Taeniacara candidi – Torpedodwergcichlide
Taeniacara candidi werd voor het eerst beschreven door George Sprague Myers in 1935. Deze vis behoort tot de familie Cichlidae. Het geslacht Taeniacara is monotiepisch, wat betekent dat het slechts één soort bevat, namelijk Taeniacara candidi. De geslachtsnaam Taeniacara komt van het Latijnse “taenia” (streep) en het Griekse “kara” (gezicht), verwijzend naar de opvallende zijlijn die van de ogen naar de staart loopt. De soortnaam candidi is een eerbetoon aan E. Candidus, die de type-exemplaren voor de beschrijving van de soort heeft geschonken. In het Nederlands worden ze ook wel Torpedodwergciclide genoemd.
Het geslacht staat nog steeds ter discussie. Het is mogelijk dat deze soort op een later moment alsnog tot de Apistogramma’s gerekend zal gaan worden.
Synoniemen:
- Apistogramma weisei
Beschrijving
Algemene beschrijving:
Taeniacara candidi heeft een slank, torpedovormig lichaam. De kop en flanken zijn lichtbruin met een zichtbare donkere zijlijn. De vinnen hebben een oranje-achtige tint met lichtblauwe vlekken op de staart. Mannetjes kunnen tot 7 cm groot worden, terwijl vrouwtjes maximaal 5 cm bereiken.
Verschillen tussen mannen en vrouwen:
- Mannetjes: Groter, met een “schopvormige” staart en langere borstvinnen. Ze hebben meer opvallende kleuren, vooral tijdens de broedperiode.
- Vrouwtjes: Kleiner, met minder opvallende kleuren. Tijdens het broeden kleuren ze fel geel.
Gedrag en temperament:
Taeniacara candidi is een schuwe vis die vaak de bodem van het aquarium opzoekt. Ze zijn territoriaal en kunnen agressief zijn, vooral de mannetjes onderling. Ze leven meestal in paren of kleine groepen en zijn bodembewoners.
Levensverwachting:
Er zijn geen specifieke gegevens over de levensverwachting in het wild of in gevangenschap, maar zoals veel cichliden kunnen ze enkele jaren oud worden als ze goed verzorgd worden.
Biotoop
Natuurlijke verspreiding:
Taeniacara candidi komt van nature voor in Brazilië, voornamelijk in de Rio Negro, Amazone en de Rio Tapajos.
Habitat:
Ze leven in heldere, theekleurige wateren met veel onderwaterbegroeiing en een bodem bedekt met fijn zand en bladeren. De randen van het water zijn vaak begroeid met bomen, wat zorgt voor schaduwrijke plekken en een rijke organische bodem.
Klimaat:
Ze leven in een tropisch klimaat met seizoensgebonden overstromingen en droogtes.
Dieet
Dieet in het wild:
In het wild eten ze voornamelijk kleine ongewervelden zoals Watervlooien en Cyclops.
Dieet in het aquarium:
In het aquarium moeten ze gevoerd worden met levend voer zoals kleine Watervlooien, Cyclops en Artemia. Droogvoer wordt meestal niet geaccepteerd.
Voedingsadvies:
Vermijd droogvoer, omdat dit vaak niet wordt geaccepteerd en niet de benodigde voedingsstoffen biedt.
Het Aquarium
Aquariumgrootte:
Een aquarium van minimaal 45 cm lang, 37.5 cm breed en 30 cm hoog (53 liter) is aanbevolen. Echter, als je meerdere paren wilt houden, is een groter aquarium van minimaal 120 cm aanbevolen om agressie te verminderen.
Inrichting:
Het aquarium moet worden ingericht met een zandbodem, bladstrooisel, kienhout, beplanting en schuilplaatsen zoals kokosnootschelpen of kruikjes.
Waterwaarden:
De beste waterwaarden zijn een pH van 4.5-5.8, een GH van maximaal 1°dH en een temperatuur van 27-30°C.
Compatibiliteit:
Ze kunnen goed worden samengehouden met kleine zalmpjes zoals Nannostomus-soorten, maar niet met grotere of agressievere vissen zoals maanvissen of grotere Apistogramma-soorten.
Kweek Aquarium en Conditioneren
Kweekomgeving:
Voor de kweek is een speciaal kweekaquarium van ongeveer 60 x 35 x 35 cm aanbevolen, met zacht en zuur water (pH 6, geleidbaarheid van 100 μSiemens/cm). Gebruik een sponsfilter en zorg voor voldoende schuilplaatsen.
Conditioneren:
Conditioneer de vissen met levend voer zoals Artemia en muggenlarven. Het is niet noodzakelijk om de man en vrouw tijdelijk uit elkaar te halen.
Het afzetten
Kleuren en ritueel:
Tijdens het afzetten worden de kleuren van de vissen intenser. Het vrouwtje bewaakt de eieren, die vaak in een hol worden afgezet. Het paren vindt meestal in de ochtend plaats.
Eieren:
Er worden tot 60 eieren afgezet, die na 2-3 dagen uitkomen. De eieren zijn klein en licht van kleur.
Opgroeien van de jongen
Uitkomen en vrij zwemmen:
De eieren komen na 2-3 dagen uit en de jongen beginnen na nog eens 6 dagen vrij te zwemmen.
Ouderzorg:
Het vrouwtje zorgt voor de jongen, die gevoerd moeten worden met vers uitgekomen Artemia. De jongen groeien langzaam en de overlevingskans is vaak laag.
Zie voor een kweekverslag ook dit artikel: Houden en kweken van Taeniacara candidi
Bijzonderheden
Bijzonderheden:
Taeniacara candidi is gevoelig voor waterveranderingen en kan “humeurig” worden na een waterverversing. Ze zijn schuw en hebben veel schuilplaatsen nodig in het aquarium. De soort is moeilijk te kweken, vooral met wildvangexemplaren.
Conclusie
Taeniacara candidi is een prachtige maar uitdagende vissoort om te houden. Ze vereisen specifieke waterwaarden en een goed ingericht aquarium met veel schuilplaatsen. Deze vissoort is niet geschikt voor beginners, maar biedt een interessante uitdaging voor ervaren aquariumhouders. Het kweken van deze soort kan moeilijk zijn, vooral met wildvangexemplaren, maar nakweekexemplaren zijn iets makkelijker te verzorgen.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
CB – Amazoona.be (originele website niet meer online)
AquariumGlaser
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.