De zeer mooie Fundulopanchax gardneri Nigerianus, ook bekend als de ‘Staalblauwe Aphyosemion’ kan een leuke introductie geven in de wereld van de Kilivissen. Voor degenen die voor het eerst vissen willen kweken, zijn zij de ideale oplossing. Wat mij het meest aanspreekt bij killies is de verscheidenheid aan kleur tussen de verschillende soorten. Over het algemeen zijn de mannen mooier gekleurd. De vrouwen zien er doorgaans in vergelijking saai uit. Echter, binnen mijn kleine collectie heb ik een bepaalde soort waarbij de vrouw net zo kleurrijk is als haar partner. En, als u mij toestaat een nogal bloemige observatie te beschrijven? Veel killies hebben een tekening onder hun bek, zodat ze er uit zien alsof ze “glimlachen”. Dat is een eigenschap waar ze erg geliefd om zijn die mij direct in het oog sprong.
Relatief gezien ben ik nog een beginner in de vissen wereld. Met slechts een paar soorten die ik in de afgelopen 15 maanden heb gekweekt, vond ik de “Staalblauwe” Aphyosemion een van de meest spannende en bevredigende soorten om te houden. In het begin werd ik aangetrokken tot de Aphyosemion soorten, de Australe Gold ofwel de ‘Gouden Kaap lopez (of gouden Vaandrager’ was de eerste vis die ik in dusdanige aantallen heb gekweekt dat ik kon zeggen: “Ik ben een vis kweker! ” Ik zal nooit dat gevoel van trots vergeten toen ik mijn vissen zag zwemmen in een aquariumwinkel in mijn woonplaats.
Veel mensen blijven ver uit de buurt van Killivissen, ervan uitgaand dat ze niet goed in een gezelschapsaquarium passen. Sommigen kunnen dat wel en sommigen niet. Je lokale handelaar zou je hierin kunnen adviseren. Ik kocht in het begin twee paar Staalblauwen bij een aquariumuitverkoop. Als je serieus wil gaan kweken, is het aan te bevelen om bij een tweede bron nog een koppel te halen en deze te mixen. Net als bij alles in de natuur, krijg je betere resultaten als je de bloedlijnen mixt. Ik heb recentelijk de voordelen van “nieuw bloed” geoogst. Veel eieren zijn nu bevrucht en ik heb succes met het incuberen van de eieren op water en turf.
Kweken
Alle vissen willen zich voortplanten. Door ze de juiste omstandigheden en voeding te geven, komt het succes vanzelf. Staalblauwen blijken tolerant te zijn voor een breed spectrum aan waterwaardes, zolang de waterkwaliteit maar goed is. Een regelmatig regime in het onderhoud gekoppeld aan weerstand tegen de neiging om je vissen teveel te voeren, zou tot succes moeten leiden. Ik wissel elke twee weken 20% van het water. Ik voer mijn vissen goede kwaliteit vlokvoer, bevroren tubifex, cyclops en azijnaaltjes als mijn kweken het goed doen. In mijn beleving is dit een vruchtbare soort. Ze leggen gemiddeld tussen de 3 en 10 eieren per dag, soms zelfs meer. Ze leggen ze gedurende een week of twee en nemen dan een rustperiode van 3 dagen tot een week. In het verleden heb ik wel eens een kolossale oogst gehad van 50 eieren na één dag afzetten. Het is onnodig om te zeggen, maar dit is geen gewoonte en de meeste eieren waren niet bevrucht.
De vissen zetten af in een wollen afzetmop die boven en onder in het aquarium hangen. Een afzetmop van acryl is het beste omdat deze niet gaan rotten. Ze zullen ook hun eieren op planten met fijne bladeren afzetten, zoals bijvoorbeeld op Javamos of op de wortels van Javavaren.
De mannen zijn gewetenloze jagers, het is dus wijs om het aquarium met dit soort planten uit te rusten om beschutting te bieden aan de vrouwen en eventuele jongen die worden geboren, wat geregeld gebeurd, beschutting te bieden. Wat een fantastisch gezicht om die jonge vissen te zien rondzwemmen met hun ouders. Er is geen goede of slechte manier om je vissen te kweken, je neemt de manier die het beste bij je past. Uiteraard is er een natuurlijke manier. Twee of drie koppels in een 60 centimeter aquarium met meer dan genoeg beplanting zou je zeker jongen moeten opleveren, maar elk ei verzorgen geeft je veel meer jongen.
