Alhoewel de geschiedenis van de Nijlbaars al ingewikkeld genoeg is, is het niet de enige indringer die het Victoriameer te verwerken heeft gekregen. Veel zichtbaarder nog is de waterhyacint (Eichhornia crassipes), een waterplant die thuishoort in Zuid-Amerika.
Doordat hij populair is als sierplant in vijvers en aquaria, heeft hij een wereldwijde verspreiding gekregen. Nu woekert hij in Noord-Amerika, Azië en Afrika. In het Victoriameer is hij voor het eerst gezien in 1989 toen de eerste planten kwamen binnendrijven uit Rwanda en Burundi, via de rivier de Kagera. Mogelijk had iemand wat overtollige waterhyacinten in de rivier gegooid.
De gevolgen waren immens
Gedurende tien jaar rukte de waterhyacint op in het immense Victoriameer. Door zijn snelle vermenigvuldiging vormde de plant omvangrijke ‘tapijten’ op het water die zich ophoopten zich op langs de kust, waar ze de eerste 15 tot 30 meter van het wateroppervlak bezetten. Vissersboten en ponten kenden de grootste moeite om erdoor te komen.
Het ironische is dat schade aan de Nijlbaarzen stand een van de problemen was die de Waterhyacinth met zich meebracht. Andere planten werden verdrongen en zakten naar de bodem. Hierdoor, gecombineerd met het blokkeren van zonlicht door de drijvende planten, veranderde de samenstelling van het meer dramatisch. Het water bevat minder zuurstof, waardoor het onleefbaar wordt voor andere planten en dieren.
De biodiversiteit is in de laatste tien jaar schrikbarend afgenomen. Per dag groeide er zo’n 500 ton waterhyacint in het Victoriameer. 80% van de Ugandese kust was ermee bedekt, terwijl zo’n vierduizend hectare op het meer ronddobberde. Op sommige plaatsen kon je over de groene mat van eiland naar eiland lopen.
Speciaal schadelijk was de Waterhyacinth bij waterwerken zoals de pompen die Kampala van drinkwater voorzien, en de waterkrachtcentrale bij Jinja in Uganda. Zulke installaties raakten gewoonweg verstopt. De waterkrachtcentrale is gelegen aan het uiteinde van een grote natuurlijke trechter waardoorheen het water uit het Victoriameer in de bovenloop van de Nijl wordt gegoten.
Deze uitloper van het Victoriameer bleek een uitstekende fuik te zijn voor waterhyacinth. Staande op de Owen Falls (oude, maar beter gekende benaming. Tegenwoordig is de naam “Nalubaale Power Station”), waar de centrale is gevestigd, keek je uit over een uitgestrekt groen veld. Het leek of de dam gemaakt was om groenvoer te verzamelen; niets wees erop dat daaronder ook nog water was. Pas aan de horizon was een streepje water te zien, maar ook dat was bevlekt met groen, van de nieuwe plakkaten Waterhyacinth die aan kwamen drijven.
Tegenmaatregelen
Het tij keert halfweg de jaren 90. Er zijn in principe drie manieren om van de hyacint af te komen.
1. Chemische bestrijding
Ongetwijfeld een effectieve manier, maar ook een die stuit op weerstanden. De meest concrete daarvan is wel dat er gif in de vis zou belanden en dat zo de visindustrie schade zou lijden. Er wordt dan ook gezocht naar snel afbreekbare herbiciden.
2. De biologische bestrijding
Het introduceren van een natuurlijke vijand van de waterhyacint is een andere methode. De reden dat een indringer in een ecosysteem kan gaan woekeren is in feite altijd het ontbreken van een natuurlijke rem op de vermenigvuldiging.
Alleen waar de waterhyacint thuishoort, in Zuid-Amerika (Argentinië om precies te zijn), bestaat een dergelijk tegenstrever.
Drie zelfs:
De snuitkevers Neochetina Eichhorniae en Neochetina Bruchi, insekten met een soort slurfje,
en een mot genaamd Sameodes albiguttalis
De kevertjes, gaan de stengels van de waterhyacint te lijf gaan en hun larven de bladeren. Deze beestjes worden in het Victoriameer geïntroduceerd. In alle drie landen rond het meer worden ze op het ogenblik gekweekt. Een driest voornemen, omdat het bestrijden van exoten met exoten meer dan eens de zaken er alleen maar erger op heeft gemaakt. Bijvoorbeeld in Australië, waar vossen, uitgezet om de konijnen te bestrijden, veel meer trek bleken te hebben in de originele Australische fauna, die het al moeilijk genoeg had door de concurrentie van de konijnen zelf.
