Perca fluviatilis – Europese Baars

De Europese baars of Perca fluviatilis is een statige en kleurrijke roofvis voor het koudwateraquarium of vijver. Er moet wel rekening worden gehouden met de juiste keuze van medebewoners en de snelle groei. Ook is het in Nederland niet toegestaan jonge dieren aan de natuurlijke leefomgeving te onttrekken

()

Perca fluviatilis

De Europese baars of Roodvinbaars behoort tot de echte baarzen. De soort komt voor in bredere sloten, meren, kanalen, grachten en langzaam tot gematigd stromende (tot maximaal 0,5 m/s) rivieren. Plekken met sneller stromend water (zoals bijvoorbeeld in de Ardennen) worden vermeden. De baars verdraagt een hoger zoutgehalte en komt ook voor in licht brakwater. Perca fluviatilis is een zichtjager en heeft een voorkeur voor relatief helder water. In minder helder water kan de baars ook leven, echter dan kan het vaak de voedselconcurrentie met de Snoekbaars niet aan.

Het lichaam is hoog gewelfd en voorzien van twee rugvinnen. Een klein vlies verbindt de rugvinnen aan elkaar. Aan het einde van de eerste rugvin, met 12-17 stekelige vinstralen, bevindt zich een kenmerkende zwarte vlek. De staartvin is licht gevorkt. Het lichaam is messing tot olijfgroen van kleur en bedekt met 5-8 donkere, dwarslopende strepen en een witachtige buik. De buikvinnen en de achtervin zijn roodachtig tot rood. De ogen zijn geel tot groen. De bek is uitstulpbaar, en de ogen zijn vrij groot. Op het kieuwdeksel zit een stevige stekel. De kaken zijn voorzien van veel kleine tandjes. Over het algemeen geldt dat in ondiep water, met een hoge mate van lichtpenetratie, de baars donkerder is gekleurd. Baarzen in kanalen en meren neigen meer dan een messing-groene tint. Hoewel een maximaal formaat van 60 centimeter is waargenomen, halen de meest baarzen maximaal 25-45 centimeter. In noordelijke gebieden groeit de baars iets langzamer en worden ze ouder. Indien de biomassa baars lokaal te hoog is stagneert de groei en blijven ze kleiner. Voedselconcurrenten voor kleine baars zijn naast de soortgenoten name de Blankvoorn en voor grotere baars de Snoekbaars.

Geslachtsonderscheid is erg moeilijk waar te nemen. De vrouw is iets dikker en de man is in gelijke omstandigheden iets contractrijker gekleurd. De baars wordt maximaal 21 jaar oud. De meeste exemplaren halen echter maximaal 11-12 jaar in optimale omstandigheden, zijnde de wat koudere noordelijke gebieden. In het warmere zuiden is dat maximaal 6-7 jaar. In het IJsselmeer bedraagt de maximale leeftijd zelfs 6 jaar. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen.

Perca fluviatilis kent een groot verspreidingsgebied, dat loopt van nagenoeg heel Europa, inclusief noordelijk Scandinavië, tot en met Iran, Afghanistan, Armenië, Georgië, Kazachstan, Siberië, en Mongolië. De soort komt niet voor in Spanje, Portugal, Ierland, delen van Schotland, Cyprus en centraal Italië. Daarnaast komt de soort voor in delen van de Oost-Zee. Daar groeit de soort ook het grootst, als gevolg van het haringmenu. In feite bepalen de Het verspreidingsgebied wordt ook bepaald door de watertemperatuur. De zomerisothermen van 16 en 31°C  het verspreidingsgebied van de baars Perca fluviatilis is zeer algemeen (biomassa van 1 kg tot wel 100 kg per ha). De vis behoort ook vaak tot de soorten die nieuw aangelegde watersystemen als eerste koloniseren. Perca fluviatilis is Europa een geliefde sportvis. Daarnaast is de soort ook geschikt voor menselijke consumptie. In de jaren ’50 en ’60 vingen beroepsvissers grote aantallen baars in het IJsselmeer en andere grote wateren. De aantallen liepen later terug, door overbevissing en vertroebeling van wateren (leidend tot verbraseming). Het laatste decennium nam de populatie verder af als gevolg van predatie door de aalscholver. Het is echter nog steeds een van de meest algemene roofvissen in Nederland. Wel is de trend dat Nederlandse wateren weer helderder worden, het aantal baarzen dan ook toeneemt, maar de exemplaren kleiner blijven. Dit duidt op voedselconcurrentie.

