men kon door een net er onderdoor te halen ze als het ware van de bomen “scheppen” De gevangen farlowella’s die ik hier heb gevangen zwemmen nu dan ook in mijn aquarium rond. Aan de oever van deze prachtige rivier stond ook nog wat bewoning in de vorm van een huis en een (buiten) huis, waarin de eigenaar een hangmat had bevestigd tussen de palen en zo van zijn welverdiende rust kon genieten. In de tuin stonden wat ananasplanten – bananenbomen en wat wortelachtige planten, die later voor meel worden gebruikt. En dit paradijsje had de prachtige naam van Tutti-Frutti. Hoe kom je erop.

Nadat we gegeten hadden zijn we op weg gegaan naar een delta van een moerasgebied aan de weg naar Lagos. De weg voerde ons langs de plaatselijke vuilnisbelt van Lititia en dit was geen pretje. Ten eerste was de weg slecht maar ook de stank was ondragelijk bij 35 graden. En daarin stonden de armsten om nog wat van waarde te vinden om in hun dagelijks onderhoud te voorzien. Aangekomen bij de Delta zagen we een prachtig land-water gebied. Maar eerst viel ons een riviertje op met twee kleuren water welke zich even verderop totaal had vermengd tot een kleur. Langs de oevers grote bossen waterhyacinten en in het water flinke bossen waterpest. De bodem bestond uit bruine leem welke het moeilijk maakte om het gebied te voet in te gaan. Want voor je het weet stond je tot je knieën in de modder. Maar we hebben toch een poging gewaagd.

Er was een hoek in dit gebied met een smalle strook langs het water waar men lopen kon. Aangekomen hadden we een prachtig gezicht over dit gebied. Langs de oever konden we in het water duizenden vissen zien zwemmen en springen, maar we konden er niet bij komen vanwege de zachte bodem. Op de modderige drooggevallen oevers konden we genieten van duizenden (witte) vlinders. Na nog wat pogingen te hebben gedaan om wat te vangen zijn we verder gegaan. Op weg naar de finka vond ik dat de band van de brommer wel wat zacht werd. En ja hoor, een lekke band.En waar vind je op zondag in de middle of nowere een fietsenmaker? Het probleem werd op de volgende manier opgelost.Men rijd met de bromfiets (de tweede) naar het dorp en gaat de fietsenmaker ophalen. Deze komt dan mee naar de plek waar onze bromfiets stond. Deze haalde het wiel eruit en ging terug naar zijn werkplaats en plakte de band. Vervolgens reed hij weer terug naar onze bromfiets, het wiel er weer ingezet zodat we weer verder konden rijden. Het duurde wel even, maar het was een oplossing. En dit alles voor slechts F 3,=

Zelf gevangen vissen
Zelf gevangen vissen

De volgende dag waren we al weer vroeg wakker, ca. 6 uur. Het was de eerste dag dat de waterleiding niet werkte en dus geen water. Maar er moest wel kleding gewassen worden, dus eerst de vrouwen naar de finka gebracht op de brommer met grote manden wasgoed. Hierna zijn we op weg gegaan naar een Indianen reservaat, waar volgens onze gidsen prachtige poeltjes en kleine riviertjes waren. Bij het dorp aangekomen werd eerst overleg gevoerd tussen een aantal mannen of we wel het gebied in mochten. Na enige discussie kregen we toestemming. We konden op weg gaan naar de eerste rivier. Deze was voor dit gebied een vrij brede rivier. Het water was erg troebel en stroomde redelijk snel. Mooie dichte stukken met oeverbegroeiing en erg veel omgevallen bomen die met de takken in het water lagen. Hier tussen veel kleine visjes (spatzalmen). De vangsten vielen tegen, we vingen o.a. harnasmeervallen en een aantal Apistogramma bitaeniata’s en bijlzalmen. Lopend over de brug (niets anders dan een dikke boom) kom je aan de oppervlakte een mooie school zoetwater gepen zien zwemmen. Carlos onze gids had in het dorp wat vrienden gesproken en deze kwamen een kijkje nemen naar onze vangsten. Na wat gepraat gingen een 3-tal kinderen mee het oerwoud in om ons de kleine en mooie poeltjes te wijzen met onze aquarium vissen.

