Nandopsis haitiensis

Nandopsis haitiensis is een forse vis die paarsgewijs gehouden moet worden. Richt het aquarium in met stenen en hout om schuilplaatsen te maken.

()

Nandopsis haitiensis

Nandopsis haitiensis is in 1935 officieel beschreven door Tee-Van.

Haitiensis refereert aan het eiland Haïti. De betekenis van Nandopsis blijft tot op de dag van vandaag een raadsel. De formele uitleg Nano = “dwerg”, opsis = “gelijkenis”, lijkt eigenlijk helemaal nergens op en als we proberen te achterhalen wanneer en in welk verband het woord Nandopsis voor ’t eerst gebruikt is, wordt het pas echt schimmig. Het artikel waarin Nandopsis gepresenteerd zou zijn, betreft alles bij elkaar één zin, in een stuk dat verder volledig over zeevissen gaat. Bovendien blijkt de eerstbeschrijving van de typesoort Nandopsis tetracanthus (welke even daarvoor nog was ingedeeld bij de zonnebaarzen), gebaseerd op een tekening. Bent u er nog?

Maar één ding is zeker, “Nandopsis” wordt nu enkel nog gebruikt voor cichliden van de West Indische eilanden.

Synoniemen: Cichlasoma haitiensis, Cichlasoma haitiense, Cichlasoma vombergi, Nandopsis vombergae.

Nandopsis haitiensis - Man
Nandopsis haitiensis – Man

Beschrijving

Op Haïti gaat het leven langzaam en zo ook de evolutie. Dit eiland is het domicilie van Nandopsis haitiensis, een cichlide die nauwelijks verschilt van zijn 6 miljoen jaar oudere (fossiele) voorvader Nandopsis woodringi. Het is dus maar goed dat Darwin de Galapagoseilanden heeft bestudeerd en niet de Caribische eilanden, want anders hadden we nog geen evolutietheorie gehad. De eerder vermeende verschillen bleken bij nader inzien het gevolg van het fossilisatieproces. Het enige onderscheid dat na grondige bestudering overeind bleef, was gelegen in het aantal rugwervels. Het fossiel bleek er twee meer te hebben. Ook de verschillen met de cichliden van het naburige eiland Cuba zijn marginaal te noemen. We noemen hier 1. gemiddeld één rugvin-stekel minder, 2. iets langere snuit en 3. gemiddeld twee schubben meer in de lengte.

Het zal overigens niet gemakkelijk geweest zijn om dit diagnostisch onderscheid te destilleren want de Cubaanse Nandopsis tetracanthus kent ondanks een gebrek aan telbare variatie, wel degelijk veel diversiteit, maar dan in tekening en proporties. Dit was ook de reden dat de ichtyoloog Carl Henry Eigenmann aan het begin van de vorige eeuw het de hoogste tijd vond om orde op zaken stellen. Hij splitste de Cubaanse Nandopsis tetracanthus op in twee soorten en vijf ondersoorten. Helaas voor hem werd dit initiatief door latere ichtyologen niet opgevolgd. Nandopsis haitiensis leeft op Hispaniola onder dezelfde omstandigheden als de Nandopsis tetracanthus op Cuba. er zijn dus geen redenen om aan te nemen dat de situatie voor Nandopsis haitiensis anders is.

Nandopsis haitiensis is inmiddels van meer dan 75 locaties geregistreerd en net als Nandopsis tetracanthus komt ook Nandopsis haitiensis in de meest uiteenlopende habitats voor. Zo zijn er populaties in de laagland-rivieren, in bergriviertjes, maar ook in het stilstaande water van zoetwater-(stuw)meren en er bestaan zelfs populaties die hun leven lang in brak water doorbrengen. Nandopsis haitiensis wordt in de natuur normaal gesproken niet groter dan 30 centimeter. Er hebben echter aquarium-exemplaren bestaan die de 40 centimeter aantikten en bijna anderhalve kilo wogen. Deze dieren zijn ivoorwit met een donkere tekening welke zich niet beperkt tot die plaatsten waar normaal gesproken het bandenpatroon loopt. Sommige exemplaren vertonen een nettekening. Rug en aarsvin opvallend lang.

