Synodontis petricola
Synodontis petricola werd voor het eerst beschreven in 1959 door Matthes. De soortnaam kan in twee woorden worden opgesplitst. ‘Petra’ betekent ‘rots’ en ‘-cola’ betekent ‘leven tussen’, een verwijzing naar hun leefgebied boven en tussen de rotsen van het Tanganyikameer.
Beschrijving
Synodontis petricola is een van de kleiner blijvende Synodontis soorten uit het Tanganyika Meer en haalt een maximale lengte van ongeveer 10 centimeter. Alleen zijn neefje, de Synodontis cf. petricola “Dwarf” blijft iets kleiner.
De cf. in de naam van de Dwarf betekend “gelijkend op” en houdt in dat de wetenschappers er nog niet uit zijn of het wel een aparte soort betreft. De twee lijken in ieder geval heel erg op elkaar maar kennen ook een aantal verschillen. Bij de Dwarf is het stippenpatroon iets grilliger qua plaatsing en grootte van de stippen. Ook is de grondkleur van de Dwarf iets grijzer als bij zijn grotere neef.
Het is een soort die voornamelijk ’s nachts actief is en overdag tussen de rotsen uitrust. Ze kunnen hierbij minuten achter elkaar doodstil op dezelfde plek blijven liggen. Zodra de lichten uitgaan of gedempt worden, zie je ze actiever worden. Dieren die alleen of slechts met zijn tweeën worden, kwijnen vaak weg. Het is beter om ze in een groepje van 5 of meer te houden, het gezelschap van soortgenoten is voor deze soort zeer belangrijk.
Voeding
De petricola is een echte alleseter, zij zorgen ervoor dat eventuele voedselresten tussen de rotsen worden opgeruimd. het is wel belangrijk om in de gaten te houden of ze voldoende voer krijgen. Alleen ’s ochtends voeren betekend dat er ’s avonds als de lichten uitgaan er (vrijwel) geen voer over is. Er zal dan na het uitgaan van de lichten (of vlak ervoor) nog wat bijgevoerd moeten worden.
Kweek van de Synodontis petricola
Over de kweek van deze soort heeft met zich heel lang het hoofd gebroken. Men dacht dat de petricola zich net zo zou voortplanten als de Synodontis multipunctatus, dus als een koekkoeksmeerval. Hierbij zouden ze de eieren leggen in het nest van cichliden die dan zouden zorgen voor het verdere uitbroeden. Men is er inmiddels achter dat dit niet juist is.
Hobbykwekers zijn er uiteindelijk achter gekomen hoe deze soort wél gekweekt kan worden. Hiervoor gebruikt men de zogenaamde bloempot of knikkermethode. Vul hiervoor een schaaltje met knikkers. Zet hier een bloempot op zijn kop overheen. Maak in de zijkant een gat van ongeveer 3-4 centimeter zodat de Synodontis petricola er net doorheen kan en de grotere cichliden niet. Je hebt nu een donker hol waarin ze de eieren kunnen afzetten. De knikkers zorgen ervoor dat andere vissen, maar zeker ook de ouders, niet bij de eieren kunnen om ze op te eten.
Na de paring moeten de eieren binnen 24 uur worden verwijderd omdat ze anders beschimmelen. De eieren kun je in een kweeknetje plaatsen in het aquarium van de ouders. Witte (niet bevruchte) eieren en eieren die beschimmeld zijn direct verwijderen omdat ze anders ook de anderen beschimmelen.
Nadat de eieren zijn uitgekomen zijn het nog larfjes die nog teren op hun dooierzak. De eerste dagen hoef je ze dus nog niet te voeren. Zodra de dooierzak op is, kun je beginnen met voeren van vers uitgekomen artemia, cyclops en fijn stofvoer. De jongen van de Synodontis petricola zijn erg kwetsbaar. Het netje moet dan ook goed schoon worden gehouden. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld Posthoornslakjes, zij ruimen in het latere stadium niet alleen de rommel op maar zijn ook goed in het opruimen van de onbevruchte en beschimmelde eieren. Bij het water verversen liever een paar keer een klein beetje als in één keer heel veel. Dit geeft een te grote schommeling in de watersamenstelling met de mogelijkheid dat je hierdoor jongen verliest.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
John de Lange
Ben Lee – Amiidae.com
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.