Het aquarium woordenboek. Veelgebruikte termen worden kort uitgelegd.
Aerobe bacteriën | Bacteriën die leven op zuurstof. |
Achtergrondplant | Grotere plantensoorten die achteraan in de bak geplaatst worden |
Afhevelen | Het (meestal met een stuk tuinslang) afzuigen van uitwerpselen, voedselresten en andere rommel van de bodem van het aquarium. |
Afzetten | Het moment dat de eieren het lichaam verlaten. |
Algentablet | Tablet (pil) met gedroogd plantaardig voedsel gemaakt voor algenetende vissen als aanvulling op het plantaardig dieet. Voor de carnivore soorten zijn er speciale tabletten met vlees erin verwerkt. |
Amazone | Rivier in Zuid Amerika |
Anaerobe bacteriën | Bacteriën die overleven zonder zuurstof (kunnen zelfs niet tegen zuurstof). |
Artemia | Bacteriën die overleven zonder zuurstof (kunnen zelfs niet tegen zuurstof). |
Armatuur | Houder voor een of meer lampen |
Aufwuchs | Met aufwuchs wordt bedoeld de laag algen die onderwater groeit op stenen en hout. Tussen deze algen leven kleine kreeftjes en microscopisch kleine diertjes. Een aantal vissoorten hebben zich gespecialiseerd in het uitkamen van de algen waarbij ze de algen eten maar hierbij ook de kleine kreeftjes en andere diertjes binnen krijgen. Denk hierbij aan de Tropheus soorten uit het Tanganyika meer, de Mbuna’s uit het Malawi meer of de Pseudolithoxus-familie uit de Amazone. De aufwuchs komt voornamelijk voor tot een diepte van 10 meter in verband met de grote hoeveelheid licht die de algen nodig hebben om te groeien. Na 10 meter diepte neemt het sediment tussen de algen heel snel toe. |
Aquarium | Meestal glazen bouwsel, inmiddels in vele vormen waarin naast water ook vissen planten stenen en hout een rol spelen. |
Bacteriestarter | Verkrijgbaar in vloeibare- of poedervorm. Functie: het inbrengen van een bacteriecultuur in een filter en/of aquariumwater. Essentieel voor een vers (opstartend) aquarium. |
Bak | Minder mooi woord voor aquarium |
Ballast | Een andere benaming voor VSA |
Baltsgedrag | Gedrag voorafgaand aan het paren |
Bellenteller | Handig hulpmiddel om de hoeveelheid en snelheid toediening van koolzuurgas te meten |
Bethos | Bodembewonende ongewervelden |
Bevallingsbakje | Plastic bakje uitermate geschikt volgens de fabrikant en verkopers voor levendbarende vissen om hun jongen ter wereld te brengen. Absoluut geen aanrader volgens de hobbyist. Zie: drijfgroen |
Binnenfilter | Filter die zich in het aquarium bevindt. |
BioCo2 | Zelf geknutselde installatie van (PET)flessen, waar door middel van gist en suiker CO2 wordt geproduceerd. |
Biologisch evenwicht | Een evenwicht tussen plant en dier. De planten maken zuurstof aan, de vissen leven van de zuurstof, produceren mest waarvan de planten weer groeien. De productie verloopt ongeveer gelijk: evenwicht. |
Bioloog | Veelgebruikte term voor een biologisch filter |
Biotoop | Natuurlijke leefomgeving van een vis of een ander dier. |
Biotoopaquarium | Aquarium waarin gestreefd wordt naar een zo natuurgetrouwe nabootsing van een bepaald biotoop |
Bladerbiotoop | Een biotoop waar de bodem niet bestaat uit zand of grind maar uit bladeren, zoals in de amazone; daar liggen er meters mee bezaaid. |
Bladrozet | Een rozet is een kringvormige stand van de bladeren net boven de grond |
Buitenfilter | Filtersysteem waar de filtering buiten het aquarium plaatsvindt. |
C-nummers | Corydorassen zijn er met zoveel dat ze deze soorten ook d.m.v. nummers gaan benoemen: de C-nummers. Vergelijkbaar met l-nummers. |
cf. | Con forma, de onderzochte soort verschilt met sommige details van de orginele beschrijving, maar niet zo vitaal, dat het aannemelijk is dat het hier om een andere, nieuwe soort gaat. |
