Pseudomugil inconspicuus – Bescheiden Blauwoogje
Pseudomugil inconspicuus is een kleine slank gebouwde sort, gewoonlijk niet langer dan 35 mm. Ze hebben twee rugvinnen, zeer dicht bij elkaar, waarvan de eerste veel kleiner is dan de tweede. De kleur van zijn lijf is doorschijnend blauwachtig met enkele verspreide melanoforen en heldere tot lichtelijk geelachtige vinnen. Een gelijkmatige dunne, ononderbroken lijn van zwart pigment loopt in de lengte van net boven de aanhechting van de eerste vinstraal van de borstvin tot de basis van de staartvin. Deze lijn wordt opgesierd met metallic blauwe reflecterende schubben erboven en eronder. Pseudomugil inconspicuus vertoont slechts een gering geslachtsonderscheid, dat alleen bestaat uit de rug- en anaalvinnen. Volwassen mannen hebben een iets grotere eerste rugvin dan vrouwen (soms met een kort lintvormig verlengstukje). De tweede rugvin heeft ook vaak een kort lintvormig verlengstukje. Pseudomugil inconspicuus lijkt niet bijzonder nauw verwant te zijn aan enige andere beschreven Pseudomugil. Ze zijn wetenschappelijk beschreven door Tyson R. Roberts in 1978 op basis van exemplaren die gevangen zijn in de monding van de Fly River in Papua Nieuw-Guinea in 1975.
Verspreiding en leefgebied
Pseudomugil inconspicuus zijn waarschijnlijk wijd verspreid in zoetwater leefgebieden in riviermondingen en langs de kust over noordelijk Australië en zuidelijk Nieuw-Guinea, maar zijn aan de aandacht ontsnapt door hun geringe grootte en grotendeels ontoegankelijke leefgebieden. Ze zijn ook bekend van diverse plaatsen in Nieuw-Guinea en strekken zich vermoedelijk uit van de Kikori rivier tot het Vogelkop schiereiland Ze zijn gevangen in de Fly River, in Bintuni Bay, het gebied rond Timika en Bristow Island, nabij Daru Island. In Australië zijn ze gevonden op verspreide plaatsen rond Darwin en Kakadu en gebieden in het Northern Territory. Ze zijn ook gevangen in de Jacky-Jacky Creek op Cape York Peninsula.
Pseudomugil inconspicuus is zouttolerant en verdraagt een veelheid van levensomstandigheden. Hoewel ze gewoonlijk gevonden worden in mondingskreekjes met brak water, bewonen ze ook wel leefgebieden met zuiver zoet water, in het bijzonder gedurende het natte seizoen. Gedurende het natte seizoen verdunt zoet water dat deze leefgebieden in stroomt het water tot zoet. Het water varieert aldus van zout tot brak tot zoet. Het favoriete leefgebied lijkt echter met mangrove omzoomde modderige brakke kreken te zijn, waar ze gewoonlijk in grote aantallen gevonden worden. Ze zijn gevonden in zeer zout water (28~40 ppt) en bij temperaturen van 22~39°C. Men heeft waargenomen dat ze zich schuilhouden tussen ondergedoken wortels of ondergelopen bladeren en taken, vaak in modderig water. Ze worden vaak gezien terwijl ze in de middelste waterlagen zwemmen, meer nog dan aan de oppervlakte.Ze komen samen voor met Pseudomugil cyanodorsalis in een deel van hun verspreidingsgebied..
Opmerkingen
Pseudomugil inconspicuus is momenteel zeldzaam in de aquariumhobby en voor zover ik weet zijn ze in gevangenschap nooit gekweekt. Tot dusverre zijn ze nogal teer gebleken wanneer ze gevangen worden en moeilijk in gevangenschap te houden. Gevangen exemplaren dragen veel parasieten mee en lijken langzaam weg te teren. In hun natuurlijke omgeving begint het kuitschieten gewoonlijk aan het begin van het natte seizoen van oktober tot januari. Ze zijn een plankton etende soort en passen zich goed aan omgevingen met zoet water aan.
Auteur
Adrian R. Tappin – Home of the Rainbowfish
Copyright foto’s
Gerard Allen
Vertaling
Literatuur
Allen G. R. (1980). A Generic Classification of the Rainbowfishes (Family Melanotaeniidae). Records of the Western Australian Museum 8 (3): 449-490.
Allen, G.R. (1989) Freshwater fishes of Australia. T.F.H. Publications, Inc., Neptune City, New Jersey.
Allen, G.R. 1991 Field guide to the freshwater fishes of New Guinea. Christensen Research Institute, Madang, Papua Nieuw Guinea.
Allen, G.R., S.H. Midgley en M. Allen (2002) Field guide to the freshwater fishes of Australia. Western Australian Museum.
Roberts, T. R. (1978) An ichthyological survey of the Fly River in Papua New Guinea with descriptions of new species. Smithsonian Contributions to Zoology No. 281: 1-72.
Saeed B., W. Ivantsoff, en G. R. Allen (1989). Taxonomic revision of the family Pseudomugilidae (Order Atheriniformes). Australian Journal of Marine and Freshwater Research 40: 719-787.