Gelegen tussen Malawi, Mozambique en Tanzania is het Malawi Meer het derde grootste meer van Afrika. Het meer is ongeveer 600 kilometer lang, op sommige plaatsen 80 kilometer wijd en beslaat ongeveer 31.000 vierkante kilometer. Met een diepte tot wel 700 meter, is het Malawi Meer niet alleen het negende grootste meer ter wereld maar ook op 3 na het diepst. Men neemt ook aan dat het een van de oudste meren ter wereld is. Hoewel de experts nog niet met een exacte datum zijn gekomen hebben de meest recente onderzoeken een ouderdom vastgesteld van 3 tot 20 miljoen jaar oud.
Door de jaren heen is de waterspiegel van het Malawi Meer continu aan het stijgen en dalen geweest. Er zijn bewijzen gevonden dat 25.000 jaar geleden de waterspiegel van het meer een volle 400 meter lager stond dan hij nu staat. Het meer heeft in die periode ook 40 meter sediment vergaart. Men neemt aan dat het sediment op de bodem van het meer, meer dan vier kilometer diep is. Deze dikke laag sediment is de reden dat onderzoekers denken dat het meer zo oud is. De waterspiegel bereikte zijn hoogste punt in Augustus 1980, en sindsdien is de waterspiegel een paar meter gedaald, alhoewel het meer nu weer wat stijgt.
Het is deze continue verandering die het Malawi Meer zijn meest interessante onderdeel heeft gegeven, de biomassa van het meer. De wateren van Malawi hebben het ontstaan van de grootste diversiteit aan vissen mogelijk gemaakt die ooit in een massa water zijn gevonden. Het Malawi Meer bevat bijna 1.000 vissoorten, meer dan in Europa en Noord Amerika bij elkaar. Onder deze vissen vinden we: Algeneters, killies, een naar de oceaan zwemmende aal, kleine aaltjes, maar de meest in het oog springende vissen van het Malawi Meer zijn toch wel de Cichliden.
Cichliden
De familie van cichliden uit het Malawi Meer heeft zo’n 1.500 variaties gezien in de laatste 10 miljoen jaar, allen gerelateerd aan een enkele gezamenlijke voorouder. Binnen de laatste 2 miljoen jaar heeft het Malawi Meer, meer dan 700 soorten zien ontstaan. Ad Konings heeft aangegeven dat er nu zo’n 850 of meer bekende soorten zijn gevonden, met nog zo’n 250 – 300 wachtend op ontdekking. Dit verbazingwekkende aantal soorten heeft het Malawi Meer zijn bijnaam gegeven van “Darwin’s Speelterrein”, maar wat is de oorzaak van de hoge snelheid van ontwikkeling van zo veel soorten?
Van de vele krachten die de evolutie van de cichliden uit het Malawi Meer hebben beïnvloed, zijn de strijd om voedsel en geografische isolatie, het belangrijkst geweest. In de constante zoektocht naar voedsel zijn de Cichliden in het Malawi Meer geëvolueerd naar een paar opzienbarende manieren van voeden. Variërend van gespecialiseerde tanden en camouflage tot extravagante manieren van jagen, de Cichliden uit het meer hebben hiermee manieren gevonden die overeenkomen met die van zeewater vissen.
Mbuna
De intense strijd om het voedsel heeft er voor gezorgd dat de cichliden uit het meer erg gespecialiseerd zijn geraakt in de manieren waarop ze eten. Sommige van de rotsbewoners, de Mbuna genaamd, hebben brede, kam achtige tanden ontwikkeld die ze gebruiken om de algen uit te kammen die op de rotsen groeien. Deze Mbuna’s zijn niet specifiek uit op de algen, maar kammen de algen uit op zoek naar micro organismen. Een soort genaamd Labeotropheus is zelfs een stap verder gegaan en heeft een onderstandige bek en neus ontwikkeld die hij gebruikt om algen van de rotsen te trekken. Een andere Mbuna, de Cynotilapia, heeft meer conisch gevormde tanden ontwikkeld om hiermee vrij zwemmende plankton uit de water kolom te halen.
Haplochromines / Utaka
De grotere Haplochromines doen niet onder voor de Mbuna en hebben ook wat speciale manieren ontwikkeld om zichzelf in stand te houden. Een groep informeel genoemd de Rubberlippen of Diklippen hebben dikke, vlezige lippen ontwikkeld. Deze cichliden zoals de Chilotilapia euchilis of Protomelas sp. Mbenji Thick Lip dukken hun verdikte lippen tegen scheuren en kieren in de rotsen. De lippen verzegelen het gebied van aandacht. Hiermee kan de vis met hun mond een vacuüm kunnen maken en de inwoners naar buiten zuigen. Andere vissen zoals Chilotilapia rhoadesii en Trematocranus placodon hebben een manier gevonden om zich te voeden met slakken. De Rhoadesii kraakt simpelweg de kleinere schelpen of zuigt de inwoners rechtstreeks uit de grotere.
Een andere vis, Genyochromis mento, doet cichliden van een ander geslacht na, de Oreochromis. Door de Oreochromis voor de gek te houden kan de Gynochromis dichtbij genoeg komen om de Oreochromis te bijten en er vandoor te gaan met een bek vol schubben die het opeet.
