Kweekverslag Aphyosemion australe – Kaap Lopez. Deze mooie, kleine (maximaal 6 cm) Killivis komt uit Gabon in West Afrika. Hij behoort tot de groep van de Aphyosemion calliurum die ongeveer acht andere soorten bevat. De lichaamsvorm is typisch voor alle andere vissen van deze soort, namelijk slank en cilindrisch met een omhoog gerichte bek met een beetje uitpuilende onderkaak. Het mannetje is voorzien van een mooie lierstaart met een chocolade bruine rand. Er is ook een andere kleurvariatie, namelijk oranjekleurig met een witte rand. Het lichaam zowel het mannetje als het vrouwtje is van een groenachtig bruin tot zilverachtig grijs. Beiden hebben rode plekken (bij de man zijn dat er meer en die zijn helderder) verspreid over het hele lichaam en de vinnen. De mannetjes kunnen ook pronken met kleine, rode golfachtige lijnen op hun kop en kieuwen. Vrouwtjes zijn tamelijk saai grijs gekleurd met duidelijk ronde vinnen zoals bij de meeste vrouwtjes van Aphyosemion soorten. Deze vis is over het algemeen tamelijk vreedzaam hoewel de mannetjes onderling vechten zodat de vinnen scheuren. Deze scheuren genezen slechts langzaam en nooit helemaal. Het zijn ook uitstekende springers en kunnen door de kleinste opening. Het is dus aan te bevelen om een goede dekruit te gebruiken.
Het afzetten
Bij mij zetten deze vissen spontaan af in een donker gekleurde nylon afzetmop. Ik zette twee vrouwtjes en een mannetje is een potje van 3,5 liter met ontchloord kraanwater op kamertemperatuur met een pH van 6,8. Verder deed ik wat Javamos op de bodem en hing ik een donker gekleurde afzetmop bovenin. Het licht was indirect en schemerig. De vissen werden in kweekconditie gebracht met pas uitgekomen Artemia-naupliën en grindalwormpjes.
De vissen zetten’s morgens vroeg af boven in de afzetmop waar de draden van de afzetmop nog tamelijk strak bij elkaar zitten. Zodra de waterkwaliteit minder wordt, gebeurt dat ook met de afzetactiviteiten.
Eieren verwijderen
Ik verwijder de afzetmop dagelijks. Kijk de afzetmop goed na of er geen vis meer in zit, want ik vond regelmatig een vrouwelijke vis in mijn gootsteen als ik de afzetmop nakeek op zoek naar eieren. De eieren zijn helder, rond en 1 tot 2 millimeter groot. Ze kunnen voorzichtig worden verwijderd en in een klein bakje met ontchloord water worden gedaan waarbij 2 tot 3 druppels methyleenblauw aan toegevoegd worden. De afzetmop kan worden schoon gemaakt en in de pot worden terug geplaatst.
De eieren komen binnen 10 – 14 dagen uit. De jongen moeten worden over gebracht naar een schoon aquarium en twee keer per dag worden gevoerd met pas uitgekomen Artemia-naupliën. Als de waterkwaliteit goed blijft en het voeren ook regelmatig gebeurd, groeien de jongen snel en kunnen de mannetjes worden gescheiden van de vrouwtjes voor ze 60 dagen oud zijn.
Houden van Aphyosemion australe
Deze vissen zijn vrij eenvoudig te houden, ze stellen geen speciale eisen aan warmte, filters, licht of waterkwaliteit (behalve dan dat het schoon moet zijn). Zij kunnen ook worden samen gehouden met andere kleine, vreedzame vissen als de kweek niet het eerste doel is. Houd alleen het aquarium goed afgedekt. Denk er ook aan dat als er meer dan een soort Aphyosemion wordt gehouden, dat het zeer moeilijk (of onmogelijk) is om de vrouwtjes van de verschillende soorten van elkaar te onderscheiden.
Auteur: Twyla Lindstrom-Peters, “Fins & Friends”, Regina Aquarium Society
Copyright foto’s: John de Lange
Bron: Aquarticles (niet meer beschikbaar)
Vertaling: J. Bukkems