Na een korte voettocht van ca. 15 minuten kwamen we aan in een gebied met overal kleine poeltjes, die via smalle watergoten met elkaar in verbinding stonden. De poeltjes waren niet groter dan 1 a 2 meter in het vierkant. Het water was maar een paar centimeter diep en glashelder. De bodem bestond alleen uit bladeren en kleine takjes. De water gootjes hadden een breedte van ca. 30 cm en kronkelde licht stromend van de ene naar het andere poeltje. Een prachtige biotoop voor onze Apistogramma’s. Na eerst alles goed op video en dia’s gezet te hebben zijn we met het vangen begonnen. Het overtrof onze stoutste verwachtingen. Alles zal vol met vissen en binnen de kortste keren hadden we er erg veel gevangen. De vangst bestond uit (blanke) bijlzalmen – Apistogramma betaeniata (rood) – Spatzalmen – Harnasmeervallen – Moenkhausia – Aetacara flavilaous – Hemmigrammus barrigonae en erg veel garnalen. Tevens werd er voor het eerst een Killie gevangen (soort onbekend).

Maar onze tocht ging verder, en wel naar de plaatselijke wasplaats van het dorp. Deze bestond uit bomen over het water met wat planken zodat er de was gedaan kon worden. Ook hier erg veel vis maar vrijwel dezelfde soorten. Het liep tegen het einde van de ochtend en de bewolking gaf ons aanleiding om terug te gaan naar het dorp. Hier werden we verwelkomt door de familie van de kinderen die met ons mee waren. Na een heerlijk glas vruchten drank zijn we op weg gegaan naar de finka. In verband met de naderende regenbui hebben we eerst alles goed in huisvuilzakken verpakt. We waren nog geen 10 minuten op weg of er kwam een wolkbreuk naar beneden, alsof je onder de douche stond maar dan met kleren aan. We waren drijfnat. En we moesten nog een half uur rijden over paden die waren veranderd in modder poelen. Dit had tot gevolg grote glijpartijen op de brommer. Met kunst en vliegwerk werd de verharde weg bereikt, en toen op weg naar de finka.

Na thuiskomst hebben we eerst onze vissen  gefotografeerd en in de net-aquaria gezet. De rest van de dag hebben we doorgebracht in het moerasgebied achter de finka. Het is een prachtig gebied met veel waterplanten. De bodem bestond uit witte leem met een gedeelte van een paar cm water. Hier kon je de corydorassen zien, zoekend naar voedsel. Boven water stonden vele planten in bloei. Hiertussen waren diverse watervogels op zoek naar voedsel. In de bomen wat het een concert van krijsende papagaaien en af en toe hoorde je een Toekan. Na een leuke dag op weg naar de stad.

De volgende dag een stuk blauwe lucht met een felle zon. Prachtig weer om het oerwoud in te gaan. Dus de brommer gestart en op weg naar de eerste vangplaats. Deze lag aan de weg, het was een prachtig mooie plas met een ander deel welke het oerwoud in liep. De oevers waren dicht begroeid, maar aan een zijde was het open. Hier stonden wat huisjes. Na een gesprek met de bewoners mochten we voor twee pakjes sigaretten het gebied betreden. Dit was de eerste keer en tevens de laatste dat we iets moesten “betalen” voor het mogen vangen van vissen. In deze plas stonden waterplanten n.l. waterpest en diverse soorten Echinodorussen. In het water diverse soorten bomen. De omgevallen bomen in het water waren rijkelijk voorzien van algen. Dit was de eerste keer dat we dit zagen. Meestal waren de stammen “afgegraasd” door de meervallen. Maar die hebben we hier dan ook niet gevangen. Op deze plek vingen we zeer veel garnalen en Apistogramma Euroteus – Aquedens ???. Ons werd door de bewoners er op gewezen dat een stuk verder het oerwoud in nog veel mooiere poeltjes en kleine beekjes waren. Dus het oerwoud in. Het was moeilijk om langs de oevers te lopen, laat staan vissen te vangen. Maar van bovenaf konden we grote scholen Moenkhousia’s met hun geel-oranje staartpunt zien zwemmen. Lopen in het oerwoud heeft ook gevaren, een van onze gidsen werd door een slang gebeten, gelukkig was deze niet giftig. Over slangen gesproken, deze dag hebben we ook een hol van een Anaconda (de grootste wurgslang) gezien. Een volwassen persoon kon er gemakkelijk in staan.

Waterpoel in Colombia
Waterpoel in Colombia

Onze gids had nog wel wat leuke plasjes en kleine beekjes, deze lagen verder in het oerwoud verscholen onder dicht begroeiing met af en toe wat open plekken. Het water was helder en licht stromend, de diepte was een paar centimeter, met een bodem welke geheel uit bladeren bestond. In het water zagen we honderden vissen zwemmen, waaronder zeer veel spatzalmen. Deze waren zeer rood van kleur. Hier hebben we ook onze eerste rode muggenlarven gevangen. Enkele vissen uit de vangst waren; Bladvis, Apistogramma cruzi, Garnalen, Aequidens -???, Crenuchus spilurus. Deze laatste vissen waren prachtig van kleur (dus veel rood). Na nog wat te hebben genoten, zijn we terug gegaan naar onze bromfietsen.

