Huisvesting en Verzorging
Betta splendens is een zeer populaire aquariumvis. Een aantal hobbyisten houdt normaal gesproken enkel mannen omdat deze het meest indrukwekkend zijn van de twee geslachten. Betta’s zijn geen veeleisende vissen op het gebied van ruimte, ze vereisen weinig of helemaal geen stroming en worden daarom beschouwd als makkelijk te verzorgen. Met een kleine aanvangsinvestering kan een hobbyist een echt aantrekkelijk beplante bak hebben met een fantastisch ogende vis erin.
De vissen die algemeen beschikbaar zijn, zijn een door de mens gemaakte variëteit, het resultaat van selectief kweken. De vissen zijn in het wild veel saaier gekleurd en ze hebben ook veel kortere vinnen. Dat laat ze toe om snel te bewegen, wat essentieel is om te overleven in hun natuurlijke habitat. Met betrekking tot de lengte en vormen van de vinnen van sommige van de Betta splendens variëteiten is veel discussie; sommigen vinden bepaalde variëteiten ethisch onaanvaardbaar omdat de lengte en vorm van de vinnen de vis belet te zwemmen en/of naar behoren voort te planten. Met andere woorden, er wordt beweerd dat sommige variëteiten selectief worden gekweekt om als ornament te fungeren waarbij zeer weinig aandacht wordt geschonken aan hun welzijn.
Wilde Betta’s zijn ontdekt in Thailand (voorheen Siam geheten), vandaar hun gewone naam: Siamese vechtvis. De vissen leven in overvloed in de ondiepe stroompjes en rijstvelden van Zuidoost Azië, Vietnam, Thailand en Cambodja. Ze werden oorspronkelijk gebruikt voor gokken. De lokale bevolking liet twee mannen op elkaar los en wedde wie er zou winnen, een betreurenswaardige gewoonte vergelijkbaar met de hanengevechten in het westen en soortgelijke zaken. (1)
De bekwaamheid in het vechten van de Betta’s is niet iets uitzonderlijks of specifieks voor deze soort. Intraspecifieke agressie is een vrij algemeen verschijnsel, vooral tussen mannen. In het wild vechten de vissen niet tot de dood. Elke man verdedigt zijn eigen relatief kleine territorium en zal alleen een binnendringende man aanvallen, zeer vergelijkbaar met wat er bij andere soorten gebeurt. De vissen vechten niet tot de dood; de verliezer gaat weg wanneer de winnaar zich maximaal toont. De gevechten worden aangemoedigd door twee mannen te dwingen bij elkaar te verblijven in een kleine afgesloten ruimte.
Variëteiten Betta splendens
Tegenwoordig zijn er een aantal gecultiveerde mutaties van Betta’s beschikbaar; de vissen worden onderscheiden door de lengte van de vinnen en de vorm en grootte van hun staart. De verschillende stammen verlangen verschillende prijzen; de zuiverheid van elke stam is een belangrijk punt voor toegewijde Betta fans. Showvissen kunnen echt exorbitante prijzen hebben, beginnend bij één en eindigend bij een paar duizend euro. Kleurcombinaties zijn ook belangrijk in het bepalen van de verkoopprijs.
De gekende variëteiten van Betta splendens, afhankelijk van de vorm van de staart en de vinnen, zijn de volgende:
- Veil tails (Sluierstaarten): dit is de meest algemene variëteit. De vis heeft een lange slepende staart. In Betta kringen heeft deze vis niet bepaald een hoge rang, om het maar simpel uit te drukken.
- Crown tails (Kroonstaarten): Gelijk aan Sluierstaarten maar de staart en de vinnen hebben een omzoomd uiterlijk.
- Half moon (Halve maan): de staart van de vis moet er, wanneer uitgespreid, uitzien als een halve maan. De randen van de staartvin moeten een 180 graden boog beschrijven en ze moeten uitwaarts staan, niet inwaarts. De rug- en anaalvin, wanneer uitgespreid, moeten een aaneensluitende vorm te zien geven, dus ze moeten dezelfde hoogte (lengte) hebben.Het lichaam moet zich proportioneel precies in het midden van de staartvin bevinden zodat de vinnen, wanneer uitgespreid, een cirkel vormen.
- Double tail (Dubbelstaart): de staart heeft twee duidelijke staartlobben en de rugvin is gelijk in lengte aan de anaalvin.
- Round tail (Rondstaart): de staart heeft ronde randen.
- Spade tail (Schopstaart of Spadestaart): de staartvin begint wijd aan de basis en eindigt puntig, in vorm gelijkend op het kaart-teken Schoppen.
- Delta (Driehoek): de randen van de staartvin spreiden zich uitwaarts, als een driehoek.
- Super delta (Super driehoek): dit is een versterkte versie van de Driehoek, waarbij de staartvin net niet een Halve maan vormt.
- Plakat: dit zijn kortvinnige Betta’s. Ze zijn er in twee types, het traditionele en het moderne type. Het traditionele type heeft vinnen zoals het wilde type, met niet meer dan twee vinstralen vertakkend en een ronde staart met een 180 graden spreiding. Moderne plakats worden gekweekt naar soortgelijke criteria als de langvinnige show-Betta’s: symmetrisch van vorm, meer dan 4 vinstralen vertakkend, 180 graden of meer spreiding van de staartvin met scherpe kanten.
- Rosetail (Roosstaart): meer dan 4 vinstralen vertakkend, waardoor de staartvin eruit gaat zien als een bloemblad.
