Neolamprologus furcifer
Neolamprologus furcifer werd voor het eerst beschreven door Boulenger in 1898. Geslachtsnaam Neolamprologus is op te breken in drie delen. “Neo” is Grieks voor “nieuw”, “lampros” betekent “stralend” of “helder”, en “lagos” staat voor “haas”. De naam suggereert dus een nieuw geslacht van stralende of heldere haasachtige cichliden. De soortnaam furcifer bestaat uit twee delen: “Furca” is Latijn voor “vork” en “fero” betekent “dragen”. De naam verwijst waarschijnlijk naar de gevorkte of diep ingesneden staartvin van de vis.
Synoniem: Lamprologus furcifer.
Uiterlijk, Gedrag en Levensverwachting van Neolamprologus furcifer
Neolamprologus furcifer heeft een langgerekt, zijdelings afgeplat lichaam. De lichaamslengte bedraagt maximaal 15 centimeter, met een gemiddelde lengte rond de 13 centimeter. De basiskleur is variabel en kan grijs, beige, leembruin, koperbruin of donkerpaars zijn. Afhankelijk van de stemming kunnen zes donkere dwarsbanden op de flanken zichtbaar zijn. De iris (het gekleurde deel van het oog) is lichtblauw tot goudgeel. De schubben zijn klein en talrijker dan bij vergelijkbare cichliden. De schubben bedekken ook de rug-, anaal- en staartvinnen. De diep gevorkte staartvin loopt, vooral bij oudere vissen, uit in twee lange punten (vandaar de naam furcifer, wat “vorkdragend” betekent). Mannetjes en vrouwtjes zijn moeilijk uit elkaar te houden, maar oudere mannetjes ontwikkelen een bult op hun achterhoofd.
Geslachts- en leeftijdsverschillen
De belangrijkste fysieke verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes zijn de grotere lichaamsgrootte van volwassen mannetjes en de ontwikkeling van een bult op het achterhoofd bij oudere mannetjes. Gedragsverschillen tussen de seksen zijn gerelateerd aan voortplanting; mannetjes zijn polygaam en hebben een harem van vijf of zes vrouwtjes. Juveniele vissen zijn slanker en hebben mogelijk een meer puntige kop dan volwassen exemplaren. De kleurpatronen kunnen ook variëren met de leeftijd.
Gedrag en temperament
Neolamprologus furcifer leeft in ondiep water van het Tanganyikameer, aan rotsachtige kusten. Ze vertonen een sterke binding aan rotsachtige biotopen en zijn vaak te vinden in spleten en holtes. Ze zwemmen vaak met de buik naar boven aan de onderkant van overhangende rotsen of met de kop naar boven of beneden aan steile rotsen. Ze zijn mogelijk nachtactief, wat wordt gesuggereerd door hun grote ogen, en laten zich overdag alleen op schaduwrijke plaatsen zien. De vissen zijn territoriaal en verdedigen hun territorium fel. Ze leven meestal als paar of solitair, maar mannetjes kunnen een harem hebben. Ze zijn schuw en verstoppen zich snel in spleten en holtes. Het zijn bodembewoners.
Levensverwachting
De levensverwachting van Neolamprologus furcifer in het wild is niet expliciet vermeld in de documenten. In een aquarium kunnen ze ongeveer 5 jaar oud worden.
Biotoop en Ecologie van Neolamprologus furcifer
Neolamprologus furcifer komt van nature voor in het Tanganyikameer, in Tanzania, Zambia, Burundi en de Democratische Republiek Congo. De verspreiding binnen deze landen is wijdverbreid langs de rotsachtige kusten van het meer. Ze leven uitsluitend in het Tanganyikameer.
Natuurlijke habitat
Neolamprologus furcifer bewoont rotsachtige kustgebieden van het Tanganyikameer, op diepten variërend van 2 tot 40 meter. De habitat kenmerkt zich door donkere, schaduwrijke spleten en holtes tussen grote rotsen en stenen. Er is weinig tot geen onderwaterbegroeiing aanwezig. De randen van het meer zijn in dit gebied rotsachtig en niet begroeid met bomen. De bodem bestaat uit zand en stenen.