De lucht die we zagen boven ons werd snel bewolkt en we dachten alweer aan de dag van gisteren, dus een nat pak. Deze keer viel het mee, we waren voor de bui binnen of wel op de finka. De rest van de dag zijn we aan het fotograferen gegaan. De plattegrond hadden we die dag goed bekeken voor de resterende dagen. Er waren nog wat gedeeltes die we niet hadden bezocht, dus er was nog een doel om daar te gaan kijken wat voor soort visjes we hier konden vinden. De nacht die volgde was een waar waterballet. Het kwam met ‘bakken’ uit de lucht, zodat we de halve nacht hebben liggen luisteren naar het “getrommel” van de regen. Het had ook een voordeel.’s Morgens was er weer genoeg water om je te wassen. Dit werd ’s nachts opgevangen in een emmertje en teiltje en in een grote stenen bak verzameld. ’s Morgens scheen de zon weer maar het was wel erg vochtig en warm. De ochtend brachten we door in het oerwoud en onderzochten wat kleine poeltjes en riviertjes. Door de vele regen stroomde deze erg snel en was het moeilijk en zelfs onmogelijk om vissen te vangen. Opvallend waren wel de Echinodorussen die we tegen kwamen. Deze stonden op een lange steel en hadden groene bladeren welke wat ovaal van vorm waren.

De middag brachten we door op de finka. In de netbakken zaten flink veel vissen die allen nog moesten worden uitgezocht. Want alles moest nog worden geselecteerd op wat we gingen meenemen naar Bogota en later mee naar Holland. Toen de netten werden opgehaald schrokken we toch wel een beetje. Hadden we zoveel vissen gevangen in deze korte tijd? In het gebied rond Lelitia hadden we 5 soorten Apistogramma’s gevangen. Na een middag uitzoeken werd besloten om de volgende vissen mee te nemen. Ap. Agassisii – Ap. Cruzi – Ap. Eunotus – Ap. Cacatuoides – Ap. Bitaeniata, verder nog Lorricaria’s, Farlowella’s, Aequidens spec.

Helaas moesten we vele mooie vissen laten waar ze waren. omdat we nog wat tijd over hadden ben ik maar wat gaan wandelen om de waterplas heen.

Maar al snel trok mijn aandacht nog twee mannen die langs het water liepen met potjes en metertjes. Omdat ik geen Spaans spreek ben ik maar gaan zitten kijken wat ze aan het uitvoeren waren. Maar al snel lieten ze me zien waar ze naar op zoek waren n.l. naar de Malaria larve. Deze zitten in het water van vele poeltjes – plassen en riviertjes. Om een overzicht te krijgen werden vele watertjes onderzocht waar veel mensen kwamen. Van de ongeveer 50 watermonsters waren er twee die de larve bevatten. Deze larve zien eruit als kleine zwarte staafjes. Wat mij opviel, dat deze werden gevonden tussen een soort mosselplantje welke aan de oever groeide. In het open water geen larve. Maar ja, wat wil je ook met zoveel vissen. Een goede ecologische bestrijding van deze gevreesde muggen. Maar van muggen hebben we in Colombia erg weinig last gehad, want mijn muggennet(klamboe), wat we zouden moeten gebruiken tijdens het slapen, heb ik niet hoeven te gebruiken.

Als je 3 weken in zo’n klein stadje midden in het oerwoud woont gaan er toch wel dingen opvallen. Het wegennet is zeer slecht. Over het algemeen bestaan deze uit betonplaten, maar soms ook asfalt. De betonplaten zitten vol met grote en kleine gaten, zodat je steeds moet oppassen anders ga je met bromfiets en al onderuit. Het asfalt is bij deze temp.ca. 35 graden veel te zacht, dus moeilijk te berijden en met veel sporen. Verder zijn er nog veel zandwegen, welke bij droog weer redelijk zijn, maar bij regen veranderen in kleine riviertjes waardoor het een heel stuk moeilijker wordt om erop te rijden. Over verkeersregels zijn we gauw uitgepraat. Ik heb maar 1 bord gezien met erop (PARE), dit betekent stoppen. Alleen wie doet dat? Gelukkig rijden er maar weinig auto’s, maar des te meer bromfietsen. Deze rijden dan ook als mieren door elkaar en passeren links of rechts als het hun uitkomt. Politie is er wel, maar kijkt rustig toe. Om ze wakker te krijgen moet je een Hollands shagie gaan rollen, dan kijken ze hun ogen uit en je ziet ze denken,die is aan de drugs. Ook iets anders n.l. een gewoon hollands dropje vinden ze hier vreselijk vies. Geef je er een aan iemand om te proeven dan spugen ze het onmiddellijk weer uit. We hebben nog een dag tegoed in Letitia en wel een boottocht naar Isla-Rhonda waar onze neon tetra’s vandaan komen.

