Ik verkreeg mijn eerste Hypancistrus zebra al jaren geleden. Het was een prachtige man die ik Caesar noemde vanwege zijn keizerlijke uiterlijk; ik herinner me dat ik ’s nachts voor de bak zat om hem te bewonderen. Ik wordt nog steeds aangetrokken door de eenvoud en harmonie van het patroon van de Hypancistrus zebra; ik vindt ze beslist een der mooiste soorten. Voor mij zijn het de juweeltjes der natuur.
Caesar kreeg al snel gezelschap van een groep andere wildvang soortgenoten; na verloop van tijd verkreeg ik zo een aanzienlijke kolonie, bestaand uit F0 en F1 vissen van verschillende herkomst. Samen met een groot aantal andere hobbyisten heb ik vernomen dat dit een super gevoelige vis is, moeilijk te houden en moeilijk om te kweken. Hierna zal ik beschrijven hoe ik mijn vissen heb gehouden en gekweekt. Onderwijl zal ik aanduiden waar mijn ervaringen verschillen met wat algemeen geaccepteerd is.
Aquarium Opstelling en Inrichting
Het wordt doorgaans aanbevolen om Hypancistrus zebra in een goed beluchte bak te houden, met snel stromend, zacht en enigszins zuur water, en gedempt licht. Deze vis wordt beschouwd als onvoldoende voedsel concurrerend, zodat de hobbyist zorgvuldig dient te zijn als het aankomt op het selecteren van medebewoners. Bovendien dient de bak voorzien te zijn van veel rotsen, holen en hout zodat de vissen zich erin of eronder kunnen verschuilen.
Ik was al een tijdje op zoek naar Hypancistrus zebra maar zelfs voor het exportverbod in januari 2005 waren ze al niet in overvloed verkrijgbaar in de lokale aquariumwinkels. Toen ik Caesar vond (die toentertijd 4 centimeter totale lengte mat) verzorgde ik hem als een zeldzaamheid. Hij kreeg zijn eigen 40 liter bak. Ik besteedde uren en uren met het aanpassen van mijn leidingwater om het passend te maken voor zijn kennelijke behoeften en eindigde ermee dat ik meer tijd kwijt was aan hem te verzorgen dan van hem te genieten. Zijn verschijningen waren sporadisch en zijn groeitempo suïcidaal traag.
Achteraf beschouwen is iets geweldigs. Ik snap nu wel waarom mijn vis niet tevoorschijn kwam en waarom hij zo prikkelbaar en verstoord was elke keer dat ik hem zag. Ik was veel te veel aan het rommelen in zijn bak, ervoor zorg dragend dat het grind perfect schoon was, dat het water sparkelend schoon was, enzovoorts. De vis leefde in een kunstmatige omgeving waar hij ook nog voortdurend verstoord werd.
Het kwam zo uit dat ik deze bak nodig had om een van mijn andere vissen te isoleren, dus Caesar kwam terecht in een 450 liter bak met pleco’s. De meest opmerkelijke verschillen tussen deze bak en die waar hij uit vandaan kwam waren de volgende:
- De pH was hoger: 7,6
- De temperatuur was lager: 27°C
- De doorstroming was minder (2-3 keer per uur)
- Het water was harder (gemiddelde hardheid)
- De bak was volledig verlicht, hoewel er wel holen, rotsen en hout aanwezig waren voor de vissen om te schuilen
- De bak werd ook nog bewoond door andere vissen, waarvan sommige behoorlijk snelle eters en tamelijk agressieve soorten. Hieronder waren Panaques spp., mijn gibbiceps, Leporacanthicus, wat jonge L25s enzovoorts.
Caesar paste zich uitstekend aan. Aanvankelijk zocht hij beschutting onder een vlak stuk steen en ik zag hem een tijdje niet. De eerstvolgende keer dat ik hem zag kon ik mijn ogen niet geloven; hij was verdubbeld in omvang en flaneerde zelfverzekerd, in het volle zicht, onderwijl de L264s opzij duwend om bij het voedsel te komen!
