Biologisch Filteren…tsjaah, een filter is in onze hobby niet meer weg te denken. Potfilters, Biologen, Wervelbedfilters, Hamburger mattenfilters…. Er is een ruime keus in filtersystemen.
En waar een ruime keus is, daar is het moeilijk kiezen!
Met deze pagina hoop ik dan ook een handje te kunnen helpen in de keus van een filtersysteem, en mischien komt het er zelfs wel op neer dat je zelfs helemaal geen filter nodig hebt!
Over bijna geen enkel onderwerp kunnen aquarianen het eens worden wat nu het beste is. Dat geldt voor verlichting, voor de bodem en bij het filter is het al niet veel anders. De meningen over filters lopen wijd uiteen. De één zweert bij een groot biologisch filter. De andere zegt dat een simpel potfiltertje bij hem prima voldoet. En een derde zegt weer dat een potfilter nooit geen goede biologische werking kan tonen en dus een mattenfilter het summum vertegenwoordigd.
Wat is nou dus het beste filtersysteem?
Nou, heel simpel, daar kan ik dus zo geen antwoord op geven. Het optimale filtersysteem voor een aquarium bestaat niet!
Zo, da’s dat, de pagina is dan dus af?
Nou zo simpel wil ik me er ook niet van af maken. Wat ik wel durf te stellen is dat elk aquarium vraagt om zijn eigen benadering voor het opzetten van een filter. En daar zullen we op deze pagina dan ook maar eens mee beginnen.
Waarom filteren?
Mmmm, dat is de basisvraag. Waarom filteren we eigenlijk onze aquaria?
Eigenlijk filteren we om de onderstaande redenen:
- Uit het water filteren van aanwezige zwevende stofdeeltjes
- Voor het omzetten van het door de vissen geproduceerde ammonia(k) naar het minder schadelijke nitraat
- Voor het omzetten van organisch afval (bijv. voedselresten, enz.) naar stoffen als fosfaat, nitraat.
- Om te zorgen voor stroming in het aquarium
Als we het bovenstaande lijstje eens doorlopen dan kunnen we de functie van een filter dus opdelen in drie stukken:
- Stromings funktie
- Mechanische filter funktie (opvang zwevende deeltjes)
- Biologische filter funktie (omzetten organische stoffen naar anorganische of simpeler organische stoffen)
De Stromings funktie
Eigenlijk is dit niet echt een basisfunktie van een filter. Maar om water door het filter te krijgen moeten we toch wat arbeid verrichten. En daarvoor zijn dan allerlei hulpmiddelen in de handel varierend van luchtpompjes bij filters op lucht, tot en met de circulatiepompen bij biologen en potfilters.
Door de stroming van het water langs en door de filtermassa komt het water beter met het filtermedium in kontakt en wordt de effectiviteit van het filter groter. Hoe groter de stroming door het filter des te meer voedsel en zweefvuil passeert immers het filter. Nou kunnen we de watersnelheid ook weer niet onbenullig omhoogschroeven. De weerstand van het filter wordt dan steeds groter (neemt kwadratisch toe met de watersnelheid, energetisch ongunstig) en de bio-film wordt beinvloed door hoge watersnelheden (hoeft niet ongunstig te zijn, Zie ook artikel biofilm).
Een verder groot voordeel van gedwongen stroming door het filter is dat de verblijftijd van het water in het filter zo bekort wordt. Hoe langer het water in het filter blijft des te meer zuurstof wordt eraan onttrokken door de bacteriele processen. De waterstroming zorgt voor continue aanvoer van zuurstofrijk water en voorkomt zo dat een filter zuurstofarm gaat werken. Hoe groter de filterdoorstroming des te kleiner de kans op zuurstofarme zones.
Tenslotte heeft het in het aquarium instromende water nog een bijkomende funktie en dat is het verdelen van het gefilterde water door het aquarium. De voordelen van een goede waterstroming in een aquarium zijn o.a.
- Goede distributie van de warmte door de bak, geen koude of warme waterlagen
- Goede toevoer en/of verdeling van voedingstoffen die in het filter of in de bak zelf vrijkomen
- Verkleinen van de stilstaande (stationaire) waterlaag rondom planten zodat deze gemakkelijker hun voedingstoffen kunnen opnemen.
Verzorgen van waterbeweging aan het oppervlak waardoor gassen (bijv. zuurstof) beter uitgewisseld kunnen worden, deze oppervlaktebeweging moet bij een plantenbak ook weer niet te groot wezen ivm het uitdrijven van CO2. Bij een Tanganjika bak is het juist wel weer aan te raden, we krijgen dan immers door het uitdrijven van de overtollige CO2 ook een hogere pH.
Wat de invloed van een goede stroming in het aquarium heeft op de filterwerking dat is ook te lezen, en te berekenen op de Filter calculator. Daaruit valt te leren dat meerdere uitstroomopeningen een effektievere doorspoeling van de bak geven dan een enkele uitstroomopening. Vooral van belang dus bij grotere aquaria (>1,5 mtr). De locatie van de filteraanzuigopeningen is veel minder kritisch. Wel is het altijd gemakkelijk een oppervlakte afzuiging op te nemen om een evt. kaamlaag te voorkomen, cq te bestrijden.
De mechanische filter funktie
Als we een in een waterstroom een aantal obstakels plaatsen dan zullen grove delen in het water vast komen te zitten tussen die obstakels. Hoe dichter de obstakels bij elkaar staan, des te kleinere delen zullen uit het water gehouden “gefilterd” worden. Dit is de basis van het mechanisch filteren. Hoe fijner het filtermateriaal des te kleiner de deeltjes die vastgehouden worden.
Een goed voorbeeld hiervan zijn de Gafzakken en Diatomeeen aarde. Hiermee is worden de kleinste stofdeeltjes nog uit het water gefilterd. In de meeste filters worden watten gebruikt als mechanisch filter.
Bij een mechanisch filter spelen de onderstaande filtereffekten een rol
- Interceptie/sedimentatie effekt
Een stofdeeltje buigt met de waterstroom mee en botst door z’n massatraagheid alsnog tegen een vezel. Hoe groter de watersnelheid des te groter de botskans. - Diffusie effekt
Door de moleculaire (Brownse) beweging van zeer kleine deeltjes nemen deze deeltjes een grotere plaats in dan hun eigenlijke diameter waardoor deze kleine deeltjes toch nog tegen de vezels botsen. - Zeef effekt
Een stofdeeltje is groter dan de doorlaat tussen twee vezels en wordt daardoor gevangen.
Meestal wordt gedacht dat dit het belangrijkste mechanisme is. Dat is juist niet zo! Alleen bij zeer fijne filters of dichtgeslibde filters speelt dit effekt een grote rol. - Bezinkings effekt
Doordat sommige deeltjes zwaarder zijn dan water, of samenklonteren (coaguleren) in het filter zullen deze deeltjes in de rustiger delen van het filter bezinken en neerslaan. - Elektrostatisch en polair effekt (Adsorptie)
Als het filtermateriaal een bepaalde lading heeft (cq het is polair) dan zullen deeltjes met een tegengestelde lading zich hechten aan het filtermateriaal. Een goed voorbeeld hiervan is actieve kool
Nou da’s dus heel mooi, al die mechanische filter effekten. De meeste aquarianen douwen een dot watten in hun filter en daarmee is dan de mechanische filtering geregeld. Simpel en doeltreffend.
Pas als ze een keer diatomeënaarde of een gafzak toepassen, dan valt het pas op hoe veel helderder het water echt kan worden!
En wat als we het omgekeerde doen, en die watten gewoon weglaten? Dus niet mechanisch filteren?
In de praktijk blijkt het effekt van de mechanische filterwerking van watten of schuimpatronen nauwelijks tot niet zichtbaar. Meestal is de filterwerking van de overblijvende filtermassa al voldoende om het zweefvuil te verwijderen.
Ook in het aquarium zelf spelen zich filtereffekten af (vooral bezinking en adsorptie). Deze effekten zorgen er voor dat ook bij het ontbreken van wat voor filter dan ook, we nog steeds een helder aquarium krijgen.
De biologische filterfunktie
Nu komen we eigenlijk bij het belangrijkste deel, de biologische filterfunktie van een filter. Bij de pagina’s over het stikstofevenwicht is al het nodige te lezen over bacterien. Het bijgaande overzicht wil ik daarbij niet overslaan. Dan worden de begrippen autotroof en heterotroof ook wat duidelijker hoop ik.
Veel aquarianen denken dat de enige taak van het filter is het omzetten van het door vissen geproduceerde ammonia(k) via nitriet naar nitraat. Meer daarover is te lezen in het artikel over nitriet en het artikel over nitraat. Die beide omzettingsprocessen noemen we nitrificatie.
Maar er gebeuren nog veel meer processen in een filter dan alleen nitrificatie.
Sterker nog, nitrificatie is eigenlijk maar een zeer klein deel van de biologische processen in een filter. In het boek, “Water management in Closed Systems” door S. Spotte, is dit ook duidelijk terug te vinden. Deze onderzoeker vond in een zandbed filter van een aquarium, na 134 dagen draaien, de onderstaande bacterie populaties. Uit het diagram zijn duidelijk de verschillende processen te halen. Let wel dat het overzicht een logaritmische schaal heeft!
Het boek moge dan al van 1979 wezen, de conclusies gelden nog steeds. Kijk eens naar het aantal nitrificerende bacterien t.o.v. de overige aantallen bacterien. Dat is bijzonder weinig!! Maar ongeveer 0,02% van de bacterien bestaat uit nitrificerende. De overige zijn meestal of anaerobe of aerobe heterotrofe bacterien. Ook opvallend is dat er toch nog verrassend veel anaerobe bacterien voorkomen ook al zijn de aerobe in de meerderheid. Er geldt dan ook, in elke biofilm in een filter komen ook onvermijdelijk anaerobe bacterien voor! Het klinkt ongeloofwaardig voor sommigen, maar het is zo.
Meer denitrificerende bacterien dan nitrificerende
Op zich al opvallend dus, nitrificatie speelt maar een kleine rol in de filterprocessen. Nog opvallender is dat er meer denitrificerende dan nitrificerende bacterien in dit filter te vinden zijn! Dat verwacht je toch niet…?
Dan vraag je je af. Hoe kan er dan in hemelsnaam nog nitraat in een aquarium voorkomen als er veeel meer bacterien zijn die nitraat afbreken dan bacterien die nitraat maken?
Het antwoord op die vraag is, Metabolisme. De hoeveelheid energie die een bacterie omzet per tijdseenheid.
- Bij het omzetten van ammoniak naar nitriet komt er 66 kcal per mol vrij.
- Bij het omzetten van nitriet naar nitraat komt er 18 kcal per mol vrij.
- Bij het denitrificeren van nitraat naar nitriet komt er 460 kcal per mol vrij. (Bij gebruik van glucose).
En dat verklaart tenminste waarom er in een goed aquarium bijna nooit nitriet is te meten. Het omzetten van nitriet naar nitraat levert maar heel weinig energie op. Dus die bakkies zijn hongeriger dan hun collega’s die ammoniak naar nitriet omzetten.
En dan levert dus denitrificeren gigantisch veel energie op….Mwah, maar dat is een deel van het verhaal. Helaas verlopen die chemische processen in een denitrificerende bacterie veel en veeeeel trager dan in een nitrificerende. Per tijdseenheid wordt dus ondanks het grotere aantal denitrificerende bacterien dus toch meer nitraat gevormd dan er wordt afgebroken. En die traagheid verklaart ook waarom het bij het opstarten erg lang duurt (maanden) voordat de denitrificatie echt goed op gang komt, die denitrificerende bacterien groeien gewoon erg langzaam!
We zien dus dat die nitrificerende bacterien zwaar in de minderheid zijn. Toch zijn ze belangrijk voor een aquarium. Ondanks hun relatief geringe aantal. Door hun geweldige capaciteit om zeer snel en efficient ammoniak in nitraat om te zetten vervullen ze toch een belangrijke functie.
Heterotrofe bacterien, de superbakkies
We konden net zien dat nitrificerende bacterien sneller groeien dan denitrificerende. Maar je houdt altijd baas boven baas. En ja hoor, heterotrofe bacterien zijn nog veel efficienter in het opnemen van voedingsstoffen dan onze nitrificerende vrienden. En ze groeien dus ook veel sneller. Verdubbelt een nitrificerende zich in 12 uur. Een heterotroofje red het in zo’n 20 minuten. Het mag wel haast een wonder heten dat onze nitrificerende bakkies nog overleven.
Nou en dat laatste is dus ook zo. Bij een groot aandeel aan organische stoffen worden de nitrificerende bacterien totaal weggeconcurreerd. De biofilm wordt dik van de heterotrofe. Er onstaan zo door de dikke zuurstofarme biofilm ook gunstige omstandigheden voor de langzaam groeiende denitrificerende bacterien.
Dikke film, Dunne film
Waar wil ik nu uiteindelijk met deze super lange inleiding naar toe?
Nou we zagen al dat een grote organische belasting leidt tot meer heterotrofe bakkies en zo indirect tot meer denitrificatie.
Een lage organische belasting geeft een dunne biofilm en dus weinig denitrificatie
Door een hoge organische belasting raak je dus nitraat kwijt…Dit wordt omgezet naar stikstofgas (N2) en verdwijnt uit je bak.
Door een lage organische belasting wordt de produktie van nitraat efficienter, een hoger nitraatgehalte in de bak is het gevolg.
De conclusie moge duidelijk zijn.
Als je het optimale filter wilt construeren dan speelt de organische belasting op het filter een grote rol!
Organische belasting
Organische belasting, wat is dat dan?
Nou, daaronder kun je verschillende moleculen verstaan die door levende organismen worden gemaakt die bestaan voornamelijk uit koolwaterstoffen. Voorbeelden zijn o.a. suikers(glucose), enzymen, proteinen, aminozuren, enz.
Als je veel voert breng je bijvoorbeeld veel organische stoffen in. Hoe meer koolstof in het voedsel des te groter de uiteindelijke organische belasting. En hier komt de C/N ratio voor de zoveelste keer in beeld.
Voer met een lage C/N ratio geeft dus een relatief lage organische belasting op het aquarium
Voer met een hoge C/N ratio geeft dus een relatief hoge organische belasting op het aquarium
C/N ratio en biofilm
We konden het al lezen een lage C/N ratio, dus een lage organische belasting geeft een dunne biofilm. Dan kunnen we dus ook zeggen dat een lage C/N ratio een goede nitrificatie geeft.
Andersom kunnen we dus ook redeneren. Een hoge C/N ratio geeft een dikke biofilm en bevordert de denitrificatie.
De conclusie hieruit is duidelijk. Wat je voert heeft invloed op je biofilm dikte EN dus ook op het nitraatgehalte in je aquarium
Biofilmdikte en mechanische filtering.
Als we in een filter een materiaal stoppen dat vuil tegen houdt dan hoopt dit zich op in het filter. Da’s nu eenmaal het effekt van een mechanisch filter. Hoe vuiler hoe beter zelfs de filterende werking. Het moge duidelijk zijn dat hoe meer een filter vervuilt des te dikker wordt de biofilm. Dus des te meer denitrificatie.
Dus ook de keuze van het filtersubstraat is van invloed op de biofilm, en blijkbaar van invloed op het nitraatgehalte in je aquarium. Is het dan niet logisch om de keus van het filtersysteem, filtersubstraat en liefst evt. ook van je voedsel af te stemmen op het nitraatgehalte van je aquarium?
Voedsel, filter en bodem bepalen (naast plantengroei) uiteindelijke nitraatgehalte in het aquarium
Zo langzamerhand komen we waar we wezen willen.
Als je een te hoog nitraatgehalte in je aquarium hebt dan wil je dus eigenlijk een filter met een goede denitrificerende werking. Dat kun je dus bereiken door:
- Het voeren met voer met een hoog koolstof gehalte (Zie de voedsellijst)
- Het zorgen voor een substraat wat een goede mechanische filtering kent, veel vuil vasthoudt. Dus een fijn substraat.
- Het ervoor zorgen dat de biofilm dik is en dik blijft. (fijn substraat en weinig schoonmaken van het filter).
Is je nitraat gehalte te laag dan kun je proberen het nitraatgehalte te verhogen door:
- Voeren met voer met een laag koolstofgehalte om een dunne biofilm te krijgen met veel nitrificatie
- Het zorgen voor een substraat wat een slechte mechanische filtering kent. weinig vuil vasthoudt, dus een rond, glad, grof substraat.
- Ervoor zorgen dat de biofilm dun is en dun blijft. (regelmatig schoonmaken van het filter)
Niet alleen in het filter komen bacterien voor. Ook op planten, de ruit en vooral op en in de bodem vinden ze een goed onderkomen. Ook de bodem speelt dus een belangrijke rol.
Veel vuil op de bodem?
Dan is er dus meestal sprake van een dikke biofilm, veel denitrificatie. Dit is vooral bij bodems met grof grind het geval. Tussen het grove grind kan het vuil zich prima verzamelen. Voor een plantenbak met te weinig nitraat dus niet gewenst.
Keuze filtersubstraat dus afhankelijk van nitraatgehalte aquarium
We zagen het al, heb je te veel nitraat dan wil je een fijn filtersubstraat met een goede mechanische filtering. Geschikte materialen zijn dan:
- Siporax (In de poreuze buisjes vinden de denitrificerende bakkies een goed onderkomen.
- Ehfi substrat (Een fijnporige substraat van Eheim
- Zand toegepast in een gewoon zandbedfilter (Niet te verwarren met een wervelbed!)
- Toepassen van een mattenfilter
Door de combinatie van zeer lage stroomsnelheid met de uitstekende vuilvasthoudende eigenschappen zal een mattenfilter na enige tijd een goede denitrificerende werking vertonen. Ideaal voor zwaar bezette vissenbakken dus, minder geschikt voor plantenbakken. En ik kan het weten! Sinds ik mijn mattenfilter uit mijn bioloog heb gehaald is in mijn plantenbak zonder problemen een goed nitraatgehalte haalbaar voor een goede plantengroei. Niks geen kaliumnitraat nodig! Het denitrificerende mattenfilter was de oorsprong van mijn blauwalgen probleem Het overschakelen op ander voedsel bracht een grote verbetering. Het verwijderen van het mattenfilter gaf de genadeklap!
Door het toevoegen van turf zal ook het gehalte aan organische stoffen toenemen. Dus meer denitrificatie. Dus ook turf heeft zo een nitraat verlagend effekt.
Te weinig nitraat kan natuurlijk ook. Bijvoorbeeld bij de propvolle plantenbakken. Dan wil je dus géén denitrificatie. Dat betekent een open substraat met weinig mechanische filterwerking. Geschikte materialen zijn dan:
- Helemaal geen filtermateriaal!
Nee, ik ben niet gek, dit werkt prima. Zonder filter geen mechanische filterwerking die organische stoffen bindt. Dus geen dikke biofilms en geen denitrificatie. Het aquarium zelf kent meestal genoeg nitrificatie om problemen met de ammoniak produktie van vissen de baas te kunnen. Mijn ervaringen zijn erg goed! Voor een zwaarder bezette bak met weinig planten kunnen we toch beter nog een filter toepassen met een geschikt substraat. - Rond grof grind.
Door de ronde afgeronde vorm is de mechanische filterwerking geringer en blijft er minder vuil achter. Als we dan ook de watersnelheid zo hoog mogelijk houden (dunnere biofilm) dan zijn we al aardig op de goede weg om meer nitraat te krijgen. - Gebruik van een wervelbedfilter
Ook hiermee heb ik zeeeer goede ervaringen, zelfs nog wat beter als zonder filter. Door de schurende werking van de zandkorrels over elkaar blijft de biofilm erg dun, dus weinig denitrificatie. Mechanische filterwerking en dus vuilophoping kent het filter door die schurende korrels ook nauwelijks, ideaal dus! Vreemd genoeg zie je wervelbedfilters juist bij zwaar bezette visbakken, die kennen vaak een te hoog nitraatgehalte. Juist daar is een wat dichtgeslibde grote bioloog met z’n denitrificatie wat beter op zijn plaats dan een wervelbed….
