Nothobranchius palmqvisti
De Nothobranchius palmqvisti heeft geen Nederlandse naam, alleen een wetenschappelijke. Nothobranchius betekend met onechte kiewen. Palmqvisti verwijst naar G. Palmqvist, de sponsor van de Kilimanjarao expeditie in 1905 – 1906 tijdens deze expeditie is onder andere deze soort ontdekt. Ze behoren tot de familie Cyprinodontidae – de eiereleggende tandkarpers.
Synoniemen: Fundulopanchax palmqvisti, Fundulus palmquisti, Fundulus palmqvisti, Nothobranchius palmquesti, Nothobranchius palmquisti, Nothobranchius vosseleri, Notobranchius palmquisti.
Beschrijving
Deze vrij klein blijvende kleurrijke soort wordt niet langer dan 5 centimeter. De vrouwen zijn overigens vrij saai in vergelijking met de mannen. Waar de vrouwen een saai geel-grijs zijn, kleuren de mannen aan de voorzijde een fel groen-blauw, krijgen ze op het middenlichaam blauwe schubben die afgezet zijn met fel rode randjes en krijgt de staart dezelfde fel rode kleur.
Het zijn éénjarige vissen die dus niet lang leven. Door hun actieve gedrag, fraaie kleuren en relatief eenvoudige wijze van voortplanten is het toch een hele leuke soort om te houden.
Biotoop
De Nothobranchius palmqvisti leeft in het kustgebied tussen Kenia en Tanzania in de buurt van Mambasa. Ze leven daar in de ondiepe (tijdelijke) wateren van poelen, moerassen, sloten en stroompjes. Veel van deze watertjes vallen een paar maanden per jaar droog.
Dieet
De Nothobranchius soorten zijn allen carnivoor. Ze hebben dus voornamelijk levend of diepvries voer nodig. Denk hierbij aan Artemia, tubifex, witte en zwarte mug, azijnaaltjes, grindal aaltjes, daphnia en vers uitgekomen artemia. Als ze het willen eten dan kan het worden afgewisseld met proteïnerijke vlokken.
Het Aquarium
Op zich hebben deze vissen niet veel water nodig. Voor de kweek is 20 liter al genoeg. Voor een showaquarium kun je hem inrichten met veel planten en een laagje turf op de bodem. De turf zal ook helpen om de waterwaardes op de juiste pH te krijgen. Deze zou rond de 6 -7 moeten liggen. De temperatuur liever niet te hoog, 18 tot 22 graden is prima. GH rond de 3-6
Kweekaquarium en Conditioneren
Zoals gezegd worden de Nothobranchius palmqvisti niet heel erg oud. Om een populatie in stand te houden kun je ze vrij makkelijk zelf kweken. Gebruik hiervoor een aquarium van +/- 20 liter. De bodem kan worden bedekt met zo’n 2 tot 3 centimeter turf waarin de eieren worden afgezet. In plaats van de hele bodem met turf bedekken kun je ook een klein groente potje vullen met 2 tot 3 centimeter turf. De ouder dieren goed voeren met levend en diepvriesvoer om ze op condititie te krijgen. Houdt 1 man met 3 vrouwen in het aquarium en zorg voor beplanting zodat de vrouwtjes aan de aandacht van de man kunnen ontsnappen.
Het afzetten
De man lokt het vrouwtje naar de turf. Daar omklemt de man het vrouwtje met zijn rug- en anaalvin. Tijdens de omklemming zet het vrouwtje eieren af die door de man worden bevrucht. De eieren worden door het koppel zijdelings op/in de turf afgezet. In tegenstelling tot andere soorten die volledig in de turf duiken, zet de Nothobranchius palmqvisti de eieren vrijwel aan het oppervlak van de turf de eieren af. Na ongeveer een week zijn er voldoende eieren in de turf afgezet. Verwijder het potje met turf en giet voorzichtig het water af, bijvoorbeeld door het af te gieten in een papieren koffiefilter. Knijp voorzichtig het overtollige water uit. Neem nu een krant en wikkel deze om de turf en koffiefilter. Laat dit geheel een dag drogen. Als de turf dezelfde vochtigheid heeft als een pakje shag dan is het klaar voor opslag.
Doe de nog wat vochtige turf in een goed afsluitbaar bakje en doe hier nog een plastic diepvries zakje omheen om uitdroging tegen te gaan. Schrijf op het zakje de naam van de soort en de datum waarop je het geheel hebt ingepakt. De turf met eieren moet nu zo’n 5 maanden in het donker worden bewaard. De eieren zullen zich in deze periode langzaam ontwikkelen. Onder een goede loep of microscoop is goed te zien wanneer de eieren klaar zijn. Door de doorzichtige schaal heen, is dan het oog van het visje te zien.
Opgroeien van de Jongen
Na de incubatieperiode, kunnen de eieren worden “opgegoten”. Neem hiervoor een klein bakje en vers water wat twee dagen in een emmer is belucht. Giet het water over de turf. De eieren zouden nu binnen 24 tot 48 uur moeten uitkomen. Verwijder de turf en droog het opnieuw. Killi eieren komen niet allemaal tegelijk uit. Twee weken later kun je het nog eens proberen.Als er helemaal geen eieren uitkomen dan zijn ze nog niet klaar. Droog ook dan de turf opnieuw en sla het zo’n 4 weken op.
De jongen zijn heel klein en kunnen worden gevoerd met micro-aaltjes, azijnaaltjes of walterwormpjes. Als ze groot genoeg zijn geworden kun je ze ook voeren met vers uitgekomen artemia.
Zie ook het artikel Kweken met Nothobranchius palmqvisti.
Conclusie
Deze kleine kleurrijke soort is echt een lust voor het oog. Vooral mannetjes die vrouwtjes aanbaltsen of schijngevechten houden met een ander mannetje zetten hun vinnen wijd uit om hun mooiste vorm en kleur te laten zien, echt een spectakel in het aquarium! Ze leven helaas niet al te lang maar gelukkig laten ze zich redelijk makkelijk nakweken.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
John de Lange