Gebaseerd op deze ervaring, in de loop der tijd nog herhaald met andere Hypancistrus zebra’s, zou ik aan hobbyisten die deze soort willen houden, of reeds houden, voorstellen zich af te vragen in hoeverre:
- snel stromend water absoluut nodig is voor de vis? Een sterke stroming dwingt de vis tot het verbruiken van veel meer energie om zich te bewegen, en werkt op die manier de toename van lichaamsmassa tegen. Snelstromend water is doorgaans veel beter voorzien van zuurstof, maar wanneer een hoog zuurstofgehalte van belang is, kan dat ook worden bereikt via een hele serie andere methoden (overlopen, sterker beluchten, venturi enzovoorts). Ik zou willen stellen dat een wateromloop van vijf keer per uur voldoende is om ervoor te zorgen dat de vis floreert.
- Hypancistrus zebra’s schuwe, niet voldoende strijdige eters zijn? Mijn persoonlijke ervaringen zijn dat de meeste van mijn vissen enorm strijdvaardig en concurrerend zijn wanneer het op voedsel of vechten aankomt, zelfs tegen veel grotere medebewoners (zie foto hieronder).
- Hypancistrus zebra inderdaad een grotere behoefte heeft aan schoon water dan elke andere vis? Ik zou minstens 10 andere soorten kunnen noemen waaronder L260 (Queen Arabesque) en L264s die naar mijn ervaring veel gevoeliger zijn voor watercondities dan Hypancistrus zebra. In het algemeen zou ik niet aanraden om welke vis dan ook in ongeschikt water te houden. Schoon water is een vereiste voor alle vissen, niet slechts een voorrecht voor een paar.
- Hypancistrus zebra een voorkeur voor gedempt licht hebben. Mijn ervaring wijzen uit dat de vissen zich prima aanpassen naar alle lichtomstandigheden. De vis zal zich aanvankelijk beter voelen onder gedempt licht, maar zal zich snel genoeg aanpassen aan heldere verlichting. Echter, ze zullen niet afzetten als er licht in hun hol valt of wanneer de ingang direct van boven wordt beschenen. Vissen die een aanzienlijke tijd onder gedempt licht hebben geleefd zullen langer nodig hebben om te wennen aan sterkere verlichting, maar dat is ook te verwachten. Er dient opgemerkt te worden dat ik met gedempt licht doel op “maanlicht” en andere zwakke lichtbronnen. Zelf gebruik ik reguliere aquariumlampen (helder wit) en zorg ervoor dat er een flink aantal planten met grote bladeren is om voor de nodige schaduwen te zorgen.
- de vissen het beter doen in zacht, zuur water. Deze vereiste is hoofdzakelijk gebaseerd op de gemelde omstandigheden van het biotoop van de vissen en als zodanig is dat onderwerp voor een aparte discussie. In gevangenschap blijkt Hypancistrus zebra goed te groeien en af te zetten in neutraal en alkalisch water. Onze ervaring is dat de vissen sneller groeien in neutraal of licht alkalisch water. Het zachte, zure water van Manchester zorgde voor tragere groei bij verschillende groepen jongen terwijl jongen uit dezelfde groepen die mee werden genomen naar Athene door George J. Reclos en werden grootgebracht in gemiddeld hard, neutraal water, een aanzienlijk betere groei te zien gaven (temperatuur en voedsel waren hetzelfde in beide gevallen).
- de vissen hoge temperaturen nodig hebben om zich goed te voelen. Verschillende hobbyisten houden de vissen in verschillende temperaturen, variërend van 27º tot 33º Celsius. Zoals met alle vissen, zal een hogere temperatuur zorgen voor een snellere spijsvertering. Ik hou de vissen in 27º water in de wintermaanden en 29º in de zomermaanden.
Ik heb al aangegeven dat in mijn ervaring Hypancistrus zebra’s nooit problemen hadden wanneer ze hun bak moesten delen met grotere Loricariids. Aangaande dit onderwerp is de interactie tussen Sassy, een jonge F0 vrouw, en Rudy, een jonge F0 L25 man, tamelijk interessant. De twee vissen werden tamelijk “hecht” en werden na een tijdje altijd samen gezien in de 1200 liter bak. Gedurende het voeren ging Rudy naar Sassy’s kant van de bak terwijl zij uit haar schuilplaats kwam en naast hem, in het open middengedeelte van de bak ging eten. Terwijl zij at stond Rudy over haar heen, rustend op de toppen van zijn vinnen, haar beschermend tegen andere vissen terwijl zij vrijelijk onder hem heen en weer bewoog om de verschillende stukjes voedsel op te pikken. Wanneer ze klaar was met eten bracht Rudy haar terug naar haar schuilplek. In het zeldzame geval dat ik de bak overhoop moest halen om schoon te maken of de indeling ietwat te veranderen vluchtte Sassy altijd naar Rudy om onder hem te schuilen.