Ik moet benadrukken dat, naar mijn ervaring, de mannen agressief worden, zodra ze hun territorium hebben bepaald. Dit gedrag heb ik niet gezien als ze vanaf het begin af aan bij elkaar werden geplaatst.
Verzamelen, uitbroeden en opgroeien van de jongen
Je kunt de eieren incuberen met licht vochtig turf of met water. Het voordeel van het gebruik van de turfmethode is dat de jongen meestal binnen 3 dagen van elkaar worden geboren, afgezien van de sporadische achterblijver. Als je er voor kiest om de eieren over een periode van een halve week te verzamelen dan ligt het voor de hand dat de eieren ook na elkaar uit komen.
Sommige kwekers scheiden de ouders van de broedmoppen na een week van afzetten en laten de eieren uit zichzelf uitkomen. Aangezien ik slechts een paar soorten heb, geef ik er de voorkeur aan om de eieren elke dag te verzamelen. Als beginner zijnde is elk ei waardevol en een klein wonder. Ik haal de eieren uit de broedmoppen en plaats ze op het turf. Klein plastic bakjes met deksel zijn voldoende, zolang de bakjes maar niet doorzichtig zijn, aangezien de eieren gevoelig zijn voor licht. Afhankelijk van het aantal gelegde eieren, verzamel ik ze over een periode van ongeveer twee weken.
Ik laat ze dan nog twee weken op een donkere, ietwat warme plek staan. Na deze tijd kun je zien dat de meeste eieren een diepe amber kleur hebben gekregen en bijna klaar zijn om uit te komen. Op dat moment, leeg ik het bakje in een grotere bak en voeg gebruikt aquariumwater toe tot 4 centimeter diepte. De volgende ochtend kun je de jongen zien. De baby visjes worden dan uit het zure turf water gehaald met een pipet en in een klein aquarium geplaatst om te groeien. Ik heb met succes jongen overgeplaatst van extreem zuur naar een pH 7. Let wel op dat plotselinge temperatuurveranderingen moeten worden voorkomen tijdens deze handelingen en tijdens het uitbroeden.
Ik richt mijn aquaria in met kleine hoeveelheden koraalgrind en schuimfiltertjes. Elke week wordt een klein beetje water ververst en op ammonia gecontroleerd zodat ik op tijd de gevaren van het vaak voeren kan bestrijden.
Een andere methode is water incubatie. Plaats de eieren in een margarinekuipje of iets dergelijks, waar water in zit vanuit het aquarium waar ze in gelegd zijn. Ik belucht het bakje heel voorzichtig wat blijkbaar de ontwikkeling van de embryo’s stimuleert. Ik kan echter niet zeggen dat ik significante verschillen heb gezien als ik geen lucht toevoegde. De nieuwe vissen komen na 15 dagen uit.
De jongen voeren
Bij geboorte zijn de Fundulopanchax gardneri Nigerianus zo’n 3 – 4 millimeter in lengte en kunnen dus direct vers uitgekomen artemia eten. Ik geef ze ook voer met hoog proteïne gehalte, een droogvoer met zeer fijne korrel. Na drie weken kunnen ze ook witte wormen (enchytreeën) gevoerd worden en zelfs tubifex afhankelijk van de groeisnelheid. Deze voersoorten gecombineerd met fijngewreven vlokken, zorgen voor een snelle ontwikkeling.
Na een klein tijdje is het verschil tussen de seksen te zien. De kleur bij sommige jonge mannen wordt zichtbaar tussen de 4 en 5 weken. Als je ze groot brengt tot volwassenheid, dan ben je een ‘viskweker’! Ik baseer mijn enthousiasme voor de Fundulopanchax gardneri Nigerianus als beginnersvis op de snelle groei van de jongen.
Bron: Aquarticles (niet meer beschikbaar)
Vertaling: John de Lange
Copyright foto’s