Poecilia wingei – Endler Guppy
Poecilia: komt van het Grieks poikilos = veelkleurig. Wingei: verwijst naar Dr. Øjvind Winge.
Verspreiding/herkomst
Poecilia wingei komt voor in de Campoma- and Buena Vista Lagunes in noordoost Venezuela.
Of er nog (veel) Endler guppen leven in het wild is echter twijfelachtig, omdat het water in de oorspronkelijke herkomst gebieden ernstig is vervuild. Zoektochten hebben niets opgeleverd. Ook hierdoor is het van belang de soort in stand te houden in de aquariumsport (zie ook: kweek).
Sekseverschil
Er is een opvallend verschil in de seksen, de mannen zijn veel kleiner en veelkleurig terwijl de vrouwen “éénkleurig” zijn, het best te beschrijven als grijs-olijfkleurig, een stuk dikker en bij wijze van spreken voortdurend zwanger
Mannetjes worden ongeveer 2,5 cm lang en zijn bijna de helft kleiner dan de vrouwtjes, die rond de 4,5 cm halen
Verzorging
Een aquarium van ongeveer 40 liter is al groot genoeg voor het huisvesten van een behoorlijke school Endlers, hoewel een grotere bak natuurlijk door hen op prijs wordt gesteld.
Deze vissen stellen een goed beplante bak op prijs, met zeker ook drijfplanten. Stroming in het water is geen probleem, want het zijn zeer actieve visjes die graag wat zwemruimte hebben. Als ze in een speciaal aquarium worden gehouden is het niet nodig het water sterk te filteren, want ze vervuilen het water niet snel.
Van nature komt dit een visje voor in relatief “hard water”, en hoewel ze zich goed kunnen handhaven in zachter en/of zuurdere omstandigheden, is het aan te bevelen ze voor de langere termijn te houden in enigszins harder water.
De temperatuur mag variëren van 24 tot 30 graden Celsius, de geprefereerde hardheid (GH) ligt tussen de 15 en 30 graden en de voorkeur PH waarde ligt tussen 7 en 8,5.
Voedsel
Het zijn typische alleseters. In het wild eten ze zowel levend voer (kleine bodemdiertjes) als dood organisch materiaal. In het aquarium eten ze eigenlijk alles wat je ze geeft, maar bij voorkeur moet er in het voedsel ook wat plantaardig materiaal zitten.
Gedrag en verdraagzaamheid
Ze zijn is vanwege hun kleine afmetingen niet geschikt voor gezelschapsaquaria, waarin grotere vissen worden gehouden, die zien hen dan al gauw als snack. Als men er mee wil kweken is het zeker goed om ze in een speciaal-aquarium onder te brengen.
Wel geschikte medebewoners zijn andere kleine vreedzame soorten zoals Corydorassen, kleine regenboogvissen, kleinere vreedzame tetra-soorten en dergelijke. Hoewel de mannetjes zeer vreedzaam zijn tegenover andere mannen, gedragen vrouwtjes zich nogal eens territoriaal, waardoor het aanbeveling verdient meerdere vrouwtjes te houden om te voorkomen dat één het slachtoffer wordt van de andere. Hou ze niet tezamen met de gewone gup, want ze kruisen makkelijk en dat gaat ten koste van de zuiverheid van deze mooie visjes.
Kweek van Poecilia wingei
De kweek is erg makkelijk. Ze planten zich bijvoorbeeld ook makkelijk voort in de gezelschapsbak en zijn daarbij zeer vruchtbaar. In feite is de kweek vergelijkbaar met de meeste andere levendbarende visjes. Het is daarbij verstandig per mannetje meerdere vrouwtjes te houden, waardoor voorkomen wordt dat deze te erg worden lastiggevallen. Verder helpt het als er dichte beplanting is die een vluchtmogelijkheid biedt. Mannetjes pronken voortdurend voor een vrouwtje, waarbij ze met gespreide vinnen trillende of schokkerige bewegingen maken.
De Endler gup kan elke 23 á 24 dagen een nieuw legsel voortbrengen. Het aantal jongen per worp varieert van circa 5 tot 25 afhankelijk van de leeftijd en de grootte van het vrouwtje. Hoewel de ouders slechts zeer zelden hun jongen verorberen is het toch beter de (hoog)zwangere vrouwtjes apart te zetten zodat ze daar op haar gemak jongen kan krijgen, waarna ze weer kan worden teruggezet in de oorspronkelijke bak. De nakomelingen zijn redelijk groot en kunnen vanaf hun geboorte nauplii van pekelkreeftjes of fijngewreven vlokvoer eten.
Als ze 2 of 3 maal daags worden gevoerd (met kleine porties) groeien ze snel op, waarbij de mannetjes hun volwassen kleuren gaan vertonen na 3 tot 5 weken en de vrouwtjes na ongeveer 2 maanden in staat zijn jongen te krijgen.
Aparte soort of niet
De Endler gup werd feitelijk reeds in 1937 ontdekt door Franklyn Bond, maar werd in 1975 herontdekt door John Endler in Laguna de Patos, Cumana, in het noordoosten van Venezuela. Ze leefden daar in hetzelfde gebied, maar niet met elkaar vermengd, als een wildvorm van de “gewone” gup (Poecilia reticulata). Beide soorten zijn inheems in dit gebied van Venezuela, maar P. reticulata komt weinig voor in de gebieden waar de Endler veel gevonden wordt. Waarschijnlijk houdt dit gedeeltelijk verband met leefomstandigheden, omdat gewone guppy’s meestal worden gevonden in stromend water met een lagere temperatuur dat tevens helderder is.
Er is veel discussie geweest of de Endler gup en de gewone gup niet gewoon leden zijn van dezelfde soort. De twee kunnen gewoon gekruist worden en de nakomelingen zijn vruchtbaar.
Inmiddels is echter vastgesteld dat Poecilia wingei een weliswaar verwante, maar aparte soort is (Schories et al 2009). Naast de Poecilia reticulata en de Poecilia wingei is er nog een derde afzonderlijke “guppy-soort” Poecilia obscura, die voorkomt op het eiland Trinidad.
Lees ook het artikel Soortzuiverheid bij Poecilia wingei.
Video
Auteur
Menno van Veen
Copyright foto’s
John de Lange
Hristo Hristov
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.