Klimaat
Het Tanganyikameer heeft een tropisch klimaat met stabiele temperaturen. Er vinden geen seizoensgebonden overstromingen of droogtes plaats die de populatie van Neolamprologus furcifer significant beïnvloeden. De watertemperatuur in hun natuurlijke habitat ligt tussen de 25°C en 27°C.
Dieet
Dieet in het wild
Neolamprologus furcifer is een carnivoor die zich in het wild voornamelijk voedt met macro-invertebraten zoals kleine kreeftachtigen en insectenlarven. Deze worden gevonden in de spleten en holtes van hun rotsachtige habitat.
Dieet in het aquarium
In een aquarium kan Neolamprologus furcifer gevoerd worden met een gevarieerd dieet van droogvoer (vlokken, korrels), levend voer en diepvriesvoer. Om tekorten te voorkomen, is het aan te raden om verschillende soorten voer te geven. Overvoeding moet worden vermeden om watervervuiling te voorkomen. Het is beter om meerdere kleine porties per dag te geven in plaats van één grote maaltijd.
Het Aquarium
Voor een paar Neolamprologus furcifer is een aquarium van minimaal 400 liter en 150 centimeter lengte aan te raden. Voor meerdere paren is een aanzienlijk groter aquarium nodig, minimaal 600 liter, om voldoende ruimte en schuilplaatsen te bieden en agressie tussen de dieren te minimaliseren. De inrichting moet de natuurlijke habitat nabootsen: een rotsachtige bodem met veel spleten en holtes is essentieel. Gebruik een zandbodem als substraat, aangevuld met een stapel stenen om grotten en schuilplaatsen te creëren. Planten zijn niet nodig.
Waterwaarden:
De ideale waterwaarden voor Neolamprologus furcifer zijn een temperatuur tussen de 25°C en 27°C, een pH van 8-8.6 en een GH van 12-25. Maandelijks dient 20-30% van het water te worden ververst om de waterkwaliteit te behouden.
Compatibiliteit met andere vissen:
Neolamprologus furcifer is een zeer territoriaal dier met een sterk karakter. Samengang met andere territoriale soorten is zeer riskant en kan leiden tot agressie en conflicten. De keuze van geschikte tankgenoten moet daarom zorgvuldig worden overwogen en alleen in een ruim aquarium met voldoende schuilplaatsen. De verbonden documenten geven geen specifieke lijst van geschikte tankgenoten. Het is belangrijk om te onthouden dat zelfs conspecifieke (dezelfde soort) individuen moeilijk samen kunnen leven in een beperkte ruimte.
Kweek van Neolamprologus furcifer
Over de kweek van deze soort is niet heel veel bekend. Veel van de voortplanting vindt plaats tussen de rotsen.
Mannetjes zijn polygaam en hebben een harem van vijf of zes vrouwtjes. In het midden van het territorium, goed verstopt tussen de rotsen, zetten ze de eieren af. Deze zijn olijfgroen van kleur en zo’n 1,83 mm lang en hebben een diameter van ongeveer 1,34 mm. De vrouw verzorgt de eieren en pas uitgekomen jonge visjes. De jonge visjes blijven tot zo’n 9 weken na het uikomen in het territorium van de moeder.
Bijzonderheden
Enkele aanvullende bijzonderheden over Neolamprologus furcifer die niet eerder in het profiel zijn genoemd:
- Variatie in kleur en patroon: De documenten benadrukken de variabiliteit in kleur en patroon bij Neolamprologus furcifer. De basiskleur kan variëren van grijs tot beige, leembruin, koperbruin of donkerpaars, en de aanwezigheid en intensiteit van de donkere dwarsbanden op de flanken zijn afhankelijk van de individuele vis en zijn stemming. Er is ook variatie in de kleur van de iris (oog). Een studie wijst op de aanwezigheid van twee onderscheidende vormen, één met twee horizontale strepen en een andere zonder strepen of met vage vlekken, met verschillende iriskleuren (geel versus oranje).
