Hygiëne is een van de hoekstenen bij het gezond houden van vissen. De ophoping van organisch materiaal, vaak geassocieerd met onjuiste voeding en het houden van grote aantallen vissen, creëert een omgeving waar opportunistische bacteriën, schimmels en parasieten zich kunnen vermenigvuldigen. Om dit te minimaliseren moet er genoeg water worden ververst al naargelang het aantal vissen en de hoeveelheid voer. Zorg ervoor dat je water voorbehandeld voordat je het aan je aquarium toevoegt. Vuildeeltjes (ontlasting, niet gegeten voedsel, dood plantmateriaal, etc.) dienen regelmatig te worden verwijderd. Dit betekent ook het verwijderen van afval door afzuigen, handmatige verwijdering van algen van de wanden van de bak en regelmatig schoonmaken en verwijderen van vuildeeltjes uit het filter. Een zieke of dode vis moet direct worden verwijderd, omdat die een belangrijke bron is voor de overdracht van infectieziekten naar andere vissen in het systeem en ook bijdragen aan de organische belasting als je ze laat vergaan.
Ontlasting
Ontlasting kan een overlevingscapsule vormen voor sommige ziekteverwekkers bij vissen. Ontlasting is gemaakt van wat er overblijft van het gegeten voer na vertering, slijm, cellen van het oppervlak van de ingewanden die continu worden losgelaten, opgeloste chemicaliën zoals ammoniak en onschadelijke (en zelfs behulpzame) bacteriën die normaal voorkomen in de ingewanden en ziekteverwekkers. Lipiden (vetten) kunnen een waterdichte laag vormen aan de buitenzijde van ontlasting en zo wordt de inhoud, inclusief mogelijk aanwezige ziekteverwekkers, in elk geval voor een zekere tijd afgeschermd in een cocon van materiaal dat gunstig is voor hun overleving. In aquariumsystemen met een gesloten waterkringloop kan weinig verdunning of verspreiding optreden. Zo wordt een infectie niet alleen doorgegeven aan “schone” vissen, maar geïnfecteerde vissen kunnen ook opnieuw worden geïnfecteerd. Alhoewel een vis misschien kan afrekenen met een kleine dosis van een ziekteverwekker, kan de ziekte ontstaan door herhaaldelijke herbesmetting. Dit geldt vooral in een onbehandelde gesloten kringloop of bij een bodemfilter omdat de aantallen van een ziekteverwekkend organisme in het water stijgen en de waterkwaliteit slechter wordt, en beide maken de vissen meer vatbaar voor infectie en ziekte.
Desinfecteren
Het is waarschijnlijk verstandig om regelmatig afzet- en opfokaquaria leeg te maken en te desinfecteren om te proberen te verzekeren dat de aantallen ziekteverwekkers niet blijven toenemen in een systeem. Je kunt er voor kiezen om dit te doen aan het einde van een kweekseizoen om er zeker van te zijn dat ziekteverwekkers niet liggen te wachten om nieuw in het aquarium geplaatste vissen te besmetten. Wanneer je een aquariumsysteem desinfecteert, denk er dan aan om alle delen schoon te maken inclusief het filter en waterafvoerslangen. Het is belangrijk dat hevelslangen, netjes, borstels en ander materiaal dat wordt gebruikt om bakken schoon te maken, worden behandeld met een sterilisatieoplossing als ze worden gebruikt in verschillende bakken. Een gemakkelijke manier om dit te bereiken is om een plastic reservoir te hebben waarin materiaal kan worden ondergedompeld of bewaard telkens na gebruik. Het materiaal moet dan worden verwijderd en grondig gespoeld met schoon water voordat het droog wordt opgeborgen. De gebruikte chemicaliën dienen minimaal giftig te zijn voor vissen maar toch effectief in het verwijderen van besmettelijke deeltjes of ander organisch afval dat zich op dergelijk materiaal kan verzamelen.
Oplossingen van chloor zijn effectief voor het desinfecteren van materiaal door onderdompeling bij concentraties van tweehonderd milligram per liter voor dertig tot zestig minuten. Concentraties van tien milligram per liter voor vierentwintig uur zijn effectief voor het desinfecteren van bakken. Maar herhaald gebruik en langere blootstelling van de siliconenlijm aan hogere concentraties chloor zal de kleefkracht ervan in glazen aquaria vernietigen of onbruikbaar maken met rampzalige gevolgen. Ook kunnen sommige materialen worden afgebroken door herhaalde blootstelling aan chloor. Chloor zal sponsfilters oplossen en gazen netten laten rotten. Rubber en synthetische of natuurlijke vezels kunnen snel worden afgebroken, maar de meeste plastics worden niet aangetast.
