Pterygoplichthys pardalis
Pterygoplichthys pardalis is in 1855 voor het eerst beschreven door Castlenau, toen nog als Hypostomus pardalis. Inmiddels zijn er een aantal synoniemen bekend, zie hiervoor de extra informatie.
In het L-nummer systeem heeft deze soort de nummer L021 en L023. Uitleg over de L-nummers vindt je hier: L-Nummers en LDA-nummers? De uitleg!
Beschrijving
Over het algemeen is Pterygoplichthys pardalis zowel geschikt voor gezelschapsaquaria als roofvisbakken, zolang er maar voldoende ruimte aanwezig is (minimaal 100-120cm.) De plecostomus meerval kan zowel alleen als (onder voorbehoud – zie beneden) met meerdere exemplaren worden gehouden.
Sommige exemplaren kunnen een nogal vervelend en agressief karakter hebben of ontwikkelen. Deze vis kan namelijk behoorlijk territoriaal en ruw zijn, met name grotere/oudere exemplaren, tegen gelijkgekleurde meervallen en in het geval van onvoldoende ruimte. Ook trekt hij regelmatig planten uit de grond, vanwege zijn grootte, en is in staat in korte tijd een geheel aquarium te ontbladeren. Er is zelfs zelfs wel eens waargenomen dat hij zich gewonde of zelfs gezonde vissen vastzuigt, waardoor hij aanzienlijke verwondingen of zelfs de dood kan veroorzaken. Gelukkig zijn dit soort ‘gedegenereerde’ exemplaren zeldzaam.
Met een maximale lengte van zo’n 40 tot 50 centimeter is Pterygoplichthys pardalis een flink grote vis en heeft dus wel wat ruimte nodig.
Vanwege zijn niet aflatende honger is Pterygoplichthys pardalis een flinke producent van afvalstoffen, en moet daarom in een bijzonder goed gefilterd aquarium worden gehouden.
Het verschil tussen de mannen en vrouwen is te zien aan de genitaal papil. Bij de mannen is dit een kleine, stompe stomp die duidelijk iets uitsteekt onder het lichaam. Bij de vrouwen is deze minder duidelijk aanwezig en licht vlak op het lichaam of is iets verzonken in het lichaam.
Herkomst
Zuid Amerika: wijdverbreid door het gehele Rio Amazonas-gebied, Brazilië.
Dieet
Pterygoplichthys pardalis is een schijnbaar eeuwig hongerige vis, die naast algen practisch alles eet dat de bodem bereikt: groenten (sla, erwten, spinazie, komkommer, courgette en aubergine), tabletten (algen-, roofvis meervaltabletten), en vleesvoer (garnalen, vis, vlees en runderhart).
Het Aquarium
Een ruim bemeten aquarium met gedimde verlichting, veel kienhout (zie voedsel), en veel decor (planten, stenen) om te schuilen is ideaal voor deze indrukwekkende, kleurrijke en potentieel zeer grote meerval. Een jong exemplaar kan tijdelijk in een kleiner aquarium gehouden worden (als enige bodembewoner minimaal 60×30 centimeter, met meerdere bodembewoners minimaal 80×40 centimeter). Een volgroeid exemplaar heeft minimaal een aquarium van al snel 150×60 centimeter nodig en een 200 centimeter aquarium indien meer exemplaren gehouden worden. Ze kunnen behoorlijk territoriaal uit de hoek komen en andere bodembewoners behoorlijk verwonden.
Deze soort doet het het beste in zacht, licht zuur tot neutraal water, rijkelijk voorzien van zuurstof en met veel stroming. Een bijzonder krachtig filtratie-systeem is onontbeerlijk, aangezien deze vis door zijn formaat en dieet enorm veel afvalstoffen produceert.
Video
Auteurs
Jonas Hansel – Piranha-info.com (originele website niet meer online)
John de Lange
Copyright foto’s
Jonas Hansel – Piranha-info.com (originele website niet meer online)