Dit is een pas in Augustus 2006 ontdekte soort uit Myanmar. Het heeft al veel aandacht getrokken van de aquarium handen en houders over de gehele wereld. Het heeft al heel wat handelsbenamingen gekregen. Ze worden verkocht onder de namen: Galaxy rasbora, Fireworks rasbora, Rasbora toei, Celestial pearl danio en natuurlijk de Microrasbora sp. “Galaxy”. Hoewel de wetenschappelijke naam Celestichthys margaritatus is, zoals beschreven door Tyson R. Roberts van het Smithsonian Tropical Research institute in February, 2007, behoort hij toch tot de onderfamilie Danionae en de familie Cyprinidae. (Redactie: inmiddels is het Danio margaritatus)
Deze vis wordt gevangen in meertjes in het Salween basin op een hoogte van 1000 meter, ongeveer 70-80 kilometer ten noordoosten van het Inle meer. De Microrasbora Galaxi werd voor het eerst geexporteerd door Kamphol Udorithiruj van AquariCORP en voorgesteld aan de wereld van aquariumhouders. Het was een direct een groot succes door zijn kleine formaat en mooie kleuren. De prijs lag redelijk hoog voor zo’n klein visje, desondanks konden de meeste winkels de vraag ernaar niet aan. Rond februari 2007 ontstonden geruchten dat de soort bedreigd werd door overbevissing. De vis werd voor het eerst in gevangenschap gekweekt door het Bolton Museum Aquarium in October, 2006.
Ik heb ze voor het eerst gekweekt in januari 2007. Ik kreeg 8 wildvang “Galaxy” Rasbora in November 2007. Ze waren mager en hadden ingevallen buikjes. Ik gok dat ze lang onderweg zijn geweest voordat ze de plaatselijke aquariumwinkel hadden bereikt. Ik had een 45 liter aquarium voor ze klaar staan met wat ancistrus baby’s erin en wat plukjes Java mos om ze wat beter op hun gemak te laten voelen in hun nieuwe omgeving. Zoals de meeste aquarianen. Net als de meeste aquarium houders, had ik toen niet echt een leeg aquarium. Ik zou nog een een beplant aquarium voor ze maken om mee te gaan kweken. Ze kregen vlokvoer, bevroren artemia en levende watervlooien. Helaas stierven er al 2 in de eerste week, waarschijnlijk van de het gebrek aan eten tijdens het vervoer. De rest at goed en kregen als snel kleur. Voor zo’n klein visje hebben ze een erg mooi kleurtje. Gelet op hun uiterlijk kon ik eruit opmaken dat ik 4 mannen had en 2 vrouwen. De mannen hebben fel rode vinnen met kleine vlekjes blauw-zwart in de rug en anaalvinnen, net als in het bovenste stukje van de borst vinnen. De vrouwen zijn iets minder kleurrijk met minder rood en hebben ongekleurde borst vinnen. De mannen zijn wat ranker en de vrouwen wat ronder. Ze hebben beiden heldere vlekken over hun gehele lichaam. De grootste heeft een totale lengte van ongeveer 2,5 centimeter. Binnen een maand begonnen de mannen wat agressie naar elkaar te tonen door hun vinnen te spreiden en schijngevechten met elkaar te houden. Rond deze tijd had ik nog steeds geen speciaal aquarium voor ze ingericht.
Op 2 januari 2007, toen ik de vissen aan het voeren was, zag ik wat minuscuul kleine jongen bewegen boven in het aquarium. Eerst dacht ik dat er wat Killies uit waren gekomen uit eieren in het Java mos wat afkomstig was uit een ander aquarium waar wellicht wat Killivissen in hadden gekweekt. Ik nam een beter kijkje werd blij verrast toen ik me realiseerde dat de Galaxy in de tank had gekweekt en dat een paar jongen het hadden overleeft. De jongen waren vrij klein en zonder kleur, net als Zebra Danio en de Chinese Danio jongen. Ze waren ongeveer 3 millimeter lang en hadden een iets groter hoofd. Ik zoog ze uit het aquarium en stopte ze in een kweeknetje. In het begin gaf ik ze wat algen water en micro aaltjes. De jongen hebben gedurende de eerste paar dagen micro organismen nodig om de eerste paar dagen van hun leven door te komen. Daarna eten ze micro aaltjes. De Corydoras ruimen alle overgebleven voedsel op. Ik testte het water in het aquarium van de volwassen Galaxy: pH was 7.3, temperatuur 22 graden Celsius en de hardheid 150 ppm. Ze kunnen dus kweken in Edmonton water!
Elke dag zag ik wat meer jongen in de bak van de ouders. De mannen vertoonden vaak hun vinnen rond de vrouwtjes in het Javamos. Gelet op het aantal jongen denk ik dat ze maar een paar eieren per keer leggen. Elke 2 of 3 dagen zoog ik wat jongen af en liet ze apart van de ouders opgroeien. De ouders zouden de jongen wel eens kunnen eten, als je ze de kans geeft. De jonge Microrasbora Galaxy groeien de eerste paar weken erg langzaam. Na week 3-4 beginnen ze veel sneller te groeien. Rond deze tijd begon ik ze net uitgekomen artemia te voeren. Ze krijgen hun kleur patroon zo rond de tijd dat 11 tot 12 weken oud zijn. Ze zijn dan ongeveer 1,2 cm lang en 2 millimeter breed. Ik heb ongeveer 50 a 60 jongen in 2 aquariums van 25 liter zwemmen met wat jonge Corydorassen erbij. Ik ben gestopt met het afzuigen van de jongen toen ik ruimte gebrek kreeg in de aquariums. Ik zag ook dat een paar jongen het hadden overleefd bij de ouders en voorspoedig opgroeien. Daar zwemmen nu ook weer nieuw uitgekomen jongen bij.
Tot slot: de Galaxy rasbora, Celestichthys margaritatus is een zeer mooi visje om te houden en makkelijk te kweken. Ze zijn klein maar erg aantrekkelijk, vredelievend en kleurrijk voor kleine beplantte aquariums. De prijs is al behoorlijk aan het zakken. Mijn voorspelling is dat over een paar maanden de nakweek vissen beschikbaar komen voor alle aquarianen over de wereld. Ik denk dat de commerciële vis kwekerijen in Azië hier al hard mee aan het werk zijn. Als je de volgende bijeenkomst of veiling bijwoont van de Edmonton club, je waarschijnlijk wel een zak of 2 tegen komt van mijn in gevangenschap gekweekte Microrasbora sp. “Galaxy”.
Bron: Aquarticles (niet meer beschikbaar)
Vertaling: John de Lange