Rasbora sarawakensis
De soort Rasbora sarawakensis werd voor het eerst beschreven door T.R. Roberts in 1989. De geslachtsnaam Rasbora is vermoedelijk afgeleid van de lokale Bengaalse naam voor de vis, Cyprinus rasbora, zoals beschreven door Hamilton in 1822. Bleeker heeft echter R. cephalotaenia aangewezen als het type van het geslacht. De soortnaam sarawakensis verwijst naar de staat Sarawak op het eiland Borneo, wat suggereert dat de vis oorspronkelijk uit deze regio komt.
Beschrijving
Rasbora sarawakensis heeft een relatief stevig en zijdelings afgeplat lichaam met een grote, puntige kop. De basiskleur van de vis is goudkleurig, soms met een zwakke groene of zilveren glans. De kop is meestal goudkleurig, terwijl de flanken een opvallende donker blauwe lengtestreep hebben die van de kieuwdeksels tot aan de staartwortel loopt. Boven deze streep loopt een lichter oranje streepje. De rug- en staartvin zijn doorschijnend rood/oranje gekleurd. De buik-, anaal-, en borstvinnen zijn doorzichtig.
Mannetjes zijn doorgaans slanker en intensiever gekleurd dan vrouwtjes. Vrouwtjes hebben een meer afgeronde buik, vooral tijdens de voortplantingsperiode.
Rasbora sarawakensis kan een maximale lengte van ongeveer 4-5 cm bereiken.
Gedrag en Temperament
Rasbora sarawakensis is een vreedzame en sociale vis die het beste in groepen kan worden gehouden. Ze zijn scholenvis en vertonen het meest natuurlijke gedrag wanneer ze in groepen van minstens 8-10 exemplaren worden gehouden.
Deze vissoort is vredelievend en kan goed samenleven met andere vreedzame vissoorten. Ze leven in scholen en zwemmen meestal in de midden waterlagen van het aquarium. Ze zijn niet schuw en vertonen hun beste kleuren en gedrag wanneer ze in groepen worden gehouden.
Levensduur
In een goed onderhouden aquarium kunnen deze vissen ongeveer 2-3 jaar oud worden.
Biotoop
Rasbora sarawakensis komt van nature voor in Maleisië en Indonesië. Ze zijn endemisch op het eiland Borneo en worden gevonden in de Maleisische staat Sarawak en de Indonesische provincie West-Kalimantan (Kalimantan Barat). Ze leven in verschillende riviersystemen, waaronder de Batang Kayan, Sungai Sarawak, Mempawah en Melawi.
Habitat
Ze bewonen langzaam stromende bosbeken met dichte vegetatie. Deze beken zijn vaak beschaduwd door het dichte bladerdak van het regenwoud. Er is veel onderwater begroeiing aanwezig, vaak bestaande uit gevallen boomtakken en bladafval. De wateren zijn meestal helder maar hebben een lichtbruine kleur door de tannines die vrijkomen uit het organisch materiaal dat in het water valt.
De randen van het water zijn begroeid met bomen en dichte vegetatie, wat zorgt voor schaduw en bescherming. De bodem van deze beken bestaat meestal uit een dikke laag slib, bedekt met gevallen boomtakken en bladafval.
In hun natuurlijke habitat kunnen de waterstanden dramatisch stijgen tijdens zware regenval, wat wijst op perioden van overstroming. Er zijn geen specifieke vermeldingen van droogteperioden, maar de variaties in waterstanden suggereren een dynamisch waterpeil afhankelijk van de seizoenen.
Dieet
In het wild voedt Rasbora sarawakensis zich met zowel aquatische als terrestrische ongewervelden die in het water vallen. Dit omvat onder andere kleine insecten, larven, en andere kleine ongewervelden die in hun natuurlijke habitat voorkomen. Ze zijn opportunistische eters en kunnen ook rijpe wilde vruchten die in het water vallen, consumeren, hoewel ze waarschijnlijk de maden en organismen eten die op het rottende fruit leven.
In een aquariumomgeving is Rasbora sarawakensis een alleseter en accepteert een breed scala aan voedsel. Het dieet kan bestaan uit: vlokvoer en klein granulaat, levendvoer zoals tubifex, muggenlarven, watervlooien, artemia en dergelijke. Het is belangrijk om het dieet te variëren om ervoor te zorgen dat de vissen alle benodigde voedingsstoffen binnenkrijgen en om hun gezondheid en kleur te bevorderen.
Het Aquarium
Voor het houden van Rasbora sarawakensis is een aquarium van minimaal 80 liter aanbevolen met een minimale lengte van 60 centimeter. Als je meerdere paren wilt houden, is het raadzaam om een groter aquarium te gebruiken, bijvoorbeeld 100 liter of meer, om voldoende ruimte te bieden voor hun sociale gedrag en om stress te verminderen.
Het aquarium moet goed beplant zijn met fijnbladige waterplanten en drijfplanten om schaduw te bieden en een natuurlijke omgeving na te bootsen. Het toevoegen van stukken drijfhout en takken helpt ook om het licht wat te dempen en een natuurlijk gevoel te creëren.
