Nannacara anomala – Dambordcichlide
De Nannacara anomala of Dambordcichlide kan een lengte bereiken van zo’n 9 centimeter. De grondkleur van deze vis is donkerbruin, elke schub heeft een groen iriserend randje, alsof er een raster over zijn lichaam ligt. De rugvin heeft een blauw iriserend en een rood randje en is verlengd. De buikvinnen hebben een wit randje. Onder deze prachtige kleuren is vaag een dambordachtig patroon te zien. Het vrouwtje is kleiner en lichtbruin met donkerbruine lengte- en dwarsbanden.
Herkomst
Komt voor in zowel zwartwater- als helder water beekjes in Guyana en Suriname, Zuid-Amerika.
Het Aquarium
Voor deze vis is een aquarium nodig van minimaal 1 meter. De bak inrichten met losse beplanting en dichte randbeplanting, maak met kienhout en stenen voldoende holen als schuilplaats. Ze zijn prima geschikt voor in een gezelschapsbak met bijvoorbeeld Karperzalmen.
Water
Temperatuur: 22-25 graden.
PH: 5,5-6,5
GH: 5-10
Voeding
Als voer mag uitsluitend klein levend voer of diepvriesvoer worden gegeven, droogvoer accepteren ze nauwelijks.
Karakter
De Nannacara anomala is een territoriumvormer en moet gehouden worden als koppel, normaal gesproken zijn het hele rustige cichlides, alleen in de paartijd zijn ze tegenover soortgenoten onverdraagzaam.
Ze zwemmen in de onderste en middelste waterlagen.
Kweek van de Nannacara anomala – Dambordcichlide
De kweek is vrij eenvoudig, ze zetten 50 tot 300 eitjes af in holen, die dan door het vrouwtje bewaakt worden. Zitten ze in een kleiner aquarium, dan moet het mannetje verwijderd worden, anders wordt hij constant door het vrouwtje achterna gezeten. Het vrouwtje bewaakt hardhandig een klein territorium waarin het mannetje dus ook niet mag komen. Het mannetje kan hierdoor met meerdere vrouwen tegelijk nesten hebben. De jongen kunnen opgekweekt worden met artemia-naupliën.
Auteur
Coby
Copyright foto’s
Patrick Meeze