Cichliden | Familie van baarsachtigen, waarbinnen zeer veel verschillende soorten zich bevinden van over de hele wereld. |
CO2 | Scheikunde afkorting voor koolstofdioxide, voor meer uitleg zie koolstofdioxide. |
Corydoras | Latijnse naam voor een harnasmeervallenfamilie, ook wel pantsermeervallen genoemd. |
Cory(‘s) | Afkorting voor één of meerdere Corydoras |
Couveuse | Belgisch dialect woord voor bevallingsbakje |
Crypto | Afkorting van Cryptocoryne dat is een aziatisch planten geslacht |
Cullen | Jonge vissen worden uitgezocht op de gewenste eigenschappen. Degenen die niet voldoen worden verwijderd en doorgaans gedood. |
Cyclops | (eenogen) snel bewegende, algenetende zoetwaterdiertjes. Ze zijn twee tot 3 milimeter groot en planten zich veel minder snel voort dan de watervlooien (Daphnia). Opvallend is de wisselende kleur: meestal wit maar bruin , groen en geel is allemaal mogelijk. |
Decoratie | Versierende elementen in het aquarium, gaande van kienhout tot planten tot plastic dingen |
Dekruit | Een ruit die bovenaan de bak tussen het water en de verlichting wordt geplaatst. dient tegen verdamping van het water en om de temperatuur van het water constant te houden. Ook opspringende visjes worden beschermd door de dekruit |
Demersaal | Demersale vissen zijn vissen die op de bodem leven. Het woord is afkomstig van het Latijnse demergere wat zinken betekent. Vissen die niet op de bodem leven heten Pelagische vissen. |
Denitrificatie | Het omzetten van giftige afvalstoffen naar minder schadelijke stoffen, die door planten kunnen worden opgenomen, door bacteriën. Ammoniak –> nitriet –> nitraat –> stikstof. ( lees verder: stikstof cyclus ) |
Drijfgroen | Planten die aan het oppervlak van het water drijven. Hoeven niet persé drijfplanten te zijn. Mag ook bijvoorbeeld Waterpest zijn die niet geplant wordt. Ideaal voor jonge van levendbarende vissen om in te schuilen. |
Drijfplant | Plant die op het wateroppervlak drijft, de bovenkant van de bladeren zijn meestal boven water en de wortels zijn volledig onderwater. |
Druppeltest | Vrij nauwkeurige test om bepaalde waterwaarden te meten |
EC | Electric Conductivity (elektrische geleidbaarheid). |
Echinodorus | Latijnse naam voor een plantenfamilie, ook wel zwaardplanten genoemd. Komen veel voor in Zuid Amerika. |
Eierleggenden | Vissen die eieren leggen, uit de eieren komen de jongen |
Eivlekmethode | Bij een aantal muilbroedende cichliden (voornamelijk uit het Malawimeer) worden de eieren door het vrouwtje meteen na het afzetten in de bek genomen. Ze zijn dan nog niet bevrucht. Het mannetje heeft echter een truc achter de hand. Hij heeft aan de aarsvin een vlek, de z.g, eivlek. Het vrouwtje denkt dat ze nog een ei vergeten is en hapt er naar om het ook in de bek te nemen. Op dat moment stoot het mannetje het homvocht af, waardoor de eieren in de bek van de vrouw |
Emers | Boven water levend/gekweekt |
Epoxy(hars) | Wordt gebruikt om zelfgemaakte achterwanden te beschermen. Eerst vloeibaar, na aanbrengen keihard en niets doorlatend. |
Epifyten | Plantaardige organismen die zich op het oppervlak van waterplanten vestigen. |
Epipelon | Allgen en bacteriën die zich op het bodemoppervlak ontwikkelen |
eVSA | Een type VSA waarbij geen starter nodig is. Met dit apparaat wordt de TL zonder geknipper gestart. De buis gaat ook langer mee. Als de TL kapot is, zal de eVSA dit opmerken en het starten staken. De lamp krijgt dan géén stroom meer. |
EXIT | Veelgebruikt medicijn tegen de visziekte (witte) stip. |
F1, F2, F3 | F1 staat voor de eerste generatie van wildvang exemplaren. F2 staat voor de tweede generatie en F3 voor de derde en zo verder. |
