De kweek van de Kardinaaltetra is niet eenvoudig. Ongetwijfeld zijn er meerdere manieren om met dit kleurrijke visje te kweken maar dit is hoe ik het uit ervaring doe.
De voorbereiding
Om een goede kweekgroep bij elkaar te krijgen kun je het beste ongeveer 20 zo jong mogelijke kardinaaltetras aanschaffen. Zorg dat er voor je kweekgroep een aquarium klaarstaat. Het water moet een lage KH hebben. De pH moet wat zuur zijn op pH 6. Het water mag maar weinig opgeloste zouten bevatten en dus een lage geleidbaarheid hebben van max. 100 μS. De temperatuur in mijn viskamer is zo rond de 23 graden Celcius.
Om de waterwaardes stabiel te houden heb ik aquasoil (zonder plantenvoeding) gebruikt als bodemsubstraat wat voor de pH en de KH een stabiliserende werking heeft. Op die manier van voorbereiden heb ik bij het kweken diverse malen successen geboekt met schooltjes tussen de 100 en 150 visjes als resultaat.
Echter door een ongelukkige samenloop van omstandigheden heb ik helaas 2 jaar geleden mijn kweekstam verloren. Het beschreven kweekverslag is dan ook van een 20 tal vissen die niet op beschreven manier zijn voorbereid maar die ik halfwas aangeboden heb gekregen en eigenlijk al te lang op te hard en te alkalisch water hebben gezeten. De kweek resulteerde in een matig resultaat van 35 visjes, wel weer goed voor een nieuwe kweekstam.
Voer de kweekgroep met voornamelijk levend voer. Geef ze bijvoorbeeld vers uitgekomen artemia naupliën, grindal wormen, enchytreën etc. Zie ook deze link naar uitleg over kweekvoer.
Conditioneren van de Kardinaaltetra
Bij de jonge dieren is het verschil tussen de mannen en vrouwen niet te zien. Als ze geslachtsrijp beginnen te worden wordt het langzaam zichtbaar. De vrouwen worden iets groter dan de mannen. De vrouwen zijn ook iets ronder van vorm dan de slankere mannen.
Een a 2 weken voordat je begint met de kweek, zet je de mannen en vrouwen apart in ieder hun eigen aquarium. De vrouwen krijgen nu de kans om eieren te sparen zodat ze straks vol eieren zitten voor de kweek. Door het scheiden van de seksen is de aantrekkingskracht die ze voor elkaar voelen ook sterker als ze weer bij elkaar komen.
Kweekwater
Om water te maken waarin je de Kardinaaltetra wil kweken maak ik eerst zelf een turfextract aan. Hiervoor gebruik ik een emmer met 10 liter demiwater. Aan het demiwater voeg ik pakweg een liter turf toe. Het water belucht ik een paar dagen tot het turfextract een geleidbaarheid heeft gekregen van zo’n 60 μS.
De volgende stap is om met behulp van nog meer demiwater, het kweekwater te maken. Het demiwater maak ik zelf met een kation/anion ionenwisselaar (zie deze link met uitleg over de ionenwisselaar). Het water uit de ionenwisselaar heeft ongeveer een geleidbaarheid van 1,6μS. Water uit de meeste omkeerosmose apparaten halen zo’n lage geleidbaarheid niet. Het water in het leefgebied van de kardinaaltetra heeft een geleidbaarheid van ca. 8μS.
Neem nu 20 liter demiwater en voeg hier 0,4 liter turfextract van 60 μS aan toe. Als het turfextract niet zo sterk is uitgevallen (zeg 30 μS), voeg je bijvoorbeeld 0,8 liter liter turfextract toe.
Hierdoor komt de pH van het kweekwater ongeveer uit op pH 5.0. Meet de pH met een druppeltest of een andere kleurindicator. Water met zo een lage geleidbaarheid heeft geen bufferend vermogen (kh=0) en een zeer lage ionenconcentratie. Hierdoor geeft een pH probe een zeer onstabiele waarde.