Er zijn zelfs een paar vissen die hebben geleerd om een van de belangrijkste kenmerken voor het overleven van Malawi cichliden uit te buiten….alle Malawi cichliden zijn maternale muilbroeders. Dat betekend dat een vrouwelijke cichlide haar eieren en jongen in haar muil houdt terwijl de eieren zich ontwikkelen. Ze spuugt ze pas uit nadat ze vrij kunnen zwemmen. Vissen zoals de Caprichromis orthognathus hebben geleerd om volledig gebruik te maken van de vrouwen met hun muil vol eieren. Deze “baby-eters” rammen de broedende vrouw van de zijkant of van achteren waardoor ze een deel van haar jongen moet loslaten. De kleine jonge Malawi cichliden worden dan een makkelijk maaltje.
Camouflage
Het gebruik van camouflage is het best vertegenwoordigd bij piscivore (visetende) cichliden. Bijvoorbeeld Dimidiochromis compressiceps heeft een zijdelings samengedrukt lichaam, een donkere streep die over zijn rug loopt. De compressiceps maakt hiervan gebruik bij het jagen tussen rietstengels. Met zijn kop naar beneden lijkt hij zelf op een rietstengel.
Het meest fascinerende voedingsritueel en gebruik van camouflage is echter die van de Nimbochromis livingstonii. De livingstonii heeft een gevlekt kleuren patroon wat bestaat uit bruine en witte vlekken. Mannen die zich klaarmaken om te paren krijgen een blauwe kleur bovenop dit gevlekte patroon. Tijdens voedertijd kleurt hij naar zijn bruin en witte kleur (Malawi cichliden hebben zich ge-evolueert tot een punt waarop ze tot op zeker hoogt hun kleur kunnen aanpassen). Ze gaan bewegingsloos op het substraat op hun zij liggen. Kleinere vissen zien de livingstonii en denken dat het een dode vis is. Ze sluipen dichterbij en proberen een makkelijk maaltje te krijgen. Het is echter de Nimbochromis livingstonii die een makkelijk maaltje krijgt. Zodra de nietsvermoedende prooi dichterbij komt, slaat de livingstonii toe.
Orange Blotched
Camouflage wordt ook in een andere vorm gevonden in het Malawimeer. Dit staat bekend als Orange Blotched of O.B. (oranje gevlekt). Dit kleurenpatroon wordt in het wild alleen gevonden bij Mbuna. Het O.B. patroon bestaat uit een oranje lichaam met daarop zwarte of bruine vlekken. Vrouwen tonen deze kleuring veel vaker dan mannen. Er bestaat echter nog steeds een hele kleine kans dat je een O.B. man in het wild tegenkomt. Deze O.B. mannen, in de aquarium beter bekend als “Marmalade Cats” zijn erg aantrekkelijk en graag gewild.
Er bestaat ook een variant die de vlekken mist. Dit staat eenvoudig bekend als Orange of O. morph. Je kunt je moeilijk voorstellen dat deze manier van camouflage erg effectief zou zijn maar in de ondiepe delen van het meer, zorgt het onregelmatige, gebroken patroon ervoor dat de vissen vanuit de lucht heel moeilijk te zien zijn. Dit geeft ze een veel betere kans om niet door vogels gespot te worden die tussen de rotsen jagen op vis op zoek naar een lekkere cichlide.
Genetische isolatie
Er wordt aangenomen dat de genetische isolatie van de meren de reden is van de versnelde ontwikkeling van variatie van verschijningsvormen binnen de Malawi cichliden. De riffen zijn vaak van elkaar gescheiden door grote stukken open water. Dit maakt het voor vissen lastig om naar een ander rif te komen of terug te gaan naar het oude. Dit gecombineerd met een sterke concurrentie om voedsel betekend dat het relatief veilige rif verlaten, je ten prooi kan vallen aan meervallen zoals de Bathyclarias ilesi of andere grotere open water cichlides zoals de Rhamphochromis. Het feit dat de meeste cichliden vaak niet ver bij het rif vandaan komen waar ze zijn geboren, isoleert de genen pool voor deze specifieke soort. Hierdoor kunnen kleine veranderingen in de genen succesvol worden doorgegeven aan toekomstige generaties.
De verschillen tussen de soorten en het gedrag heeft de laatste paar honderd jaar de ichtyologen gefascineerd. De cichliden uit het Malawimeer staan bekend als de meest kleurrijke zoetwater vissen op de planeet. Combineer dit met het feit dat ze makkelijk zijn te kweken en het is wel duidelijk waarom ze zijn uitgegroeid toe een aanzienlijk onderdeel van de aquarium handel.
Eerste publicatie: Augustus 2005 Underwater, Iowa Aquarium SocietyBron: Aquarticles.com (Niet meer beschikbaar)
Referenties:
1. Konings, Ad. (2001)Malawi Cichlids in their Natural Habitat 3rd Ed. Cichlid Press. El Paso, Texas
2. Dive Wild (2005) www.divewild.com
3. World Wildlife Federation. (2005) www.panda.org