Skiffia francesae

Skiffia francesae zijn erg mooi. Hun goudkleurige lichaam in combinatie met de hoge rugvin maakt ze tot fraaie aquariumbewoners. De vrouwtjes zijn veel eenvoudiger van kleur.

Skiffia francesae

De bedreiging van de goodeïden in de natuur valt mee. Deze conclusie zou je kunnen trekken nu ook Skiffia francesae weer in de natuur is aangetroffen. Van deze soort werd lange tijd aangenomen dat ze in de natuur niet meer voorkwam en alleen nog in aquaria leefde. In 2007 hebben onderzoekers van de universiteit van Morelia vissen gevangen die vrijwel identiek zijn aan Skiffia francesae. Een definitieve determinatie moet nog plaatsvinden, maar de eerste indruk is dat de aangetroffen vissen wel degelijk Skiffia francesae zijn.

Het opmerkelijk van de vindplaats is dat deze geen onderdeel uitmaakt van het Rio Ameca stroomgebied waarvan werd aangenomen dat S. francesae alleen maar voor zou komen. Op de locatie werd ook nog Ameca splendens aangetroffen, waarvan ook werd aangenomen dat de verspreiding beperkt was tot het Rio Ameca stroomgebied. De aanwezigheid van A. splendens is ook goed nieuws. Van deze soort is van het oorspronkelijke verspreidingsgebied nauwelijks iets over. Alleen in de bronnen van de Río Ameca (Teuchitlan) werd de soort nog gevonden.

Het is niet uniek dat een goodeïde die lange tijd als in de natuur uitgestorven werd beschouwd, toch nog in de natuur blijkt voor te komen. Eerder was dit het geval bij Allotoca maculata (Shuker, 1993) en Zoogoneticus tequila (Vega-Salazar et al 2003, Kabbes 2000). Deze bleken ook nog kans te hebben gezien om in kleine poeltjes te overleven.

Volgens de huidige inzichten wordt alleen Characodon garmani als uitgestorven beschouwd. Voor deze soort lijkt het doek definitief te zijn gevallen. Ook in het aquarium zijn er geen levende exemplaren van bekend. De enige fysieke bewijzen voor deze soort zijn enkele gedeeltelijk vergane visjes in een potje met alcohol. De soorten waarvan men aannam dat ze in de natuur zijn uitgestorven, is dus teruggelopen van vier naar een.

Dit goede nieuws moet niet alleen positief worden gezien. De gevonden soorten zijn afkomstig uit kleine kwetsbare biotopen. Er hoeft niet zoveel te gebeuren of deze biotopen zijn weer verdwenen. Om deze biotopen in ieder geval te beschermen tegen allerlei geïnteresseerden, wordt de locatie ook niet meer vrijgegeven door de ontdekkers er van. Bezoek van liefhebbers die de herontdekte soorten willen vangen kan het voortbestaan van de populaties al in gevaar brengen.

Ook een nieuw ontdekte Zoogeneticus quitzeoensis.(n.sp.La Luz.)
Het verspreidingsgebied van veel andere soorten goodeïden neemt nog steeds af. Soorten die vroeger op veel plekken werden aangetroffen, worden nu nog slechts sporadisch aangetroffen (Domínguez-Domínguez et al 2005, De Jong 2000). De conclusie dat de bedreiging van de goodeïden in de natuur mee valt is dan ook onjuist. Het terugvinden van enkele soorten is geen compensatie voor de sterke afname van het aantal plaatsen waar de soorten nog worden gevonden.

De levende vissen

Nog even over de herontdekte populatie van S. francesae. Het gaat ons aquarianen toch om de levende vissen. De universiteit van Morelia (Mexico) kweekt deze vissen in hun laboratorium. Tijdens mijn bezoek eind 2007 aan de universiteit van Morelia kreeg ik van Omar Domínguez-Domínguez een groepje van deze vissen mee. Deze vissen blijken het in mijn aquarium heel goed te doen en ik heb er al veel nakweek van. Aan een aantal geïnteresseerden heb ik vissen kunnen geven.

