Neolamprologus leleupi
De mannen en vrouwen zijn gelijk gekleurd. Afhankelijk van de herkomst zijn ze fel geel, oranje, bruin/zwart of zilver beige. De variant van Bulu-point staat bekend om zijn donkere snor. De donkere varianten hebben overigens ook de gele kleur die wordt gemastkeerd door een laag donker pigment. Om te voorkomen dat de gele vissen ook donker worden of er “vies” uit gaan zien kun je deze soort het beste houden op een lichte ondergrond en voeren met voeding wat de kleuren goed naar voren haalt. Op deze manier blijft het geel ook echt geel. De mannen kunnen een 12 centimeter lang worden, de vrouwen blijven iets kleiner.
Van deze soort zijn al heel wat synoniemen in gebruik geweest: Lamprologus leleupi, Lamprologus leleupi leleupi, Lamprologus leleupi melas, Neolamprologus leleupi leleupi, Neolamprologus leleupi melas.
Herkomst
Deze soort komt alleen voor in het noordwesten van het Tanganyikameer. Afhankelijk van de andere aanwezige soorten komen ze voor op een diepte van 3 tot 40 meter.
Dieet
In het wild voedt deze jager zich met kleine diertjes op de rotsen, visseneieren, insecten etc. In het aquarium is het geen lastige eter. Ze eten zonder problemen bijna alle voedselsoorten aan. Geef ze het liefst een afwisselend menu van vlokvoer, cichlidengranulaat, watervlooien, artemia, mysis, cyclops, witte en zwarte mug. Het caroteen in de mysis, cyclops en artemia halen de kleuren goed naar boven, zorg er dus voor dat deze zeker in het dieet zitten.
Karakter
Zoals de meeste Tanganyika cichliden heeft de Neolamprologus leleupi een fel karakter. Ze staan hun mannetje en gaan ook grotere vissen niet snel uit de weg. Ze zijn doorgaans wel goed te combineren met de meeste andere soorten.
Inrichting
Het aquarium moet worden ingericht met veel rotsen. De Neolamprologus leleupi maakt tussen de kieren en spleten van de rotsen zijn territorium. Zoals eerder gezegd helpt een lichte bodembedekking bij het op kleur houden van deze soort. Zoals gebruikelijk in een Tanganyika aquarium kun je hiervoor het beste een licht gekleurde zandzoort gebruiken.
Kweek van de Neolamprologus leleupi
Door de manier van kweken kun je jarenlang jongen in het aquarium hebben zonder dat je ooit een ei te zien krijgt. De vrouw zoekt namelijk een donkere grot in het aquarium waar ze de eieren afzet tegen het plafond. Deze nesten tellen tussen de 50 en 250 eieren, maar meestal ligt het aantal op rond de 100 eieren. Mocht je ze toch een keer zien: de eieren zijn wit van kleur dus niet meteen denken dat ze beschimmeld of niet goed meer zijn. De vrouw bewaakt de eieren en de man bewaakt de omgeving van het hol.
Na 2 tot 4 dagen komen de eieren uit. De larven worden op de bodem van het hol verzameld. Na ongeveer een week kunnen ze vrij zwemmen en trekken ze de wijde wereld in. Beide ouders wisselen de zorg voor hun jongen af. Ze blijven bij hun ouders tot ze bijna volgroeid zijn. Hierna moet je ze weghalen omdat ze dan als concurrentie gezien gaan worden. Blijkbaar gaat het kweken beter als er een aantal jongen bij het paar blijft. De ouders houden dan een betere verstandhouding en hebben niet zoveel tijd om ruzie te maken. De jonge larven kunnen worden gevoerd met fijnstofvoer of pas uitgekomen artemia.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
John de Lange