Gedreven door het succes van het meerdere malen kweken met mijn Ancistrus sp. besloot ik te gaan toepassen wat ik had geleerd op een wat moeilijkere pleco. Ik kocht 2 aparte groepen van Pempina Petland (lokale viswinkel): een groepje van vier in April 2004 en zes tot acht weken later een andere groep van vier. De volgende 6 maanden heb ik besteed aan het op conditie brengen van de vissen, proberen ze te sexen (wat erg moeilijk is met vissen die zich steeds verstoppen). De vissen werden gehuisvest in een 225 liter aquarium zonder substraat met een luchtgedreven sponsfilter, een powerhead sponsfilter een een Aquaclear AC-300 hang aan de achterwand filter. Dit lijkt misschien een beetje overdreven, maar deze vissen houden van veel stroming, sommigen zeggen zelfs dat het nodig is om ze aan het paren te krijgen. De watertemperatuur lag rond de 26 a 28 graden. De vissen werden voornamelijk gevoerd met Hikari bevroren tubifex, Hikari zinkende tabletten met vlees en Hikari algen/spirulina tabletten. Dit mag er dan uitzien als een Hikari reclame, de vissen lijken het erg goed te doen op dit voer.
Ontwerpen van leghol
Na een paar maanden van stevig voeren begon ik na te denken over het ontwerp voor een hol. Ik heb een hol geprobeerd gemaakt van kokosnoot, van bloempotten gemaakt van klei en (na het lezen van andere successen op internet) uiteindelijk was ik tevreden met een langwerpig hol gemaakt van ceramische tegels. De holen werden iets hoger dan een volwassen vis, ongeveer 1,5 x zijn breedte en 2 x zo lang met op het einde een afsluiting zodat het mannetje het vrouwtje in het hol kan houden om met haar te paren.
Uitzoeken kweekgroep
Rond november besloot ik dat ik waarschijnlijk te veel vissen in 1 aquarium had om zich comfortabel genoeg te voelen om te paren. Ik heb de vissen dus uitgevangen om ze te seksen. Er is mij verteld dat je ze kunt seksen door ze van boven te bekijken. De vrouwen dikker en hebben een puntigere kop, waar de mannen een meer stompe kop hebben (de mannen worden nooit zo dik als de vrouwtjes die klaar zijn om te paren, alhoewel ik toch wel een paar zeer weldoorvoede mannen heb gezien). Een ander verschil tussen de mannen en de vrouwen is de groei van een soort veertjes rond de kieuwopening (interopercular odontodes) die bij mannen veel langer worden. Na mijn beste gok op de vissen, bracht ik 2 vissen retour naar de winkel, en ironisch genoeg, nam ik wat mijn beste gok was voor een man mee. Ik kwam de volgende dag een beetje beschaamd terug om hem weer op te halen. Na het toevoegen van nog wat holen in het aquarium verdubbelde ik mijn pogingen om ze aan het paren te krijgen door te spelen met de hardheid van het water en door de waterstroom door het aquarium aan te passen. Ik probeerde ook een droog seizoen na te bootsen door de waterwaardes even te laten voor wat het was en geen water te verversen. Ongeveer een week voor kerst gaf ik ze een echt grote waterverversing waardoor de hardheid terug omhoog ging. (normaal heeft mijn water een pH van 7.5, geleidbaarheid tussen de 600-700 afhankelijk van de tijd van het jaar.).
Het afzetten
Ik denk niet dat de zachtheid of hardheid van het water een grote rol heeft gespeeld bij het aan het kweken krijgen. Ik denk dat het komt door de waterwissel en de verandering van de watersamenstelling die de trekker deed overgaan. Al snel zag ik dat het mannetje een vrouwtje had gevangen in 1 van de holen. Op kerstavond liet hij haar vrij en hij bleef zitten bij een hoopje eieren. De eerste kleine L260 Hypancistrusjes zak ik rond 29 december, degenen die aan het hol waren ontsnapt in een klein netje met een luchtsteentje om ze verder op te laten groeien. Kort hierna heb ik ook de rest van het nest uit het hol verwijderd en bij de andere jongen in het broednetje gestopt. Binnen een week hadden ze hun eizak leeggegeten en hadden ze al een lengte bereikt van bijna een centimeter, ze begonnen ook al een beetje hun kleurpatroon te krijgen. Ik gaf ze algen tabletten en tabletten met vlees erin voor carnivoren en ze groeiden lekker door. De eerste 2 maanden groeiden ze uit tot zo’n 2 centimeter, daarna vertraagde het groeien een beetje.
Ik heb 2 manieren geprobeerd: de jongen bij de ouders weghalen of de ouders ze laten opvoeden. Bij het opvoeden door de ouders blijven veel minder jongen leven. Ik denk dat dit komt doordat de jongen niet genoeg voedsel krijgen omdat het verspreid ligt over zo’n groot gedeelte van het aquarium. In het broednetje kan ik het voer netjes bij de jongen kan gooien terwijl ik wel het voordeel heb van de betere water kwaliteit van een groot aquarium. Na dit eerste succes heb ik verschillende nesten gehad zonder enige moeite of speciale aandacht van mijn kant.
Bron: Aquarticles.com (niet meer beschikbaar)
Vertaling: J. de Lange