Cichliden uit Colombia
Cichliden uit Colombia

Om zes uur liep onze biologische wekker af en het was tijd om op te staan. Vannacht had het weer flink geregend, maar toch hadden we goed geslapen. Eerst zijn we op weg gegaan naar de markt om de dagelijkse inkopen te doen voor een lange dag. Na alles verzameld te hebben zoals, voedsel, netten, foto en video materiaal gingen we op weg naar de haven. Onze boot met de schipper lag al klaar en konden we vertrekken naar Isla Rhonda. We waren hier al eerder geweest, maar dan aan de andere kant. Op weg naar de vangplaats hadden we een prachtig uitzicht over de machtige Amazone rivier. In deze tijd was het water erg laag zodat we prachtig konden zien hoe de rivier de oevers afgekaveld had. Grote stukken walkant zakte in de rivier door de stroming. Na ongeveer 2 uur varen kwamen we aan bij de plaatselijke visser die onze gids was deze dag. Onder zijn woning stond een soort aquarium (van plastic) met daarin een enorme snoekachtige vis. (de juiste naam weet ik helaas niet). Het was een prachtige vis met wat rood in de staart en deze had een lengte van ca. 1 meter. Deze vis zat ’s avonds gegarandeerd in de pan van de visser. We zijn op weg gegaan naar de eerste vangplaats van die dag, het werd een zware tocht vanwege de drassige bodem. Na ongeveer een uur lopen waren we er. Een prachtig biotoop met veel omgevallen bomen in het water. Helaas was het water zeer troebel. We zijn toch maar begonnen met onze netten, dit viel niet mee. Alleen tussen de takken van de omgevallen bomen konden we een aantal vissen vangen. De vangst viel wat tegen n.l. Crenichla ???, Apistogramma cacatuoides en wat spatzalmem.De Apistogramma’s waren nier erg kleurrijk zodat we besloten om er niet te veel me te nemen (ca. 40 stuks).

Onze gids had nog het idee om ons naar een riviertje te brengen waar krokodillen te zien waren, maar daar waren we niet voor gekomen. We hadden meer zin in vissen. Dus terug naar de boot en op weg naar een andere vangplaats. om deze te bereiken moesten we door een zeer smal water varen welke door het eiland liep. Je kon heel goed zien wat een watersteiging van een paar cm voor gevolgen heeft gehad. Een oever was niet meer te zien, zodat er een prachtige overgang was tussen water en land. Langs de oever grote bossen waterhyacinth en diverse andere soorten planten die zowel boven als onder water konden leven. Het was wel goed uitkijken, in het water lagen talrijke omgevallen bomen deels boven maar ook onder water. En dan de talrijke watervogels die voor de boot uit het luchtruim kozen. Dit was ook het biotoop van een prachtig klein vogeltje n.l. de ijsvogel. Zittend op takken vlak boven het water en wachtend op een kans, om een visje te verschalken. Wat ook opviel waren de talrijke geel-witte vlinders die in honderden aanwezig waren. Dit alles was een schitterend mooi stukje ongerepte natuur, welke we vanaf de boot konden aanschouwen. Maar plotseling sprongen onze gidsen met volle overgave uit de boot, de schepnetten in de aanslag op weg naar een grote vis die langs de oever tussen de planten lag te wachten op een langszwemmende prooi. Bijna was hij zelf de prooi geworden, maar hij kon op tijd wegkomen. En wij maar lachen over de mislukte poging. Even later verving ons allen het lachen want de doorgang was totaal versperd met een aantal grote bomen. Er zat niets anders op dan terug te varen naar de Amazone.