Toen mijn zebra speciaalaquarium klaar was heb ik overwogen om Sassy bij Rudy te laten. Maar om verschillende redenen besloot ik uiteindelijk om ook haar naar de zebrakolonie te verplaatsen. Vanaf het moment dat ze in de zebrabak kwam verschool Sassy zich onder een stuk hout en ik heb haar er niet onderuit zien komen, zelfs niet toen ik het hout uit de bak moest halen om jongen te verzamelen. Voor mij is hier duidelijk lering uit te trekken; weet zoveel mogelijk over je vissen, maar doe geen aannamen en ga niet uit van algemeenheden. Elke vis is een individueel en dient als zodanig te worden behandelt. Algemeenheden over verschillende geslachten en soorten zijn waardevol in zoverre dat ze ons een indicatie geven van wat wel en wat niet werkt, in dat geval, met een vissoort in het verleden. Maar in die zin sluiten algemeenheden andere mogelijkheden niet uit. Ik verkies om het gedrag van mijn vissen zorgvuldig gade te slaan in een bepaalde omgeving en ze te voorzien van wat ze als individuen het beste uitkomt.
Het is aannemelijker dat de vissen zullen vechten met soortgenoten dan met andere vissen. Dus, wanneer ze gehouden worden in een speciaalaquarium, is het belangrijk om te zorgen voor voldoende rotsen, stukken hout en holen waarin ze zich kunnen verstoppen. Zorg er ook voor dat de territoria gescheiden zijn van elkaar door gebruik te maken van hout en stenen – als aanvulling op fysieke afstand. De holen moeten naar de stroomrichting gericht staan, zodanig dat het water langs de ingang van het hol stroomt zonder er naar binnen te gaan. Dit zorgt ervoor dat de holen schoon blijven van vuil doordat het vacuümeffect stukjes vuil, zand, slakken enz. eruit trekt. Zoals met alle pleco’s houden zebra’s van krap passende openingen en spleten, hoewel ze grotere openingen zullen gebruiken als er niks anders voorhanden is.
Ik heb de vissen gehouden in bakken met ronde kiezels (als substraat); in mijn huidige opstelling gebruik ik fijne aquariumkiezel (kwarts). George heeft zijn jonkies in bakken gehouden met gewoon strandzand. De vissen deden het goed in alle bakken, maar toch zou ik willen aanraden om met een fijne aquariumkiezelbodem te werken, gewoon omdat het makkelijker schoon te houden is zonder al te veel verstoring. Voedsel heeft de neiging om tussen grote kiezels te raken en te verzamelen op plekken waar de vissen er niet bij kunnen. Wanneer het afbreekt vormt het plekken van waaruit waterstofsulfide de bak in stroomt. Waterstofsulfide is giftig voor vissen dus grondig afhevelen van het substraat wordt noodzakelijk. Dat, op zijn beurt, betekend weer dat de bak regelmatig overhoop gehaald moet worden om bij de plekken onder het hout en andere inrichtingsdelen te komen.
Eén ding dat me opviel bij de zebra’s is dat, gelijk aan sommige andere Hypancistrus-soorten (voornamelijk Queen Arabesque en L262), ze de neiging hebben om niet te wennen aan mensen en in het algemeen erg voorzichtig blijven, zelfs in de aanwezigheid van hun gewoonlijke verzorger. Ik raad daarom aan zoveel als mogelijk uit de buurt te blijven van je zebrabak; dat zal de vissen gerust stellen zodat ze zich met hun dagelijkse dingen zullen bezig houden. Terwijl sommige van mijn andere pleco’s het niet erg vinden, of mijn aanwezigheid zelfs prettig vinden rond hun bak (speciaal zo rond voedertijd, wanneer ze aan de voorkant verzamelen terwijl ze wachten), doen mijn zebra’s dat nooit. Ze komen te voorschijn nadat ik de omgeving van de bak heb verlaten en ik kan ze alleen maar gadeslaan vanaf een “veilige” afstand.