- Combtail (Kamstaart): het gereduceerde weefsel tussen de vinstralen veroorzaakt een omzoomd uiterlijk. Er is gemeld dat Combtails die een 180 graden spreiding aan de basis van de staartvin bereiken soms Half suns (Halve zonnen) worden genoemd. (1)
In aanvulling op het bovenstaande, worden de vissen ook nog geclassificeerd naar kleur en patroon. Erkende kleuren zijn turkoois, groen, geel, ananas, sinaasappel, rood, koninklijk blauw, staal blauw, cellofaan, wit opaak, Cambodian, zwart, koper en chocolade. De vissen kunnen eenkleurig, tweekleurig of veelkleurig zijn. Tot de patronen behoren marmer, bont en vlinder.
Hoewel geen van onze vissen ooit van een zuivere stam van een van de bovenstaande was, zijn de verschillen in de vorm van de staart en de rugvin overduidelijk. Er is informatie beschikbaar over de dominante en recessieve genen die bepalen hoe de vorm van de vinnen en de kleuren van de nakomelingen zullen zijn van het gekruiste paar. Specialisten adviseren niet te kruisen met sommige vormen terwijl anderen er juist altijd uit moeten worden gekruist om misvormingen in het nageslacht te vermijden. Er wordt ook wel beweerd dat sommige stammen gevoeliger zijn voor ziekte dan anderen.
Die discussie gaan we hier niet aan. Wij vinden dat dat buiten het gebied van het vishouden gaat en meer in het gebied van de “ontwerper-genetica” gaat. Ongetwijfeld zijn sommige van deze selectief gekweekte vissen simpelweg adembenemend wat betreft hun verschijning, maar er zijn er ook die ze te kitscherig en onecht vinden. Wat ook iemands standpunt op dit gebied mag zijn, het zou niet mogen afleiden van de kern van de zaak en dat is het welzijn van de dieren zelf. Het is waar dat deze vissen zichzelf nooit in een stroompje of rijstveld zullen bevinden (hopelijk) dus wat dat betreft zullen hun vinvorm en kleurrijkheid niet de oorzaak zijn van hun vroegtijdig overlijden, zoals het wel zou zijn als ze in het wild zouden moeten overleven. Maar toch moeten we niet vergeten dat vinnen zijn voor vissen wat ledematen zijn voor mensen: ze zijn er om een doel te dienen. Het creëren van een vis met een staartvin van twee keer de maat van het lichaam staat gelijk aan het maken van een persoon met een normaal lijf en 5cm lange ledematen. Het feit dat de vissen het overleven betekent natuurlijk niet dat ze niet lijden of dat dit soort praktijken maar zonder twijfel geaccepteerd zou moeten worden.
Behalve het gebrek aan ruimte in de plastic bekers draait de uitstalling ook nog eens in het rond zodat de klanten de verschillende vissen kunnen zien. De vissen raken hierdoor gestrest. Het was dus geen verrassing dat de meesten van hen totaal lusteloos waren.
Betta’s in potten
Betta’s zijn ook doel geweest van een ander soort wreedheid. Dit is gerelateerd aan de omgeving waarin ze doorgaans worden gehouden; de beruchte Betta-pot. Het is waar dat de vissen niet houden van grote ruimten, omdat het tamelijk vermoeiend voor ze is om een groot territorium voortdurend te patrouilleren, en dat is wat ze doen. (We vermoeden dat dat nog moeilijker wordt wanneer een kleine vis ook nog eens zo’n grote en zware staart moet meedragen, wat uiteindelijk toch meer een belemmering vormt dan een hulp). Het is gemeld dat Betta houders die hun Betta’s in grotere bakken hadden ondergebracht ze weer moesten terug zetten in kleinere bakken omdat de vissen behoorlijk gestrest raakten in hun nieuwe ruimere omgeving. Dat gezegd hebbend, Betta’s hebben wel graag een territorium en ze hebben wat ruimte nodig om rond te zwemmen. Naar onze ervaringen zijn ondiepe bakken van 20 tot 40 liter ideaal voor deze vissen. De bakken moeten niet meer dan 15 tot 20cm diep zijn om de vissen makkelijk in staat te stellen naar het oppervlak te komen om adem te halen, hun schuimnest te bouwen en de eitjes of jongen op te pakken en in het nest te brengen.
Betta splendens aquarium inrichting
Onze Betta-bakken zijn ingericht met planten en kienhout, wat door de vissen immens wordt gewaardeerd.
We hebben gemerkt dat Betta’s floreren in ondiepe bakken met een zeer trage stroming (een klein luchtaangedreven filter is meer dan voldoende), planten (hoe dichter de beplanting, hoe beter voor de vis, vooropgesteld dat er voldoende ruimte is om comfortabel tussen de planten te zwemmen) en wat hout. Probeer aquariumornamenten en ander “meubilair” te vermijden waarin de vis beklemd zou kunnen raken; als ze niet regelmatig naar de oppervlakte kunnen zullen ze stikken. Zand als bodembedekking wordt op prijs gesteld. De temperatuur moet hoog zijn; rond de 28 graden Celsius. Onze vissen krijgen het echt oncomfortabel als de temperatuur onder de 26 graden komt. Betta’s worden verondersteld te houden van zacht, licht zuur water en er wordt vaak beweerd dat ze het ook goed doen bij een lagere pH. Wij hebben ons water altijd neutraal gehouden en dat is nooit een probleem geweest. De bakken kunnen open zijn aan de bovenzijde, maar aan te raden is dat niet aangezien de vissen er dan uit kunnen springen, wat ze soms doen als ze opgewonden zijn of zich bedreigd voelen. Het is aan te raden de bakken af te dekken met een stuk kunststof rooster of een plaat glas met ventilatiegaten erin. Er moet altijd wat ruimte zijn tussen het wateroppervlak en de afdekking om ervoor te zorgen dat er goede luchtcirculatie kan plaatsvinden. Wanneer er drijfplanten gebruikt worden zorgen we ervoor dat ze de vis niet de toegang tot het oppervlak belemmeren. Betta’s ademen via hun labyrintorgaan. Dit stelt ze in staat om comfortabel te leven in water met een lage zuurstofwaarde., omdat hun zuurstofinname meer uit de lucht komt dan uit het water. De keerzijde is dat ze dus wel toegang tot de oppervlakte moeten hebben om te kunnen ademhalen. Is dat niet mogelijk, dan zal de vis verdrinken. Tot slot zorgen we ervoor dat de bakken genoeg verlicht zijn om in plantgroei te voorzien.