Tijdens de vaart viel het op dat langs grote gedeeltes erg veel vissers aan het vissen waren, toch maar even kijken wat de vangsten waren. Langs de oevers konden we grote scholen met vissen waarnemen door er snel door heen te varen, ze sprongen zo in de boot. Maar met een schepnet kon je het wel vergeten. Tegen de middag bereikten we Grand-Rhonda. Het gebied van onze neon tetra. Vorige keer was het bewolkt, maar nu scheen de zon volop dus hoopte we op prachtige opnamen met onze camera’s. Het waren prachtige poeltjes met licht bruin water van een paar cm diep. De bodem bestond uit bladeren en kleine takjes. We gingen er eens rustig bij zitten en zagen langzaam de vissen weer tevoorschijn komen. Prachtig te zien waren de rood-blauwe kleuren van de neon tetra, op de donkere ondergrond van bladeren. Na een flink aantal dia’s te hebben geschoten toch maar even aan het vangen gegaan. De vangsten waren Apistogramma agassiziiVuurneonNeon Tetra– spatzalmen- kleine meervallen. Na nog even te hebben wat rondgekeken zijn we teruggegaan naar de boot. Onderweg hebben we nog even aan “droog snorkelen” gedaan . Dit is op de planken te gaan liggen (de wasplaats) met je hoofd onder water. Zodat je een prachtig gezicht krijgt wat er onder water gebeurd. Je ziet de vissen op een paar cm afstand langs je neus voorbij zwemmen, maar zonder een ruit ertussen. Bij thuiskomst eerst de vissen uitgepakt en goed bekeken. En wat scherts onze verbazing; er zat een Apistogrammoides pucallpaensis tussen de vangst van deze dag. Volgens de boeken komt deze soort hier niet voor maar in een deel van Peru. Helaas konden we niet meer terug naar de vangplaats want morgen gaat het vliegtuig terug naar Bogota.

Colombiaans biotoop
Colombiaans biotoop

Vanmorgen zijn we begonnen met de voorbereidingen voor de terugreis naar Bogota. Vanwege de tijd werd er een strakker tijdschema ingesteld. Ernst naar de Finka om de vissen te verpakken die mee moesten naar Nederland. De andere dingen zoals, geld, laatste inkopen, koffers en tickets vielen ten deel aan mij. Om ca. 10 uur waren we gereed en konden we vertrekken. Na een ontroerend afscheid van de familie waar we bijna 3 weken te gast waren stapte we in een taxi die ons naar het vliegveld bracht. Bij aankomst de eerste verrassing, er was een vertraging van ca. 4 uur.

Wat doe je dan, wachten……wachten en nog eens wachten. Dat is in dit land heel gewoon. Na ruim 4 uur wachten kwam dan ook ons vliegtuig en konden we vertrekken naar Bogota.

Hier stond Bruno ons al op te wachten, maar ook hier weer pech. Het was sper-tijd voor onze auto. Dit wil zeggen dat de even of oneven autonummers wel of niet mochten rijden. Weer een uur wachten (we wisten inmiddels dat het hier heel gewoon was) Tijd voor een drankje. Daarna zijn we op weg gegaan naar de finka midden in het spitsuur van Bogota. Dit is en blijft een hele belevenis maar slecht voor je hart en nieren. Om 20.30 waren we thuis op de finka. Na een heerlijke maaltijd en wat nagepraat te hebben over onze tijd in Lititia was het tijd om te gaan slapen. Het was de volgende ochtend al weer vroeg dag, Deze nacht hadden we slecht geslapen. (misschien een te goed bed?) Omdat er niets bijzonders op ons programma stond eerst maar even genieten van de koffie op de veranda met het prachtige uitzicht over de bergen met de vallei. Om de tijd die we hadden door te komen ben ik maar meegegaan naar een jaarmarkt welke werd gehouden in de omgeving. We waren daar nog geen kwartier of de telefoon ging. Terug naar huis, want er was een vliegtuig met vissen aangekomen in Bogota. Dit leek ons leuk om mee te gaan. Onderweg werd ons verteld dat dit regelmatig voorkwam.En dan moet je zorgen dat je erbij was. Dat klopte inderdaad. Een groot aantal pallets met grote zakken vissen werden zo op de straat gezet en ieder ging aan het zoeken naar de vissen voor de verkoop. Met de zakken werd gesleept en gegooid. Een complete chaos.Op deze manier werd er slecht met de vissen omgegaan. Ook werden zakken zomaar bovenop auto’s geplaatst met een trekband erover en zo vervoerd.

De temperatuur in Bogota was ca. 20 gr. C dit moet wel een snelle afkoeling ten gevolg hebben. Nu snap ik ook waarom er zoveel uitval is bij de export van vissen. Dit kan en moet veel beter. De volgende dag werden er voorbereidingen getroffen voor een trip naar villavicensio, dit is een plaats die ligt aan de Meta-rivier. Maar voor we hier aankwamen moest eerst wel een autorit gemaakt worden van ca. 5 uur.