Als je chloor gebruikt voor het desinfecteren van materiaal of bakken die niet in gebruik zijn, maar die wel in de buurt staan van andere die levende vissen huisvesten, dan dient de korrelvorm (calciumhypochloriet) te worden gebruikt. Chloor in korrelvorm vervliegt niet zo gemakkelijk als vloeibaar chloor (natriumhypochloriet). In een slecht geventileerde aquariumkamer kunnen dampen van vloeibaar chloor vissterfte veroorzaken in bakken in de nabijheid. Chloordampen kunnen ook schadelijk zijn voor de aquariumliefhebber. Draag altijd oogbescherming en rubberen handschoenen als je werkt met grote hoeveelheden chloor. Chloorresten kunnen worden geneutraliseerd door het gebruik van 7,4 milligram per liter natriumthiosulfaat voor elke milligram per liter chloor die in oplossing aanwezig is. (7,5 gram natriumthiosulfaat neutraliseert het chloor aanwezig in vijf liter van een oplossing van 200 milligram per liter).
Commerciële ontsmettingsmiddelen zoals benzalkoniumchloride of vierwaardige ammoniumverbindingen zijn ook geschikt en moeten volgens voorschrift worden gebruikt. Ontsmettingsmiddelen zijn verbindingen die effectief zijn tegen alle soorten besmettelijke micro-organismen waaronder bacteriën, schimmels, virussen en protozoën en verschillen sterk in hun fysische, chemische en dodelijke werking op micro-organismen, werkwijze, handelsnamen, samenstelling en beschikbaarheid.
Meten is weten
Regelmatig controleren en meten van de waterkwaliteit is geboden en zal de kans op het optreden van een ziekte sterk verminderen. Kritische parameters voor de waterkwaliteit zijn temperatuur (in het bijzonder plotselinge en dramatische veranderingen), opgeloste zuurstof, pH, carbonaathardheid, totale hardheid, stikstof-afvalproducten en giftige stoffen. Waterkwaliteit moet geregeld worden gemeten en gecorrigeerd als de omstandigheden ongunstig worden. Streef er naar om ammoniak en nitriet op nul te houden en beperk nitraat tot een minimum. Nitraatniveaus van meer dan twintig milligram per liter kunnen problemen veroorzaken met sterke algengroei en kunnen leiden tot problemen met de gezondheid van vissen op langere termijn. Een optimale waterkwaliteit moet ten allen tijde worden gehandhaafd. Niet-optimale waarden, alhoewel ze niet meteen dodelijk hoeven te zijn, kunnen leiden tot stress bij de vissen, wat kan resulteren in latere sterfte. Het is daarom belangrijk om je vertrouwd te maken met het testen van water en om de nodige testmiddelen beschikbaar te hebben.
Voer
Het gebruik van voer van een goede kwaliteit zal de vissen voorzien van alle voedingsstoffen die ze nodig hebben om gezond te blijven en te groeien. Slechte gezondheid als gevolg van voeding kan sterk van invloed zijn op het verloop, ernst en terugkeer van ziekten. Regenboogvissen die een dieet krijgen voorzien van alle voedingstoffen kunnen beter omgaan met stress en weerstand bieden aan ziekte. Merk echter op dat zelfs voedsel van goede kwaliteit zal verslechteren als het niet goed wordt bewaard of te lang wordt gebruikt. De houdbaarheid van de meeste commerciële soorten visvoer zal afhankelijk zijn van de omgevingsomstandigheden; maar doorgaans is negentig dagen meestal de maximale veilige bewaartijd voor visvoer. Visvoer moet worden bewaard op een koele en droge plaats (koelkast) en na opening binnen dertig dagen worden gebruikt. Geef nooit beschimmeld, verkleurd of samengeklonterd voer. Schimmels op voer kunnen aflatoxinen produceren die dodelijk kunnen zijn voor vissen.
Aan voer dat bestaat uit materiaal dat uit het wild afkomstig is, zoals visfilet of wild gevangen voer zoals watervlooien, muggenlarven etc. wordt vaak een grote voedingswaarde toegekend omdat er wordt geloofd dat zijn veel macro-voedingsstoffen bevatten die essentieel zijn voor de goede gezondheid van het dier. Er zit echter ook een inherent risico aan “wild voer” omdat het ziekteverwekkers kan introduceren bij de aquariumvissen. Dit kan zijn in de vorm van parasieten die een tussengastheer gebruiken om bij hun definitieve gastheer te komen, of kan gewoon zijn geconcentreerd doordat het is gegeten door het voedseldieren en zo een besmettelijk deeltje vormt dat infectie kan veroorzaken als het wordt gegeten. Misschien wel het grootste risico is het gebruik van wilde vis als voer dat, onder gunstige omstandigheden, een zeer grote risicofactor kan zijn waardoor grote aantallen ziekteverwekkers in het voer terecht kunnen komen als het bronmateriaal besmet was. Plankton gevangen in het wild kan ziekten of parasieten bevatten. Artemia-cysten kunnen bacteriën als Vibrio bevatten.