Er wordt wel beweerd dat Betta’s kunnen worden gehouden in bakken zonder filtratie. Hoewel dit technisch gesproken waar is, vinden we niet dat dat een goede manier van doen is. Waterstabiliteit is net zo belangrijk voor Betta’s als voor iedere andere vis. Filtratie is de meest adequate manier om het water schoon te houden. Als er iets mis is met de waterwaarden of de waterkwaliteit zal de vis inactief worden en op de bodem gaan rusten. Dit is een teken dat niet mag worden genegeerd.
Betta splendens voeding
Betta’s zijn carnivoren; we voeren de onze een goede kwaliteit dagelijks carnivorenvoer, maar zwarte muggenlarven schijnen toch wel de favoriet te zijn. Ander klein bevroren voedsel (artemia, cyclops e.d.) wordt ook genomen, maar nooit zo verwelkomd als de muggenlarven. De vissen hebben een opwaarts gerichte bek; een indicatie dat ze van het wateroppervlak eten. Wij hebben gemerkt dat ze ook makkelijk leren van de bodem te eten.
Persoonlijkheid
Voor zo’n kleine vis hebben Betta’s een verbazende persoonlijkheid. Ze zullen hun verzorger met een hoop interactie belonen, wanneer naar behoren verzorgt. Dat is des te meer duidelijk bij de mannen omdat zij gewoonlijk alleen worden gehouden (een enkele man per bak); vrouwen zijn wel hetzelfde maar omdat ze doorgaans in groepen worden gehouden is hun vermogen tot interactie met hun verzorger niet zo overduidelijk. Sommige vissen zijn extreem agressief en territoriaal; het wordt aangeraden door kwekers om net te kweken met deze vissen omdat de agressiviteit van de vader erfelijk is. Anderen zijn juist tamelijk vriendelijk en interactief; ze ondergaan de aandacht van hun verzorger duidelijk als prettig en tonen dit door een serie activiteiten waaronder een soort dansje, als er aandacht aan ze besteed wordt. Een van onze mannen, Red Sin, zal onmiddellijk naar de voorruit van de bak komen wanneer we naderen, zijn dansje doen en naar het wateroppervlak gaan. Als we ons langs de bak bewegen volgt hij ons. Hij zal bij de voorruit blijven voor zolang als we bereid zijn bij hem te blijven en ons onderwijl strak aankijken terwijl we tegen hem praten. Dat is niet ongebruikelijk; in zijn boek, Caring for Betta fish, schrijft Marcus Song dat een aantal van zijn Betta’s dit doen. Elke man heeft kennelijk zijn eigen dansje wat ze doen wanneer ze blij zijn. (2)
De reactie van de vissen op onderhoud van de bak is ook indicatief voor hun persoonlijkheid. Sommige van onze mannen verstoppen zich achter een stuk hout en bekijken ons, anderen komen juist nar voren om eens aan de buis te snuiven waarmee we het substraat afzuigen – sommigen vallen de buis zelfs aan – maar niet een negeert wat er gebeurt. Zogauw ze bekend zijn met hun omgeving is het hun eigendom; ze willen weten en de baas zijn over alles wat er aan de hand is. Er is wel gemeld dat sommige mannen hun bak opnieuw inrichten; er is ook een verslag van een man die zijn verzorger hielp bij het bakonderhoud door met zijn neus de plekken aan te wijzen waar de verzorger het afval had gemist. (3)
Er wordt beweerd dat mannelijke Betta’s stimulatie nodig hebben, dus dat het goed is om ze van tijd tot tijd andere mannen te zien krijgen zodat ze imponeergedrag kunnen tonen. Indien dat niet mogelijk is kan een spiegel in de bak maken dat de man tegen zijn eigen weerspiegeling gaat imponeren. Dit moet met de nodige voorzichtigheid gebeuren en alleen voor korte tijd worden gedaan, omdat anders de vissen gestrest zullen raken. Wij hebben dat soort technieken nooit gebruikt. In plaats daarvan houden we onze kweekmannen in hun eigen bak, gewoonlijk gedeeld met wat jonge opgroeiende meervallen. De mannen delen hun bak vrolijk met deze vreedzame medebewoners, terwijl de beweging van de meervallen zorgt voor de benodigde stimulatie zonder dat de vis zich bedreigd voelt of opgejaagd. Sommige van onze mannen reken bijzonder geïnteresseerd in de meervallen, tot een punt waar ze ingrijpen als de meervallen onderling in gevecht raken.
Wij houden onze geslachtsrijpe vrouwen bij elkaar. We hebben, bij gelegenheid, wel eens uitgesproken agressieve vrouwen gehad die we apart moesten houden omdat ze de zwakste van de groep aanvielen. Maar dat zijn uitzonderingen. Normaal gesproken is er een hiërarchie in de bak en elke vrouw weet haar plaats. Bij een gelegenheid moesten we eens onze vrouwen in een 100 liter gezelschapsbak onder brengen voor een korte periode. De vissen bleven samen, als een groep, altijd. Iets wat we nooit hadden gezien wanneer ze in hun eigen verblijf waren.
