Één van de laatste Midden Amerikaanse die ik nog nooit eerder bezocht had, was Honduras. In eerste instantie was het de bedoeling om alleen naar Honduras te gaan en dit land gelijk grondig uit te kammen, maar hierbij komt meer kijken dan men in eerste instantie doet vermoeden. Vandaar dat ik dit jaar koos voor een meer globale reis om een eerste indruk te krijgen van het gehele gebied. Toch waren mijn verwachtingen van Honduras hooggespannen. In Honduras kom je namelijk een hoop extremen tegen en het land is één van de vijf landen waar de Maya’s hebben geleefd. De andere landen waar de Maya’s voorkwamen zijn Mexico, Guatemala Belize en El Salvador. Verder zijn er in Honduras sporen gevonden van andere culturen, waaronder de Lenca’s die heden ten dage in het gebied rondom Santa Rosa de Copan voorkomen.
Ik heb me in het verleden erg veel verdiept in de Midden Amerikaanse culturen en ook in deze culturen werd vis gebruikt voor consumptie. Van de Maya’s is bekend dat ze voor ieder dier wel een symbolische betekenis hadden. De vraag is dus, welke betekenis of rol speelde de cichliden hierbij? De vele soorten die in Honduras voorkomen hebben zich stuk voor stuk aangepast aan hun omgeving. Om maar even een paar soorten te noemen: Amphilophus longimanus, Amphilophus robertsoni, Cichlasoma urophthalmus, Cryptoheros spilurus, Herotilapia multispinosa, Parachromis motaguensis, Chuco microphthalmus en Thorichthys aureus.
Honduras is onder te verdelen in een aantal zones, ruwweg kent het land een hoog- en een laagland. De contrasten in het laagland zijn verreweg het grootste doordat er zowel zeer droge als zeer natte (moerasrijke) gebieden bestaan. Het noorden en westen van Honduras wordt omringd door de Caribische zee, waarin een hoop grote rivieren uitmonden. In het zuidwesten vinden een hoop rivieren hun weg in de richting van de Stille of Grote Oceaan. Verder grenst Honduras in het noordwesten aan Guatemala, in het zuidwesten aan El Salvador en in het zuiden aan Nicaragua.
Toerisme is ook in Honduras nog niet zo sterk ontwikkeld behalve in het gebied rondom de Maya ruines van Copan en de ‘Bay Islands’, Roatan en Utila in de Caribische Zee. Een groot probleem waar Honduras de laatste jaren mee kampt, is de enorme toegenomen criminaliteit. In de hoofdstad Tegucigalpa waar ik als eerste naartoe ging is het de gewoonste zaak van de wereld om een wapen op zak te hebben. Bij iedere winkel en hotel staat er beveiliging voor de deur voorzien van een shotgun. Desondanks heb ik hier geen onaangename situaties meegemaakt en voelde ik me volkomen veilig.
De Hooglanden van Honduras
De hoofdstad van Honduras, Tegucigalpa, is niet de beste en zeker niet veiligste plek in het land om op zoek te gaan naar cichliden. Tegucigalpa is gelegen op ruim 1000 meter hoogte in het gebergte ‘Montana Hiebabuena’. Er loopt er een grote rivier, de Rio Grande O Choluteca, door het centrum van de stad, maar helaas wordt deze rivier gebruikt als een openbaar riool. Hierdoor is het er behoorlijk smerig. Ik had echter eens gelezen dat Amphilophus longimanus op deze plaats voor zou komen, dus moest ik toch even een kijkje gaan nemen. Dat deze soort bijzonder sterk is, heb ik zelf tijdens de verzorging meegemaakt. Ik had echter nooit durven dromen dat de longimanus werkelijk op deze plaats voorkomt. Deze vis heeft een enorme sterk aanpassingsvermogen waardoor het verspreidingsgebied ook bijzonder groot is. De longimanus kan van Zuid-Guatemala tot aan Costa Rica in veel uiteenlopende biotopen worden aangetroffen. Ook is deze soort in staat om op lagere temperaturen goed te gedijen, waardoor deze soort ook in hoger gelegen delen voor kan komen. Ik heb in Tegucigalpa gezien dat een colablikje of een plasticzak al als veilige haven kan dienen voor deze soort. Het is niet vreemd dat de exemplaren die hier voorkwamen niet bijzonder mooi gekleurd zijn, zoals de exemplaren uit de kratermeren van Nicaragua. Ook zijn deze exemplaren een stuk kleiner, namelijk zo’n 12 tot 14 cm in plaats van de gebruikelijke 16 tot 20 cm.
Het gebied rondom de hoofdstad heeft de typische kenmerken van Midden Amerikaanse hooglanden. Hoge bergen met mengelmoes van dennenwoud en jungle. Het bekendste voorbeeld hiervan is het nationale park ‘La Tigra’ in het gebergte ‘Montana Hiebabuena’. In dit park ontstaan op een hoogte van 2200 meter rivieren, zoals de Rio Grande O Choluteca. Ook hier spreekt men over hetzelfde nevelwoud dat ik eerder al in Panama en Costa Rica tegenkwam, maar ieder woud heeft toch weer zijn eigen kenmerken. Het voornaamste kenmerk van dit woud is toch wel de enorme dichtheid van planten, terwijl je hier weer minder vogels en zoogdieren tegenkomt. De bodem is kleiachtig en bevat veel plantenrestanten. Dit vind je weer terug aan de kleur van het water in de beekjes, want dit zijn voornamelijk heldere, bruine, gemiddeld snelstromende beekjes. Een groot deel van deze beekjes smelten samen om verder te stromen als een rivier. Ook hier ben ik op zoek gegaan naar de longimanus, maar helaas heb ik ze hier niet aangetroffen. Wellicht ligt dit park net boven de hoogtegrens voor deze soort.
Lago de Yojoa
Vanuit Tegucigalpa vervolgde ik mijn weg naar het noorden in de richting van het Lago de Yojoa in het ‘Montana de los Embudos’-gebergte. Dit meer is een uitstekend voorbeeld van het ingrijpen van de mens op een ecosysteem, vandaar dat ik het ook zo graag wilde bezoeken. In dit meer, dat gelegen is op een hoogte van ongeveer 1700 meter, zaten ooit diverse soorten cichliden die elders niet worden aangetroffen.
De ligging van het meer is gewoonweg idyllisch te noemen en dat wisten de kenners onder de Amerikaanse en Europese sportvissers. In korte tijd hebben ze grote hoeveelheden vis weggevangen en al dit moois vernield. Tot overmaat van ramp hebben ze de ‘Black Bass’ (Micropterus salmoides) in dit meer geïntroduceerd om de sportvisserij aantrekkelijker te maken. Deze roofzuchtige baarsachtige heeft ervoor gezorgd dat een hoop soorten uit het Lago de Yojoa zijn verdwenen. Enkel nog soorten, zoals “Cichlasoma” urophthalmus, Cryptotheros spilurus en de onlangs ontdekte Cryptotheros sp. Honduran red fin komen in dit meer voor. Gelukkig heeft men de 350 soorten vogels in dit gebied vrijwel wel met rust gelaten.
Het meer is niet zo heel erg groot en heeft aan de noord- en oostzijde zeer geleidelijk aflopende oevers. Aan deze zijden tref je op veel plaatsen grote rietkragen in het water aan, waartussen de baarzen zich verschuilen. Aan de zuid- en westzijde vormen de bergen van het ‘Montana de los Embudos-gebergte’ de oevers van het meer. Hier is het ‘Parque Nacional Santa Barbara’ gelegen en dit is één van de laatste plaatsen waar de Quetzal nog voorkomt. Deze vogel was bij de Maya’s erg geliefd vanwege zijn mooie veren die ze gebruikte in hun grootse hoofdtooien. De bodemgesteldheid aan de noord- en oostzijde is klei en modder, terwijl aan de zuid- en westzijde juist een steenachtige bodem wordt aangetroffen. Ik heb alleen de vissen die voorkomen op de klei- en modderlagen kunnen bewonderen, maar waarschijnlijk zullen er aan de minder toegankelijke andere zijden van het meer wellicht nog andere soorten voorkomen. Misschien is een enkel exemplaar de dans van de sportvissers en de Black-Bass ontsprongen en heeft het nog overleefd. Tijdens mijn bezoek aan de plaatsjes rond Lago de Yojoa kwam ik diverse malen vissers tegen die met trossen vis liepen te sjouwen. Naast de enorme Cichlasoma uropthalmus zaten hier ook Tilapia’s en Black Bass tussen.
Het noorden
Het noorden van Honduras is voor een groot deel een agrarisch gebied, waar suikerriet, tabak, bananen en andere tropische vruchten worden verbouwd. De dalen van het onherbergzame landschap hebben een kleiachtige grond die zich uitstekend leent voor de teelt. Het sediment dat vanuit het hoogland door de rivieren is aangevoerd, heeft zich in de loop der jaren afgezet, waardoor deze vruchtbare grond is ontstaan. Ook de vulkanische activiteit heeft hieraan voor een groot deel zijn steentje bijgedragen. Er worden talrijke natuurreservaten in dit gebied aangetroffen, waaronder het ‘Pico Bonito national park’ en het ‘Cuero y Salado national park’.
