Synodontis multipunctatus – Koekoeksmeerval

Synodontis multipunctatis of Koekoeksmeerval dankt zijn bekendheid grotendeels aan zijn bijzondere voortplanting. Net als bij de Koekoek worden zijn eieren uitgebroed door andere vissen.

()

Synodontis multipunctatus – Koekoeksmeerval

De Synodontis multipunctatus wordt hier ook wel Koekoeksmeerval genoemd. Op één soort na, de Synodontis nyassae, komen alle Synodontissen uit het Tanganyika meer.

De wetenschappelijke geslachtsnaam kun je opbreken in de volgende stukjes: “syn” betekent samen en “odous” betekent tanden. Dit is een verwijzing naar de dicht op elkaar staande onderste kaaktanden van de Synodontissen. De soortnaam is ook op te breken in twee delen. “Multi” betekent veel en “punctatus” betekent punten en beschrijft het stippen patroon van deze soort.

Beschrijving

De Synodontis multipunctatus heeft een vrij lang, slank lichaam. Over het gehele lichaam en kop hebben ze zwarte stippen op een grijs-bruine grondkleur. Uniek voor deze soort is dat ze op hun buik geen stippen hebben en dat deze wit gekleurd is. De staart is “V” vormig wat wordt benadrukt door de twee zwarte strepen op de twee poten van de “V”. De rugvin vertoont een zwarte driehoek en alleen aan de achterkant heeft deze een witte zoom.

De ogen van de Synodontis multipunctatus zijn naar verhouding tot zijn lichaam erg groot, ook groter als bij de andere Synodontis soorten. Wellicht wordt dit veroorzaakt doordat ze in het Tanganyika Meer voornamelijk voorkomen op dieptes vanaf 40 meter waar het licht al flink gedimt is. Ze leven hier doorgaans in grote scholen tussen de rotsen. In het aquarium moet je er dan ook vanuit gaan dat het een scholenvis is en een groepje plaatsen van minimaal vijf stuks. Ze voelen zich dan veiliger en komen eerder naar voren.

Het verschil tussen de mannen en vrouwen is op verschillende manieren te zien: De vrouwen kunnen in het wild zo’n 28 centimeter worden, de mannen blijven met hun 20 centimeter wat kleiner. In het aquarium blijven ze doorgaans wat kleiner. De rugvin van de mannen wordt iets hoger als bij de vrouwen. De vrouwen zijn eenmaal volwassen, iets ronder van bouw. Bij de mannen steekt de genitaal papil een beetje uit als een kleine penis.

Biotoop

De Koekoeksmeerval wordt over het gehele Tanganyika meer verspreid gevonden. Ze leven in de zones waar rotsen en zand elkaar afwisselen. Door de diepte waarop ze worden gevonden komen hier geen planten meer voor. Op deze diepte heb je ook geen uitwisseling van gassen zoals in de branding zones, de watersamenstelling is dan ook zeer stabiel.

Dieet

Deze soort is geen moeilijke eter, alles wat beschikbaar is, wordt wel gegeten maar de voorkeur gaat wel uit naar vleesachtig voer zoals alle soorten levend/diepvries voer, vissen eieren, insecten larven en algeneter tabletten. Ze zullen zo nu en dan ook de algen in het aquarium begrazen.

Het Aquarium

De inrichting van het aqarium voor de Synodontis multipunctatus hoeft alleen te bestaan uit rotsen met holen en spleten er tussen. Op de bodem hebben ze het liefst zand, net zoals dit in grote delen van het Tanganyika meer voorkomt.

Het worden vrij grote vissen en moeten in scholen van minimaal 5 dieren worden gehouden. Een aquarium van minimaal 1 meter 50 is dan toch wel nodig.

Net als de andere Tanganyika soorten houden ze van water met een hoge pH, zo tussen de 8 à 9 met een hardheid van 7 tot 11 GH. Nakweek exemplaren kunnen ook gehouden en gekweekt worden bij een lagere pH.

Er wordt soms beweerd dat het nachtdieren zijn maar dat hoeft niet altijd zo te zijn. Dieren die alleen worden gehouden of waarvan de groep te klein is, zullen zich vrijwel niet laten zien en zich verbergen tussen de rotsen. Ook het felle licht in onze aquaria zal daar een rol bij spelen. Zodra de groep wordt uitgebreid en het licht iets wordt gedimt zullen ze wel weer meer naar voren komen.