FAQ | Afkorting voor frequently asked questions, in het Nederlands: veel gestelde vragen |
Fe | Scheikundige afkorting voor ijzer. |
Fijnbladigen | planten met kleine blaadjes. |
Filter | Apparaat wat er voor zorgt dat het water schoon blijft door mechanische en biologische filtering. |
Fosfaat | Afvalstof in het aquariumwater, ontstaat vooral door dode plantenresten en vissen. Wordt gezien als een van de grote veroorzakers van (blauw)algen |
Fytoplankton | In het water zwevende plantaardige micro-organismen |
Gonopodium | Het mannelijk geslachtsorgaan van (vrijwel alle) levendbarende vissen |
Grofbladigen | Planten met grote bladeren |
Grondelen | Het wroeten door de bodem om voedsel te zoeken |
Halogeenlamp | Een gloeilamp waaraan een stof toegevoegd is die er voor zorgt dat de gloeidraad veel minder snel doorbrand. Hierdoor kan de lamp compacter gebouwd worden. Wel worden deze lampen erg heet. |
Hardbladigen | Planten met harde blaadjes, alternatief voor zachtbladigen als er planteneters in de bak zitten |
Harnasmeervallen | (Loricariidae) vormen de grootste familie binnen de orde van meervalachtigen. |
Hom | Mannelijke zaadcellen van de vis |
Hydrobiologie | Leer van het leven in het water |
Infusoriën | Eencellige diertjes die kunnen worden gebruikt als voer voor het allerkleinste jongbroed. |
Inheems | Soorten die oorspronkelijk uit ons leefmilieu komen; inheemse soorten, soorten van bij ons. |
Inlaat | Slang en/of buisje waar het water doorstroomt van de (externe) filter het aquarium in. |
Inwendige bevruchting | Het dier word inwendig bevrucht; vóór het afzetten van de eitjes. |
Jongbroed | Jonge vissen |
Kaamlaag | Laag (of vliesje) op het oppervlak van je water, bestaande uit dode bacteriën. |
Keienbak | Populaire benaming voor een aquarium met veel steenformaties. Vooral geliefd bij Malawi- en Tanganyikaliefhebbers. |
Keramische buisjes | Filtermateriaal van keramiek in de vorm van buisjes. Goed filtermateriaal omdat er groot oppervlak in zit en dus heel veel nuttige bacteriën aan kunnen hechten. |
Kienhout | Hout dat eeuwenlang geconserveerd is gebleven doordat het in veengrond is terechtgekomen. Zeer geschikt voor in het aquarium. Geeft wel humuszuren af, wat zorgt voor een lagere pH en een bruine kleur water. |
Koolstofdioxide | Planten hebben voor hun groei het koolelement nodig. Kan kunstmatig worden toegevoegd in het aquarium |
Kuit schieten | Het afzetten van al dan niet bevruchte eitjes |
Labyrintvis | Vissen die achter hun kieuwdeksel een labyrintorgaan hebben, om atmosferische lucht te kunnen ademen. |
Lateriet | Een in de tropen voorkomende bodemsoort met een hoog gehalte aan ijzer. |
LED | Light Emitting Diode, een lichtgevende diode. Dit zeer kleine elektronisch onderdeel komt steeds meer in gebruik in de aquariumtechniek. Meestal wordt een blauwe kleur gebruikt. De LED gebruikt weinig energie en gaat zeer lang mee |
Leem | Grondsoort die bestaat uit fijne delen van verschillende gesteenten. Wordt toegepast onder zand/grind als plantenvoedsel |
Levendbarenden | Vissen die jongen ter wereld brengen die gelijk in staat zijn om te zwemmen, eten etc.. |
LFS | Local/Life Fish Store/Shop, oftewel viswinkel. Veelgebruikte afkorting op forums. |
Luchtpompje | Pompje wat d.m.v. een membraam extra lucht in het water blaast. Misvatting is dat hierdoor extra zuurstof in het water wordt geblazen. Extra zuurstof in het water onstaat hierdoor wel, maar wordt veroorzaakt door de beweging van het wateroppervlak (wisselwerking tussen lucht en water). |
L-nummer | Meerval uit de familie Loricariidae |