Perca fluviatilis is ook geïntroduceerd in delen van Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, China, Spanje, Marokko, Italië, Cyprus en Zuid-Afrika. Verschillende landen rapporteren een grote ecologische impact als gevolg van de introductie. In Zuid-Australië wordt de soort als een serieuze pest beschouwt. Er bestaan nog 2 nauw verwante soorten, die qua uiterlijk en gedragskenmerken nauwelijks van Perca fluviatilis verschillen:

  • P. flavescens (Gele baars). Komt voor in Noord-Amerika en delen van Canada. De soort groeit iets minder groot, is bleker qua kleur en heeft een wat gelere gloed over het lichaam
  • P. schrenkii. Komt voor in centraal Azië in Kazachstan, Uzbekistan en delen van China. Er zijn geen uiterlijke verschillen waarneembaar. Ook behaalt deze soort een vergelijkbaar formaat.

Gedrag

Jonge baars leeft in scholen bestaand uit dieren van dezelfde generatie en dezelfde grootte. Soms gaat zo’n school op in een school met andere vissoorten, met name voorns. Scholen met jonge baars mijden bij voorkeur het open water en leven vaak nabij de beschutting van waterplanten, boomwortels, stijgers of de oever. Jonge baars leeft voornamelijk van dierlijk plankton. Vanaf een lengte van enkele centimeters wordt overgeschakeld op waterinsecten, kreeftachtigen, kleine vis en visbroed. Naarmate de baars groter wordt dan 8-10 cm, neemt het aandeel vis en zoetwaterkreeft in het menu toe (indien beschikbaar). In brakwater is er vaak een groot aandeel aan steurgarnalen. Kleinere baarzen kunnen gericht solitair jagen en een prooi stalken. Meestal jagen ze echter in min of meer georganiseerd schoolverband. Enkele exemplaren schieten soms de vegetatie in, waarna soortgenoten positie innemen om te happen naar opgejaagde prooidieren. Ook is waargenomen dat ze in groepsverband scholen vis omsingelen of opsluiten tegen de oever. Baarzen verslinden hun prooi meestal eerst met de kop. Vaak dienen ze hun prooi daar eerst voor te draaien. Dit geeft de kans om te ontsnappen. In schoolverband is de kans op ontsnapping van de prooi zeer klein en is er altijd wel een baars in de gelegenheid om de prooi van voren te grijpen. De baarzen jagen niet alleen op zicht. Het zijlijn systeem is zeer gevoelig voor de detectie van bewegende objecten. Baarzen vanaf 25 cm leven voornamelijk van vis, garnalen en rivierkreeft. Ze starten een solitair leven en zoeken dieper open water op. Grote baarzen houden zich het liefst op in buurt van onregelmatigheden op de bodem. Als de omstandigheden goed zijn komen ze tot op een diepte van 50 meter voor. Baarzen vormen geen territorium. Wel hebben ze de neiging om steeds weer naar dezelfde plek in het water terug te keren.

De paaitijd valt in de maanden maart, april en mei, bij een watertemperatuur van meer dan 8 °C. Vooral ondergelopen gebieden, waar de temperatuur in het ondiepe water snel kan stijgen, zijn geliefd als paaiplaats. De maximaal 200.000 eieren worden in snoeren afgezet op ondergelopen vegetatie, waterplanten, boomwortels, takken en stenen en -als dat er niet is- op een schone zandbodem. De groei in het eerste jaar bedraagt 6 tot 8 cm. De mannetjes zijn na 2 jaar geslachtsrijp, bij een lengte van 15 cm; vrouwtjes een jaar later, bij een lengte van 20 cm. De maximale lengte is 50 cm. In het IJsselmeer wordt de baars niet ouder dan 6 jaar.

