Pelangia mbutaensis
Het geslacht Pelangia is een zustergroep van het geslacht Glossolepis, waarvan het leefgebied beperkt is tot noordelijk Nieuw-Guinea. Het onderscheidt zich van Glossolepis op een aantal belangrijke punten, waaronder het ontbreken van tanden op bepaalde botten in de kop van de vis (vomer en palatine), een grotere mond en ogen, minder tandjes op de randen van de schubben en minder vinstralen in de anaalvin. Het geslacht onderscheidt zich ook doordat het begin van de anaalvin dichter bij de basis van de staartvin zit, dan bij de neustip. Dit is precies omgekeerd bij het geslacht Glossolepis. Ook staat het begin van de eerste rugvin ruim voor het begin van de anaalvin, wat bij de Glossolepis gelijk of zelfs erachter ligt. Ten slotte ligt de tweede rugvin op gelijke hoogte met de derde zachte vinstraal bij Pelangia, terwijl dat bij Glossolepis ongeveer op gelijke hoogte van de middelste vinstralen ligt.
Pelangia mbutaensis heeft een gelige lichaamskleur dat verloopt naar zilverwit op het onderste deel van het lichaam. Grotere mannetjes hebben gele vlekken verspreid over het middengedeelte van het lichaam. De vinnen zijn voornamelijk doorzichtig met uitzondering van een grijze pigmentatie op de eerste rugvin. Ze kunnen een maximal grootte bereiken van 6 cm, maar worden over het algemeen niet groter dan 5 cm.
Ze zijn in 1998 beschreven door Allen. De naam is een verwijzing naar het Mbuta Meer.
Verspreiding en leefgebied
Het leefgebied van Pelangia mbutaensis is Lake Mbuta Basin, dat ongeveer 8 kilometer landinwaarts van Etna Bay in West-Papoea ligt. Lake Mbuta wordt op kaarten vaak weergegeven als een meer, maar is eigenlijk een moerassig bekken omringd door lage bergen. Het bekken, dat enigszins rond van vorm is, is voornamelijk begroeid door moerasplanten en bestaat uit vele vijvers, kreken en ten minste één smalle rivier.
De vissen zijn gevangen in een kleine kreek met helder, maar donkergekleurd zoetwater, dat relatief snel stroomt door bos dat een bijna geheel gesloten dakbedekking vormt. De bodem bestond voornamelijk uit modder met hier en daar stenen en houtoverblijfsels met spaarzame waterplanten. Een watertemperatuur van 25 °C met een pH van 6,4 werd genoteerd. In het water werd tevens Melanotaenia goldiei gevonden. Pelangia mbutaensis was algemeen aanwezig, hoewel van Melanotaenia goldiei 3 keer zo veel vissen werden aangetroffen.
Opmerkingen
De soort is ‘pelangia’ genoemd naar de Indonesische naam voor regenboog (pelangia), een verwijzing naar de algemene naam voor de Melanotaeniidae-familie. Er zijn geen levende exemplaren voor de aquariumhobby verzameld.
Literatuur
Allen G.R. (1998) A new genus and species of Rainbowfish (Melanotaeniidae) from fresh waters of Irian Jaya, Indonesia. Revue Française d’Aquariologie 25 (1-2): 11-16.
Bron: Home of the Rainbowfish
Auteur
Adrian R. Tappin
Vertaling
Copyright foto’s
Gary Allen