De kever hield de waterhyacint enigszins in bedwang, maar lang niet afdoende. “In 1995 was 80 procent van de Ugandese kustlijn bedekt door de waterhyacint, terwijl zo’n vierduizend hectare op het meer ronddobberde.
Gelukkig bood de natuur eigenhandig redding. Tot grote verbazing werd ontdekt dat de oorspronkelijke vegetatie de uitheemse waterhyacint te lijf ging, in het bijzonder het zogenaamde “hippo grass”. Dat is waterriet dat doorgaans langs de kust groeit waar het water rustig is.”
“Door de grote hoeveelheden waterhyacint langs de kust wordt het water echter zo kalm dat het riet verder het meer in kan groeien. Omdat het veel stugger is dan de waterhyacint raakt deze bekneld tussen de harde stengels van dit zogeheten nijlpaardengras, waardoor de plant verzwakt raakt en de kever nog meer op kan vreten.”
3. Mechanische bestrijding
Een derde bestrijdingsmethode, en één die onmiddellijk helpt is: de planten uit het water scheppen.
Dat wordt toegepast bij Jinja in Uganda, bij de inlaat van de genoemde waterkrachtcentrale Nalubaale Power Station. Het materiaal voor deze ‘mechanische’ methode is betaald door de regeringen van Uganda en Nederland. Elk fourneerde toen twee miljoen gulden. Daarvan werden twee vaartuigen betaald die je het beste zou kunnen omschrijven als ‘waterbulldozers’. Met krachtige motoren banen ze zich een weg door de groene massa en een soort hekwerk veegt een snel aangroeiende groene plak naar een plek op de oever waar een lopende band staat opgesteld. Die sleurt de oogst het water uit, in een truck die in een ommezien vol is en wegrijdt naar een stortplaats een paar honderd meter verderop. Hoewel de ene tientonner na de andere wordt gevuld lijkt het een druppel op een gloeiende plaat. De open plek die ontstaat in het water is nauwelijks te zien en is ook veel kleiner dan de groene vlotten die in de verte alweer komen aandrijven. “De Owen Falls centrale draait inmiddels weer op volle toeren.”
En de risico’s?
“Kleven er geen risico’s aan het oprukkende riet en de vraatzuchtige kevers? Uit onderzoek blijkt dat de kevers alleen van waterhyacint leven en van niks anders. Het riet veroorzaakt echter nieuwe problemen. De karakteristieke kleine baaitjes verdwijnen. Daarnaast blijft slib en afval achter het riet hangen. Dat laatste kan heel vervelend worden, want Uganda’s hoofdstad Kampala loost bijvoorbeeld haar riolering rechtstreeks in het meer. De schade aangericht door de lozing is uiteraard erg jammer, maar niet te vergelijken met de schade die de waterhyacint heeft aangericht.
Momenteel is de hoeveelheid waterhyacint langs de kust meer dan gehalveerd vergeleken met 1995. De waterhyacint zal nooit meer uit het meer verdwijnen, maar is nu wel beheersbaar geworden.”
Bronnen voor de 4 bijdragen:
- Bullock, A. et al.: Report on LVEMP tasks 11, 16 and 17, FAO, 1995.
- Lake Victoria Rock Cichlids, -taxonomy, ecology, and distribution- , Ole Seehausen, 1996 Verduyn Cichlids
- Darwins hofvijver, Een drama in het Victoriameer; Uitgeverij Bert Bakker 2004, oorspronkelijk 1994
- Der Victoriasee-Ein unbekanntes aquaristisches Universum-, S. 6-16, Olivier Berthelot & Yves Fermon, Aquarium live, Nr. 4, August/September 1998
- Cichliden, Festschrift zum 25järigen Jubiläum der DCG, 1995, Deutsche Cichliden-Gesellschaft
- Ad Konings, Cichlid Press (USA)
- Dr. Lauren J. Chapman, Canada Research Chair in Respiratory Ecology and Aquatic Conservation
- Haplochromis.org (niet meer aanwezig)
- The Chapman Lab
- Universiteit Leiden
- Mahenge, ein Fenster zum Alttertiär Afrikas
- Herbert Blankesteijn
- Evert Nieuwenhuis
Auteur: Didier; Amazoona.be
Zie ook:
Het Victoriameer Deel 1
Het Victoriameer Deel 2: De evolutie
Het Victoriameer Deel 3: De ondergang begint