Het Kweken
Het is belangrijk om een verenigbaar koppel te hebben. Betta’s zijn zeer selectief in hun kweekpartners. Mannen vallen regelmatig onwillege vrouwen aan terwijl vrouwen een man die ze niet aanstaat ook aanvallen, hoewel het laatste minder voorkomt. De beste manier om te beginnen is twee of drie vrouwen per man aan te houden, daardoor de man een optie gevend, zou dat nodig zijn. Volwassen mannen zijn makkelijk te onderscheiden aan hun lange vinnen. Vrouwen hebben kortere vinnen en ze vertonen lengtestrepen over hun lichaam wanneer ze een man zien.
Het eerste waarvan je je bewust moet zijn is de leeftijd van je vissen. Betta’s leven maar kort; gemiddeld mag je ervan uitgaan dat een goed verzorgde vis ongeveer 4 jaar wordt. Dat betekent dat ze al jong geslachtsrijp worden. De vissen die je doorgaans in winkels vindt zijn vaak al meer dan 16 maanden oud; sommigen zeggen dat dat komt doordat kwekers eerst een tijd kweken met een vis en hem dan weg doen voor verkoop wanneer hij over zijn hoogtepunt heen is. We hebben ook gezien dat mensen liever oudere dan jongere mannen kochten omdat de ouderen hun vinnen volledig hebben ontwikkeld en er daardoor meer uitzien zoals wat ze gewend zijn van foto’s, in tegenstelling tot jongere mannen wiens vinnen nog niet volledig zijn ontwikkeld. Hoe dan ook, wanneer je van plan bent met je vissen te kweken dan doe je dat beter met jongere exemplaren dan met oudere. Uiteraard zal je de vis langer kunnen verzorgen wanneer je hem jonger verkrijgt, wat belangrijk is gezien de korte levensduur van deze vissen. Vissen die al te vaak voor de kweek gebruikt zijn en inmiddels van middelbare leeftijd zijn wanneer ze worden verkregen, zullen eerder vroeger dan later overlijden.
Er is veel discussie over het conditioneren van Betta’s voor het kweken. Er wordt ook vaak beweerd dat Betta’s niet willen paaien tenzij ze met levend voer of diepvriesvoer gevoed zijn. Onze ervaringen zijn anders. Wij voeren één keer per maand diepvriesvoer, als een speciale traktatie. Al onze vissen paaien regelmatig en produceren goede legsels en gezonde jonge vis. Wanneer ze maar op een goed dieet worden gehouden, zullen de vissen paaien. We durven met vertrouwen te zeggen dat ze niet geconditioneerd hoeven te worden, wanneer ze naar behoren worden gehouden (waterkwaliteit, waterwaarden, voedsel). Dat gezegd hebbend, er wordt vaak gemeld dat mannen die geen reden hebben om een territorium te vormen, niet zullen paaien. Om deze dieren aan te zetten tot paaien laten kwekers ze andere mannen en vrouwen zien in de belendende bakken, maar voor een korte periode per dag (30 tot 60 minuten). Vervolgens doen ze een gedeeltelijke waterverversing met koeler water en plaatsen een vrouw in de bak. Wij gebruiken deze truc niet omdat we doorgaans vinden dat gezonde mannen dit soort aanmoediging niet nodig hebben.
Wij houden onze vrouwen in een daarvoor bestemde 40 liter aquarium en de mannen in daarvoor bestemde 20 tot 30 liter bakken. We voeren ze eens per dag met Blue Line Basic Grade 122 (van Aquacoltura, Italië, vert.).
De bakken zijn beplant en zijn goed verlicht. Wij houden ervan om onze bakken af te dekken, maar zoals eerder aangegeven is dat een aanvullende voorzorg voor het geval dat een vis besluit eruit te springen. Het observeren van de vrouwen is belangrijk om erachter te komen wanneer ze klaar zijn om te paaien: hun zijden zullen uitbuigen en de bult zal eruit zien als een witte vlek op de zijkant van de vis, terwijl de afzetbuis zal verschijnen, eruit ziend als een witte punt op de onderbuik van de vis.
Als de vrouw er klaar voor is plaatsen we de man in een kweekbak. De kweekbak is best niet dieper dan 15 tot 20cm, om het voor de man makkelijker te maken de eitjes op te pakken. Er wordt doorgaans geadviseerd om de kweekbak kaal te laten; daardoor kan de man de eitjes die op de bodem komen beter zien zodat hij ze in het schuimnest kan brengen. Dat hebben wij 1 keer gedaan; bij alle volgende kweken hebben we een volledig ingerichte bak gebruikt als kweekbak. Het substraat is een laagje fijn zand waardoor eitjes of uit het nest gevallen jongen makkelijk te vinden zijn en opgepakt kunnen worden door de vader. Dit heeft een aantal voordelen, namelijk:
- het geeft de vrouw mogelijkheden om te schuilen als de man te agressief is, voorafgaand aan het afzetten,
- het geeft de vrouw gelegenheid om te schuilen in het geval van agressie NA het afzetten,
- het geeft de jongen gelegenheid om op te groeien in een meer natuurlijke omgeving zonder ons ingrijpen,
- het veroorzaakt geen stress bij de ouders, die zich anders, vlak voor het afzetten, in een volkomen vreemde en onveilige omgeving bevinden waar niets is om zich achter te verbergen.
We geven de man een aantal dagen in de kweekbak zodat hij gelegenheid heeft om te wennen aan de omgeving en zich er veilig kan voelen. Nadat dit een keer of drie is herhaald zul je merken dat de man geen aanpassingsperiode meer nodig heeft; hij zal de kweekbak onmiddellijk herkennen. Drie van onze mannen gaan, wanneer ze overgebracht worden naar de kweekbak, meteen beginnen aan het bouwen van een schuimnest zonder zelfs maar te wachten op het verschijnen van de vrouw. Onze kweekbakken zijn doorgaans beplant met Cabomba caroliniana, wat een uitstekende plant is om te gebruiken omdat het een hele fijne plant is; er is veel plek om te schuilen voor ouders en jongen, en vooropgesteld dat de planten goed gevormd zijn, laat het de vissen toe om vrij tussen de stengels en bladeren te zwemmen. We voegen ook wat drijvende planten toe. Phyllanthus fluitans (Waterwolfsmelk, vert.) is een goede keuze, maar elke andere plant met tamelijk kleine bladeren voldoet ook. Het is niet absoluut noodzakelijk, want we hebben ook nesten gehad in bakken zonder de hulp van drijvende planten. De stroming in de bak dient minimaal te zijn, zodat het schuimnest niet wordt verstoord. Ten slotte dient de kweekbak afgedekt te worden; het schuimnest heeft de neiging uit elkaar te vallen wanneer het wordt blootgesteld aan wisselende kamertemperaturen of droge lucht. Dat is de reden waarom veel mensen adviseren om breedbladige planten te gebruiken of de bodem van een piepschuim beker zodat de vissen hun schuimnest daaronder kunnen bouwen. Die stap kan je veilig overslaan wanneer de bak goed is afgesloten d.m.v. een dekplaat. Wanneer je geen dekplaat hebt, kan je desnoods plastic keukenfolie gebruiken, maar zorg er wel voor dat er wat gaatjes in de buurt van de filteruitstromer zijn zodat de lucht vrijelijk kan circuleren. Maak nooit gaatjes aan de kant van de bak tegenover de filteruitstromer, want dat is de kant waar de man zal proberen zijn schuimnest te maken.
Bijzetten van de Betta splendens vrouw
Het bijzetten van de vrouw kan lastig zijn, met name als het paar elkaar nog niet kent. Hou een oogje op zowel de man als de vrouw. Als beide partijen klaar zijn om te paaien zal de man de vrouw verjagen uit het gebied waar hij het schuimnest wil gaan bouwen en niet naar haar omkijken. Als hij haar constant achterna zit en ze raakt gestrest (ze toont verticale banden) verliest kleur of verbergt zich, verwijder dan de vrouw direct; dit paar is ofwel niet verenigbaar, ofwel er nog niet aan toe om te paaien. Je kunt de man proberen met een andere vrouw of hem terug doen in zijn eigen bak en hem na een tijdje weer proberen met dezelfde vrouw om te zien of hij van gedachten is verandert. Vrouwen die klaar zijn om af te zetten laten vaak verticale banden zien, ook wel “broedbanden” genoemd.
Een goede manier om een paar “aan elkaar voor te stellen” is door een glazen scheiding in de bak aan te brengen met de man aan de ene en de vrouw aan de andere kant ervan. Op deze manier kan het paar eraan wennen elkaar te zien zonder dat de een de ander kwaad kan doen. Een ander populair trucje is in het midden van de bak de glazen stolp van een olielamp te plaatsen, met het wijde deel stevig in het bodemsubstraat gedrukt terwijl het smalle deel boven water uitsteekt. De vrouw wordt in deze stolp gebracht zodat het paar ook hier elkaar kan zien, maar niet bij elkaar kan komen. Wij hebben dit nooit gedaan, omdat we vinden dat het de vrouw onnodig stress bezorgt vlak voor het afzetten. Voor ons werkt de observatiemethode prima; als de vrouw eenmaal in de kweekbak is zal binnen een half uur blijken of het paar zal gaan afzetten of elkaar ombrengen.
Bouw van het schuimnest
Als de vrouw de man aanstaat, zoal hij dat tonen door zijn rug- en staartvin uit te zetten; de vrouw zal dit pronken gadeslaan in plaats van ervandoor te gaan en zich te verbergen. De man zal dan beginnen met de bouw van het schuimnest. Mannen doen dat, soms, ook wanneer ze alleen zijn; het is een teken dat de vis zich prettig voelt, gezond is en klaar om te paaien. Als dat gebeurt en we hebben een vrouw bij de hand die ook klaar is om af te zetten, zetten we haar liever in de bak van de man en slaan we het hele hoofdstuk van de kweekbak over. Dit betekend natuurlijk dat de man zijn privé-vertrekken zal moeten opgeven na het afzetten, omdat het makkelijker is om hem uit zijn bak te verwijderen dan de jongen. In dat geval bereiden we direct de kweekbak voor om de man in te doen aangezien dat dan zijn permanente woning zal gaan worden voor de komende 3 maanden na het afzetten.
Afhankelijk van de snelheid en toewijding van de man en de grootte van het legsel dat hij verwacht zal het schuimnest geconstrueerd zijn in 48 tot 96 uur. De afmeting van het schuimnest varieert; sommige mannen bouwen echt enorme schuimnesten die een enorme oppervlakte innemen, andere zijn meer bescheiden. Ze brengen een groot deel van de dag door met het bouwen van het schuimnest en de rest van de dag wordt besteed aan het in stand houden van de interesse van zijn vrouw door voor haar te pronken door de hele bak. In dit stadium zou de vrouw geheel ontspannen moeten zijn; hoewel ze nog steeds niet in de buurt van het schuimnest wordt gelaten (ze zal het niet eens proberen) zou ze duidelijk op haar gemak moeten zijn wanneer de man op haar toezwemt om weer eens te pronken.
