Pygocentrus nattereri

Kweken met Piranha Pygocentrus nattereri

()

Zo’n vier jaar geleden heb ik een wens in vervulling laten gaan. Na lange tijd te hebben genoten van Amerikaanse en Afrikaanse cichliden ben ik overgestapt op het houden van Piranha’s. De dieren intrigeerden mij al enige tijd, de praktijk moest nu maar eens aantonen of mijn idee ten aanzien van deze dieren juist was. Dit plan opgevat hebbende, trof ik na enige tijd, geheel toevallig, vijf halfwas Pygocentrus nattereri exemplaren aan en heb ze onmiddellijk gereserveerd. Na de nodige voorbereidingen te hebben getroffen heb ik, gewapend met emmers, de dieren opgehaald. De vissen in een emmer te krijgen viel al niet mee. Ze zwommen het vangnet even snel uit als dat ze er in gingen, maar dan aan de onderkant!

Thuis aangekomen werden de dieren rustig overgewend. Zoals verwacht, trokken de dieren zich onmiddellijk terug en bleven aldaar gedurende enkele uren. Het duurde zelfs anderhalve week eer ze eten tot zich namen. Het ijs was gebroken. Het ging daarna alleen maar beter en ze ontwikkelden zich in groei en gedrag dan ook uitstekend.

Inrichting en milieu

Pygocentrus nattereri - Rode Piranha
Pygocentrus nattereri – Rode Piranha

De dieren zijn gehuisvest in een zg. panorama-aquarium met de afmetingen 150 x 60 x 60 cm. De bak is ingericht met grote stukken kienhout, dat weelderig is bekleed met Javamos. Hiertussen grote open stukken, waar de vissen zich kunnen ophouden. Daarbij wat crypto’s en een veldje Echinodorus tenellus. Tesamen geeft dit veel schuilmogelijkheden, wat voor deze soort niet onbelangrijk is.

Gefilterd wordt door middel van een Eheim-thermo aangevuld met een pomp voor extra doorstroming. Piranha’s komen voor in Zuid-Amerika over een groot verspreidingsgebied in verschillende biotopen van de Orinoco en de Amazone met al hun vertakkingen. Vanwege deze verschillen in watersamenstelling stellen ze dan ook geen scherpe eisen aan die samenstelling. Het is wel aan te raden de pH tussen de 6,5 en 7,0 te houden en de waterkwaliteit op peil te houden door zeer frequent (wekelijks) een kwart van de inhoud te verversen. Overigens heeft het vele Javamos een zeer positieve invloed op het milieu. De temperatuur wordt rond de 26 à 27° C gehouden. Voor de belichting worden 4 tl-lampen gebruikt, te weten 2x Arcadia FO36 en 2x Arcadia FF36.

Er zijn geen medebewoners. In het begin heb ik dit wel geprobeerd met een grote school kardinalen (zoals in de publieke aquaria), maar per dag worden dat er minder. Ook Corydoras zie je één keer (bij het loslaten) en daarna nooit meer. De ruimte is hiervoor naar mijn mening gewoon te beperkt.

Voer

Voor wat betreft het voer heb ik de ervaring dat ze, in tegenstelling tot wat men in de literatuur vindt, nogal kieskeurig zijn. Ze worden voornamelijk gevoerd met koolvisfilet, af en toe mosselen, periodiek aangevuld met vitaminen. Levend voer (vis) geef ik niet, alhoewel dit een daverend schouwspel moet zijn. Naar ik mij heb laten vertellen wordt de prooi niet in één keer ‘afgemaakt’, maar wordt deze het voortbewegen onmogelijk gemaakt door stuk voor stuk de vinnen te verwijderen, waarna het dier uiteindelijk wordt verorberd.

De vissen eten niet veel, maar zijn wel zeer gretig. In een mum van tijd verorberen ze elk een paar stukken vis en zijn daarna niet meer geïnteresseerd. Om deze reden worden ze elke twee à drie dagen gevoerd. Ze zullen zichzelf ook niet gauw overeten. Als de ergste honger is gestild, laten ze de rest al gauw links liggen.

Tekening en gedrag

Vanaf de rug naar de buik lopen de kleuren over van olijfgroen naar grijszwart, de onderbuik is lichtroze, de vinnen grijszwart. De flanken worden opgesierd door vele iriserende vlekken op de schubben. De vissen zijn zeer zwaargebouwd en samen met hun brede kop, sterke kaken en prima gebit vormen ze een imposante verschijning.

Het geslachtsonderscheid is lastig. De buik van het mannetje heeft een V-vorm, terwijl de buik van het vrouwtje meer afgerond is. Als ik de paring niet had kunnen waarnemen, was ik waarschijnlijk niet in staat geweest het geslacht te bepalen. Ten tijde van de paring is de vrouw ten opzichte van de man opvallend dik. Over het algemeen zijn het zeer rustige vissen. Meestal hangen ze keurig in een groepje in de onderste waterlaag. Af en toe wordt er eens een venijnige (hap)beweging naar een ander gedaan, maar dit gedrag is niet veel afwijkend van andere vissoorten. Anders wordt dit als het liefdesspel van start gaat.