De autorit ging dwars door Bogota met wat haken en ogen. Het eerste punt waar we moesten oppassen waren de wegen die langs de sloppen wijken gingen. Hier moesten we de deuren op slot doen en de ramen dicht. Dit vanwege eventuele berovingen. Je kan het je niet voorstellen als je dit allemaal ziet. Een verschrikkelijke armoede in dit gedeelte van de stad. Dat hier mensen kunnen leven. De rit op zichzelf is prachtig door de bergen. De stijle bergwanden waren begroeid met enorme ‘velden’ tillandsia’s of bromelia’s. Vele ervan stonden in bloei.

Van de weg af een prachtig gezicht. Maar dit werd verstoord door een militaire controle. Iedereen mocht doorrijden, behalve wij, wij moesten aan de kant. Uitstappen en met de handen omhoog op het dak van de auto. Een aantal tassen werd doorzocht door een snotneus van ca. 18 jaar en toen er fotoboeken van vissen tevoorschijn kwamen begreep deze dat we toeristen waren die alleen voor de natuur kwamen en we mochten doorrijden. Dit is in deze streek heel normaal. Vlak voor Villavicencio zijn we nog even gestopt en hadden een prachtig uitzicht over de stad maar vooral over de machtige rivier de Rio-Meta. Door de lage waterstand was het goed te zien hoe deze rivier zich door het landschap heen kronkelde. Enorme steenmassa lagen in de bedding, een totaal ander gezicht als in het oerwoud. Snel weer in de auto gestapt en afdalen naar beneden. Bruno had een goed hotel voor ons gereserveerd. Na het uitpakken van onze spullen toch maar even de stad ingegaan om wat te eten en te drinken. Je kon zien dat dit een grotere stad was dan Lititia. Er was zelfs een Mac Donald-achtig restaurant.

De volgende dag op pad naar een riviertje met vissen en planten. Eerst hadden we een afspraak gemaakt met een visexporteur. Deze man heeft een prachtig bedrijf. Keurig netjes en schoon stonden vele grote ronde tonnen en aquaria vol met vis. Deze werden allen belucht met grote bruisstenen. De dieren zagen er zeer goed uit. Na wat rondgekeken te hebben, en op zoek naar onze begeleiders zijn we op weg gegaan naar de vangplaatsen. Deze rit duurde ongeveer 1 uur en ik stond verbaasd over de omgeving. Dit was totaal anders. Dit gebied is laagland met veel graslanden en op de achtergrond het Andes-gebergte. In de graslanden stroomde prachtige riviertjes met zeer helder water, waarin je de vissen kon zien zwemmen, maar waar ook diverse aquarium planten te zien waren.

Meerval uit Colombia
Meerval uit Colombia

Ons eerste riviertje van deze dag was de Rio Caibe, deze slingerde door het landschap. Het is een grasgebied, met langs de oevers prachtige vegetatie. Dit in de vorm van bomen en planten die zowel op de oever groeide als in het water. Even snel de meters in het water, temp. was 25 gr. en de microsymen was 10. De pH meter was nog steeds stuk. Eerst even genieten van dit prachtige biotoop. Het riviertje was een paar meter breed met een bodem van stenen en kiezels.

In het water waren grote bossen aquariumplanten. Deze stonden in zeer snel stromend water. De planten die we aantroffen waren; Eichornia natans – Ludwigia ???(natans) – Bacopa amplexcolus – roodachtige myriophillum – Eikenbladvaren en een Potonogeton soort. Langs de oever nog wat soorten uit het geslacht Eichinodorus.

Kijkend in het water stond ik versteld van het grote aantal soorten vissen. Het was een prachtig (natuur)aquarium. We hebben er een aantal vang pogingen gedaan, maar helaas deze mislukte. De techniek in Letitia en hier was duidelijk verschillend. Hier werd veel gewerkt met grote en kleine werpnetten en veel grotere schepnetten. Tevens viel het mij op dat onze gidsen steeds rustiger gedeeltes van de rivier opzochten om vissen te vangen.

Onze twee gidsen gingen alleen op pad en wij gingen zowel onder als boven water aan de slag met onze fototoestellen. Hier kon je echt prachtige plaatjes schieten van hoe onze vissen en planten er in de natuur bij staan. Na verloop van tijd konden we onze vangsten gaan uitzoeken. De vangst bestond uit; Lorricaria’s – Mestvissen – Aequidens meta – Corydoras meta – Otocinclus flexillis – Farlowella’s – Hemigrammus ??? Copella meta – Knipstaarten – Ancistrus spec. – Bodemzalmen – Apistogramma spec. We hadden vooral veel vissen gevangen die op de bodem of de onderste waterlagen verblijven. Dit dankzij de kleine werpnetten.