Kweek Aquarium en Conditioneren

Om te kweken met deze soort heb je in ieder geval een groepje Synodontis multipunctatus nodig van minimaal vijf exemplaren, liefst meer natuurlijk. Daarnaast heb je een groepje cichliden nodig die als gastheer zullen dienen voor de eieren. Ze heten tenslotte niet voor niets koekoeksmeerval. In het wild gebruiken ze hiervoor bijna altijd Ctenochromis horei, Pseudosimochromis curvifrons, Simochromis babaulti, Simochromis diagramma en Tropheus moorii. Merkwaardig genoeg hebben juist deze soorten een genetisch geheugen ontwikkeld waardoor ze minder makkelijk voor gastheer spelen ¹.

Omdat het kweken met Tanganyika cichliden wat lastiger is als met Malawi cichliden, wordt als gastheer in het aquarium vaak gekozen voor de Utaka uit het Malawi meer. Zorg dan voor één man met ongeveer vijf vrouwen zodat er altijd wel eentje klaar is om te paren. Als het vrouwtje eenmaal een paar keer Synodontis multipunctatus jongen heeft uitgebroed begint ze het trucje door te krijgen en zullen de opbrengsten sterk terug lopen.

De inrichting van dit aquarium dient te bestaan uit voldoende rotsen met schuilplaatsen voor de Synodontissen. Als je de jongen in dit aquarium wil laten opgroeien moeten er ook veel kleine kieren en spleten zijn waar de ouders niet kunnen komen. De bodem moet bestaan uit zand. Planten of zelfs verlichting is niet noodzakelijk (er moet wel wat licht zijn maar een spaarlampje volstaat al).

Het afzetten

Zodra de muilbroedende gastheer en vrouw gaan paren, verzamelen de Koekoeksmeervallen zich rond het parende koppel. Ze zwemmen tussen het koppel door en eten alle eieren op die ze kunnen vinden, ook hun eigen eieren. Gelukkig zijn de vrouwtjes in staat meer dan genoeg eieren te produceren, zodat er altijd wel een paar in het bekje van de gastvrouw terecht komen.

In het wild gebeurd het regelmatig dat eieren van de Synodontis multipunctatis bij de paring in het rond worden gestrooid. Als deze eieren in een kier of spleet terecht komen zijn ze nog niet verloren. Ook in het aquarium kan het voorkomen dat er jongen worden geproduceerd zonder de beschikking te hebben over gastvrouwen.

Opgroeien van de jongen

De eieren van de Synodontis multipunctatus komen al na 72 uur uit, ruim voor het uitkomen van de eieren van de gastvrouw. Ze kunnen direct eten en voeden zich met de nog niet uitgekomen eieren van de gastvrouw en uiteindelijk met de uitgekomen jongen van de gastvrouw die ze makkelijk de baas kunnen.

Na een gebruikelijke draagtijd van ongeveer 21 dagen, spuugt het vrouwtje de jongen uit. Het kan zijn dat dit al eerder gebeurd. De rugvin is namelijk nogal stekelig en kan de gastvrouw behoorlijk irriteren waardoor ze de jongen wat eerder loslaat.

Nadat de jonge Synodontis multipunctatus zijn gelost kun je direct beginnen met het voeren van artemia naupliën. Als ze iets groter zijn geworden kun je overstappen op het voer wat ook de volwassen dieren krijgen.

Bij de jongen is de tekening wat afwijkend. De stippen zitten nog aan elkaar vast en vormen brede zwarte strepen. Naarmate ze groter worden komen de stippen verder uit elkaar te staan waardoor de zwarte banden overgaan in stippen.

Conclusie

De Koekoeksmeerval is een redelijk makkelijk te houden soort die ook voor de beginner geschikt is. Mits gehouden met de juiste soorten kun je ook nog eens genieten van een wel heel bijzondere broedmethode. Al met al een aanrader voor het Tanganyika of Malawi aquarium.

Video

Auteur

John de Lange

Copyright foto’s

Kevin Tien

Referenties

Success of cuckoo catfish brood parasitism reflects coevolutionary history and individual experience of their cichlid hosts

Hoe nuttig was dit bericht?

Klik op een ster om deze te beoordelen!

Gemiddelde waardering / 5. Stemtelling:

Tot nu toe geen stemmen! Wees de eerste die dit bericht waardeert.

Het spijt ons dat dit bericht niet nuttig voor je was!

Laten we dit bericht verbeteren!

Vertel ons hoe we dit bericht kunnen verbeteren?

Extra informatie

Familie

Geslacht

Soortnaam

multipunctatus

Eerstbeschrijving

George Albert Boulenger

Karakter

Sociaal Gedrag

Broedgedrag

Dieet

Zone

Herkomst

Landen

, , ,

Ecosysteem

Lengte Minimaal

20

Lengte Maximaal

28

Temperatuur minimaal

24

Temperatuur maximaal

26

pH minimum

8.5

pH maximum

9.0

GH minimum

7

GH maximum

11