Een soort die in Nederland nog niet gehouden wordt is de Theraps wesseli. Deze soort, die is vernoemd naar zijn ontdekker, behoort tot de reophiele soorten en dat wil zeggen dat men ze aantreft in snelstromend water. De wesseli wordt in drie rivieren (Rio Juhapa, Rio Belleaire en de Rio Hauron) in het stroomgebied van de Rio Papaloteca aangetroffen. De andere species die behoren tot de familie Theraps (irrigularis, lentiginosus en coeruleus) worden hoofdzakelijk in Mexico en Guatemala gevonden. De wesseli komt hier voor tezamen met Cryptoheros spilurus (cutteri) en Amphilophus robertsoni.
Het snelstromende water van de Rio Papaloteca baant zich vanuit het hoogland een weg door een schitterend landschap. Er is bij deze rivier nauwelijks te spreken over een bodem, doordat de rivier overvol met rolkeien zit. Nadat een flinke berg met stenen is verwijderd, tref je pas een fijne zand-/grindbodem aan. Voor de jonge vis is het een ideale schuilgelegenheid om tussen de rolkeien in te verstoppen, zodat ze niet ten prooi vallen aan hun belagers. De overlevingskans van de jonge vissen neemt hierdoor aanzienlijk toe. Toch is deze soort niet bekend vanwege zijn grote aantallen. Het heeft zelfs tot 1991 geduurd voordat deze soort is ontdekt. Mede hiervan is het zeer kleine verspreidingsgebied van de wesseli de oorzaak. De andere cichlidensoorten houden zich op, in tegenstelling tot de wesseli, in de meer rustig stromende delen van het water.
Het noordoosten van Honduras wordt ook wel de Mosquitokust genoemd. Dit immense en ontoegankelijke gebied, dat zich uitstrekt langs de Atlantische kust naar Nicaragua is zeer dun bevolkt en wordt nog nauwelijks bezocht. De naam Mosquitokust is geen verwijzing naar talloze muskieten die in dit gebied heer en meester zijn. Eén van de hier gelegen rivierstelsels is de Rio Patuca, waarin een aantal soorten uit het geslacht Parachromis voorkomen. Er zullen hier nog talloze andere soorten voorkomen die wellicht nog niet beschreven zijn.
Rio Amarillo
Na een paar dagen relaxen op het eiland Roatan voor de kust van Honduras vervolgde ik mijn zoektocht richting het westen van Honduras. Het westen van Honduras is voor het grootste deel hoogland. In dit deel van Honduras is de hoogste berg van het land, de Celaque, gelegen. In het natuurgebied dat op de hellingen van deze reus van 2849 meter ligt, ontspringen maar liefst elf rivieren. Het westen van Honduras dat eeuwen geleden nog bewoond werd door de Maya’s en Lenca’s staat heden ten dage bekend om de uitstekende tabaksplantages en de oude tempelcomplexen. Hoe verder je richting de Caribische zee reist, kom je meer in een overgangsgebied tussen het hoog- en het laagland terecht. Dit overgangsgebied (‘Sierra Gallinero’) kent geen bijzonder hoge bergen, maar juist meer een heuvellandschap, waartussen riviertjes hun weg vervolgen. De weelderig, met jungle en nevelwoud begroeide heuvels geven het gehele gebied een sprookjesachtige sfeer. Juist door dit heuvellandschap hebben de meeste rivieren een behoorlijk sterke stroming.
Het relatief lage gebergte van de ‘Sierre Gallinero’ heeft als belangrijkste rivier de Rio Amarillo. In het gebergte ontstaan kleine stroompjes die uiteindelijk in het dal samenvloeien en de Rio Amarillo vormen. Deze rivier is op zijn beurt weer een toevoerrivier van de machtige Rio Motagua in Guatemala. Ik bezocht de rivier en een aantal van deze toevoerriviertjes bij het plaatsje ‘Copan Ruinas’. Het is opvallend dat juist de toevoerriviertjes erg helder zijn en een relatief lage stroomsnelheid kennen, terwijl de Rio Amarillo zelf een snelstromende en niet heldere rivier is. In de toevoerriviertjes kom je behalve de Hoogland tandkapers (Poeciliopsis gracilis), die hier uitzonderlijk groot worden, geen cichliden tegen. In de Rio Amarillo kom je wel weer mooie cichliden tegen, waarvan ik de Chuco microphthalmus één van de mooiste exemplaren vind. Twee andere bekende bewoners van deze rivier zijn de Thorichthys aureus en Parachromis motaguensis.
De Chuco microphthalmus heeft zich uitermate goed aangepast aan de leefomstandigheden van het snelstromende water. Deze schitterend blauwgoud gekleurde vis schiet pijlsnel door het water tegen de stroming in. Indien iemand deze soort wilt gaan houden, moet hier natuurlijk in het aquarium rekening mee worden gehouden. Helaas werd ik op mijn zoektocht naar deze soort verrast door de enorme stroomsnelheid van het water. Helaas moest ik mijzelf behelpen met een schepnet, dus werd het een onmogelijke klus om deze vissoort te vangen. Ik had geen werpnet bij me om op deze manier een poging te wagen, maar bij mijn volgende bezoek, zal ik hiermee zeker rekening houden. Gelukkig heb ik vanaf een brug het schouwspel van de microphthalmus kunnen aanschouwen. Enkele exemplaren hielden zich namelijk op tussen een groot stuk hout en een zandbank in het midden van de rivier waar de stroomsnelheid het hoogste is.
De Rio Amarillo is een rivier waarvan de oevers redelijk goed toegankelijk zijn. Verwacht niet dat je met schone schoenen weer teruggaat, want je zakt soms wel redelijk in de modder weg. Aan weerszijden van de rivier loopt het zeer geleidelijk af waardoor de totale breedte, die de rivier omvat, behoorlijk groot is.
In de droge periode zijn in de drooggevallen delen een aantal poelen ontstaan, waarin het wemelt van de levendbarende tandkarpers. De afmetingen van de tandkarpers in de “warmere’ poelen zijn groter dan de tandkarpers die in de rivier zelf voorkomen. Tijdens het regenseizoen zullen de drooggevallen, modderige delen onderwater staan. Als je de drooggevallen delen niet meerekent heeft de rivier een breedte van ongeveer 15 tot 20 meter. Op het diepste punt is de rivier in het droge seizoen hooguit 1.00 tot 1.50 meter. Het droge seizoen is door de beperktere afmetingen van de rivier de beste periode om (jonge) vis te vangen.
Afhankelijk van de plaats waar je de rivier bekijkt kom je langs de oevers een aantal verschillende soorten vegetatie tegen. Rietkragen vormen vrijwel de grootste concentratie aan planten bij de langzaam stromende delen. In de moeraszones tref je een bij mij niet bekende Echinodorus-soort aan die doorgaans boven het water uitkomt. De Rio Amarillo stroomt ook langs landbouwgebieden en bij deze plaatsen lopen de graslanden vrijwel geheel door tot in het water. Op de meeste plaatsen langs de rivier kom je eerst een stuk met modder en zand tegen en daarna deze begroeiing. In de delen waar minder mensen wonen stroomt de Rio Amarillo door een gebied met een subtropische vegetatie.
Rivieren en de lokale bevolking
Een fenomeen dat ik in alle Midden- en Zuid-Amerikaanse landen ben tegengekomen is de interactie tussen mens en rivier. Voor de lokale bevolking vormt een rivier een belangrijke levensbehoefte, want naast de functie van visleverancier heeft de rivier ook nog een hygiënische en transportfunctie. De meeste dorpjes zijn dan ook altijd nabij een rivier of een meer gelegen. Vaak tref je mensen badend in het water aan of zie je vrouwen de was doen in het water met behulp van grote stenen langs de oever. Hiervoor wordt de ene keer een (chemisch) wasmiddel gebruikt en de andere keer is men bezig met een zelfgemaakt prutje van waarschijnlijk een aantal planten of kruiden. Er is dus altijd leven in, langs of op het water. Voor de visstand kan dit een belastende factor zijn en dan in het bijzonder voor de meer gevoelige soorten. Wat dit in de loop van de tijd heeft gedaan met bepaalde soorten is voor mij onduidelijk. Het lijkt me erg interessant om hier eens onderzoek naar te doen door een rivier langere tijd te bestuderen om te zien wat de invloed is van dit soort activiteiten. Wellicht zullen er ook soorten zijn die voordeel halen uit de activiteiten die de mensen ontplooien. Tijdens mijn bezoek aan de Rio Amarillo was het badtijd voor de lokale bevolking. Het was een bijzonder schouwspel om te zien dat complete gezinnen bezig waren met hun badritueel.
Tot slot over Honduras
Honduras is een heel erg mooi en afwisselend land, waarin nog een hoop te ontdekken valt. Het gebied dat ik heb bezocht, is van buitengewone schoonheid en is goed bereisbaar. Dat valt niet te zeggen over de Mosquito-kust dat in het oosten van Honduras is gelegen. Dit gebied staat bekent om zijn ontoegankelijkheid. Hoewel in Honduras niet zo’n grote diversiteit en dichtheid aan cichliden wordt gevonden als in Mexico, is het zeker de moeite waard om dit land te bezoeken. Honduras voor mij in ieder geval voor 2004 – 2005 weer op het programma om nogmaals (beter voorbereid) te bezoeken. Hoewel ik zelf niet alle cichliden soorten heb gevangen en/of heb kunnen fotograferen, hoop ik dat ik een aardig beeld heb kunnen schetsen van de soorten en hun leefomgeving uit dit fantastische land. Honduras is één van de landen waarvan ik weet dat ik hier zeker terug zal komen om mijn zoektocht verder te zetten naar al het moois dat zich hier onderwater bevind.
Tekst en foto’s © S.R.J. Wassenaar