Zelf gebruik ik een oplossing van methylrood als pH indicator (kleur moet oranje rood zijn voor pH5). Uiteraard is de precisie van deze meting niet zo groot maar mijn ervaring is dat het voor dit soort water beter werkt als een pH probe. De kleur aflezen is een kwestie van ervaring.
Door het verdunnen van het turfextract komt de geleidbaarheid zo rond de 4 μS uit en komt de pH van het kweekwater ongeveer uit op pH 5.0.
De kweekbakjes
Om de kans op een succesvolle kweek te vergroten, gebruik ik twee kweekbakjes. De kweekbakjes hebben een inhoud van 25 liter. Vlak boven de bodem heb ik een eierrooster geplaatst. Bij het afzetten van de eieren vallen deze door het rooster naar beneden. De ouderdieren kunnen niet door het rooster heen komen. Dit zorgt er voor dat de ouderdieren de eieren niet kunnen opeten.
In de kweekbakjes plaats ik verder alleen een verwarmingselement van 25 Watt. De temperatuur in mijn viskamer is 23° Celsius en kan zo in een paar uur tijd de temperatuur naar 28° worden gebracht. De bakjes bevatten dus geen gewone of plastic planten.
Het eierrooster is in de lengte van het kweekbakje precies pas. In de diepte wordt het iets groter. Het eierrooster ligt dan ook iets schuin zodat je er onder kunt kijken.
Omdat de eieren lichtgevoelig zijn, maar ook omdat kardinaaltetras in het donker (meestal ’s nacht paren) verduister ik de bakjes. Alleen in het midden van het bakje laat ik een spleet van ongeveer 2 centimeter open.
Spoel alle attributen af met demiwater, de kweekbakjes, de eierroosters en de verwarming. Dit doe je om de geleidbaarheid van het water (in μS) zo laag mogelijk te houden.
Het afzetten van de eieren
Zorg dat het kweekwater dezelfde temperatuur heeft als het water waarin de kweekgroep en gescheiden mannen en vrouwen zwemmen. Neem 5 mannen en 5 vrouwen en plaats ze nu in een van de kweekbakjes. Gebruik hiervoor de druppel methode om ze over te wennen aan de lagere pH en lagere geleidbaarheid in het kweekbakje. Herhaal dit voor het tweede kweekbakje. Schakel de verwarming in (In mijn viskamer is de temperatuur standaard 23° Celsius) en laat de temperatuur langzaam stijgen tot 28° Celsius.
Controleer nu elke morgen of er eitjes zijn afgezet. Haal daarvoor de onderste helft van de verduistering weg. Kijk met een lampje onder het rooster of je eieren kunt zien. Als dat zo is zijn er altijd wel slechte eieren, de slechte eieren worden wit en zijn het makkelijkst te herkennen. De goede, bevruchte eieren zijn doorzichtig en moeilijk te zien.
Als je eieren vindt, dan zet je de ouders terug in hun groepsaquarium met behulp van de druppelmethode. Als er na vijf dagen nog geen eieren zijn plaats je de ouders ook terug in het groeps aquarium met de druppelmethode.
De eieren en het op laten groeien van de jonge Kardinaaltetra’s
Na het verwijderen van de ouders, hevel ik de eitjes over naar een vijf liter bakje. Het kweekbakje kan ik nu opnieuw gebruiken. De jonge visjes zitten dan ook geconcentreerder in het kweekbakje. Hierdoor kan ik ze beter voeren en controleren. Bewaar het resterende water van het kweekbakje. Je hebt dit later weer nodig.
Eerst verwijder ik de slechte, witte eieren om te voorkomen dat ze de goede eieren besmetten. Dit doe ik door met een lepel flink in het bakje langs de omtrek in een cirkel te roeren. De goede eitjes zakken snel en door de draaiing concentreren deze zich in het midden op de bodem. De slechte eitjes drijven langer. De goede eitjes hevel ik dan met een luchtslangetje naar het 5 liter bakje. Verduister het vijf liter bakje geheel.
4e dag: Op de 4e dag na het afzetten van de eieren verwijder je de verduistering. De eieren zijn na zo’n 24 tot 36 uur al uitgekomen maar de larfjes teren nog op een dooierzakje en hoeven nog niet gevoerd te worden. Dat dooierzakje begint nu op begint te raken
Onderin het bakje zijn hele kleine speldeknopjes zichtbaar, die reageren op licht. Voeg een luchtslangetje toe en belucht zeer weinig, dit zorgt voor een beetje beweging en zuurstof in het water.
5e dag: Op de vijfde dag begin je met voeren. Hoewel de meeste jonge Neon Tetra’s als eerste voer al pas uitgekomen artemia larven aankunnen, zijn die voor jonge Kardinaaltetra’s net te groot. Geef ze daarom enkele dagen eerst tweemaal daags zuivere Pantoffeldiertjes (Paramecium) en/of azijnaaltjes.
6e dag: Op de zesde dag kun je ze voeren met azijnaaltjes (2x daags). Probeer ze ook wat pas uitgekomen artemia te geven. Kijk na 20 minuten of de jonge Kardinaaltetra’s rode buikjes hebben van de artemia. Dit is een teken dat ze er goed van hebben gegeten. Als ze nog geen rode buikjes hebben, dan zijn de artemia naupliën nog te groot. Voer ze dan nog een dag met azijnaaltjes.
7e dag: Op de zevende dag voer je ze artemia (2x daags). Je kunt ze vanaf vandaag ook in de morgen artemia en ’s avonds micro aaltjes geven.
Je bent nu ongeveer 2 weken bezig met de kweek. Tijd voor wat onderhoud. Hevel voorzichtig de bodem af en verwijder eventueel opgehoopt vuil. Vul het water aan met hetzelfde water wat over hebt gehouden van het kweekbakje.
14e dag: Vanaf de 14e dag na het afzetten kan twee keer per week de bodem voorzichtig worden schoongemaakt (afgeheveld). Je kunt eventueel 1 a 2 slakken toevoegen. De slakken helpen om de bodem schoon te houden van overgebleven voer en afval.
Verhoog nu ook langzaam de geleidbaarheid. Je verhoogt de geleidbaarheid door steeds iets meer leidingwater te gebruiken. De pH van het water is nu minder van belang. De jonge Kardinaaltetra’s zijn hier nu beter tegen bestand.
4 a 5 weken: Na 4 a 5 weken begint de blauwe kleur zichtbaar te worden (zie foto hier onder 29 december). De eieren zijn op 27 november afgezet. De kleine speldeknopjes groeien met het juist voer dus erg snel uit tot gekleurde miniatuur versies van hun ouders.
Vanaf nu eten ze ’s morgens artemia en ‘savonds grindalwormpjes. Er zitten bij mij soms enkele grote tussen de kleine grindalwormpjes die hevel ik later weg.
8 weken: Na 8 weken zet ik alles over in een 25 liter bakje. Deze keer helaas een mager resultaat wat aantallen betreft. Uit deze kweek komen slechts 35 jongen voort. Ik heb ze samen gezet met 38 evengrote en ongeveer even oude roodkopzalmen (Hemigrammus bleheri). Deze soort kweek ik op dezelfde manier als de Kardinaaltetra’s.
Vanaf nu voer ik ze driemaal daags. In de morgen krijgen ze artemia, in de middag grindalwormpjes en ’s avonds stofvoer.
Conclusie
Zoals je ziet vraagt het kweken van de Kardinaaltetra wat meer inspanning dan sommige andere soorten. Met de juiste voorbereiding en kennis van waterwaarden is het echter wel te doen.
Auteur en foto’s
Piet van Amelsvoort – Aquariumvereniging De Kempvis
Nabewerking
John de Lange – AquaInfo
Maanvissen kweek is een stuk makkelijker
Had al weken van te voren een bakje klaar staan met gefilterd regenwater en een uitstromen nadat de manen de eieren hadden afgezet heb ik het blad met eieren in de kweekbak gedaan en na een dag of vijf a zes krioelde het op het blad en begon ik pantoffelvoer te voeren, tevens slootvoer door een fijne zeef, nu eten ze al watervlooien en hebben ze de vorm al van manen 40 stuks