Aquarium onderhoud
In aquaria met volwassenenkolonies doe ik wekelijks een 80-100% waterverversing, gebruikmakend van een continu doorstroomsysteem (vers water komt langzaam aan de ene kant van de bak binnen terwijl oud water aan de andere kant van de bak eruit wordt gezogen). Op deze manier verandert de watersamenstelling maar langzaam, over een langere tijd. Het water dat de bak binnenkomt is altijd van dezelfde temperatuur als het in de bak aanwezige water. Omdat het water in Manchester erg zacht is, voeg ik ofwel EsHa Optima ofwel Discus Minerals (als alternatief) toe en ook dubbel koolzure soda (natriumbicarbonaat, vert.) om te zorgen voor een stabiele pH van 7,6, een KH van 4 en een GH van 5-6.
De bak wordt bijgehouden door twee interne Blue Modular filters (van 1200 liter elk); elke week maak ik afwisselend de volledige inhoud schoon van een ervan. Het substraat wordt nooit gereinigd omdat het me opviel dat de jongen het prettig vinden om de “kliekjes” onder de rotsen e.d. vandaan te eten. Ook de binnenkant van het glas maak ik niet schoon wanneer er jongen in de bak zijn; ik heb vaak gezien hoe ze zich voedden met algen en de micro-organismen die zich daar verzamelen.
Ik probeer grote waterverversingen in bakken met jongen te vermijden; doorgaans hebben deze kleinere volumes waardoor het lastiger is de waterparameters stabiel te houden. Er is wel beweerd dat jongen gevoelig zijn voor grote waterverversingen. Dat mag dan zo zijn, maar het is mij nooit opgevallen bij jongen die opgroeien in de bak bij hun ouders. Het is mogelijk dat de abrupte veranderingen in de waterparameters fataal zijn voor de jongen en dat zal eerder gebeuren in kleinere bakken (waar jongen doorgaans in worden gehouden) dan in grotere.
Voeren
Vissen behorende tot het geslacht Hypancistrus zijn carnivoren en zebra’s zijn geen uitzondering. Ik geef de mijne een combinatie van Blue Line grade 122 Basic, Ocean Nutrition 1 (medium) en Dr. Basleer Tropic (large) als basisdieet. Ik voer de bak dagelijks als er jongen in zitten en ik sla een dag per week over wanneer er geen jongen aanwezig zijn. Op dezelfde manier wanneer er jongen in de bak zijn geef ik geen bevroren muggenlarven of ander diepvriesvoer; ik geef wel diepvriesvoer (1x per week) wanneer er geen jongen aanwezig zijn. Watervlooien, cyclops, muggenlarven, gehakte mosselen en kokkels lijken sterk favoriet te zijn. Tenslotte geef ik nog Blue Line Bottom Spiru of courgette 1x per week.
De jongen doen het goed op het basisdieet; ik vermijd het geven van diepvriesvoer voor tenminste de eerste twaalf weken. Wanneer de groep is gescheiden van de ouders en afzonderlijk zal worden grootgebracht voer ik ze een combinatie van Blue Line Artemia, Basic grade 58 en Spiru poeder gedurende de eerste vier weken. De mix wordt gedurende de eerste paar weken geweekt in vitaminen voorafgaand aan het voeren. Na de eerste twaalf weken geef ik de jongen dezelfde mix als de volwassenen eten, maar dan vermalen. Ik vergroot de grofte van de maling elke drie tot vier weken totdat de vissen de normale grootte van commercieel verkrijgbaar korrelvoer aankunnen.
In termen van concurrentie van de zebra’s in relatie tot voer zijn de bovenstaande foto’s onthullend. Merk op hoe alle zebra’s te voorschijn zijn gekomen in de grote bak, wedijverend voor voedsel. De jongeling op de tweede foto is beslist erg goed doorvoed, wat aangeeft dat de aanwezigheid van andere bodembewoners hem er niet van weerhield te eten. Maar, wanneer ondergebracht in een speciaalaquarium, hielden de vissen ermee op tevoorschijn te komen terwijl het licht aan was. Het meeste wat er van ze te zien is, is zoals Hermes op de derde foto.