Ook opmerkelijk is dat de vissen oersterk zijn. Ten opzichte van andere vissen zijn ze niet erg vatbaar voor ziekten en hebben ze een opzienbarend regeneratievermogen. Dit laatste is dan ook wel een vereiste daar af en toe rake klappen kunnen worden uitgedeeld.

Pygocentrus nattereri - Rode Piranha - Midden vrouw - Rechts de man
Pygocentrus nattereri – Rode Piranha – Midden vrouw – Rechts de man

Gevaarlijk..!

De verhalen, die je wel eens opvangt, moeten wat mij betreft met een korrel zout worden genomen. Uiteraard dien je voorzichtig te zijn. Mijn ervaring is dat ze niet zo maar naar het ‘baasje’ happen. Wellicht overbodig, maar als dit wel gebeurt, kan het akelige gevolgen met zich meebrengen. Ik zorg in ieder geval altijd dat ze gevoerd zijn, voordat ik de bak ‘induik’. Zoals gezegd, zijn ze zeer schuw van aard en vluchten zo gauw er zich een bedreigende situatie voordoet, wat het onderhoud van de bak vergemakkelijkt.

Pygocentrus nattereri - Close up tanden
Pygocentrus nattereri – Close up tanden

Paringsgedrag

Niet alleen de vissen, maar ook ikzelf raakte nogal opgewonden toen de vissen veel interesse (anders dan normaal) voor elkaar gingen krijgen. Uit de literatuur had ik begrepen, dat het kweken van piranha’s in gevangenschap zelden voorkomt. U begrijpt, dat ik hierover behoorlijk enthousiast raakte.

Dergelijk gedrag begonnen de dieren te vertonen, toen ik ze ongeveer 1,5 jaar in bezit had. De vissen waren inmiddels uitgegroeid tot ca 20 cm en gedroegen zich zeer verdraagzaam ten opzichte van elkaar. Het eerste teken, dat erop wijst dat er wat te gebeuren staat, is dat het mannetje een plek uitzoekt (liefst een vlak stuk bodem) en hier zenuwachtig in de rondte gaat zwemmen met de bedoeling een vrouwtje in zijn territorium te lokken. Af en toe doet het mannetje een uitval en geeft het beoogde vrouwtje een kopstoot tegen haar flank. Op de uitgekozen plek gaat het mannetje kuiltjes in het zand blazen. Hij doet dit door met de kop naar beneden gericht krachtig water uit zijn bek te stuwen, zodat zanddeeltjes opzij worden geblazen. Zo ontstaat er een klein kraterlandschap en bleef er van mijn prachtige tenellusgazonnetje weinig over. Niet lang daarna zal het vrouwtje zich bij hem voegen en hetzelfde gedrag gaan vertonen. Deze activiteiten nemen enkele dagen in beslag. Het gedrag naar de overige groepsleden wordt overigens grimmiger en zo worden de confrontaties met elkaar onvriendelijker. De flanken van de vissen raken beschadigd, doordat zij naar elkaar uitvallen en met hun vlijmscherpe tanden elkaars huid beschadigen. Een deel van een vin moet er ook wel eens aan geloven. Heel ernstig is het meestal niet, maar extra oplettendheid is wel geboden. Wat mij verbaasde, was dat het gedrag van het paartje blijkbaar een aanstekelijke werking had op de andere dieren. Ook deze gingen met elkaar aan de haal.

Pygocentrus nattereri vrouw 27cm
Pygocentrus nattereri vrouw 27cm

Uiteindelijk werden eieren afgezet. Trillend met de onderbuiken tegen elkaar werden de eitjes op de plaats van bestemming gedeponeerd. Dit proces neemt enkele uren in beslag. De eerste nesten leverden weinig op. Doordat de dieren nogal ruw omspringen met hun kroost en door het kleine aantal eieren, gelukte het me niet de jongen te redden.

Intussen, geteisterd door rampspoed, verloor ik twee dieren. De overige – de grootste was inmiddels een beer van ca 27 cm – werden hierdoor niet ontmoedigd. In december 1999 kregen ze weer de geest en is er, met tussenpozen van 2 weken, driemaal afgezet. Een opmerkelijk feit is dat er nu twee mannen bij betrokken waren. Deze nesten waren aanzienlijk groter dan de vorige.

Broedzorg

Het nest neemt een behoorlijk oppervlak in beslag en oogt nogal slordig. Een deel is soms afgezet op kienhout, terwijl het overgrote deel in kluwen los op het zand ligt verspreid. De broedzorg wordt door het mannetje op zich genomen. Na het afzetten vertrekt het vrouwtje en voegt zich bij de groep.
In deze periode is het mannetje erg agressief. Zenuwachtig zwemt hij in snelle rondjes over het nest heen. Heftige zwembewegingen zorgen ervoor, dat de eieren opwaaien en meer en meer over de bodem worden verspreid. Komt er iemand te dicht bij de bak, dan staat deze persoon onmiddellijk neus aan neus met pa (gelukkig zit er een ruit tussen).