De mannetjes zijn erg mooi. Hun goudkleurige lichaam in combinatie met de hoge rugvin maakt ze tot fraaie aquariumbewoners. De vrouwtjes zijn veel eenvoudiger van kleur.

De manier waarop de soort het beste kan worden verzorgd, zal ik hier kort beschrijven. Het belangrijkste is dat de vissen in een groep van minimaal 10 dieren moet worden gehouden. Dit kan het beste in een aquarium met zo min mogelijk andere soorten. Het is wel noodzakelijk om regelmatig een deel van het water te verversen. Gebeurt dit niet dan neemt de levendigheid van de vissen sterk af. Aan het voer worden geen bijzondere eisen gesteld, een gevarieerd menu is voldoende. Op enkele plaatsen in het aquarium dienen schuilplaatsen aanwezig te zijn waar de vissen zich af en toe terug kunnen trekken. Ook de netgeboren jongen zullen zich hier de eerste dagen ophouden. De jongen kunnen in hetzelfde aquarium als hun ouders opgroeien. Het is niet noodzakelijk om ze apart op te fokken. De temperatuur kan het beste tijdens het jaar een rond de 20°C liggen.

Is aan bovenstaande eisen voldaan dan zullen de vissen ook hun interessante gedrag tonen. De vissen lijken in het aquarium een rangorde te hebben en regelmatig verjagen ze elkaar. Vooral de mannetjes zijn hierin erg actief. Ze proberen indruk op elkaar te maken door hun vinnen te spreiden en elkaar hun fraaiste kleuren te tonen. Het is opvallend dat dit gedrag bijna altijd tussen vissen van dezelfde grootte speelt. De onderlinge competitie wordt over meerdere vissen verdeeld, zodat individuen de mogelijkheid hebben om zich te onttrekken aan het bepalen van de rangorde en tot rust kunnen komen.

Concluderend is de nieuwe populatie van S. francesae een aantrekkelijke vis is die het verdient om door veel mensen te worden gehouden en gekweekt. Mijn streven is om zoveel mogelijk liefhebbers te voorzien van een groep van deze vissen, zodat een goede start mogelijk is. We zullen de nieuwe populatie wel gescheiden moeten houden van de al in het aquarium aanwezige S. francesae. Zoals al aangegeven is nog niet definitief vastgesteld of het om S. francesae gaat en bovendien kunnen er verschillen zijn tussen de twee stammen. Ik stel voor dat we nieuwe stam onder de naam S. francesae 2007 registreren. Door deze naamgeving weet iedereen om welke vissen het gaat. Mocht uiteindelijk blijken dat het toch niet omS. francesae gaat, dan kunnen we de naam aanpassen.

Auteur

Kees de Jong

Herman van de Kooy

Copyright foto’s

Leo van der Meer

Literatuur

O. Domínguez-Domínguez, N. Mercado Silva, J. Lyons & H. Grier (2005): The Viviparous Goodeid Species. In: M.C. Uribe & H.J. Grier, book editors, Viviparous Fishes. New Life Publications, Homestead, Florida. p. 525-569.
K. de Jong (2000): Trends in de verspreiding van Goodeidae. Poecilia Nieuws (6): 108-113
B. Kabbes (2000): Hij is niet dood, hij leeft! (maar hoe lang nog?). Poecilia Nieuws (1): 14-16
Dr. K. Shuker 1993. The Lost Ark. New and rediscovered animals of the 20th century. HarperCollinsPublishers – LondonM.Y. De La Vega-Salazar, E.G. Avila-Luna & C. Macías-Garcia (2003): Threatened fishes of the world: Zoogoneticus tequila Webb & Miller 1998 (Goodeidae). Environmental Biology of Fishes (68): 14-14

Extra informatie

Familie

Geslacht

Soortnaam

francesae

Herkomst

Landen

Lengte Minimaal

4.5

Lengte Maximaal

5

1 beoordeling voor Skiffia francesae

  1. Ramon

    ik heb verschillende vragen over deze vis, waaronder:
    welke moeilijkheidsgraad zou je deze vis geven op een schaal van 1 tot 10?
    waar is deze vis eventueel verkrijgbaar?
    en aan welke prijs zou ik moeten denken?

Een beoordeling toevoegen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *