Rondom Hypoptopoma en de kweek ervan, is niet veel bekend. Echter heb ik het geluk gehad dat er twee Hypoptopoma soorten bij mij thuis zich hebben weten te voortplanten. De eerste soort de Hypoptopoma inexspectatum zal ik in deze verslag samenvatten.
De Hypoptopoma inexspectatum komt van oorsprong voor in Zuidelijk Brazilië, Zuidelijk Bolivia, Paraguay en Argentinië. Je kunt dus wel zeggen dat deze soort dan een wat meer subtropisch soort is. Je kunt de Hypoptopoma inexspectatum onderscheiden van de andere soorten door goed te kijken naar de snuit. Als je goed inzoomt, dan kun je kleine haartjes zijn op de rand van de snuit.
De Hypoptopoma inexpectatum houd je prima op een watertemperatuur tussen de 18 en 26℃. Qua pH waardes heb ik ze altijd zo rond de 6-6.5 gehouden. Het belangrijkste bij de Hypoptopoma is dat je zorgt voor veel stukken hout/takken in het water en grootbladerige planten zoals Echinodorus. De soort is namelijk net als de Otocinclus een schraper. Als ik kijk bij mij thuis in de bak, waar ik veel hout in heb zitten, is dat ze het hout in perfecte conditie houden. Na verloop van tijd zal bij het hout, de buitenste laag zacht worden. Dit is nou juist wat onder andere de Hypoptopoma in het algemeen graag eet. Niet alleen de zachte hout, maar ook de micro organismen wat hier tussen zit. Verder zullen ze prima mee eten met het voer wat je in de bak gooit.
In 2013 kwam ik bij toeval tegen dat ik in mijn oude 1.60m bak jongen tegenkwam na het leeghalen van de bak, in verband met een verhuizing. Op het glas kwam ik een kleine visje tegen, zo klein dat het me niet eerder opgevallen was. Om een indruk te geven hoe klein ze zijn.
Na deze jongen uitgevangen te hebben en apart te hebben gezet, werd het kijken hoe ik de jongen aan het eten kreeg. In eerste opzet had ik de jongen in een kweeknetje in de bak van de ouder dieren gehangen. Helaas werkte dit niet en was het hopen dat de Hypoptopoma weer opnieuw zouden afzetten. Gelukkig hoefde ik niet al te lang te wachten en merkte al gauw dat er weer eitjes in de bak zaten.
De Hypoptopma zet zijn eitjes af in een cluster zoals bv Farlowella en Sturisoma ook doen. Het mannetje van de Hypoptopopma bewaakt de eitjes. Ik merkte dat een koppel Pterophyllum leopoldi in de bak een blad van mijn grote Echinodorus bleheri aan het poetsen waren. Echter zag ik dat het mannetje Hypoptopoma ze steeds aanviel. Nu even goed te kijken spotte ik het mannetje op een plakkaat eitjes in dezelfde Echinodorus bleheri.
Na dit ontdekt te hebben, heb ik het blad apart gezet in een drijfbakje in de grote bak zelf. Hier heb ik een luchtsteen geplaatst om te zorgen voor voldoende beweging in het water. Na een paar dagen zie je dat de eitjes bevrucht zijn en de larfjes in ontwikkeling zijn. Eenmaal wanneer de eitjes uitgekomen zijn, zie je de larfjes op het blad hangen met hun dooierzak nog intact. Dit duurt een paar dagen voordat hun dooierzak opgeteerd is. Dan is het de zaak om te zorgen dat de jongen gaan eten. Dit heeft mij veel probeer pogingen opgeleverd om te ontdekken wat nou precies de truc is om ze aan het eten te krijgen. Veel trial en error dus in het begin.
Al snel kwam ik erachter dat zo’n drijfbakje met openingen ertussen niet ideaal is voor de jongen. Niet omdat de jongen uit het bakje zwommen, maar omdat de Pterophyllum leopoldi’s het voor elkaar kregen om de jongen tussen de spleten eruit te pakken. Dus al gauw moest ik iets anders proberen. De jongen die ik nog over had, had ik overgezet naar een leeg plastic bakje van de chinees. Ideaal omdat die dicht was. Echter was ik nog steeds niet erachter hoe ik de jongen gelijk aan het eten kreeg. Ook hield ik het bakje waar ze in zaten erg schoon, en uiteindelijk werkte dit ook niet.
Gelukkig hoefde ik niet al te lang meer te wachten, want spotte weer een nieuwe nest. Dus gelijk weer apart gezet, dit keer in een doorzichtige bakje wat gesloten was. Ik liet dit bakje in het water van de grote bak hangen om zo de temperatuur gelijk te houden van het water. Enkel een bruissteente in het bakje voor waterbeweging. Nu was het proberen van een paar tips die ik kreeg, zoals het maken van een algensteen. Dit doe je door een platte steen met eidooier in te smeren en dan met algenpoeder te bedekken en te laten drogen. Ook hier had ik enkel alleen de algensteen in het water, en verder het bakje zo schoon mogelijk. Dit keer ook geen succes.
Na het bekijken van de ouderdieren en de andere Hypoptopoma soorten in de bak, bedacht ik een nieuwe manier. Dit keer had ik met weer een nieuwe nest het bakje voorzien van eikenbladeren en kleine takjes. Dit keer liet ik het bakje minder schoon, en liet alles even zijn gang gaan. Wel gebruikte ik artemia vervanger (poedervorm) en liquifry. Wel ververste ik regelmatig het water in het bakje. Dit werkte dus, want ik zag ze daadwerkelijk eten. Als extra schoonmaakploeg hield ik slakjes erbij.
Na verloop van tijd zag ik de jongen groter worden, en veranderen van een doorzichtige lichaam met zwarte strepen, juist naar egaal bruin kleuren. De manier zoals ik het nu had, werkt dus erg goed. De jongen heb ik tot een bepaalde grootte in het bakje gehouden en later overgezet naar een 40x40x40 qube die ik al had draaien. Hier een overzicht van de jongen tijdens de opgroei voordat ik ze in de 40cm qube deed.
In de 40cm qube had ik een inrichting gemaakt van een laagje zand op de bodem, verder wat plantjes en vooral veel takjes. Hierin voerde ik elke dag wat artemia vervanger en ook wat algenpoeder. na verloop van tijd waren ze groot genoeg om mee te eten met gewone artemia etc.
Na verloop van tijd zullen de jongen groot genoeg zijn om zich zelfstandig te redden en kun je ze prima in een wat grotere bak houden met medebewoners die niet groot zijn. Apistogramma’s en tetra soorten zijn prima om dan samen te houden. De Hypoptopoma is van nature een rustige soort maar toch wel actiever dan bijvoorbeeld een Otocinclus soort.
Hieronder nog wat foto’s: