Thorichthys aureus
Aureus = Gouden. Thorichthys is op te delen in 2 stukken Grieks: “Throsko” betekend springen en Ichthys betekend vis. Deze familie heeft deze naam gekregen omdat het Meek was opgevallen dat ze worden aangetrokken door alles wat in het water valt. In een speelse bui beroerde hij met zijn vingers het water waarbij de vissen uit het water sprongen. Als de vissen in een grote groep bij elkaar zwemmen dan bleken ze zo eenvoudig te vangen.
Beschrijving
De Thorichthys aureus is de meest Zuidelijk voorkomende Thorichthys en bewoont daar hetzelfde habitat als de meeki, nml. midden en benedenlopen van rivieren, moerassen en meren. Maar daarnaast zijn er van de aureus ook ’n paar populaties in de reofielere bovenlopen bekend.
De Thorichthys meeki en de Thorichthys aureus worden van elkaar gescheiden door de “Maya Mountains” Dit is het oudste gebied van midden Amerika. 300 miljoen jaar geleden staken de toppen van deze bergen als eilanden boven water en was er van de rest van Midden Amerika nog niets te bekennen. Cichliden bestonden er in die tijd trouwens ook nog niet;). Aan de Noord-zijde van dit gebied (Belize river) eindigt het verspreidingsgebied van de meeki en aan de Zuid-zijde bij “indian Creek – Golden stream” begint het areaal van de aureus.
Met een kleurencombinatie van geel rose en iriserend blauw behoort de aureus tot een van de mooiste Thorichthyssen die we kennen. De kleur kan per locatie verschillen. De dieren uit het Izabal-meer (waar ook het holotype vandaan komt) Zijn bijv. wat blauwer dan de vissen uit de Rio Motagua. Die weer wat geler ogen. De vissen worden z’n 15 centimeter groot en kunnen na ruim een jaar ongeacht de grootte geslachtsrijp zijn.
Herkomst
Belize, Guatemala, Honduras. De Thorichthys aureus kom je op het internet nogal eens tegen onder de naam “Mexicaanse vuurkeel” (Mexican Fire Mouth). Maar Mexico is nu net het enige land in die regio waar de aureus juist niet voorkomt;)
Verspreiding
Van Golden Stream (Belize) in het Noord-Westen tot Rio Copan (Honduras) in het Zuid-Oosten.
Gedrag
Territoriumvormende broedverzorgende cichlide.
Voedsel
Alleseter, zolang de voedseldeeltjes maar niet te groot zijn. In de vrije natuur zal dit voedsel bestaan uit insektenlaven kleine kreeftachtigen en wormpjes. Dit wordt met grote precisie uit het zand gezeefd. Thorichthyssen zijn zandzifters en we kunnen de vissen dan ook ’n groot deel van de dag met het hoofd naar beneden boven het zand zien staan. Ze nemen dan ’n hap zand, zwemmen er ’n stukje mee weg, spoelen het ’n beetje rond in de mond, waarna het eetbare wordt doorgeslikt en het oneetbare weer uitgespuugd. Zo kunnen na verloop van tijd stenen planten en ander decoratiemateriaal geleidelijk onder het zand verdwijnen.
Hubbs had in de jaren dertig ’n toepasselijke naam voor de meeki (die ditzelfde gedrag vertoont) Hij noemde de vis C. hyorhynshum wat zoveel betekent als “snuit van ’n wild zwijn”. Zou hij geweten hebben dat de vis zich ook als zodanig gedroeg;)…? Het is in ieder geval goed om rekening te houden met dit specifieke fourageergedrag.
Het is dus voor een Thorichthys aureus zeer onnatuurlijk om het voedsel van het wateroppervlak te moeten happen. Daarom wrijf ik voor Thorichthyssen droogvoer onder water fijn zodat het meteen zinkt.
Kweek
Net als alle andere Thorichtyssen. Redelijk eenvoudig Open broeder, die eieren afzet op horizontale of vertikale vlakken. Eieren en jongen worden door het koppel vaak zij aan zij tegen indringers verdedigd. Vrouwtjes zijn overigens vaak herkenbaar aan een donkere vlek in de rugvin. Toch gaat deze regel in de praktijk niet altijd op en bestaan er (in ieder geval in de aquariumpopulatie) vrouwtjes zonder deze dorsale vlek en mannetjes met vlek. Mannen worden groter, hebben verlengde vinstralen en verdedigen een territorium.
De jongen kunnen meteen worden gevoerd met vers uitgekomen artemia. Opfok geeft verder weinig problemen alhoewel er in de literatuur verhalen de ronde doen van massaal afsterven in ’n bepaalde levensfase als gevolg van vermeende darmproblemen. Zelf heb ik iets dergelijks nooit ondervonden
Het Aquarium
De soort is redelijk eenvoudig te houden maar enige aandacht voor de waterkwaliteit is wel geboden. Veel waterverversen! Het water mag dan gerust ’n paar graden afkoelen. licht basisch en middelhard water. Temperatuur ongeveer 26 C. Ook is het raadzaam de vissen levendige medebewoners (Ruitvlekzalmen, levendbarenden) te geven omdat ze anders nogal eens schuw en schrikachtig gedrag kunnen gaan vertonen. Onder stress laten ze vaak ook ’n lengtestreep zien. De aanwezigheid van andere kleine vissen betekent voor de aureussen dat de kust is veilig is.
Referentie
Thorichthys aureus is de eerst beschreven Thorichthys. Günther beschreef hem in zijn “Catalogue of fishes” in 1862. In hetzelfde boek staat ook de éérstbeschrijving van Thorichthys affinis. Sterker nog.., ze staan op dezelfde bladzijde. De referentie-verwijzingen zijn dus gelijk. Toch geldt de Thorichthys aureus als eerst beschreven. En niet alleen omdat hij in het boek als eerste genoemd wordt maar ook omdat de naam “affinis” ’n verwijzing is naar de Thorichthys aureus. De geslachtsnaam Thorichthys werd in Günthers tijd nog niet gebruikt. Deze is pas in 1904 door S.E. Meek ingevoerd. De volledige naam waarmee Günther deze vis beschreef luide, Heros aureus (Günther1862).
Video
Auteur
Rene Beerlink – NVC
Copyright foto’s
Yvonne Maas
Literatuur
Dr Rüdiger Riehl, Hans A Baensch Mergus Aquarien Atlas band 3 blz 882.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.