Protomelas sp. ‘Steveni Eastern’
Protomelas sp. “Steveni Eastern” is een nog niet officieel beschreven soort. De geslachtsnaam Protomelas is op te breken in twee delen. “Protos” betekent “eerste” en “Melas” betekent “zwart”. Dit is een verwijzing naar het zwarte melanine patroon wat al aanwezig was in de voorouders van het geslacht. De soortnaam “Steveni Eastern” verwijst naar de ontdekker en de locatie waar deze soort voor het eerst werd waargenomen.
Beschrijving
De Protomelas sp. “Steveni Eastern” heeft een gestroomlijnd lichaam dat typisch is voor cichliden. De kop is meestal blauw met een metallic glans, terwijl de flank een levendige blauwe kleur heeft, vaak met groene of gouden tinten. De vinnen zijn helder en kunnen variëren van blauw tot oranje, afhankelijk van het geslacht en de stemming van de vis. Deze soort kan een maximale lengte bereiken van 15 tot 20 centimeter.
Mannetjes zijn doorgaans helderder gekleurd dan vrouwtjes, met intensere blauwe en oranje tinten, vooral tijdens het broedseizoen. Vrouwtjes zijn meestal minder kleurrijk, met een meer gedempte grijs- of bruinachtige kleur. Gedragsmatig zijn mannetjes vaak territoriaal en kunnen ze agressiever zijn, vooral tijdens het broeden. Juvenielen zijn minder gekleurd en vertonen nog niet de volwassen kenmerken.
Wat betreft het gedrag, de Protomelas sp. “Steveni Eastern” is over het algemeen sociaal en semi-agressief. Ze leven het liefst in groepen en zijn niet bijzonder schuw. Deze vissen zwemmen voornamelijk in de middenlagen van het aquarium, maar kunnen ook de bodem verkennen.
In het wild kunnen ze een levensverwachting van 7 tot 10 jaar bereiken, en met de juiste zorg in een aquarium kunnen ze ook deze leeftijd halen.
Biotoop
De Protomelas sp. “Steveni Eastern” komt van nature voor in Malawi, specifiek in de rotskusten van het Malawi-meer. Dit meer is een van de grootste en diepste meren in Afrika, gelegen in het zuidoosten van het continent.
Deze soort leeft in een meer en is te vinden in de rotsachtige gebieden van het meer, waar ze zich verstoppen tussen de stenen. Het natuurlijke habitat is meestal arm aan onderwaterbegroeiing, met kale randen en rotsachtige substraten.
De bodem bestaat uit zand of fijn grind, wat hen in staat stelt om te graven en te schuilen. Hun natuurlijke vijanden zijn voornamelijk grotere cichliden en roofvissen, maar ze zijn ook zelf jagers en voeden zich met kleinere organismen.
Dieet
In het wild is het dieet van de Protomelas sp. “Steveni Eastern” voornamelijk omnivoor, met een voorkeur voor algen en kleine ongewervelden. In een aquarium kan hun dieet bestaan uit hoogwaardige cichlid pellets, bevroren of levende voedingsmiddelen zoals artemia en muggenlarven, en plantaardig voer zoals spirulina.
Het is belangrijk om overvoeding te vermijden, omdat dit kan leiden tot watervervuiling en gezondheidsproblemen.
Het Aquarium
Voor het houden van de Protomelas sp. “Steveni Eastern” is een aquarium van minimaal 150 centimeter lengte aanbevolen. Als je meerdere paren wilt houden, moet het aquarium aanzienlijk groter zijn.
De inrichting van het aquarium moet bestaan uit rotsen en schuilplaatsen om hun natuurlijke habitat na te bootsen. Het gebruik van zand of fijn grind als substraat is ideaal, omdat dit hen in staat stelt om te graven zonder zich te verwonden.
De beste waterwaarden voor deze soort zijn een pH van 7.5 tot 8.5 en een temperatuur tussen 22°C en 26°C.
Geschikte medebewoners zijn andere Malawi cichliden zoals Aulonocara en Haplochromiden. Vermijd het houden met kleinere of agressieve soorten.
Kweek Aquarium en Conditioneren
De Protomelas sp. “Steveni Eastern” kan met succes worden gekweekt in een standaard aquarium, zolang de omstandigheden optimaal zijn. Hoewel een speciaal kweekaquarium van minimaal 300 liter nuttig kan zijn om de kweek te monitoren en de jongen te beschermen tegen andere vissen, is het niet strikt noodzakelijk.
Waterkwaliteit en Verlichting
Voor een succesvolle kweek is het van belang om de waterkwaliteit hoog te houden. De ideale temperatuur ligt tussen 22°C en 26°C, met een pH-waarde van 7.5 tot 8.5 en een hardheid van 10 tot 16 dGH. Het is aan te raden om een natuurlijke dag-nachtcyclus in de verlichting te handhaven, wat het natuurlijke gedrag van de vissen bevordert.
Filter en Substraat
Een goed werkend filtersysteem is essentieel om de waterkwaliteit te waarborgen, vooral omdat Protomelas sp. “Steveni Eastern” een actieve en soms rommelige vis is. Een zandbodem is ideaal, omdat dit het natuurlijke habitat nabootst en de vissen de mogelijkheid biedt om te graven zonder zichzelf te verwonden.
Conditioneren van de Vissen
Voor het conditioneren van de vissen is een dieet van hoogwaardig, eiwitrijk voedsel aan te raden, zoals levend of diepvriesvoer, inclusief artemia en muggenlarven. Dit helpt om de vissen in topconditie te brengen voor de kweek. Het is niet noodzakelijk om de mannetjes en vrouwtjes tijdelijk uit elkaar te halen, maar het kan nuttig zijn om de vrouwtjes te laten herstellen en zich voor te bereiden op de volgende kweekronde. Een ideale verhouding in een kweekgroep is één mannetje op drie tot vier vrouwtjes om stress en agressie te minimaliseren.
Het Afzetten
Tijdens het afzetten worden de kleuren van de mannelijke Protomelas sp. “Steveni Eastern” intenser. De mannetjes vertonen een levendige blauwe kleur met een opvallende gele of witblauwe gloed op hun kop, wat hen aantrekkelijker maakt voor de vrouwtjes.
Ritueel van Hofmaken
Het hofmakingsritueel van Protomelas sp. “Steveni Eastern” is typisch voor Malawi cichliden. De mannetjes zijn territoriaal en proberen een vrouwtje naar hun territorium te lokken door hun kleuren te tonen en te pronken met hun vinnen. Ze zetten hun vinnen wijd uit en maken trillende bewegingen om de aandacht van de vrouwtjes te trekken. Dit gedrag helpt hen om de vrouwtjes naar de door hen gekozen plek te lokken voor het afzetten van de eieren.
Afzetten van de Eieren
De Protomelas sp. “Steveni Eastern” is een muilbroeder, wat betekent dat de vrouwtjes de eieren in hun mond houden na het afzetten. Zodra de vrouw zich bij de man heeft gevoegd, zoeken ze samen naar een geschikte plek in het zand. De vrouw draait om de man heen en legt een of meerdere eieren, die vervolgens door de man worden bevrucht. De vrouw neemt de eieren in haar muil, en zo leggen ze alle eieren die door haar worden opgepakt.
Aantal en Kenmerken van de Eieren
Een vrouwtje kan tussen de 24 en 40 eieren leggen per broedsel. De eieren zijn relatief groot en worden goed beschermd in de mond van het vrouwtje totdat ze uitkomen. De kleur van de eieren is meestal gebroken wit.
Opgroeien van de Jongen
De eieren van Protomelas sp. “Steveni Eastern” komen doorgaans na een paar dagen uit. Na het uitkomen blijven de jongen nog enige tijd in de mond van de moeder voordat ze beginnen vrij te zwemmen. Dit gebeurt meestal pas zo’n 21 dagen na het afzetten van de eieren. Zodra de jongen vrij zwemmen, worden ze door de moeder losgelaten om op zoek te gaan naar voedsel.
Bij Protomelas sp. “Steveni Eastern” neemt het vrouwtje de volledige zorg voor de jongen op zich. Ze houdt de jongen in haar mond voor bescherming totdat ze groot genoeg zijn om zelfstandig te overleven. De ouderlijke zorg door de moeder kan soms doorgaan tot enkele weken nadat de jongen vrij beginnen te zwemmen.
Eerste Voer
De jonge vissen worden gevoed met fijn levend voer, zoals artemia-naupliën, wat essentieel is voor hun groei en ontwikkeling. Het is belangrijk om ze meerdere keren per dag te voeren om ervoor te zorgen dat ze voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen. Ze kunnen ook fijngewreven vlokvoer eten, zolang het maar fijn genoeg is.
Grotere Aantallen Protomelas sp. “Steveni Eastern” Kweken
Om de overlevingskans van de jonge vissen te vergroten, kan het nuttig zijn om de vrouwelijke vis op dag 18 van het broedproces uit te vangen en in een speciaal opgroei aquarium te plaatsen. Dit is een cruciale stap, omdat de jonge vissen, die zich in de mond van de moeder bevinden, op het punt staan om vrij te zwemmen. Door de vrouw op dit moment te vangen, kunnen de jongen veilig worden losgelaten zonder het risico dat ze worden opgegeten door andere Malawi cichliden in het hoofd aquarium.
Stappen voor het Opgroeien van de Jonge Vissen
- Vang de Vrouwelijke Vis: Op dag 18, wanneer de eieren bijna zijn uitgekomen, is het tijd om de vrouwelijke vis voorzichtig te vangen. Dit kan gedaan worden met een net, waarbij je ervoor zorgt dat de vis zo min mogelijk stress ervaart.
- Plaats in een Opgroeiaquarium: Zet de gevangen vrouw in een speciaal opgroei aquarium. Dit aquarium moet goed zijn ingericht met voldoende schuilplaatsen, zoals rotsen, zodat de jonge vissen zich veilig kunnen voelen zodra ze worden vrijgelaten.
- Vrijlaten van de Jonge Vissen: Zodra de vrouw zich op haar gemak voelt in het nieuwe aquarium, zal ze de jonge vissen beginnen los te laten. Dit gebeurt meestal binnen enkele uren tot een paar dagen, afhankelijk van de stressniveaus van de moeder en de omgeving.
- Vrouw Terugplaatsen: Plaats de vrouw terug in het hoofdaquarium. De jonge vissen kunnen nu voor zichzelf zorgen.
- Zorg voor de Jonge Vissen: Na het vrijlaten van de jongen is het belangrijk om ze regelmatig te voeden met fijn voedsel, zoals artemia-naupliën of speciaal voer voor jonge cichliden. Zorg ervoor dat de waterkwaliteit optimaal is door regelmatig water te verversen en een goede filtratie te handhaven.
Door deze stappen te volgen, kunnen aquariumhouders de overlevingskans van jonge Protomelas sp. “Steveni Eastern” aanzienlijk vergroten, wat leidt tot een succesvolle kweek en een gezonde populatie in het aquarium.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s