Rineloricaria sp. – Rode Zweepstaartmeerval – L010a
Zoals je aan de naam wel kunt zien is Rineloricaria sp. L010a nog niet officieel beschreven maar hebben ze wel een L-nummer. In het Nederlands worden ze ook wel Rode Zweepstaartmeerval of Rode Heksenwels genoemd.
Meer over het L-nummer systeem kun je hier lezen: L-Nummers en LDA-nummers? De uitleg!
Beschrijving
De Rode Zweepstaartmeerval is een vredelievende vis die zijn aquariumgenoten volledig zal negeren. Kan zowel alleen als in een groepje gehouden worden. Ze worden meestal pas tegen de avond actief. Een goed gefilterde bak met stromend water, veel decoratie (met name kienhout) wordt bijzonder gewaardeerd. Ze kunnen een maximale lengte bereiken van zo’n 12 centimeter.
Geslachtsonderscheid
Je kunt het verschil tussen man en vrouw zien aan de korte stekels (odontes) op de kop en borstvinnen van de man. Deze odontes ontbreken bij de vrouw.
Herkomst
De rode kleur is waarschijnlijk door toedoen van mensen ‘ontstaan’. Dat houdt in dat deze kleurvorm (hoogstwaarschijnlijk) niet in de natuur voorkomt. Waar de oorspronkelijke dieren vandaan komen is niet bekend.
Dieet
Rineloricaria sp. L010a accepteert probleemloos de meeste soorten voer: bloedwormen, muggenlarven, garnalen, vlokken, meerval- en algentabletten, gewassen en onbespoten groenten (sla, spinazie, komkommer, aubergine, courgette).
Het Aquarium
Een aquarium vanaf zo’n 60 centimeter lengte is voldoende om deze vooral nachts ’s actieve vis voldoende ruimte te bieden. Een dichtbegroeid aquarium met veel schuilplaatsen in de vorm van (kien)hout, rotsen, kunstmatige (broed)grotten en gedimde verlichting krijgt de voorkeur, omdat deze Meerval zich onder deze omstandigheden het meest op zijn gemak voelt, en een klein territorium kan claimen. Kan zonder problemen met soortgenoten gehouden worden, mits er voldoende schuilplaatsen geboden worden. Uiteraard is dan wel een wat groter aquarium noodzakelijk: voor een groepje van 2-3 vissen is een aquarium van 80x35cm. een goed onderkomen.
Zand is het meest geschikte substraat voor de Rode Zweepstaartmeerval, aangezien ze zich graag ingraven. Gebruik beter geen scherp grind, aangezien dit tot verwondingen kan leiden.
Zoals bij de meeste tropische vissen uit Zuid Amerika is zacht, licht-zurig water optimaal. Dit kan verkregen worden door te filteren over turf of het gebruik van Zwart Water Extract. Maar deze Zweepstaartmeerval is een bijzonder sterke, aanpassingvaardige vis, en zal het ook in in harder, meer basisch water prima doen, en in sommige gevallen zich zelfs voortplanten.
Kweek van de Rode Zweepstaartmeerval
De vrouw legt zo’n 45 eieren in een hol. De man bewaakt en bewaaiert de eieren totdat ze na een dag of acht uitkomen. Ze voeden zich dan nog geruime tijd met hun eidooierzak. Het mannetje houdt de jonge visjes dan nog in het hol. Alleen wanneer hij naar buiten gaat om zich te voeden zijn de jonge visjes onbeschermd. 18 dagen na het uitkomen is de eidooierzak verbruikt. De jonge visjes gaan hierna af en toe naar buiten om zich te voeden maar keren nog langere tijd terug. In het hol zijn ze dan redelijk beschermd door het mannetje, daarbuiten moeten ze voor zichzelf zorgen.
Opmerkingen
Het is niet bekend of Rineloricaria sp. L010a in het wild voorkomt, of een door de mens ‘gefabriceerde’ variant van de Zweepstaartmeerval is.
Auteur
Jonas Hansel – Piranha-info.com
Copyright foto’s
Gert Jan van Beek
Jeroen Beumer
Erwin van Zwol
Marianne Uni
Thomas van Hastenberg
Karel Broekaert