Haaien

De haaien (Selachimorpha, ook wel Euselachii) behoren tot de kraakbeenvissen. De vondsten van fossiele haaien dateren van meer dan 425 tot 455 miljoen jaar geleden. Er zijn meer dan 1000 soorten beschreven kraakbeenvissen waaronder ongeveer 400 soorten haaien en 600 soorten roggen en pijlstaartroggen en ongeveer 30 soorten holocephali (draakvissen en chimeren, meestal diepzeevissen waarover vaak nog weinig bekend is).

Haaien zijn bij het grote publiek met name bekend om de (voor de mens) gevaarlijke soorten, maar van de ongeveer 400 soorten zijn slechts vier of vijf soorten als gevaarlijk aan te merken. De meeste haaien zijn slanke, gespierde en snelle dieren die een lengte bereiken van rond de 1 à 2 meter. Het zijn bijna allemaal predatoren (roofvissen) die leven van gewervelde dieren (meestal vissen maar ook zeezoogdieren en vogels), grote kreeftachtigen en weekdieren (macrofauna).

Verspreiding

De verschillende soorten haaien komen vrijwel wereldwijd voor in alle zeeën en oceanen met uitzondering van de zeer koude wateren rond de noord- en de zuidpool. De meeste soorten hebben een klein verspreidingsgebied, zoals de langsnuitzwelghaai (Centrophorus harrissoni), die alleen voorkomt langs de oostelijke kust van Australië en rondom het eiland Nieuw-Caledonië. De witvinlantaarnhaai (Centroscyllium ritteri) komt alleen voor rond Japan. Andere soorten hebben een wereldwijde verspreiding en komen zowel voor in de Stille-, Atlantische- en Indische Oceaan en in de Middellandse Zee, een voorbeeld is de voshaai (Alopias vulpinus’).

Anatomie

De kop van een haai is groot en kegelvormig, de kop bevat kleine ogen aan de zijkant en neusgaten vooraan bovenop de snuit. Langs de kaakrand bevinden zich een of meer rijen sterke zaagtanden met aan de binnenzijde van de kaak nog vele rijen reservetanden. Omdat de tanden regelmatig worden verloren en vervangen door de reservetanden zijn deze altijd vlijmscherp. Aan weerszijden van de kop bevinden zich meestal 5 kieuwspleten, zelden 6 of 7. Hiermee filtert de haai zuurstof uit het water. Het is waar dat veel haaien moeten blijven zwemmen om zich continu van genoeg zuurstof te voorzien, maar er zijn ook soorten die de bek regelmatig open en dicht doen waardoor er ook water langs de kieuwen wordt gevoerd. Hierdoor kunnen ze toch zuurstof opnemen terwijl ze niet bewegen.
De huid van een haai bestaat uit een soort huidtanden, die achterover gekanteld liggen. Hierdoor lijkt de huid qua structuur wat op schuurpapier en werd dat in het verleden ook zo gebruikt. Dit komt doordat de huid vele kleine harde insluitingen heeft die als een pantser dienen, wat handig is bij gevechten met prooidieren en de huid is tevens moeilijk doordringbaar voor parasieten. De romp van een haai bestaat uit de inwendige organen, en draagt tevens een aantal al dan niet gepaarde vinnen. De borstvinnen zijn gepaard en bevinden zich direct achter de kieuwspleten, de enkele rugvin is op het midden van de rug gepositioneerd. De buikvinnen, tweede rugvin en aarsvin bevinden zich meer aan de achterzijde van het lichaam. De buikvinnen zijn gemodificeerd als geslachtsorgaan bij het mannetje.
De staartvin zit achteraan en is bij de haaien vaak zeer groot. Veel soorten zijn alleen al aan de staartvin te onderscheiden, vanwege de verschillende vormen die samenhangen met de levenswijze van de haai.

Tekening haai onderdelen
Tekening haai onderdelen

 

Het drijfvermogen van een haai berust op een grote hoeveelheid olieachtige stof in de lever, squaleen genaamd. Deze stof is lichter dan water, haaien hebben geen zwemblaas zoals vissen. Squaleen wordt overigens gewonnen en gebruikt in de farmaceutische industrie om de vermeende verjongende werking.

Het darmkanaal is kort en dik. Het inwendig oppervlak is met een wenteltrapvormige spiraalplooi uitgerust, waardoor het voedseltransport sterk wordt vertraagd en het absorberend darmoppervlak wordt vergroot.