In mijn ervaring past Hypancistrus zebra zich over het algemeen goed aan in concurrerende omgevingen. Ze zijn zich meer “bewust” van soortgenoten om hen heen dan van andere bodembewoners. Het hoeft niet gezegd dat, wanneer samen gehouden met andere, grotere Loricariids, het belangrijk is om ervoor te zorgen dat er genoeg voedsel aanwezig is, in zowel kwaliteit als kwantiteit. Dat kan worden bereikt door verschillende grootten staafjes of granulaat te geven en ervoor te zorgen dat een deel hiervan in de buurt van de holen van de zebra’s terecht komt. Op de laatste foto hierboven is Cleopatra helemaal naar de top van de rots- en leisteenformatie geklommen om bij de artemia te komen, de andere grotere pleco’s in de bak negerend. De grotere pleco’s zouden nooit strijden om dit voer omdat ze niet in staat zijn om erbij te komen.
Zaken om op te letten
Een zich verstoppende zebra is een gelukkige zebra. Dit is absoluut waar, behalve misschien tijdens voedertijd. Deze vissen houden ervan om op zichzelf te zijn en je zou beslist eens aandachtig in je bak moeten gaan kijken wanneer je, ineens, je zebra’s in alle openheid ziet. Controleer op plekken onder hun buik, rode plekken, tekenen van doorboring (wanneer ze vechten hebben ze de neiging elkaar te proberen te doorboren met hun interoperculare odontes) of vervaagde zwarte strepen. Weet dat de vis, wanneer deze geïrriteerd of niet op zijn gemak is, de witte strepen verandert in roze of rode strepen. Je zou ook alert moeten zijn wanneer je ongewoon gedrag waarneemt. Zoals met andere vissen, is zorgvuldig onderzoek nodig om ervoor te zorgen dat je vissen gezond en wel zijn. De vissen hoeven niet “ziek” te worden om te lijden, of zelfs te sterven. Pesten, vechten en dergelijke kunnen zeer schadelijke gevolgen hebben voor hun welzijn.
Zebra’s zijn vatbaar voor tropische visziekten, dus in aanvulling op het bovenstaande zou je ook moeten kijken naar al de gebruikelijke tekenen van ziekte.
De bovenste foto toont een jongeling die gestrest was en geïsoleerd moest worden om te herstellen. De volgende twee foto’s tonen een jong mannetje dat gewond was geraakt in een gevecht om een hol; hij kreeg blaren op zijn zijkant en moest plaatselijk behandelt worden om te herstellen. We haalden hem uit zijn hol en brachten TAP Aquagel op hem aan (ik vind het uitermate effectief tegen wonden en zweren), deden hem daarna terug in zijn hol (hij was de winnaar) en plaatsten het hol weer in de bak. De laatste foto was een levensredder. Ik merkte dat de vissen niet naar behoren aten maar zag geen tekenen van ziekte. Ik bracht de volgende dag veel tijd door met ze gade te slaan; het leek erop dat hun zwarte strepen wat vager waren. Dus ik nam wat foto’s om beter te kunnen kijken bij een grotere vergroting op de computer. De foto’s waren onthullend; het “goudstof” op de vissen duidde op een fluweel infectie (“Peperstip”). De vissen werden onmiddellijk behandelt met EsHa Exit en herstelden volledig binnen een week.
Gezonde vissen hebben heldere zwarte strepen op een witte ondergrond en een blauwe tint die het meest opvallend is op de rugvin.
Zie ook:
Deel 2: Hypancistrus zebra – L046 – De Kweek
Deel 3: Hypancistrus zebra – L046 – Het grootbrengen van de jongen
Vertaling: Jan Altink
Veel succes, hopelijk is het nog niet te laat….we graag hoe het gaat.
Alvast bedankt voor de tip, ga dan eens probreren , en hopelijk help het ? Mvg Rien
Hallo, wij hebben sins 24/12 ook een l046 , nu na een paar weken staat ons visje graatmager en hebben we de indruk dat hij of zij niet meer eet, de pleco is ong 2 a 3 cm. We hebben hem of haar ondertussen in afzonderlijk aquarium gezet, maar zien geen verbetering. Heeft iemand raad ? Wan we zouden het niet graag zien sterven, ondertussen al veel soorten voer geprobeerd en niets lijkt te helpen ? iemand een gedacht? Mvg Rien
Dat is vervelend om te horen…heb je dit al geprobeerd?
https://www.aquainfo.nl/zo-krijg-je-loricariidae-aan-het-eten/