De Tropheus duboisi ‘Maswa’ wordt veelal gehouden in een speciaal aquarium. Ze houden van redelijk hard water en zijn echte groepsdieren waarbij de groep uit minimaal 15 dieren dient te bestaan in een aquarium van minimaal 1 meter 50. Beter nog is deze cichliden te houden in een groep van 25-30 in een aquarium van 2 meter x 60 x 60.De volwassen dieren zijn niet de aantrekkelijkste van de Tropheus soorten. De jongen daar en tegen zijn wit gestippeld op een zwart lichaam wat ze een zeer aantrekkelijke verschijning geeft. Als deze dieren voldoende ruimte hebben en de omstandigheden goed zijn, zal deze Tanganyika cichlide vanzelf voor jongen zorgen.
Tropheus duboisi ‘Maswa’
DoorMike Satkowski
Mijn 14 Tropheus duboisi ‘Maswa’ hebben een 250 liter aquarium tot hunbeschikking die eenvoudig is ingericht metmaan steen en grind. Twee Whisper 2 motorfilters en een Hydrosponge IV proberen de troep te verwerken die deze cichlidenmaken. Een keer perweek water verversen (40-50%) rechtstreeks uit de kraan lijkt ze erg blij te maken. Het water hier heeft eenPh van ongeveer 8.6 en een hardheid vanongeveer 250-300 ppm. De temperatuur staat op 26 graden. Ik kocht deze groep van Jeff Black als 4 cm grootte jongen in juni 1998. Eigenlijk vertelde hij me dat hij dacht dat het de ‘Maswa’ waren maar zeker weten deed hij dat niet. Ik vond dat ze wel leuk gestippeld waren, en laten we eerlijk zijn, de looks van de volwassenen moet je van leren houden. Of de band over het lichaam nu geel, wit, breed of juist dun is, het maakt de vis er niet aantrekkelijker op, behalve voor de die-hard Tropheus freaks. Gelukkig is bijna iedereen het er over eens dat de jongen bijzonder aantrekkelijk zijn om naar te kijken. De witte stippen op een zwarte achtergrond lijken wel wat te fluoriceren waardoor hij lijkt op een zout water vis.
Na een week stierf er één, maar de rest had zich netjes aangepast aan het nieuwe onderkomen. Ze kregen twee maal daags een dieet van spirulina vlokken. In hun eerste levensjaar gaf ik ze elke ochtend een blaadje sla. De sla werd doorgaans binnen het uur tot aan de nerf opgegeten door deze veelvraten. Tropheus zijn maniakken bij het eten. Mijn vissen zwermen in nerveuze groepjes net onder het wateroppervlak als ik de kamer binnen kom. Pas na een tijdje als ze er zeker van zijn dat ik ze echt niet voer worden ze wat rustiger. “Wat rustiger” betekend dat ze in een niet aflatende draaikolk van activiteit rondzwemmen wat voornamelijk bestaat uit het afschrapen van algen van de rotsen, elkaar achtervolgen of wegzwemmen van anderen. Na een jaar ben ik gestopt met het voeren van sla omdat ze er een puinhoop van maakten met ofwel kleine stukjes rondzwevende sla achterlaten of het principe volgen van “wat erin gaat, komt er ook weer uit”. Het is ongelooflijk wat een hoeveelheid afval ze toen produceerden.
Deze Tropheus duboisi zijn een stuk minder gemeen dan de Tropheus brichardi die ik ook heb. Nu ik er over nadenk, in het afgelopen jaar dat ik ze heb en waarbij ze jongen hebben gekregen heb ik nog nooit een gespleten vinnetje gezien. Ze zitten achter elkaar aan en laten zien wie er het dominantst is, maar hun gevechten aarden nog nooit uit in gewonden. Ze zijn natuurlijk nog wel jong en wie weet wat er nog gebeurd als ze wat ouder en humeuriger worden. Iemand vertelde me dat het houden van Tropheus heel veel lijkt op het onder controle houden van een gevangenis. Als je de juiste balans weet te vinden tussen de verschillende karakters dan heb je een ongemakkelijke vrede maar als het vechten begint kun je beter de ME bellen.
Totdat ze de broed leeftijd hadden bereikt heb ik een simpele rotsformatie in mijn aquarium gehouden: Drie stapels met maansteen (Elke stapel had een basis van 3 stenen met 1 steen eropbovenop) met tussen elke stapel wat ruimte. Een groot mannetje adopteerde de linker stapel, een andere claimde de rechter en de rest zat klem in het midden. De grote mannen schoten vaak tussen de rondcircelende groep, misschien om een lager geplaatste vis te straffen, maar over het algemeen besteedden ze geen aandacht aan elkaar anders dan heel omzichtig elkaars stapel stenen ontwijken.
Twee vrouwen begonnen te broeden net nadat ze hun gele band hadden gekregen en hun stippen kwijtraakten (mei, 1999). Ze waren ongeveer 7,5 cm lang. Ze hielden de eieren/jongen 30 dagen in hun bek en ik liet ze de jongen op natuurlijke wijze loslaten in de bak. Ongeveer een week voor het loslaten heb ik voor de kleinjtes een hoop rommel in het aquarium gegooid in de vorm van kleine steentjes en bloempotjes. De volwassen besteeden geen enkele aandacht aan de troep. Zeven jonge Tropheus duboisi werden uiteindelijk losgelaten door de twee moeders en na een week waren de 1,5 cm grote jongen al naar het oppervlak aan het sprinten om mee te eten van de spirulina vlokken die bijna de helft van hun grootte waren. Ik heb nooit de moeite genomen om ze iets anders te voeren dan gemalen spirulina vlokken.
Op dit moment is het wat druk geworden in het 250 liter aquarium daarom verhuis ik ze naar een 375 liter bak. Om op het mysterie terug te komen of dit wel ‘Maswa’ of niet. Het zijn nu volwassen dieren en laten een gele band zien. Ik liet een tijdje terug wat foto’s zien he hij gelooft nog steeds dat dit ‘Maswa’ zijn. Als je kijkt naar Tepoot’s Cichlids: The Pictorial Guide, dan zijn het kopieën van de ‘Maswa’ foto’s in het boek. Aan de andere kant, op Jessica Miller’s Tropheus Basics website (www.tropheus.com red. niet meer beschikbaar) de vissen die zij heeft afgebeeld met de brede gele band lijken niet op mijn jongens. Nou, wat het ook mogen zijn, ik vind ze nog steeds mooi. Ik post gewoon een paar foto’s en wacht de reacties van wat die-hard Tropheus freaks wel af. Ik heb er een hekel aan het te moeten toegeven dat ik er ook snel een aan het worden ben.
Auteur
Mike Satkowski
Eerste publicatie: Fincinnati, Greater Cincinnati Aquarium Society: http://www.gcas.org/
Bron: Aquarticles.com (niet meer beschikbaaar)
Vertaling: John de Lange
Copyright foto’s
Mike Satkowski