Herkomst
Zuid-Amerika, De bovenloop van de amazone, De bovenloop van de Solimoes, De bovenloop van de Rio Negro en de bovenloop van de Orinoco rivier. Dit gebied bestrijkt de landen Colombia, Brazilië, Venezuela en Peru. De vissen uit de verschillende streken zien er iets anders uit: vissen uit Colombia en Brazilië zijn kleurrijker dan de vissen uit Venezuela die bijna geen rood hebben.
Waterwaarden
pH: 5,5 – 6,5
GH: 0 – 4
Temperatuur: 22 – 28°c
Grootte
4 centimeter
Aquariuminrichting
Het aquarium moet worden ingericht met kienhout en stenen zodat voldoende schuilgelegenheden ontstaan. Verder planten die ook bestand zijn tegen de extreme watersamenstelling. Eikebladvaren is hier geschikt voor. Deze zorgt ook voor de nodige verduistering in het aquarium. Bij te felle verlichting verbleken de vissen namelijk. zand als bodem is prima.
Als medebewoners zult u kleine rustige vissen moeten kiezen anders ziet u deze visjes nooit meer. Een mooie vis om erbij te houden is de Nannostomus soorten (beckfordi, marginatus), Bijlzalmpjes (Carnegelia strigata) en misschien een kleine algeneter soort zoals ottocinclus affinus.
Gedrag
Vreedzame, schuwe scholenvis die eigenlijk niet geschikt is voor het gezelschapsaquarium. Aangezien hij extreme eisen aan de waterkwaliteit en het voer stelt is het geen beginnersvis.Hij zwemt vooral in de onderste laag.Het uiterlijk en het gedrag van de Poecilocharax weitzmani lijkt weinig op dat van een echte zalm. Hij heeft meer weg van een cichlide of een karperachtige.In tegenstelling tot veel andere zalmen zijn deze vissen geen scholenvissen maar is het heel goed mogelijk om een paartje te houden, maar dan laten de mannen natuurlijk niet zo vaak hun prachtige kleuren en vinnen zien.
Eetgedrag
Als voedsel moet klein levend voer worden gegeven.
Geslachtskenmerken
De vissen laten een duidelijk geslacht onderscheid zien, de mannen hebben duidelijk langere vinnen en zijn véél kleurrijker.
Kweek
De kweek is niet eenvoudig. Extreem zacht en zuur water is nodig. 60-100 eieren worden in een hol afgezet en bevrucht. Het mannetje doet de broedzorg. Na 5 dagen komen de jongen uit en nog eens 5 dagen later zwemmen ze vrij. Ze kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën.
Opmerkingen
Deze vis behoort tot de familie Crenuchidae. In het verleden waren binnen deze familie maar twee geslachten te vinden, Poecilocharax en Crenuchus met in de Crenuchus één soort C. Spilurus. In het geslacht Poecilocharax zitten twee soorten, Poecilocharax bovallii en Poecilocharax weitzmani. De soort Poecilocharax bovallii is al in 1909 door de heer Eigenmann beschreven. Echter heeft er een herziening plaats gevonden van deze familie en zijn er een aantal geslachten bijgekomen. De twee soorten Poecilocharax en Crenuchus zijn nu in hun eigen Crenuchinae subfamilie geplaatst.
Een bijzonder kenmerk van de familie Crenuchinae is een gepaard frontaalorgaan boven op de kop dat bij geen enkele andere vissen groep bekend is. Verder onderzoek naar het orgaan is niet bekend, de functie hiervan is dan ook nog een raadsel.
Auteur
CB – Amazoona.be (originele website niet meer online)
Copyright foto’s
Chantal Wagner
Gert Blank
