Periophthalmus novemradiatus
Leefgebied
Vanaf India t/m noord Indonesie in mangrove moerrassen en kustgebieden.
Grootte van de vis
6cm
Gedrag
Zeer teritoriaal naar soortgenoten, vredelievend naar andere vissen.
Rustige vis die het grootste gedeelte van de tijd op land doorbrengt, af en toe dompelen ze zich onder om uit drogen te voorkomen.
Voeding
Krekels, vliegen, meelwormen, garnaaltjes, muggenlarven, artemia (zowel diepvries als vers).
Het Aquarium
1 meter aquarium voor 5 bewoners.
Omdat deze vissen het grootste gedeelte van de tijd op land leven en sterk teritoriaal zijn naar hun eigen soortgenoten is het van belang dat er voldoende land ter beschikking is. Dit doormiddel van zand, takken of stenen boven het water oppervlakte uit te laten steken.
Zorg voor een goed sluitende kap, omdat ze via het glas naar boven kruipen en zo nog wel eens willen ontsnappen (denk hierbij ook aan de pijpen van een buitenfilter).
Waterwaarden
Temperatuur: 24 – 28 ºC
pH: 7.0 – 8.5
GH: 10 – 25
KH: 4 – 8
Zoutgehalte: 1.005 – 1.015
Een hoge lucht vochtigheid van zeker 60%
Geslachtsonderscheid en kweek
Onbekend, er zijn geen bevestiging van voorplanting in gevangenschap geregistreerd. In de natuur graven ze een diep hol in de modder en leggen hierin hun eieren.
Eigen ervaring
Heb veel “onderzoek” gedaan naar deze leuke diertjes, dus durf ik wel zeggen dat ik er nogal wat van af weet.
Te beginnen met de inrichting, deze vis moet absoluut in een biotoopaquarium gehouden worden. Vaak zie je eigen constructies, met bijvoorbeeld piepschuim, stenen of zand opgehouden door plexiglas. Op zich is hier niets mis mee, maar hou er wel rekening mee dat zelfs met een hoge luchtvochtigheid deze diertjes een manier gaan zoeken om zich nat te houden. Met de hierboven vermelde inrichtingen, zullen ze neigen om het meeste van hun tijd door te brengen in het water. En dat oogt niet natuurlijk, voor een vis die leeft op het land. In hun natuurlijke habitat leven ze op een “mudflat” die bodem bestaat uit een mengeling van: zand of leem, klei en organisch afval, in het aquarium kan je dit perfect nabootsen met een mengeling van klei en fijn zand. De verhouding is een beetje op gevoel, en is zeer intensieve arbeid om te mengen. Een manier om te zien of je verhouding goed is bijvoorbeeld je vinger of hand in de mengeling te stoppen en als er een soort vacuum ontstaat, waarbij je bijna je vinger of hand er niet uit krijgt dan komt je mengeling aardig in de buurt. De mengeling mag ook niet instorten bij aanraking met water. Deze bodem zorgt ook voor een soort slib op het oppervlakte van de bodem, die de novemradiatus zal gebruiken om zichzelf nat te houden, door middel van zichzelf erin te rollen om zichzelf te bedekken. Let wel op! Deze bodem zal je water bruin maken, en de bodem gaat enorm stinken dus niet echt geschikt om in de woonkamer te zetten. Maar is een teken dat je dicht bij de realiteit zit! (Belangrijk: zorg voor klei die niet giftig is, vermijd toevoegingen aan de klei)
Nu gaan we over naar de overige techniek. Om zo dicht mogelijk bij de natuurlijke habitat van de slijkspringer te komen, zou er ook een eb en vloed simulatie moeten plaatsvinden in het aquarium. Waarbij het water bij vloed het meeste of zelfs heel het landgedeelte onder water zet, maar natuurlijk niet te veel… Dit zal de dieren dichter bij hun natuurlijke habitat brengen maar ook het oppervlakte van de bodem reinigen, omdat zich daar het voederen afspeelt en de uitwerpselen van de slijkspringer. Als je natuurlijk heel erg correct te werk wil gaan, dan simuleer je het eb en vloed van een mangrove. Met gericht zoeken op internet kunnen er tabellen gevonden worden van bijvoorbeeld mangroves in Australië, met tijdstippen van eb en vloed, temperatuur, zonsopgang en ondergang… Eb en vloed komt trouwens voor 2x per dag, dit zal dan ook heel erg dicht in de buurt komen van hun natuurlijke habitat.
Nu gaan we over tot het interessantste deel, het kweekgedrag van de slijkspringer. Er is amper iets bekend over dit gedrag in het wild, laat staan in gevangenschap. Maar ik heb verschillende emails uitgewisseld met een Indonesische onderzoeker met vakgebied mangroves/mudflats. Na lang zoeken vond ik de man die ik nodig had, ben dan ook meteen met de grote vraag gekomen. Hij vertelde mij dat er weinig geweten is van het kweekgedrag van deze soort, behalve dan dat alle slijkspringers zelfde gedrag hebben in sommige aspecten. Ze graven allemaal tunnels, verschillend per soort natuurlijk. Alhoewel ze een “J” vorm hebben, de eitjes worden aan het einde van de tunnel gelegd. Als je meer hierover wilt weten er zijn genoeg filmpjes op het internet die dit aantonen. Er komt natuurlijk een maar, hij wist me te vertellen dat ze er van uitgaan dat de kleinere soorten, zo zijn er meer dan je zou denken, min of meer met elkaar vergeleken konden worden. (Of daar gingen ze toch van uit) Hij vermelde me de P. modestus, hij zei dat er meer geweten is over deze soort, maar zeer vergelijkbaar is met de P. novemradiatus, vooral door hun lengte. De P. modestus maakt een tunnel van ongeveer 30 cm diep, en nu denk je vast: “Wat weten we hier meer mee”? Wel ik geef toe dat is bitter weinig maar genoeg om te weten dat het zou moeten haalbaar zijn in gevangenschap, want een andere vaak gehouden soort slijkspringer is de grotere P. barbarus en die zijn tunnel kan tot 3x zo diep zijn. Natuurlijk is dit geen zekerheid op kweek, maar op ieder moment is er een aquarist die de juiste factor vind om een vissoort te kweken! Ik zou zeggen succes!
Natuurlijk als het zou lukken om deze slijkspringertjes te kweken, is natuurlijk nog de voeding die voor enige problemen kan zorgen, de slijkspringer jongen voeden zich met plankton en andere micro-organismen.
Video
Auteur
Ypoc
Copyright foto’s
Ypoc