Na alles uitgezocht te hebben zijn we op weg gegaan naar de volgende vangplaats. Onderweg toch nog maar even gestopt bij een klein slootje. Vanaf de brug konden we de vissen al zien zwemmen. Hier zagen we een flink aan Apistogramma’s macmasteri’s zwemmen dus wij het water in. Helaas werd er maar 1 exemplaar gevangen. Wel werd een byzondere plant gezien.l. een Eichhornia Azurea. Deze plant verwacht je niet in snel stromend water.

De rit werd vervolgt naar de Rio Majuja. Het was meer een beekje met ca. 20 cm water. Vanaf de weg had je een prachtig overzicht in het water. De bodem bestond uit rotsblokken en rolkeinen. Onder de weg had men een grote duiker gemaakt, zodat je goed kon zien vanuit het donkere gedeelte naar het licht toe. De vissen maakte hier ook veel gebruik van. Van bovenaf was het een compleet aquarium. Prachtige vissen met wat planten begroeiing in het water. Je kon er zo glas omheen bouwen. De planten waren grote bossen naaldgras, azurea, eikenbladvaren, lotusachtigen en wat mosachtige op de stenen langs de oever. Even wat waarden: temperatuur ca. 25 gr. en de microsymen was 10.

En nu weer snel onder water. Prachtig om in het water te liggen en te kunnen kijken naar de vissen die in het aquarium thuis zwemmen. Er waren veel soorten te zien n.l. corrydoras meta – aequidens meta – corrydoras adolfi – div. zalmsoorten – ancistrus spec. – apistogramma macmasteri en nog wat soorten die we niet konden thuisbrengen. Maar om ze te vangen tussen de rotsen en stenen viel erg tegen. Vele van onze pogingen mislukte, maar onze gidsen waren hier veel beter in. Binnen 2 uur hadden ze zoveel vis gevangen, dat we konden gaan uitzoeken wat voor ons interessant was. Een mooi voorbeeld was, op een plaats in een hoek met wat dood hout en rommel in het water,meer dan 50 stuks ancistrus spec. Wat ook opviel waren de corrydorassen. Deze zwommen in groepen van 15 a 25 stuks, of per paar. Het overgrote deel waren meta’s. Nadat we onze vissen hadden uitgezocht die we mee naar huis konden nemen, nog even wat rondgekeken naar de prachtige omgeving.

De mensen ter plaatse hebben weinig oog voor de natuur. De auto’s werden gewassen aan de rand of in de rivier. Met alle gevolgen van dien. Ook bij de plaatsen waar de plaatselijke bevolking een soort van zwemplaats hadden ingericht was het droevig gesteld. Wat een rotzooi laten ze achter!!! Maar we hebben ook een lichtpuntje gezien in de vorm van een boete (F 300,=) Dit was een stuk privé terrein. Een ieder die dit vervuilde kon betalen. Op de terugweg hebben we nog even stilgestaan op de brug over de Rio meta. Deze stond zeer laag met water. De bedding bestond uit zeer grote rotsblokken. Het leek meer op het Malawi-meer dan een Zuid-Amerikaanse rivier. De regentijd begint pas in januari, dus we waren keurig op tijd in deze streek.

Onze laatste dag in de Llanos in de omgeving van de Rio Meta. ’s Morgens op tijd opgestaan om op weg te gaan naar de vangplaatsen. Maar eerst even naar onze vishandelaar om de gidsen op te halen. Toen op weg naar de Rio Majuga, een snel stromend beekje van de weg van Villavicencio naar Puerte Lopez. De autorit duurde ongeveer drie kwartier en onze mond viel open van verbazing. Zoveel waterplanten hadden we de gehele reis nog niet gezien. Eerst maar even rustig zitten en alles goed bekijken, er was zoveel moois te zien. Langs de oever grote velden ludwigia natans, welke in het water rode bladeren hadden, en boven water groen van kleur waren.Door de sterke stroming waren de toppen steeds weer onder water getrokken. Naaldgras stond in lengte van ca. 1 meter in de sterke stroming en was prachtig groen en schoon zonder een algje.