Na circa 2 dagen komen de jongen uit. Van een geordend nest is geen sprake meer. Zoals ik al eerder vermeldde, springen ze nogal ruw met hun kroost om en al gauw hangen en liggen de jongen nu over een grote oppervlakte verspreid. Pa echter zwemt nog steeds driftig zijn rondjes…

Weer een dag of drie later proberen de eerste jongen hun zwembewegingen uit en al gauw vind je ze bijna niet meer terug. Na goed speuren blijken ze zich in alle hoeken en gaten te verschansen.

Van ei tot vis

Het eerste van de drie nesten heb ik kort na uitkomen afgeheveld en apart ondergebracht. Dit bleek geen succes. Een andere oorzaak anders dan dat dit te traumatisch voor de visjes was kan ik niet verzinnen. De overige twee nesten liet ik in de bak. Daar de inrichting bestaat uit kienhout en (zeer) veel Javamos zijn er veel schuilmogelijkheden.

Toen de diertjes zo’n 9 à 10 mm groot waren, heb ik ze apart gezet in een bakje van 60 x 30 x 30 cm. Ook deze bak was ingericht met veel Javamos en had een watertemperatuur van 26 à 27° C. Zo’n 60 stuks wist ik voorzichtig met behulp van een netje uit te vangen.

5 maanden oude jongen - 3 a 4 cm
5 maanden oude jongen – 3 a 4 cm

Als voer gaf ik in eerste instantie Artemia (levend) en Cyclops. De jongen zijn net als hun ouders bijzonder schuw. Ze houden zich voornamelijk op de bodem op. Na 4 weken zijn de grootste ca 1,5 cm en beginnen al op echte mini Piranha’s te lijken. Ze zijn zilverkleurig en hebben op de staartwortel een zwarte vlek. Tubifex is al niet meer veilig voor ze.

Nadat de achtergebleven jongen ook zijn uitgevangen, blijk ik de trotse eigenaar te zijn van zo’n 130 Piranha’tjes. Het is een wirwar aan leven. Tijdens het voeren storten de visjes zich als echte wilden op het aanbod, zoals je wel eens in een film ziet. Noodzaakte mij om al gauw een nieuw tehuis voor de jongen te zoeken. Tot mijn genoegen en verbazing verliep dit redelijk makkelijk. Voor mijzelf heb ik er vier gehouden met het doel op te fokken en bij de andere te voegen. Het is nu januari 2001 en de kleintjes zijn nu ongeveer 12 cm. In tegenstelling tot de ouwelui hebben ze een felrode buik met zilvergrijs op de flanken. De karakteristieke zwarte stippen van jonge piranha’s zijn inmiddels aan het verdwijnen.

Pygocentrus nattereri
Pygocentrus nattereri

Ik hoop hiermee iets meer van de sluier te hebben opgelicht m.b.t. de piranhawereld achter glas. Je moet ervan houden en uiteraard ook de ruimte hebben. Ze zijn prachtig om te zien, hebben een imposante verschijning, een interessant gedrag en zijn zeer sterk.

Copyright foto’s

Richard van El
John de Lange

Hoe nuttig was dit bericht?

Klik op een ster om deze te beoordelen!

Gemiddelde waardering / 5. Stemtelling:

Tot nu toe geen stemmen! Wees de eerste die dit bericht waardeert.

Het spijt ons dat dit bericht niet nuttig voor je was!

Laten we dit bericht verbeteren!

Vertel ons hoe we dit bericht kunnen verbeteren?

3 comments

  1. Hier heb ik veel aan gehad. Heb nu mijn eerste nest en vanaf het moment van eitjes leggen tot nu is het 6 dagen dus allemaal kleine visjes zie ik.

    Maar wanneer moet er gevoerd worden aan die kleintjes? En wanneer overhevelen en hoe? Gewoon met een netje?

    1. Als de jongen vrij kunnen zwemmen, kun je ze voeren met vers uitgekomen artemia en cyclops. In het verslag staat dat Richard ze na een week of drie voorzichtig met een netje heeft uitgevangen. Zie het stukje van ei tot vis.

  2. Bedankt voor de info..ik heb sinds kort 2 piranha’s (nu ongeveer 7 cm in hoekbak 101cm )en vind het egt n fascinerend beestje en komen er zeker nog paar bij .moet eerst ff de andere bak weer plakken 130cm helaas brr ben stuk wijzer geworden van je verhaal bedankt

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoekfilter

zoekfilter

Nieuws, Updates en Acties

Wil je op de hoogte gehouden worden van Nieuws, Updates en Acties op de AquaInfo website? Schrijf je dan hieronder in!