Paaien van de Betta splendens
Het paaien kan worden ingezet door de vrouw, die pogingen doet om dichterbij het schuimnest te komen en geaccepteerd wordt door de man, of door de man die de vrouw gaat ophalen om haar naar zijn nest te brengen. Dit gedeelte van het baltsen is prachtig om te zien maar wordt gemakkelijk gemist wanneer je niet constant een oogje op de vissen houdt. Wij proberen doorgaans het afzetten zo te plannen dat het start op een vrijdag en we het hele weekeinde hebben om de vissen te observeren. Hoewel men er nooit vanuit kan gaan dat de dingen zullen gaan zoals gepland, heeft dit simpele trucje ons in staat gesteld het intense baltsen en paaien bij een aantal gelegenheden te mogen zien.
Op dit punt zijn de vissen absoluut een genot om naar te kijken. Ze schudden met hun lichamen, ze komen in een gezamenlijk ritme terwijl ze elkaar geleidelijk gaan omhelzen op de kenmerkende manier. De vrouw zal zichzelf in een horizontale positie brengen terwijl ze haast bewegingloos blijft en onderwijl zal de man haar lichaam omhelzen met het zijne, zodoende haar helpend om de eitjes uit te stoten. De eitjes vallen dan op de staart van de man waar ze worden bevrucht door het sperma dat hij gelijktijdig losliet. Vervolgens brengt hij de eitjes in het schuimnest. Ook alle gevalle eitjes worden door de man in het nest gebracht. De vrouw blijft een tijdje verdoofd na elke omhelzing hoewel ze soms, tussen de omhelzingen door, de man helpt om de eitjes in het nest te brengen.
Het afzetten kan tot een paar uur duren. Gemiddeld doen onze koppels er 2 tot 3 uur over. Daaropvolgend wordt de vrouw doorgaans verwijdert. Er wordt wel eens beweerd dat ze de eitjes zou opeten; dat hebben wij nooit zien gebeuren. De man zal echter agressief worden tegen de vrouw en kan haar zelfs doden wanneer ze in de buurt komt van het schuimnest. Wanneer je een lange bak gebruikt (wat is wat wij het liefst gebruiken) is er geen grote haast om de vrouw te verwijderen; ze kan zich makkelijk ophouden aan het andere eind van de bak en daar een beetje tussen de planten zwemmen zonder de man of het nest te storen. Als dat makkelijk kan, probeer dan een glazen scheiding tussen de man en de vrouw in de bak te plaatsen en vang dan de vrouw uit zonder dat je de kans loopt dat ze, wanneer ze probeert te vluchten in het deel van de man terecht komt. Hoe dan ook, Betta’s zijn slimme dieren en ze leren hun verzorger kennen. Als de vrouw aan je gewend is en je vertrouwd kan je haar misschien verleiden met wat lekkers, om haar dan makkelijk uit te vangen.
Het grootbrengen van de jongen
De man zal zorgen voor het schuimnest, de eitjes en de jongen totdat deze vrij zwemmen. Gedurende die tijd is hij druk bezig: hij controleert de eitjes en jongen regelmatig, van tijd tot tijd verplaatst hij ze – of het lijkt of hij dat doet – in het schuimnest, hij bewaakt de omgeving, repareert en vergroot het nest, enzovoorts. Hij zal niet erg ver bij het nest vandaan gaan, alleen maar om de directe omgeving te kunnen patrouilleren. Dus hij zoekt ook niet naar voedsel. Wij dragen er zorg voor dat onze mannen eten door een hele kleine hoeveelheid voedsel heel voorzichtig direct bij het schuimnest te geven (het moet geen drijvend voedsel zijn, de vissen eten zinkend granulaat ook uitstekend). De eitjes komen uit binnen 48 uur en de jongen zullen vrij zwemmen binnen twee tot drie dagen. Sommige Betta kwekers laten een lampje aan in de buurt van de bak gedurende die periode zodat pa de eitjes en jongen kan zien die uit het nest vallen en ze oprapen. Wij doen dat niet, omdat we geloven dat in de natuur dat ook niet zou gebeuren en de 24 uurs lichtperiode zal de man behoorlijk en onnodig stressen. We hebben nog nooit problemen met een legsel gehad om die reden. (6)
Zodra de jongen vrij zwemmen is de taak van de vader afgelopen. (7) Sommige kwekers verwijderen de vader op dit punt omdat hij de jongen zou kunnen aanvallen; wij hebben soms een vader bij de jongen gelaten en de jongen groeiden goed en probleemloos op bij hun vader. Als de vader verwijdert moet worden zonder de uiterst kleine jongen te bezeren, is de makkelijkste manier hem naar de andere kant van de bak te lokken met iets lekkers en hem daar voorzichtig uit te vangen. De bak moet nog tenminste 1 week afgedekt blijven nadat de vader is verwijdert. De vochtige lucht tussen het wateroppervlak en het deksel van de bak is benodigd voor het naar behoren ontwikkelen van het labyrintorgaan van de jongen. Als deze stap wordt overgeslagen wordt er beweerd dat de jongen hun labyrintorgaan niet behoorlijk ontwikkelen en verdrinken.
De jongen zijn aanvankelijk piepklein – wanneer ze in een beplante bak zitten is de kans groot dat je ze geeneens ziet. Dat betekend niet dat ze er niet zijn. Als de bak behoorlijk is ingesteld hoef je de jongen niet te voeren; er is meer dan genoeg voedsel in de vorm van infusoria en allerlei andere micro-organismen voor ze om te eten. Voor de eerste paar tot drie dagen zijn ze trouwens toch bezig hun dooierzak te verteren. Interpet Poeder voor jongen (of Liquifry for egglayers? vert.) Azijnaaltjes en Microwormen zijn allemaal prima voer voor de jongen. Als alternatief kan je ze proteïnerijk gemalen volwassenenvoer geven (wij vinden Blue Line Artemia gradatie 12 een uitstekend voer gecombineerd met gemalen Blue Line Basic 122). Het gewoonlijke advies is om de jongen drie keer per dag te voeren. Wij geven 1 keer per dag een snufje poeder en dat lijkt voldoende te zijn.