- Zwemgedrag: De vissen vertonen een opmerkelijk zwemgedrag, vaak zwemmend met de buik naar boven aan de onderkant van overhangende rotsen of met de kop naar boven of beneden aan steile rotsen. Dit gedrag is mogelijk een aanpassing aan hun habitat en jachtstrategie.
- Nachtactiviteit: De grote ogen van Neolamprologus furcifer suggereren dat ze mogelijk nachtactief zijn, hoewel ze overdag ook actief kunnen zijn op schaduwrijke plaatsen.
- Ouderlijke zorg: De vrouwtjes verzorgen de eieren en de jongen alleen. De jongen blijven ongeveer 9 weken na het uitkomen in het territorium van de moeder.
- Dieet van de jongen: De jongen beginnen na ongeveer twee weken met het eten van kleine garnalen.
- Territorialiteit en agressie: De soort is zeer territoriaal en verdedigt zijn territorium fel, vooral tegen andere individuen van dezelfde soort. Het samenhouden van meerdere paren vereist een zeer groot aquarium met voldoende schuilplaatsen om conflicten te voorkomen.
- Moeilijkheid in aquariumhouderij: De documenten beschrijven de soort als moeilijk te houden in een aquarium, vooral voor beginnende aquarianen. Specifieke waterparameters en een zorgvuldige inrichting zijn essentieel voor succesvolle kweek.
- Zeldzaamheid in de aquariumhandel: Neolamprologus furcifer is een zeldzame soort in de aquariumhandel.
Conclusie
Neolamprologus furcifer is een fascinerende, maar uitdagende vissoort voor aquariumhouders. Hun specifieke eisen ten aanzien van waterparameters, de noodzaak aan een rotsachtige inrichting met veel schuilplaatsen, en hun territoriale gedrag maken ze minder geschikt voor beginners. De variatie in kleurpatronen en hun unieke zwemgedrag, vaak ondersteboven langs rotsen, zijn opvallende kenmerken.
Het succesvol houden van deze soort vereist grondig onderzoek en een bereidwilligheid aan het creëren van een geschikte omgeving. Een ruim aquarium, nauwkeurige waterparameters en een zorgvuldige selectie van medebewoners zijn essentieel. Hun schuwheid en nachtactiviteit maken observatie soms lastig, maar de beloning van het succesvol houden van deze intrigerende cichliden is de moeite waard voor ervaren aquarianen.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Mattia Matarrese
AfricanDivingLtd.com – African Diving
Evert van Ammelrooy
Sue – Suephotos.com (originele website niet meer beschikbaar)
Referenties
Sven O. Kullander, Michael Norén, Mikael Karlsson and Magnus Karlsson – Description of Neolamprologus timidus, new species, and review of N. furcifer from Lake Tanganyika
Boulenger, G. A. (1898). Report on the collection of fishes made by Mr. J. E. S. Moore in Lake Tanganyika during his expedition, 1895-96. Transactions of the Zoological Society of London, 15(1), 1-95.
Brichard, P. (1995). Das Große Buch der Tanganjika Cichliden. Mit allen anderen Fischen des Tanganjikasees. Bede Verlag, Kollnburg.
Satoh, S., Hotta, T., & Kohda, M. (2021). Maternal Care-Providing Cichlid Neolamprologus furcifer Selectively Focuses on High-Threat Carnivorous Intruders, Limiting Attention to Other Threats. Frontiers in Ecology and Evolution.
Satoh, S., Takahashi, T., Tada, S., Tanaka, H., & Kohda, M. (2021). Parental females of a nest-brooding cichlid improve and benefit from the protective value of young masquerading as snails. Animal Behaviour.
Staeck, W., & Linke, H. (1981). Afrikanische Cichliden, Buntbarsche aus Ostafrika. Tetra Verlag.