Malawimeer | Meer in Afrika waar veel kleurige cicliden vandaan komen |
Mangrovehout | Hout afkomstig uit de mangroven. Is grilliger van structuur dan wortelhout. Heeft ook een hoger zoutgehalte (mangrove = brak water). |
Microvoer | Klein voedsel voor jonge vissen, zoals stofvoer, artemia en Infusoriën |
Middenplant | Matig grote planten of planten die makkelijk teruggesnoeid kunnen worden, staan in de middenzone van het aquarium |
Mineerders | Insecten die in het inwendige van planten leven en daar gangen maken in het weefsel (endofyten). |
Moederplant | Porspronkelijke plant waar nieuwe planten uit gevormd zijn |
MS | Afkorting voor microsiemens: geleidbaarheidmeting van het water |
Muilbroeder | Vissen die hun eieren in de bek uit laten komen, en eventueel het jongbroed ook hier nog een poosje laat zitten om het te beschermen. |
Mysis | een klein tot 1cm groot garnaaltje dat ook vaak gebruikt word als visvoer |
N | Scheikundige afkorting voor stikstof |
NaHCO3 | Natriumwaterstofcarbonaat, ook wel natriumbicarbonaat. Kan gebruikt worden om meer CO2 in de bak te krijgen, wordt ook gebruikt in Rennie maagtabletten. |
Nitraat | Stof na omzetting van nitriet door bacteriën, kan door planten worden opgenomen als voedingsstof. |
Nitriet | Een giftige afvalstof in het aquarium, moet altijd zo dicht mogelijk bij de 0 mg/L gehouden worden. |
NO2 | Scheikundige afkorting voor nitriet, voor uitleg zie nitriet. |
NO3 | Scheikundige afkorting voor nitraat, voor uitleg zie nitraat. |
Nov. | Van novum, hetgeen nieuw betekent. Dit staat voor hetzelfde als sp. aff. |
Oog (plant) | Plaats waar een plant kan uitschieten, dus m.a.w. stengel en bladeren vormen |
Overbezetting | Het hebben van teveel vissen in een aquarium |
Ovipaar | Ovipare dieren leggen eieren die buiten het lichaam van de moeder uitkomen. De bevruchting kan intern of extern plaatsvinden, maar de ontwikkeling van het embryo gebeurt altijd buiten het lichaam van de moeder. De eieren bevatten alle benodigde voedingsstoffen in de vorm van dooier om het embryo te laten groeien totdat het klaar is om uit te komen. Voorbeelden van ovipare dieren zijn vogels, reptielen, amfibieën en de meeste vissen |
P | Scheikundige afkorting voor fosfor |
Paludarium | Palu = moeras. Aquarium/terrarium met een gedeelte land en een gedeelte water in combinatie met een weelderig plantenbestand dat in en om het water groeit. |
Pelagisch | Pelagische vissen leven weg van de bodem. Ze leven veelal in de bovenste waterlagen. Veelal zijn het scholende vissen. |
Peperstip | Ziekte met dezelfde cyclus als witte stip, maar moet binnen de 72 uur een nieuwe gastheer vinden. Tocht en andere vormen van daling van de temperatuur vormen een gunstig klimaat voor deze ziekte. Symptoom: bruingele stipjes |
pH | Scheikunde uitdrukking van de zuurgraad. Verschillende soorten vis verlangen een verschillende pH. |
Plantentang | Tang met een lange steel, waardoor je niet helemaal met je arm in het aquarium hoeft om de plant bij te knippen |
Plantenvoeding | Voeding voor planten, in vaste vorm (bolletjes) of in vloeibare vorm verkrijgbaar. Voorziet planten van de juiste voeding voor een gezonde groei. |
Poetsen | Het schoonmaken van een blad of steen door sommige substraatbroeders |
Potfilter | Benaming voor een filter dat niet in de bak zelf geplaatst is maar buiten de bak staat en met slangen verbonden is met het aquarium |
Quarantainebak | Aquarium voor pas aangeschafte vissen, waarin deze apart gehouden worden ter voorkoming van ziekten in het hoofdaquarium |
Roofvis | Vis die zich voedt met gewervelde dieren, voornamelijk andere vissen |