Tips voor het opgroeien van de jongen
Gedurende de eerste vier weken vermijden we het om waterverversingen te doen in de bak. De jongen zijn nietig en we willen niet het risico lopen ze uit de bak te hevelen. Het filter staat nog steeds op heel langzaam ingesteld en we vertrouwen op de planten en behoudend voeren om de waterkwaliteit goed te houden. Zogauw de jongen duidelijk zichtbaar zijn voeren we wekelijks 10% tot 20% waterverversingen uit. Hoewel dit op zich niet noodzakelijk lijkt te zijn. De planten weten wel weg met de nitraten en de jongen lijken ook prima te groeien wanneer we de bak gewoon bijvullen tot het gewenste niveau om verdampingsverliezen te compenseren. Wanneer de jongen in een kale bak worden gehouden, dan moet er eerder begonnen worden met water verversen, wanneer de jongen 2 weken oud zijn. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het uiteinde van de aanzuigbuis of –slang die gebruikt wordt voor het verwijderen van het oude water is afgeschermd met een fijn net (stukje panty+elastiekje, vert.) om ervoor te zorgen dat er geen jongen worden weggegooid met het bakwater (letterlijk en figuurlijk). Tegen die tijd echter zouden de jongen al sterk genoeg moeten zijn om weg te zwemmen bij de sifon, vooropgesteld dat met een kleine diameter wordt gewerkt.
Er wordt doorgaans aangeraden om de jongen te gaan verdelen wanneer ze ongeveer 1cm groot zijn, omdat dat het moment is waarop de agressie begint. Wanneer de vissen in een beplante bak worden gehouden is daar geen noodzaak voor; ze kunnen gewoon verder gaan met vrolijk de bak met elkaar te delen (wederom, het is belangrijk dat de bak lang is, niet rond of vierkant om ervoor te zorgen dat er meer dan voldoende ruimte is voor alle vissen om naar het wateroppervlak te komen en wat privacy en territorium te hebben). Wij houden de jongen bijeen tot ze 6 maanden oud zijn. Tegen die tijd hebben de mannen al de langere, karakteristieke vinnen en de intense kleuring. Betta’s zijn geslachtsrijp wanneer ze 8 maanden oud zijn; in feite zijn er zelfs die geloven dat dat de beste leeftijd is om met de vissen te kweken en een gezond nageslacht te produceren. In deze fase kunnen de mannen met elkaar vechten wanneer ze nog samen zijn, helemaal wanneer ze het nageslacht zijn van een agressieve vader. Wij hebben de nakomelingen van niet-agressieve vaders wel voor langere perioden bijeen gehouden zonder nare incidenten.
Tegen die tijd is het goed om de toekomst voor deze jongelingen te hebben uitgestippeld. Hoewel Betta’s klein zijn, geen grote bakken nodig hebben en geen zware filtratie hebben ze toch nog steeds wel wat plek voor zichzelf nodig. Mannen zijn beter af wanneer ze apart worden gehouden en daardoor eindig je vaak met een heleboel kleine bakjes die overal en nergens staan. Kleine bakken vragen een behoorlijke hoeveelheid tijd om goed te onderhouden – in feite meer dan grotere bakken. Je lokale dierenwinkel is misschien bereid de vissen af te nemen – of in elk geval een gedeelte van het totaal. Als je serieus bezig bent met het kweken van Betta’s zal je ook bepaalde vissen voor jezelf willen houden om mee verder te kweken om op een bepaalde kleur of kleurcombinatie uit te komen. Als geen van beide het geval is en je vrienden en kennissen zijn niet geïnteresseerd in het bieden van een goed thuis voor de jonge vissen, zal je blijven zitten met en aantal jongen die je zult moeten verzorgen tot je ze elders kunt onderbrengen. En daarmee zijn we weer terug bij het begin – hetzelfde als met de grotere aquariumvissen: misschien is het beter om met je vissen te kweken nadat je gezorgd hebt voor een plek voor het nageslacht.
Slotaantekeningen
- Oorspronkelijk waren Betta gevechten een activiteit die gereguleerd en belast werd door de Koning van Siam. Er is wel beweerd dat het belangrijkste verschil tussen hanengevechten en Betta gevechten was dat de laatste niet doorgaat tot het bittere eind; het gevecht stopt wanneer een van de wee tegenstanders opgeeft. Toch kunnen de verwondingen die zijn toegebracht gedurende het gevecht verlammend of dodelijk zijn.
- Het boek is beschikbaar in papieren versie en elektronisch. Details papieren versie: uitgegeven door Lulu.com, mei 2006, ISBN-13: 978-1411693654, pp. 80.
- ibid., p. 16 van de elektronische versie.
- Victoria Parnell, A look inside the bubblenest
- Dit zal niet werken wanneer er onvoldoende afstand is tussen de vrouw en het schuimnest van de man. Het is belangrijk om langwerpige aquaria i.p.v. vierkante te hebben. Een 70 centimeter aquarium is een goede lengte om de moeder in de bak te laten bij de vader en de eitjes.
- Er is recentelijk melding gemaakt van jongen die uit het schuimnest vielen, op de bodem belandden en uitgroeiden tot gezonde individuen. Zie Victoria Parnell, A look inside the bubblenest.
- Het is mogelijk dat in het wild de jongen in het territorium van de vader blijven tot ze groot genoeg zijn om niet te worden opgegeten door andere Betta’s, ibid.