Het Aquarium

Houd er allereerst rekening mee dat Perca fluviatilis via een juist kanaal wordt bemachtigd. Vissen kleiner dan 22 cm zijn in Nederland namelijk door de Visserijwet beschermd. Door de kweek van pootvis worden er in de handel regelmatig jonge vissen aangeboden. Jonge baarzen worden bij voorkeur met meerdere exemplaren gehouden. Het is mogelijk om de soort te combineren met met andere vissen van vergelijkbare grootte. De soort heeft een zeer grote uitstulpbare bek: vissen tot 2/3 van het eigen formaat worden als voedsel beschouwd.

De temperatuur dient te liggen tussen 8 en 19 graden en mag liever niet boven de 22 graden uitkomen (hoewel bij een voldoende hoog zuurstofgehalte temperaturen van boven de 30 graden pas dodelijk zijn). Baarzen hebben behoefte aan een hoog zuurstofgehalte ( tussen de 5 en 25 mg/l bij 20 °C ).  Onder de 7 mg/l worden de baarzen al minder actief. Een langdurig zuurstofgehalte tussen 0,5–1,2 mg/l leidt tot sterfte. de baars is weinig gevoelig voor de PH waarden. Een waarde tussen 3,5 en 9,5 wordt verdragen. Een baars kan ook in brakwater leven. Een volwassen baars doet het goed bij een zoutgehalte tot ca. 4,4-5,5 g Cl/l.  Larven verdragen een zoutgehalte tot 3 g/l.

Door een gevoelig zijlijn systeem zijn ze stressgevoelig en vereisen een rustige omgeving. Een zand- of grindbodem, met veel planten en meerdere schuilplaatsen per exemplaar worden op prijs gesteld. Evenals getemperd licht. Het is mogelijk om de vis te wennen aan licht brakwater, waardoor combinaties met andere koudwater vissoorten (zoals grondels, harders en de zeedonderpad) mogelijk worden.

Qua voedsel wordt in principe alleen bewegend, levend voer geaccepteerd. Uitzondering hierop betreft baarzen die regelrecht afkomstig zijn uit kweek. Deze worden vaak van begin af aan op droogvoer gezet. Wil je baars uitzetten in een vijver met andere  kleinere vissen, beperk je dan bij voorkeur tot één exemplaar. Meerdere dieren kunnen zich vermeerderen en zo de vijver ontdoen van alle andere vis. Grotere baarzen worden onverdraagzaam naar soortgenoten en andere vissen. Ook zijn ze moeilijk in een aquarium te handhaven omdat ze zeer veel voedsel nodig hebben.

Kweek van de Perca fluviatilis – Europese Baars

Perca fluviatilis is op grote schaal gekweekt als pootvis en voor consumptie. Kweek als consumptievis zet niet door doordat de groeiresultaten ten opzichte van andere vissoorten als regenboogforel vaak tegenvallen. De oorzaak ligt in de stressgevoeligheid in de extreme omstandigheden van grootschalige kweekopstellingen, waardoor zoveel energie verloren gaat dat de groei tot wel 35% achterblijft. De kweek in aan aquarium lukt alleen in een zeer grote bak. De dieren zijn vanaf 15-20 cm geslachtsrijp. De man kiest de paaiplaats uit. Als een rijpe vrouw de plek benaderd en wil afzetten bejaagt een grote groep mannen deze gelegenheid na. Daarbij lukt het meestal 1 of 2 mannen om het buikgebied van de vrouw te benaderen en de eieren te bevruchten. De eieren worden tussen planten of stenen afgezet en komen tussen 1-8 dagen uit. De jongen zijn direct 5 mm groot. Het is belangrijk de kweekvis regelmatig op formaat te sorteren, aangezien kannibalisme normaal is.

Video

Auteur

P. de Pijper

Copyright foto’s

Rob Atherton

Hoe nuttig was dit bericht?

Klik op een ster om deze te beoordelen!

Gemiddelde waardering / 5. Stemtelling:

Tot nu toe geen stemmen! Wees de eerste die dit bericht waardeert.

Het spijt ons dat dit bericht niet nuttig voor je was!

Laten we dit bericht verbeteren!

Vertel ons hoe we dit bericht kunnen verbeteren?

Extra informatie

Familie

Geslacht

Soortnaam

fluviatilis

Herkomst

Lengte Minimaal

25

Lengte Maximaal

60

Temperatuur minimaal

8

Temperatuur maximaal

24

pH minimum

7.0

pH maximum

7.5

Sociaal Gedrag

Broedgedrag

Dieet

Zone

Karakter