Ruitenkuiser | Algemene Vlaamse benoeming voor algenetende L-nummers |
Schimmel | Saprolegnia; witte pluizige plukjes die op het lichaam van de vis groeien als gevolg van wonden of verminderde weerstand |
Schuimnest | Nest van luchtbelletjes, die ingepakt zijn met speeksel. Hierin worden door verschillende visen hun eieren in gelegd. Veel labyrintvissen doen dit, maar ook sommige meevallen net als een Hoplosternum. In enkele gevallen word het na het afzetten gebouwd |
Secundaire infectie | Ziekte of schimmel die optreed doordat de dieren al verzwakt zijn door een andere ziekte. Ziekte of schimmel bovenop een andere ziekte dus. |
Siporax | Soort keramische buisjes, alleen dan niet van keramiek. Kunnen 40x meer bacteriën aan hechten dan aan standaard keramische buisjes |
Skalaar, scalare | Andere naam voor Pterophyllum scalare oftewel de maanvis |
SO3 | Scheikundige afkorting voor sulfiet |
SO4 | Scheikundige afkorting voor sulfaat |
sp. | Species betekend soort. De soort is nog onbeschreven |
sp. aff | Een nieuwe soort, nog onbeschreven maar lijkt erg op een bepaalde reeds beschreven soort. Deze bepaalde soort is achter “sp. aff.” aangegeven |
ssp. | Ondersoort; Sommige soorten bewonen een wijd verspreidingsgebied; binnen deze gebieden zijn er populaties die optisch duidelijk verschillen van andere populaties. Genetisch gezien behoren ze toch tot dezelfde soort. Deze populaties krijgen een derde wetenschappelijke naam als een geografische ondersoort. Is de ondersoort nog niet vastgesteld dan word er alleen ssp. vermeld. |
Stekken | d.m.v. bladeren of een stengel met bladeren. Deze worden in de grond geplaatst en vormen wortels; gevolg: nieuwe plant |
Stofzuiger | Apparaat al dan niet met motoraandrijving, die het bodemvuil opzuigt en in een buideltje opvangt, danwel via een slang in emmer of afvoer deponeert. |
Submers | Onder water levend/gekweekt |
Substraatbroeder | Vissen die hun eieren op een voorwerp afzetten, denk aan een steen, stuk hout of een blad |
Symphyseale tanden | Symphyseale tanden zijn een type tand dat zich bevindt aan de voorkant van de onderkaak van bepaalde vissoorten, waaronder sommige leden van de familie Anostomidae, waartoe de Leporinus arcus behoort. Deze tanden zijn vaak vergroot en hebben een specifieke functie in de voeding van de vis. Kenmerken van symphyseale tanden: Locatie: Symphyseale tanden bevinden zich in het midden van de onderkaak, waar de twee helften van de kaak samenkomen (de symfyse). Vorm en Grootte: Deze tanden zijn vaak groter en meer ontwikkeld dan andere tanden in de mond van de vis. Ze kunnen een scherpe of puntige vorm hebben, wat helpt bij het vastgrijpen en afschrapen van voedsel. Functie: De belangrijkste functie van symphyseale tanden is het helpen bij het voeden. Ze stellen de vis in staat om hardere voedselbronnen, zoals algen of kleine schaaldieren, effectief te verwerken. Dit is vooral belangrijk voor herbivore of omnivore vissen die zich voeden met plantaardig materiaal of andere harde voedingsmiddelen. Aanpassing: De aanwezigheid en ontwikkeling van symphyseale tanden kunnen variëren tussen verschillende soorten vissen, afhankelijk van hun dieet en ecologische niche. Vissen die zich voornamelijk voeden met zachte voedingsmiddelen hebben mogelijk minder ontwikkelde symphyseale tanden. In het geval van de Leporinus arcus kunnen deze tanden helpen bij het afschrapen van algen van rotsen en andere oppervlakken in hun natuurlijke habitat, wat bijdraagt aan hun omnivore dieet |
Tanganyikameer | Meer in Afrika. Hier komen veel populaire vissen vandaan die men veelal in een Tanganyika biotoop plaatst |