Nandopsis haitiensis - Koppel
Nandopsis haitiensis – Koppel

Herkomst

Hispaniola. Op 12 Januari 2010 werd het eiland getroffen door een ongekend zware aardbeving. De gevolgen van de ramp op het habitat van N. haitiensis zijn niet bekend maar kunnen lokaal existentieel geweest zijn.

Verspreiding

Nandopsis haitiensis is endemisch voor het eiland Hispaniola. Dit eiland wordt gevormd door de landen Haïti en de Dominicaanse Republiek. In beide landen kunnen we deze vis aantreffen. Enkele in de literatuur genoemde locaties zijn in Haïti, de Rio Guayamouco bij het plaatsje Hinche en de brak-water lagune Etang Saumatre bij Port au Prince. In de Dominicaanse Republiek, De Gurabo river, die dwars door de stad Santiago loss Caballeros loopt, het korte vertakte riviertje Rio Chavon en de Rio Yaque del Norte, van de monding tot aan de stuwmeren.

Habitat

Zeer divers. Deze soort bewoont zeer uiteenlopende habitats waardoor habitatgegevens per variant verschillen. Het voert te ver om hier per locatie op in te gaan. Wat wel gezegd kan worden is dat de habitats op eilanden dikwijls in meer of mindere mate natrium bevatten. Dit geldt natuurlijk met name voor locaties aan de kust, maar ook verder landinwaarts wordt er dmv. hurricanes een jaarlijkse hoeveelheid zout aangevoerd. Uitgezette exoten vormen een zeer ernstige bedreiging voor het voortbestaan van de inheemse West Indische cichliden.

Dieet

Omnivoor. Het hoofdvoedsel waar deze dieren van leven zal afhankelijk zijn van de vindplaats. Het maagonderzoek dat John van Tee liet uitvoeren op dieren uit de Etang Saumatre, bevatte algen, waterplanten, slakken.

Nandopsis haitiensis - Juveniel
Nandopsis haitiensis – Juveniel

Het Aquarium

In 1938 werden reeds acht exemplaren geïmporteerd door Erhard Roloff, dit was één van de eerste aquarianen die vangreizen naar de tropen ondernam. Deze vissen overleefden de tweede wereldoorlog niet, maar in 1993 werd de soort opnieuw geïmporteerd door Jens Gottwald, een handelaar in aquariumvissen, die ook tegenwoordig nog aan de weg timmert. Nandopsis  haitiensis bleek geen gemakkelijke kostganger, integendeel, deze vis heeft zich in de loop der jaren als uiterst gevoelig bewezen. Oké.., uitzonderingen daargelaten. Sommige lukt het namelijk wel om deze soort succesvol te houden en zelfs na te kweken. Maar veruit de meeste verhalen zijn getuigenissen van een dramatisch verlopend ziektebeeld, waarbij een plotseling uitbraak van bloat, ogenschijnlijk gezonde dieren, van de ene op de andere dag treffen.

Wat kan hier aan de hand zijn? Het eerste probleem dat zich bij deze dieren voordoet, is dat we niet precies weten uit welk habitat onze vis komt. Het maakt namelijk nogal wat uit of de vis gevangen is in een helder bergriviertje of dat hij afkomstig is uit een brak-water lagune. In het eerste geval is helder zuurstofrijk water essentieel en in het tweede geval is een zouttoegift onontbeerlijk. Maar er speelt nóg een bijzonderheid bij deze vissen. Nandopsis haitiensis is namelijk een eiland-vis. Maar niet alleen de vis bevond zich de laatste paar miljoen jaar op een eiland, ook zijn afweersysteem deed dat. Concreet betekent dit dat Nandopsis haitiensis meer dan 6 miljoen jaar aan updates van haar immuunsysteem mist. Iedere ontmoeting met een vis van het vaste land kan dan zijn laatste zijn.

Het gezegde “beter alleen dan in slecht gezelschap” is op deze vis dus wel van toepassing en we raden daarom aan deze vis in het aquarium niet te vergezellen van andere cichliden. Hooguit vissen uit ander families, maar zelfs dat kan een risico inhouden. Een derde aandachtspunt is de gevoeligheid voor waterverversingen. Nogal wat aquarianen melden dat hun dieren na het water verversen aan de oppervlakte gaan hangen. Zuurstofgebrek kan hierbij worden uitgesloten omdat de adem-frequentie gelijk blijft. We raden aan om het water verversen geleidelijk te laten verlopen. Ideaal zou zijn een automatisch waterverversingssysteem. Net als bij parachromis-soorten groeien de vrouwtjes langzamer en worden ze niet zo groot omdat ze constant aan het paaien zijn. Probeer dit zo nu en dan te onderbreken. Voer ballaststof rijk en proteïnen arm, één vastendag per week, hard alkalisch water, zout toegift, temperatuur 27-29 graden Celsius.