Maar 1 soort sprong eruit n.l. Eichornia natans, deze plant was in grote bossen aanwezig in het snel stromend water met lengtes van meer dan een meter. Verdere soorten waren hoornblad, Bacopa amplexicaulis, heteranthera, zoasterfolia, potamogeton ???. En nog enkele andere soorten die wij niet thuis konden brengen. De rivier bestond uit een bodem van kiezels en langs de oever wat modderachtige bodem. Maar ook grote gedeelten van het land kwam bij een waterverhoging (regentijd) regelmatig onder water te staan. Hierdoor ontstond er ook een moerasgedeelte met vele planten die in en boven water groeiden. Sommige stonden dan ook in bloei. Maar we kwamen immers om vissen te vangen, dit is in snel stromend water een waren kunst. In de inhammen van de riviertjes was ontzettend veel vis, das daar eerst maar ons geluk beproeven. De vangsten bestond uit; Moenkhausi ???(het visje had een gele punt in de staartwortel), Pyrrhulina- stoli, Astyanax – Reisei, Characidium -fasciatum, Mestvissen,Vuurneon, en een aantal harnasmeervallen waaronder, Farlowella’s, Corydoras, Ancistrus. Na een rust en etenspauze zijn we op weg gegaan naar de plek waar we gisteren zulke mooie fotoopnamen hadden gemaakt. Deze keer hadden we een klein aquarium bij ons om met de videocamera onderwater opnamen te maken. Aangekomen stonden onze gezichten bedenkelijk, boven onze hoofden trokken donkere wolken samen en dit beloofde niet veel goeds. Toch maar alles voorbereid voor deze poging. We stonden nog geen minuut in het water of er kwam een complete wolkbreuk naar beneden en we moesten hals op kop in een duiker vluchten om onze apparatuur droog te houden. Snel naar de auto om plastic zakken op te halen en de foto en video goed te verpakken voor het water. Door deze regenbui kwam ook een einde aan ons bezoek aan deze regio. We moesten helaas weer naar Bogota. Maar eerst even onze vissen ophalen van de vorige dag. Na een hartelijk afscheid van onze gastheren weer op weg naar huis. Een autorit van ca. 5 uur.’s Avonds om negen uur waren we weer op de finka van Bruno. Eerst de gevangen vissen in het aquarium gedaan en toen nog even nagepraat over het rivierengebied bij de Rio Meta. De volgende dag was een rustdag en hebben we wat in een voorstadje van Bogota doorgebracht. We moesten nog wat geld opnemen per Ceditcard. dit is een ware grap. Je gaat naar een bank en vraagt om een geldbedrag via een creditcard (wereldwijd een bekende card). De juffrouw gaat naar 6 verschillende personen om te vragen of dit mag. Iedereen stuurde haar verder tot aan de chef van deze bank. Deze gaat dan bellen en verzoekt ons om plaats te nemen en even te wachten. Maar wachten kan lang duren. In dit geval ca. 3 uur. Eindelijk kwam er toestemming tot uitbetaling. Het briefje kwam voor een handtekening en ik kreeg mijn geld, dacht ik.

Mis!!! Eerst kwam er een stempelkussen en ik moest een vingerafdruk maken op de kwitantie. Alsof ik een crimineel op het politiebureau was. We hebben er hartelijk om gelachen, maar toch sta ik geregistreerd. De volgende dag was onze laatste dag van deze prachtige reis. Alles werd ingepakt en we zorgde ervoor dat we onze handen vrij hadden om zoveel mogelijk vissen mee terug te nemen in onze handbagage. Aan vissen gingen mee: Apistogramma agassisii – Bitaeniata cruzi – Eunotus macmasteri – Farlowella gracilic – Loricaria ??? Corydoras meta – Corydoras adolfio en Crenicichla soort – Maanvissen Altum.

’s Avonds om 23.00 uur ging ons vliegtuig richting Frankfurt en ’s middags (de andere dag) om 17.00 uur stonden we weer op Frankfurt , nog een uurtje en we waren weer op Schiphol. Dit is het einde van een schitterende reis met dank aan allen die hieraan hebben meegewerkt, speciaal onze vrienden in Colombia.

Ik hoop dat u heeft genoten van het verhaal.

Bron: AquariaHS

Hoe nuttig was dit bericht?

Klik op een ster om deze te beoordelen!

Gemiddelde waardering / 5. Stemtelling:

Tot nu toe geen stemmen! Wees de eerste die dit bericht waardeert.

Het spijt ons dat dit bericht niet nuttig voor je was!

Laten we dit bericht verbeteren!

Vertel ons hoe we dit bericht kunnen verbeteren?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoekfilter

zoekfilter

Nieuws, Updates en Acties

Wil je op de hoogte gehouden worden van Nieuws, Updates en Acties op de AquaInfo website? Schrijf je dan hieronder in!