Terugslagventiel | Ventiel wat op luchtslang past. Deze laat lucht maar in één richting door, zo kan er alleen maar lucht doorheen geblazen, en mocht er water in de slang lopen dan slaat hij dicht. Beschermt dus je apparatuur. |
TL | Fluorescentielamp. TL is de franstalige afkorting voor tube luminescent, wat gewoon lichtgevende buis betekent. De Duitsers zeggen ook wel eens Tages Licht. Een meestal rechte glazen buis gevuld met een gas dat oplicht als deze onder spanning komt te staan. Hiervoor is een (e)VSA en vaak ook een starter nodig. Dit is de meestgebruikte verlichting voor het aquarium. Er bestaan 2 meestgebruikte varianten: T8 (aloude TL) en T5. |
Toppen | Het afknippen van het bovenste deel van een waterplant. Bij een aantal planten kan deze weer opnieuw worden geplant. |
Turf | Wordt aangeboden in diverse fabricaten (plaatjes voor in de bodem, diverse vormen voor in de filter/bioloog, etc.). Functie is om het water te verzuren (verlagen van de pH). |
Uitlaat | Slang en/of buisje waar het water doorstroomt naar de (externe) filter vanuit het aquarium |
Uitlopers | Een verharde stengel met ogen waarop nieuwe jonge plantjes groeien |
Ureum (NH2CONH2) | Uitscheidingsproduct van vissen. Wordt door bacteriën omgevormd tot ammoniak –> nitriet –> nitraat –> stikstof. |
Vinrot | Een door bacteriën veroorzaakte ontsteking van de vinnen. In een verder stadium zal de vin wegrotten. Kan ook lijken op beschadiging door happen van andere vissen |
Vissenval | Klein (plexi)glazen aquariumpje met guillotine deurtje, bestemd om snelle vissen te vangen zonder de bak te slopen |
Voederautomaat | Elektronisch apparaat waarmee je een voerhoeveelheid om een bepaalde tijd kan instellen |
Voedingsbodem | Zand of klei met voedingsstoffen die onder de dekkingslaag van de bodem zit; meestal grind of zand. Deze bevat voedingsstoffen die de groei van planten bevorderden |
Voorgrondplant | Kleiner plantje dat vooraan in het aquarium geplant wordt of als matje op de bodem |
Vrijlegger | Vis die de eieren niet op een bepaald blad of object legt maar ze als het ware gewoon rondstrooit |
VSA | Afkorting voor voorschakelapparaat. Een elektronische apparaat dat er (eventueel in combinatie met een starter) voor zorgt dat de hogere onsteekspanning voor een TL bereikt kan worden. Na het onsteken of aanzetten van de lamp, zal de stroom gelijk gehouden worden. Dit heet ook wel smoren. Als er geen VSA aanwezig is zal de TL namelijk steeds meer stroom (Ampere) gaan gebruiken en uiteindelijk imploderen. Daarom wordt een VSA ook wel een smoorspoel genoemd. |
Waterwaarden | Het aquariumwater kan je nameten op bepaalde stoffen, om de kwaliteit van je water te kunnen zien. Dit zijn nitriet, nitraat, fosfaat, PH, GH en KH. |
Witte Stip | Visziekte die door een trilhaardiertje wordt veroorzaakt. Wordt gekenmerkt door witte stippen op de vinnen, huid en ogen. In het Latijn: ichthyophthirius. |
Wortelstok | Dik, horizontaal groeiende wortel, opgebouwd uit ‘compartimenten’ met op elk stuk een oog. |
Zachtbladigen | Planten met zacht blad, vallen vaak ten prooi aan plantenetende vissen |
Zoutbad | Bak water met toegevoegd (jodiumvrij) zout om bepaalde ziekten te bestrijden. Niet alle vissen kunnen dit aan. En niet alle ziekten kunnen zo worden bestreden. Concentratie zout is erg belangrijk! |
Zwemblaas | Orgaan bij vissen dat het de mogelijkheid geeft te blijven ‘zweven’ in het water |
Zwemblaasontsteking | Abnormaal zwemgedrag ten gevolge van het niet of slechts gedeeltelijk functioneren van de zwemblaas, de vis hangt of zwemt op schommelende wijze. De ontsteking is dodelijk maar niet besmettelijk. |
Mis je nog een woord? Laat het ons weten in de reacties hieronder!