Referenties
Meer informatie over de verschillende staartvormen kan worden gevonden in Karl Baumgarten, Betta Splendens: General Information And Breeding, London Aquaria Society, Ontario, Canada. Mei 2001, Aquarticles (niet meer beschikbaar)
- Victoria Parnell, Metallics and Masks
- Victoria Parnell, Different types of Black
- xbetta, Tail Shapes
- Een zeer goede presentatie van vintypes en kleuren en ook wat uitleg over genetisch vastgelegde karakteristieken: What types of Bettas are there?
- Jim Sonnier, Bettas (niet meer beschikbaar)
- Ethan Wheeler, Information on Betta splendens (niet meer beschikbaar)
- Chris Yew, Basic Colour Genetics Of Betta (niet meer beschikbaar)
- All About Betta splendens – colour definitions and genetics (niet meer beschikbaar)
- Betta finnage
- Plakat Thai is interessant leeswerk voor diegenen die willen begrijpen tot welke lengten sommigen gaan om Betta’s groot te brengen en te trainen voor het vechten.
- Betta colours
Bron: MCH Portal
Vertaling: Jan Altink
Ik kweek alleen op 28 graden, ik hou ze op 24/26 graden en dat gaat zeker prima. Ik weet dat er ook mensen zijn die ze op kamertemperatuur houden. Mits de temperatuur niet onder de 20 graden komt! Dus voor de kweek gaat de temperatuur omhoog en boots je de warme zomer na in Azie.
Door ze warm te zetten reageren ze beter maar het houden zonder dat ze mogen kweken gaat ook goed op 26 graden. Ze zitten dan niet te koud en zijn levendig in hun aquarium.
Het eerste gedeelte van dit artikel, tot HET KWEKEN, staat eerder los van de kweek . Bevat allerlei info over betta’s op zich . Maar inderdaad, vanaf paragraaf over de inrichting van het betta aquarium begint ze het hier en daar wat specifieker over haar bakken en vissen te hebben. Maakt het wat verwarrend: moet de T° nu hoog zijn om te kweken, wat evident is, of om ze – alle of enkel die van haar?- te houden. Bij het kweken is het nogal wiedes dat een Betta in schuimnestmodus ( wat zou liggen rond de 27°) het niet leuk zal vinden /gefrustreerd/oncomfortabel zal zijn als de T° zodanig zakt, dus de -26° , dat zijn lust om dat nest af te werken of te onderhouden wegvalt. Maar misschien heeft ze inderdaad erg warmzuchtige betta’s die steeds in kweekmodus moeten zijn, maar dan is ze toch wel de uitzondering.
Helaas stikt het in de hobby van de uitzonderingen. Wat bij de een heel goed werkt, doet het bij de ander helemaal niet. Er spelen zoveel factoren mee die allemaal invloed hebben op het gedrag van de vissen. We zouden bij het stukje over de temperatuur een stukje kunnen opnemen dat doorgaans Betta splendens wat kouder gehouden willen worden, tenzij je er continu mee wil kweken. Alleen voor de kweek op 27 graden zou prima zijn, de rest van het jaar wat lager?
Nou, dat 20 – 23 ° al een optie is om ze continu-lange termijn te houden volgens julie is eigenilk nog een grotere afwijking dan 26-28 in dit artikel. Houd ze wel rustiger (minder/geen? territoriumdrift) in kleinere bakjes kan ik zo vermoeden of in grotere met andere vissen voor wie 26-28 meestal te warm is. Ik vraag mij hier dus af of het wel de Betta is die kouder gehouden wil worden of de verkopers/kwekers die hierdoor een grotere markt kunnen bereiken voor de Betta ?
De algemene regel, voor wat die waard is, is toch dat vissen zich het best voelen vanaf ze zin krijgen zich voort te planten ? Ik denk dat in toepassing van wat je zegt bij de meeste eigenaars Betta’s dus nooit meer die “vervelende” kweekdrang zullen vertonen, zelfs al zijn en voelen ze zich dan op hun best. Dat ze dan langer leven wegens minder metabolistische activiteit is dan mooi meegenomen. (misschien geldt dat ook wel voor honden aan de ketting op een boerenerf. Zeker voor beren in winterslaap.)
Dit moet de enige site zijn (bij mijn weten en ik heb er al een heleboel bezocht) waar aangeraden wordt ze op 28°c te houden en gesteld wordt dat ze zich “oncomfortabel” voelen bij 26°C, en dus best niet die T° op lange termijn.
Sommige kwekers stellen zelfs dat men ze niet mag houden op een T° hoger dan 24° omdat dit het metabolisme zodanig versneld dat ze merkbaar sneller ouder worden en dus vroeger sterven dan nodig.
De meeste site’s /info/boeken geven echter 25° (van 24 tot 26/27, met soms een 28 als maximum) als gemiddelde aanbeveling.
Toch wel heel vreemd dat jullie ervaring hier sterk van afwijkt.
Dank voor je opmerking Wannes. Wij adviseren niet om ze constant op een dergelijke hoge temperatuur te houden. Zie hiervoor ook onze soortbeschrijving: https://www.aquainfo.nl/artikel/betta-splendens-siamese-kempvis/
Dit is het kweekverslag van Marina Parha. Zij geeft aan: “De temperatuur moet hoog zijn; rond de 28 graden Celsius. Onze vissen krijgen het echt oncomfortabel als de temperatuur onder de 26 graden komt.” Dit zijn haar persoonlijke ervaringen en alleen van toepassing op haar vissen in haar aquariums en zeker niet direct van toepassing op alle Betta splendens. Het kan best zijn dat haar vissen afkomstig zijn uit een warmer gebied dan gemiddeld, of bij een kweker die ze warmer houdt dan wij gewend zijn. Haar temperatuur heeft ze afgestemd op het gedrag van haar vissen. Blijkbaar houden die van wat warmer water….