Biofiltratie
Het is niet het doel van deze tekst om uit te leggen hoe filters de waterkwaliteit verbeteren. Maar het is nuttig om te herhalen dat stress door slechte waterkwaliteit omstandigheden creëert waarin ziekteverwekkers gemakkelijk ziekten veroorzaken. Vissen die worden verzorgd in water van een goede kwaliteit zijn beter in staat om een invasie van ziekteverwekkers te weerstaan, omdat het waarschijnlijker is dat hun immuunsysteem in een veel betere conditie is. Dat gezegd hebbende kunnen biofilters het aantal ziekteverwekkers verminderen maar er moet goed bij worden opgelet omdat ze ook ziekteverwekkers kunnen herbergen.
Een goed draaiend biofilter kan het bestand aan ziekteverwekkers in een aquarium of vijver verlagen. De redenen hiervoor zijn zeer complex en worden slecht begrepen; echter, een van de belangrijkste overwegingen is de interactie tussen bacteriën en protozoën die een biofilter koloniseren. De normale flora van een biofilter bestaat uit een goed gevestigde populatie aan bacteriën en een afwisselende populatie aan protozoën die ofwel in, op of nabij de filtermedia leven. Deze organismen zijn zeer goed aangepast aan hun omgeving en:
- Produceren enzymen die andere bacteriën en virussen in het water verteren.
- Eten direct bacteriën of virussen (geldt voor protozoën).
- Produceren ‘agressinen’ die micro-voedingsstoffen opruimen in de nabije omgeving, bijvoorbeeld chemicaliën die bekend staan als ‘sideroforen’ nemen ijzer direct op uit de omgeving. Agressinen worden afgescheiden om concurrerende organismen voedsel te ontnemen.
- Produceren natuurlijke antibiotica om te voorkomen dat nieuwe microben zich kunnen vestigen.
Ze hebben ook twee ondergeschikte rollen als:
- Reservoir voor bacteriofagen (een type virus) die ziekteverwekkende bacteriestammen kunnen doden.
- Een mechanisch filter dat bacteriën, virussen en parasieten vasthoudt in de media of de biofilm.
De biofilm is een zeer vijandige omgeving voor nieuwe bacteriën, elke soort bacterie die al is gevestigd in het filter concurreert met de anderen om voedingsstoffen; minder agressieve soorten sterven van de honger en op hun beurt worden hun organische onderdelen gerecycled. Bovendien eten de protozoën continu microben en ook hun afvalstoffen en eventuele dode protozoën worden gerecycled. Al deze afweermechanismen die worden gebruikt door de gevestigde bacteriën maken dat het een traag proces is voor nieuwe bacteriën om zich te kunnen vestigen in een filter. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de lange tijd die nodig is voor een biologisch filter om te rijpen van de inefficiënte filters waarin als eerste bacteriën als Pseudomonas spp. zich vestigen tot een bacterieflora die wordt bepaald door Nitromonas-, Acetobacter- en Nitrosomas-soorten. In een gevestigd systeem kan een biologisch filter het niveau van ziekteverwekkers in de kringloop sterk reduceren.
Zoals altijd moet er worden gewaarschuwd bij deze methode om aantallen ziekteverwekkers te verlagen. De ziekteverwekker kan zich vestigen in de filtermedia, wat dan werkt als een reservoir dat continu ziekteverwekkers aan de omgeving afgeeft. Dit kan gebeuren als de belasting van ziekteverwekkende bacteriën zo hoog is dat ze gevestigde bacteriën in het filter wegconcurreren. De ziekteverwekker zal zijn eigen arsenaal aan agressinen hebben dat het gebruikt om te overleven in de biofilm van het filter. Als het in voldoende aantallen aanwezig is kan het gevestigde bacteriepopulaties wegconcurreren. Als dit gebeurt dan is er weinig anders mogelijk dan het biofilter te steriliseren met hypochloriet of iets dergelijks om de ziekteverwekker te verwijderen voordat het zich weer kan vestigen. Er zijn stemmen die zeggen dat dit altijd moet gebeuren na een ernstige ziekte-uitbraak als onderdeel van de totale bestrijding.
Bron: Home of the Rainbowfish
Auteur: Adrian R. Tappin
Vertaling: Eric van de Meerakker