Placidochromis electra
Placidochromis electra is in het april nummer van 1979 voor het eerst beschreven in Tropical Fish Hobbyist en beschreven door Warren E. Burgess als Haplochromis electra op pagina’s 91-94.
In de handel komt deze soort ook voor als: “Haplochromis Jahni”, “Deep Water Haplochromis”
Synoniemen: Haplochromis electra, Cyrtocara electra.
Beschrijving
De mannetjes van Placidochromis electra worden maximaal ongeveer 17 cm; de wijfjes tot ongeveer 13 cm.
Lichaamsvorm
Relatief hoog lichaam dat zijdelings sterk samengedrukt is.
Kleur en tekening
Het kleurenpatroon kan, zoals bij vele aanverwante soorten, verschillen alnaargelang de ouderdom en de gemoedsgesteldheid van de dieren. Een kenmerk dat echter bij alle dieren duidelijk naar voren treedt zijn twee donkere banden; de eerste van de bovenkant van het oog naar de mondhoek, de tweede vlak achter het kieuwdeksel op het lichaam. Afhankelijk van de stemming varieert de grondkleur van mannetjesdieren van zilvergrijs naar stralend hemelsblauw of turkooisblauw. Naast de twee bovengenoemde dwarsbanden komen op het lichaam nog vijf tot zes minder duidelijke banden voor, die qua intensiteit naar achter toe afnemen. Wijfjes blijven zilvergrijs met hoogstens een blauwe glans over de flanken. Buik- en aarsvin zijn overwegend zwart, de rugvin blauwachtig met een gedeeltelijke zwarte submarginale band en een geeloranje zoom.
Geslachtsonderscheid
Mannetjes zijn meestal te herkennen aan het schitterend blauwe kleed, doch bange dieren willen wel het wijfjeskleed imiteren. Verder blijven de wijfjes ook in lengte achterop.
Herkomst
Endemische soort van het Malawimeer. De dieren waarop de soortbeschrijving plaatsvond waren afkomstig van Likoma Island. Ze worden meestal aangetroffen op een diepte tussen 20 en 30 meter; reden waarom in Amerika de soort aanvankelijk ook “Deep-Water-Haplochromis” werd genoemd. Intussen zijn ook kleine populaties waargenomen bij Fort Maguire, langs de kusten van Mozambique en ten noorden van Nkhata Bay. Deze populaties zijn zeer donker van kleur en missen het lichte blauw van de Likoma populatie.
Kweek
Maternale muilbroeder.
Dieet
Placidochromis electra blijkt in het aquarium geen gespecialiseerde kostganger te zijn. Levend, diepgevroren en droogvoer wordt zonder problemen aanvaard. In zijn natuurlijk biotoop wordt de soort geregeld aangetroffen bij grote Lethrinops-soorten, die met de kop in het zand duiken om voer op te delven, waarvan Placidochromis electra dankbaar profiteert.
De Placidochromis electra is daar een echte opportunistische eter, in plaats van in het zand te duiken en voedsel uitzeven volgt hij vaak andere soorten als de Taeniolethrinops praeorbitalis of scholen Lethrinops. De wolken zand die opgeworpen worden door deze soorten trekken de electra aan als een magneet.
Het Aquarium
Bij voorkeur een ruim aquarium met enkele schuilplaatsen. Dit hoeft zeker geen rotsbiotoop te imiteren, vermits voldoende zwemruimte en een zandbodem de voorkeur wegdragen. Planten worden met rust gelaten in het aquarium – ze verhogen schijnbaar zelfs nog de kleurenpracht van de dieren – alhoewel ze in het natuurlijk biotoop vermoedelijk eerder schaars zijn.
Video
Auteur
Walter Deproost
Copyright foto’s
Wimmels
J. de Lange