Protomelas kirkii
Protomelas kirkii is in 1894 officieel beschreven door Günther. De geslachtsnaam Protomelas is op te breken in twee oud Griekse woorden. Protos betekent “de eerste” en melas of melanos betekent “zwart”. De soortnaam kirkii is ter ere van Dr. John Kirk, hij was de reisgezel van David Livingstone op zijn reis naar Malawi.
Deze soort valt in de familie der Cichliden (Cichlidae). Alleen al in het Malawimeer telt deze familie meer dan 500 soorten. In totaal omvat deze familie zo’n 250 geslachten en meer dan 1700 soorten.
Beschrijving
Protomelas kirkii mannen kunnen een totale lengte bereiken van zo’n 18 centimeter. Vrouwen blijven met hun 14 centimeter een stukje kleiner. De mannen worden blauw/groenig van kleur. In het Engels worden ze dan ook wel Groene Similis genoemd. Vanaf de kop kunnen de schubben zijn afgezet met een rood randje. Deze rode kleur is bij de mannen soms ook terug te zien in de staart en rugvin in de vorm van rode vlekken. De anaalvin van de man vertoont eivlekken.
De vrouwen zijn veel minder kleurrijk. Ze zijn zilver/bruin van kleur. Over de flank loopt een donkere horizontale streep die eigenlijk uit twee delen bestaat. Bij juvenielen en de vrouwen zijn ook vage verticale strepen zichtbaar. Bij volwassen dominante mannen is de horizontale streep vrijwel niet meer zichtbaar.
Het karakter van deze soort is mild agressief omdat ze wat territoriaal zijn. Dit zijn ze overigens alleen naar soortgenoten toe of naar sterk gelijkende soorten. Andere soorten laten ze doorgaans geheel met rust. Het zijn qua gedrag rustige cichliden.
Kambuzi
Binnen het geslacht zijn een aantal soorten beschreven die erg op elkaar lijken. De lokale naam voor deze soorten is Kambuzi. Protomelas kirkii onderscheid zich van de andere soorten door de langere snuit en de onderbroken donkere lijn op de flank. De andere soorten en kenmerken binnen deze groep zijn:
- Protomelas labridens: kleinere bek en zware keelkaken.
- Protomelas similis: grotere bek en aanwezige doorlopende donkere streep over de flank.
- Protomelas marginatus : veel grotere bek en oog.
- Protomelas pleurotaenia: twee dunne horizontale lijnen en de rugvin is afgezet met een dunne rode rand.
Biotoop
Je kunt deze soort vinden langs alle kusten van het Malawimeer. Ze bewonen doorgaans de ondiepe wateren boven zandbodems in beschutte baaien. De ondiepe zanderige delen van één tot vijf meter bevatten wat planten zoals Vallisneria.
Ze komen overigens niet alleen voor in het Malawimeer. Ook in de Shire River komen ze voor tot aan Kapachira Falls maar ook in Lake Malombe.
Dieet
In het wild voedt Protomelas kirkii zich voornamelijk met kleine ongewervelden die hij in het zand vindt. Daarnaast zoeken ze in de Vallisneria velden naar kleine slakjes van de soort Gabbiella stanleyi. Deze slakjes worden maximaal 5,5 x 3,5 millimeter groot.
In het aquarium kun je deze carnivoor voeren met bijvoorbeeld krill, artemia, cyclops. Het zijn geen lastige eters dus ook vlokvoer en granulaat wordt gegeten.
Het Aquarium
Het aquarium moet worden ingericht zoals gebruikelijk voor Malawi cichliden. Gebruik (filter) zand als substraat. Plaats een aantal rotsen tot ze een stapel vormen. Zorg dat tussen de rotsen kieren en holen ontstaan. De mannen van Protomelas kirkii zijn wat territoriaal en hebben een flink aquarium nodig. Voor een harem van één man en twee of drie vrouwen heb je een aquarium nodig van zo’n 180 centimeter in lengte. Zoals gezegd is de man territoriaal. We raden dan ook aan om slechts één man te houden met meerdere vrouwen. Als je twee mannen houdt blijven ze vechten tot er slechts één overblijft.
Het aquarium mag een temperatuur hebben tussen de 22 en 26 graden met een pH tussen de 7.5 en 8.5. Ververs regelmatig een deel van het water om te zorgen voor optimale condities.
Kweek van Protomelas kirkii
In het wild maakt de man een kasteel in het zand. Dit is een ondiepe kuil welke hij uitgraaft. Hij lokt een vrouw naar de kuil toe om te paren. Dit doet hij door zijn vinnen wijd uit te zetten en zijn mooiste kleuren te laten zien. Met trillende bewegingen lokt hij het vrouwtje. Als ze bereid is om te paren draaien ze om elkaar heen. De vrouw legt eieren in het zand, de man draait rond en bevrucht de eieren. Hierna neemt de vrouw de eieren in haar muil.
Na een paar dagen komen de eieren in haar muil uit. De jonge Protomelas kirkii teren dan nog geruime tijd op hun eidooierzak. In totaal blijven de jongen zo’n drie weken in de beschermende muil van de vrouw. Gedurende deze tijd eet het vrouwtje in het geheel niet.
Na de drie weken spuugt de vrouw de jongen uit. Ze gaan dan op zoek naar klein voedsel. In het wild zoeken ze in de ondiepe delen van het meer beschutting tussen de Vallisneria velden. In het aquarium met andere volwassen vissen worden ze meestal al snel opgegeten.
Opgroeien van de jongen
Als je in het aquarium jongen wil laten opgroeien, dan kun je de vrouw na een dag of 18 uitvangen. Breng haar onder in een aquarium met wat stenen of rotsen waartussen ze beschutting kan zoeken. Nadat ze de jonge visjes heeft uitgespuugd, eet ze ze niet direct op. Je hebt dan een paar uur de tijd om het vrouwtje rustig uit te vangen en terug te plaatsen in het grote aquarium.
Je kunt de jonge visjes opkweken met artemia, ander klein diepvries of levend voer en fijngewreven vlokken.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Referenties
Günther, Albert C. L. G. 1893. “Second report on the reptiles, batrachians, and fishes transmitted by Mr. H. H. Johnston, C. B., from British Central Africa”. Proceedings of the Zoological Society of London. (4); pp. 616-628
Fishbase.se
Hemitaeniochromis brachyrhynchus, a new species of cichlid fish from Lake Malaŵi, with comments on some other supposed members of the genus
Cichlidae.com