Filter substraat en Redfield Ratio
Nou, we hebben gezien dat we door de keuze van het filtersubstraat de verhouding nitrificatie/denitrificatie kunnen beinvloeden. Dit betekend dus ook dat we de Redfield Ratio kunnen beinvloeden door de keuze van het filtersubstraat.
Meer denitrificatie en de Redfield Ratio wordt lager. Meer nitrificatie en de Redfield Ratio wordt hoger.
En zo blijkt dus ook dat je door een verkeerde filterkeuze kans loopt om algen te krijgen. Heb je bijvoorbeeld een filter met een te dicht substraat dan heb je teveel denitrificatie en loop je een grotere kans op blauwalg.
Filter schoonmaken en Redfield Ratio
Ook het schoonmaak regime van een filter kan een grote invloed uitoefenen op het filter.
Regelmatig het filter schoonmaken houdt de biofilm dun. Dus minder denitrificatie, dus een hogere Redfield Ratio.
Het schoonmaken heeft ook invloed op het fosfaatgehalte. Hoe vaker je een filter schoonmaakt des te meer heterotrophe bacterien worden afgevoerd. Maar die groeien op zich zeer snel weer aan en ze gebruiken voor hun snelle groei dus ook veel voedingstoffen en vooral naar verhouding veel fosfaat. Door dus regelmatig het filter schoon te maken zal ook het fosfaatgehalte in de bak dalen. En ook dit heeft dus een verhogend effekt op de Redfield Ratio.
Experimenten, oftewel wat blauwalg al niet teweeg kan brengen…
Zoals al uit het hele verhaal is gebleken ben ik nogal aan het experimenteren geweest met filters, voersamenstelling en wat er allemaal niet meer omheen hangt. En dat terwijl het allemaal begonnen is met een lapje blauwalg in het aquarium…..Even een korte samenvatting hoe alles is gelopen.
Blauwalg in het aquarium, niet leuk dus, maar gelukkig heb ik een aardige verzameling boeken en daarin kwam ik de Redfield Ratio tegen! Nou, wat dat is, dat is zolangzamerhand algemeen bekend geworden. Mijn oplossing destijds was om meer te gaan voeren met stikstofrijk voer. En daardoor verdween inderdaad het blauwalg probleem.
Door de verandering in voersamenstelling bleef de bodem schoner. Dit viel echt op. Weer lezen en ja hoor, de C/N ratio bleek een belangrijke faktor in het mineralisatieproces en ook in de nitrificatie! Door te kiezen voor bosminen en mysis als voedsel bracht ik niet alleen meer stikstof in maar ook minder koolstof! Resultaat meer nitrificatie omdat er minder concurrentie van heterotrofe bacterien was.
Het nitraatpeil was nu voldoende om de blauwalg onder de knie te krijgen. Maar ondanks het gewijzigde voerpatroon was er nog niet echt veel nitraat aanwezig in de bak. Aan het rekenen gegaan en op basis van wat ik aan voer erin breng en wat ik aan planten eruit haal zou er meer nitraat in de bak moeten zitten. Waar blijft de rest dan?? Het filter blijft over als verdachte>> denitrificatie!!
Het mattenfilter eruit gehaald om de theorie te testen. En jawel! het nitraatgehalte steeg naar een zeer nette 7,5 mg/ltr. De planten waardeerden het zeer! Dat het filter en voerwijze een grote invloed uitoefend is me dus wel duidelijk
Ik heb nog een klein kweekbakje van 110x30x30. Wel een circulatiepompje erop, geen filtermassa erin. Mooi om es uit te proberen of een grotere organische belasting werkelijk van invloed is op het nitraatgehalte. Dus begin vorig jaar (2003) het Nitraatgehalte met kaliumnitraat op 20 mg/ltr gebracht. Het nitraatgehalte daalt dan in 14 dagen tijd door zeer veel planten en weinig vis naar een evenwicht op ca. 5 mg/ltr. Dan een organische belasting toegevoegd in de vorm van Wodka (toch niet te zuipen). Dosering 1,5 ml per 100 liter. Met kaliumnitraat nitraatgehalte weer naar 20 mg/ltr gebracht. Binnen een week was nitraatgehalte op nul! Gehalte op 30 mg/ltr gebracht. Binnen een week zelfde resultaat, nul!!. En duidelijke vuilvorming op de bodem! De C/N ratio doet er dus wel toe! test aantal keren herhaald, ongeveer zelfde resulaten. dus test geslaagd!
Het wodka experiment is dus duidelijk gelukt, en grappig is dan ook om een half jaar later te lezen dat ook zeewateraquarianen (Vooral de Duitse) er mee aan de slag zijn gegaan met dezelfde resultaten (nul nitraat/fosfaat). Zij bereiken een lage C/N vooral door afschuimen.
Dat afschuimen werkt bij een zoetwaterbak minder. Yup, ook dat heb ik al geprobeerd (Met een zoetwater eiwitafschuimer, met dank aan Rob Ghielen!). Die dingen zijn er dus ook. Het voornaamste verschil zit hem in de trechterconstructie voor het opvangen van het schuim. Bij zeewater is het één trechter. Bij een zoetwater meerdere kleinere trechtertjes, dit ivm de lagere oppervlaktespanning. Op de bovenstaande foto is het goed te zien. Groot nadeel…..veel water en CO2 verlies door het afschuimen, en dan nog is het effekt beperkt.
Door de lagere organische belasting die met een eiwitafschuimer gehaald kan worden is er wel meer kans op dunne biofilms, dus een filter is er ongewenster (Berlin methode is dan ook een dikke afschuimer zonder filter). Het toevoegen van Wodka geeft dan nog lagere nitraatwaarden en fosfaatwaarden door de dikkere biofilms op en in levend steen.
Door het ontbreken van een filter op mijn grote bak is het nitraatgehalte niet echt hoog (minder nitrificatie) en omdat de planten direkt het ammoniak in plaats van het nitraat opnemen (kost minder energie) doen de meeste planten het beter dan ooit. Maar niet allemaal! Daarom maar een wervelbedfilter geinstalleerd om toch nitraat te produceren zonder de nadelen. Voorlopig conclusie is dat de planten een beetje nitraat toch wel waarderen. Met wervelbed is de algemene plantengroei wat beter. Over het wervelbed komt nog wel es een aparte pagina. Zat over te vertellen.
Het volgende experiment is om d.m.v. een UV-lamp het demineralisatieproces nog verder te bevorderen en te versnellen. UV-licht ontbreekt boven de meeste zoetwater aquaria. UV-licht knipt namelijk in de natuur lange ketens organische moleculen door. Ook die organische moleculen die anders moeilijk demineraliseren en zo voor de geelkleuring van het water zorgen. Het nadeel is dat daarbij ook grote, lange chelatiserende moleculen doorgeknipt worden. Deze helpen de planten bij het opnemen van sporenlementen. Dus het is effies kijken of de planten genoeg sporenelementen binnenkrijgen. Het effekt van UV op sporenelementen is ook een reden dat de pagina over sporenelementen is ontstaan, alles hangt aan elkaar vast… Een aantal snel groeiende rode soorten en de Eichhornia moeten dus maar es extra in de gaten gehouden worden.
Beste,
Mijn vraag is om ‘n juiste opbouw van materialen te hebben in mijn jbl 901 buitenfilter van mijn wandaquarium.
Water stroomt eerst binnen omlaag, dan naar boven
Bijn. Blauwe sponsen, filterballetjes, mergelpijpjes , seachem prigen, of filterkool
Ik ga ervan uit dat onder mechanisch begint, dan biologisch, en als laatste boven chemisch.
Bij welke van deze zijn de hierboven beschreven materialen het beste in de filter te plaatsen ?
Hoor graag van u,
Met vriendelijke groet,
Fam. Reule
Meestal begin je met filtermateriaal als schuim dan pas balletjes of purigen. Filterkool als laatste maar dan hoeft niet altijd in het filter te zitten. Meestal wordt aangeraden dit alleen te gebruiken om bijvoorbeeld medicijnen uit het water te filteren.
Hoe zit het dan met een aquarium voor schildpadden. Ga een grotere bak krijgen ca 200 liter.eorstel nu enorm om het schoon te houden