Een donkere, zachte zandbodem is het meest geschikt voor Rasbora sarawakensis. Dit helpt om de natuurlijke omgeving na te bootsen en de kleuren van de vissen beter tot hun recht te laten komen.
Waterwaarden
De beste waterwaarden voor Rasbora sarawakensis in het aquarium zijn:
- Temperatuur: 22-26°C
- pH-waarde: 6,0-7,5
- Hardheid: 2-12° dGH
Geschikte Medebewoners
Rasbora sarawakensis kan goed worden samengehouden met andere vreedzame, kleine vissoorten. Geschikte medebewoners zijn: Kleine tetra’s, rasbora’s, guppy’s, mollies, platy’s, kleine barbelen, corydoras, kleine vreedzame meervallen.
Vermijd het samenhouden van Rasbora sarawakensis met agressieve of roofzuchtige vissen, evenals met vissen die groot genoeg zijn om hen als prooi te zien.
Kweek aquarium en Conditioneren
Rasbora sarawakensis wordt meestal gekweekt in een speciaal kweekaquarium om de beste resultaten te behalen. Dit aquarium moet voldoen aan specifieke eisen om een succesvolle kweek te garanderen.
Een kweekaquarium van minimaal 40-50 liter is geschikt voor een kleine kweekgroep. Het water moet zacht en licht zuur zijn, met een pH-waarde tussen 6,0 en 7,0 en een hardheid van 2-12° dGH. De verlichting moet gedempt zijn, bij voorkeur door het gebruik van drijfplanten om het licht te dempen en een natuurlijke omgeving na te bootsen. Een zachte sponsfilter is ideaal om een lichte waterstroom te creëren zonder de eieren of jonge vissen te verstoren.
Dit is een vrijlegger die de eieren afzet tussen fijnbladige planten. Plaats in het kweek aquarium dan ook een flinke pluk Javamos.
Voorbereiding en Conditionering
De volwassen vissen moeten worden geconditioneerd met hoogwaardig levend voer zoals Tubifex, rode, witte en zwarte muggenlarven, evenals artemia. Dit helpt om de vissen in optimale conditie te brengen voor de kweek.
Het is vaak nuttig om de mannetjes en vrouwtjes tijdelijk van elkaar te scheiden en ze vervolgens weer bij elkaar te zetten in het kweekaquarium om de kweek te stimuleren. Dit kan de paringsbereidheid verhogen.
Een kweekgroep kan bestaan uit meerdere mannetjes en vrouwtjes. Een ratio van 1 mannetje op 2 vrouwtjes wordt vaak aanbevolen om de kans op succesvolle bevruchting te vergroten.
Het Afzetten
Tijdens het afzetten worden de kleuren van Rasbora sarawakensis intenser, vooral bij de mannetjes. De mannetjes vertonen hun meest levendige kleuren om de aandacht van de vrouwtjes te trekken. De blauwe lengtestreep en de oranje-rode vinnen worden opvallender, wat een visueel spektakel oplevert in het aquarium.
Eiafzetting
De eieren worden afgezet op fijnbladige waterplanten. Dit biedt de eieren bescherming en een geschikte omgeving voor ontwikkeling. Het paren vindt meestal plaats in de ochtend, hoewel dit kan variëren afhankelijk van de omstandigheden in het aquarium.
Rasbora sarawakensis is een vrijlegger, wat betekent dat de eieren open en bloot worden gelegd tussen de planten. Ze vertonen geen broedzorg en de ouders moeten na het afzetten worden verwijderd om te voorkomen dat ze de eieren opeten.
Aantal, Grootte en Kleur van de Eieren
Het aantal eieren dat wordt afgezet kan variëren, maar het is gebruikelijk dat er meerdere eiafzettingen plaatsvinden voordat een vrouwtje uitgeput is van eieren. De eieren zijn klein en meestal doorzichtig of lichtgeel van kleur. Ze zijn moeilijk te zien tegen de achtergrond van de planten en het substraat, wat hen enige bescherming biedt tegen hun eigen ouders.
Opgroeien van de jongen
De eieren van Rasbora sarawakensis komen meestal uit na een incubatieperiode van 18 tot 48 uur, afhankelijk van de temperatuur. De jonge vissen beginnen vrij te zwemmen ongeveer 24 tot 48 uur nadat ze zijn uitgekomen.
De jonge vissen moeten aanvankelijk worden gevoed met Paramecium of vergelijkbare micro-organismen. Zodra ze groot genoeg zijn, kunnen ze worden gevoed met microwormen en Artemia-naupliën.
Conclusie
Rasbora sarawakensis is een vreedzame en kleurrijke vis die geschikt is voor zowel beginners als ervaren aquarianen. Ze vereisen een goed beplant aquarium met een donkere zandbodem en gedempte verlichting. Ze kunnen goed samenleven met andere vreedzame, kleine vissoorten en zijn gemakkelijk te voeden met een gevarieerd dieet. Ze vertonen geen ouderlijke zorg en moeten in groepen worden gehouden om hun natuurlijke gedrag te bevorderen.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Choy Heng Wah
AquariumGlaser.com