Poecilia velifera – Zeilvinkarper of Hoogvinkarper
De Poecilia velifera – Zeilvinkarper of Hoogvinkarper kan een lengte bereiken van zo’n 15 centimeter. Het is een van de grootste levendbarende tandkarpers voor in het aquarium. Deze vis valt vooral op door zijn grote rugvin, die over heel zijn rug loopt. De staart heeft een ronde vorm.
De kleuren lopen uiteen van wit/blauw tot oranje/blauw, je ziet dan een mooie blauwe schittering van de schubben. Het mannetje heeft een gonopodium ,het voortplantingsorgaan, dit is een klein puntig vinnetje onderaan de buik tussen de borstvinnen. De vrouwtjes zijn meestal wat groter dan de mannetjes. Ze hebben een bovenstaande bek om voedsel van het wateroppervlak op te nemen.
Het Aquarium
Voor deze vissen heb je een aquarium nodig van minimaal 1.20 meter. De Hoogvinkarper leeft in de natuur in brak water (dus eventueel zeezout toevoegen), of iets harder water in het aquarium, en is daarom niet geschikt voor in een normale gezelschapsbak.
Zorg voor een donkere bodem en goede beplanting die tot het wateroppervlak mag reiken, drijfplanten mag ook. Ze hebben veel zwemruimte nodig en een beetje stroming.
Water
Temperatuur: 25-28 graden.
PH:7-8
GH: 19-25
Voeding
De Hoogvinkarper is een echte alleseter, muggelarven, watervlooien, fruitvliegjes, cyclops, artemia gaat er allemaal in, ook droogvoer lusten ze wel. Zorg dus dat je het voedsel voldoende afwisselt.
Karakter
Je kunt deze vissen het beste in een groepje houden, in ieder geval wel met meer vrouwtjes als mannetjes. De mannetjes zetten hun rugvin dan helemaal open en proberen elkaar daarmee te imponeren. Het is een vreedzame vis die je kunt samenhouden met vissen die dezelfde waterwaardes prefereren (hard- of brakwater), dus niet met bijvoorbeeld Neontetra´s, want die houden van zachter water. Als ze in een groot aquarium zitten met een groepje is het een echte blikvanger. Je vindt ze in de middelste en bovenste waterlagen.
Kweek
De kweek is vrij makkelijk, ze kunnen om de 8 à 11 weken jongen geven. Het zijn Levendbarende vissen dus de jongen zwemmen gelijk rond.Zorg eerst dat de vissen in goede conditie zijn. Gebruik geen klein kweekbakje want daardoor kan het vrouwtje teveel gestresst raken. Een vrouwjte kan wel tot 70 jongen geven per keer. In het aquarium blijven er altijd wel wat jongen over, mits er genoeg schuilplaatsen zijn d.m.v. drijfplanten. Daarna kun je de jongen overbrengen naar een kweekbak en ze opkweken met cyclops of fijn stofvoer.De jongen groeien vrij snel.
Auteur
Coby
Copyright foto’s
GnoKy
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.