Voortplanting

De geslachtsorganen van mannelijke haaien (zogeheten klaspers) liggen tussen de buikvinnen in. Tijdens copulatie klappen deze organen naar voren uit (soms een van de twee) en penetreren de vrouwelijke cloaca (een spleetvormige opening in de buik die dient voor urine, uitwerpselen en voortplanting) Mannetjes bijten zich daarbij soms vast in de borstvin van het vrouwtje. Bij haaien vindt een paring met inwendige bevruchting plaats. Er bestaan daarbij drie vormen van ontwikkeling voor de geboorte. Sommigen haaisoorten (zoals de kathaai en hondshaai) zijn eierbarend. Deze produceren enkele stevige eieren die in leerachtige zakjes zijn verpakt, waarvan de draadvormige aanhangsels het zeewierof stenen omstrengelen.

De meeste haaien zijn eierlevendbarend; ze produceren levende jongen maar via een embryo dat met een dooierzak is verbonden. Niet zelden eten deze embryo’s de nog onbevruchte eieren in de uterus van het moederdier op, zodat er minder jongen worden geboren. Dit noemt men oophagy (letterlijk: eier-etend). De overlevers zijn direct na de geboorte geduchte jagers. Sommige haaisoorten zijn levendbarend, zoals de Carcharhinus (van de requiemhaaien) en de hamerhaaien (Sphyrna). Deze soorten ontwikkelen net zoals zoogdieren een embryo met een placenta.

In vergelijking met de beenvissen, die meestal een enorme hoeveelheid eieren (viskuit) produceren, hebben haaien betrekkelijk weinig nakomelingen. Het zijn draagkrachtstrategen die de hoeveelheid nakomelingen afstemmen op draagkracht van het milieu.

Haaien kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten door parthenogenese: een vrouwelijke haai kan nakomelingen krijgen zonder contact met een mannelijke haai.

Zintuigen

Reuk

Haaien hebben een goed reukvermogen, waarbij sommige soorten in staat zijn een miljoenste deel van bloed opgelost in zeewater te ruiken. Zij zijn als ware “zwemmende neuzen”. Haaien vinden hun prooi door zich te richten naar het neusgat waar de geurstoffen van de prooi hun neus het eerst binnenkomen.

De reukgebieden in de hersenen zijn bij haaien ook relatief sterk ontwikkeld. Sommige soorten zoals de verpleegsterhaai hebben uitwendige baarddraden met tastzin voor bepaalde stoffen, waarmee de reukzin wordt versterkt. Het reukvermogen wordt vooral gebruikt om prooien op grote afstand te lokaliseren. Voor de korte afstand wordt gebruikgemaakt van de hieronder beschreven zintuigsystemen.

Elektriciteit

Haaien beschikken over een subtiel vermogen om elektrische velden, veroorzaakt door statische of bewegende objecten (zoals vissen of mensen) in hun directe omgeving te detecteren. Dit gebeurt via kleine zintuigporiën in de kop, de zogenaamde Ampullen van Lorenzini. Deze elektroreceptoren kunnen in aantal variëren van enkele honderden tot enkele duizenden. Hiermee kunnen ook prooien die onder het zand verborgen liggen worden opgespoord. Ook kunnen haaien voor oriëntatie en navigatie gebruikmaken van veranderingen in het magnetisch veld veroorzaakt door oceaanstromingen ten opzichte van het magnetisch veld van de aarde.

Ook voor verdere afstand gebruiken zij elektrische velden om prooien te detecteren, met het zogenaamde zijlijnorgaan. Voor de aanvalsfase echter is dit orgaan niet nauwkeurig genoeg.

Zicht

In tegenstelling tot wat vaak werd aangenomen beschikken de meeste haaien over een goed ontwikkeld gezichtsvermogen. De ogen van haaien zijn gelijk aan die van de gewervelde dieren en hebben een netvlies (met staafjes en kegeltjes), ooglens en hoornvlies. De ogen zijn echter aangepast aan de zee door middel van het tapetum lucidum. Dit is een weefsel achter het netvlies dat we ook bij honden en katten aantreffen.Het reflecteert licht terug naar het netvlies waardoor vooral het gezichtsvermogen in donkere omgevingen wordt verscherpt.
De ogen van haaien hebben oogleden, maar deze knipperen niet omdat het omringende water de ogen reinigt. Zij beschikken daarbij over een extra dik oogvlies, het zogeheten knipvlies of derde ooglid dat de ogen bedekt als zij een prooi aanvallen of verorberen. Andere haaien zoals de grotewitte haai hebben dit membraan niet, maar rollen de ogen terug in de oogkassen als zij hun prooi aanvallen.

Horen (trillingen)

De oren van haaien zijn veel eenvoudiger dan bij landdieren en bestaan uit kleine openingen aan beide zijden van de kop die via een smal kanaal rechtstreeks met het binnenoor zijn verbonden. Zij hebben geen trommelvlies, omdat het omringende water uitstekend en zeer snel geluid geleidt. Voor oriëntatie op de kortere afstand wordt gebruikgemaakt van de zijlijn aan de zijkant van het lichaam. Deze bestaat uit een lange reeks kleine komvormige orgaantjes met haartjes waarmee kleine drukverschillen veroorzaakt door beweging of vibraties in het water kunnen worden opgepakt. Vooral trillingen in het gebied tussen 25-50 Hz worden waargenomen. Haaien voelen hierdoor ook natuurrampen als een orkaan aankomen, door veranderingen in de waterdruk te registreren. Ze vluchten dan naar dieper water, lang voordat de orkaan schade aan kan richten. Ook als er onweer aankomt vluchten de haaien naar dieper water.

Relatie met de mens

De kans dat een mens het leven laat door de aanval van een haai is ongelofelijk klein. Baders en zwemmers in zee hebben een veel grotere kans om gedood te worden door een dooskwal of door een octopus of een steenvis, zeeslang of zeekrokodil. De haai staat helemaal onderaan een lijst van gevaarlijke dieren die mensen dodelijk kunnen verwonden. De voor de mens gevaarlijk geachte soorten zijn (1) de witte haai of mensenhaai (Carcharodon carcharias), (2) de tijgerhaai (Galeocerdo cuvier), (3) destierhaai (Carcharhinus leucas) en (4) de zandtijgerhaai (Carcharias taurus). Deze vier haaien zijn goed voor 69% van alle aanvallen door haaien.[3] Volgens het ISAF werden in 2008 59 niet-uitgelokte aanvallen gemeld en op juistheid onderzocht, waarvan 4 met dodelijke afloop. In de VS is de kans om geraakt te worden door bliksem vijf maal groter dan de kans om aangevallen te worden door een haai.

Veel aanvallen van een haai zijn het gevolg van een vergissing van de haai, die een zwemmende mens voor een zeehond of ander prooidier aanziet. Ook kan het zijn dat een mens zijn territorium binnentreedt. Dit gevaar bestaat met name tijdens de schemering als de haai op zoek is naar voedsel. Over het algemeen zijn haaien niet gevaarlijk als ze niet geprikkeld worden door bijvoorbeeld de geur van bloed. Veel ongelukken zijn in het verleden veroorzaakt door sportduikers zonder duikapparatuur die op vissen jagen met harpoenen. De spartelende of meegedragen bloedende vis trekt dan haaien aan.

Het is goed mogelijk om te duiken met haaien zonder kooien mits ze niet worden gevoederd en met respect worden behandeld. Voederen met dode vis wordt soms door sportduikers en onderwaterfotografen toegepast om de haaien aan te lokken. Vermoedelijk is veel angst voor de haai, met name bij kinderen, veroorzaakt door films en tv-producties. De bekendste is de Jaws-serie waarin een witte haai een strand onveilig maakt. In Deep Blue Sea worden reuzenhaaien gekweekt door genetische manipulatie om stoffen uit de hersenen te winnen.

Opmerkelijk is dat de allergrootste haaiensoorten voor de mens ongevaarlijk zijn; de walvishaai (Rhincodon typus, tot 13 meter), de reuzenhaai (Cetorhinus maximus, tot 10 meter) en de reuzenbekhaai (Megachasma pelagios, tot 5 meter). Deze soorten leven van kleine diertjes (plankton) die ze met de grote bek uit het water filteren.

Haaien en zwemsport

De huid van de haai is niet (zoals bij beenvissen) bedekt met schubben, maar door een opperhuid waarin kleine tandjes zitten van hetzelfde materiaal als de grote tanden in de bek. Dit noemt men huidtandjes. Men heeft ontdekt dat het profiel van de huidtandjes die op de flanken van de haai zitten, zorgen voor een grotere snelheid. De profieltjes werken als een soort spoilers, ze voorkomen turbulenties die anders remmend zouden werken. Dit verschijnsel werd toegepast in de zwemkleding van topsporters. Tijdens de Olympische Zomerspelen van 2000 in Sydney gingen veel zwemmers van wereldklasse gekleed in deze pakken (fastskins) die je een synthetische ‘haaienhuid’ zou kunnen noemen. Deze zwemkleding verlaagt stromingsweerstand. In 2010 verbood de FINA het gebruik van deze zwempakken van fastskin.

Levensverwachting

De meeste haaien bereiken een leeftijd van 20 tot 30 jaar. Al zijn er enkele haaiensoorten zoals de Walvishaai die een leeftijd kunnen halen van meer dan 100 jaar.

Bedreigde diersoort

De andere kant van de medaille is echter dat vele haaiensoorten momenteel dreigen uit te sterven als gevolg van bijvangst door vangst in visnetten en in de langelijnvisserij, en door finning: het afsnijden van haaienvinnen voor culinaire doeleinden. Volgens een rapport van de IUCN is 32% van de in volle zee levende soorten haaien en roggen bedreigd [8] en staan daarom op de internationale rode lijst. Ook op de Nederlandse rode lijst staan twee soorten haaien (gevlekte gladde haai en ruwe haai) en twee soorten roggen (gewone pijlstaartrog en stekelrog) die voorkomen als bedreigde vissoorten in de Noordzee.
Recent onderzoek in de Atlantische Oceaan toont aan dat vooral de grote haaiensoorten in aantal drastisch afnemen. Uit dit onderzoek bleek dat de afname voor soorten als bijvoorbeeld de tijgerhaai en hamerhaai meer dan 90% bedroeg. Mogelijk leidt dit tot verschuivingen dieper in het ecosysteem.

Omdat haaien draagkrachtstrategen zijn, en daarin sterk verschillen met (gewone) beenvissen, zijn ze extra gevoelig voor visserij. Door hun lage aantal nakomelingen per individu, herstellen overbeviste populaties maar heel langzaam (of helemaal niet).

Jacht

Haaien zijn de gevoeligste diersoort voor elektromagnetische straling. Dit komt doordat ze speciale zintuigen hebben die gebruikt worden voor de detectie van de elektrische velden die ontstaan bij spiercontracties en die door alle levende vissen uitgezonden worden. Aangenomen wordt dat dit er soms voor zorgt dat haaien (vissers)boten aanvallen omdat de reactie van de boot met het zoute zeewater tot elektrische velden leidt die op die van prooivissen lijkt, hetzelfde geldt voor onderzeese stroomkabels.

De vorm en het aantal van de tanden verschilt sterk per soort, evenals de kracht van de kaakspieren. Een grote haai kan in zijn bek 3 ton druk uitoefenen per vierkante centimeter. Dat komt overeen met een olifant die op een plek ter grootte van een postzegel staat.

Soorten haaien

Classificatie van de belangrijkste moderne haaiensoorten. Rechts: de verschillende ordes:

Classificatie haaien
Classificatie haaien

 

Een exact aantal soorten haaien is lastig te geven omdat dit afhangt van het soortbegrip van de auteur. Verder worden jaarlijks nieuwe soorten gevonden. Er zijn ongeveer 400 soorten haaien die in 8 verschillende orden zijn onderverdeeld.
Haaien vormen geen monofyletische groep. De roggen vormen samen met de orden van de grauwe haaien, doornhaaiachtigen, zee-engels en zaaghaaien de clade Squalea, terwijl de andere orden (varkenshaaien, bakerhaaien, makreelhaaien en grondhaaien) een andere gemeenschappelijke afstamming delen en behoren tot de clade Galeomorphii.

  • Clade Galeomorphii
    • Varkenshaaien (Heterodontiformes) Berg, 1940
    • Bakerhaaien (Orectolobiformes) Applegate, 1972
    • Makreelhaaien (Lamniformes) Berg, 1958
    • Grondhaaien (Carcharhiniformes) Compagno, 1977
  • Clade Squalea
    • Grauwe haaien (Hexanchiformes) Compagno, 1973
    • Doornhaaiachtigen (Squaliformes) Compagno, 1973
    • Zee-engels (ook wel zee-engelen of schoorhaaien – Squatiniformes) Buen, 1926
    • Zaaghaaien (Pristiophoriformes) Berg, 1958
    • Batoidea (Roggen) (geen haaien in de hier gebruikte zin van het woord)

De volgende 5 orden zijn uitgestorven:

  • † Symmoriida
  • † Cladoselachiformes
  • † Xenacanthida (Xenacantiformes)
  • † Iniopterygia
  • † Eugeneodontida

Deze 8 nog bestaande orden zijn onderverdeeld in 47 families.

Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Haaien (CC-BY-SA-3.0)

Carcharias taurus - Zandtijgerhaai

Toont alle 3 resultaten