Nandopsis haitiensis - Man 8 centimeter
Nandopsis haitiensis – Man 8 centimeter

De kweek van Nandopsis haitiensis

Nandopsis haitiensis is een open substraat broeder. Deze vissen kunnen reeds bij een lengte van 7 á 8 cm voor nageslacht zorgen. Mannetjes worden groter, krijgen een voorhoofdsbult (bij concurrentie) en zijn lichter (crème) gekleurd. Vrouwtjes hebben een (ivoor) witte lichaamskleur, sommige dragen een donkere zone in de rugvin, maar in de broedtijd blijft het daar niet bij. De vrouwen worden dan nagenoeg zwart. Dit is ook het moment waarop de vrouwtjes zeer onverdraagzaam worden. Als een furie verdedigt zij haar eieren. Er wordt in de broedperiode veel zand verplaatst. Het mannetje blijft, net als veel andere Midden Amerikaanse cichliden, op veilige afstand, want het vrouwtje schroomt niet haar eigen partner aan te vallen als deze, naar haar zin, te dicht in de buurt komt.

Na 3 á 4 dagen, afhankelijk van de temperatuur, komen de eieren uit. Na nog eens 7 dagen zwemmen ze vrij. De man mag er nu ook bij. De jongen eten artemia-larven vanaf dat ze zwemmen. Ze worden vaak lang door de ouders verzorgd, daarbij komt het nogal eens tot contacting. Dit is het foerageergedrag van jonge vissen die huidsecretie van de ouders eten. In het aquarium moeten we dit gedrag binnen de perken zien te houden. Dit om te voorkomen dat de ouders er serieus onder gaan lijden. Bij een grootte van 3 a 4 cm gaan de jongen door een kritische fase. liefhebbers hebben onafhankelijk van elkaar, rond deze ontwikkelingsfase problemen gemeld. Hoge sterftecijfers, tot aan complete nesten aan toe. De oorzaken zijn onbekend.

Video

Auteur

Rene Beerlink – NVC

Copyright foto’s

Ben Lee – Amiidae.com

Referentie

Tee-Van, J.. 1935. Cichlid fishes in the West Indies with especial reference to Haiti, including the description of a new species of Cichlasoma

John van Tee trad als 14 jarig jongetje in de voetsporen van zijn vader. Deze was dierverzorger op de vogel-afdeling in de dierentuin van The Bronx, New York. Daar werd hij ontdekt als tekenaar door William Beebe, een wereldberoemd bioloog en avonturier, die bekendheid kreeg met het eerste diepzee duikavontuur. Die samenwerking heeft Van Tee geen windeieren gelegd want John eindigde later als directeur van de dierentuin waar hij ooit als kleine jongen begonnen was.

Literatuur

Baesch H. / Riehl R. 1997. Aquarien Atlas band 5, blz 876-877
Beebe W. / Tee-Van J. The Fishes of Port-au-Prince Bay Haiti.
Chakrabarty P. .2006. Taxonomic status of the Hispaniolan Cichlidae
Chakrabarty P. 2006. Systematics and historical biogeography of Greater Antillean Cichlidae
Cockerell, T. D. A. (1923). A fossil cichlid fish from the Republic of Haiti. Proceedings of the United States National Museum
Eigenmann C. 1903. The Freshwater Fishes of Western Cuba
Geerts M. 1983. De cichliden van de Westindische eilanden. Cichlidae afl. 50, juni 1983
Gill Theodore Nicholas. 1862. Remarks on the relations of the genera and other groups of Cuban fishes
Myers G. 1938. Fresh-water Fishes and West Indian Zoogeography
Stawikowski R. / Werner U. 1998. Die Buntbarsche Amerikas band 1, blz 348-350
Tee-Van, J.. 1935. Cichlid fishes in the West Indies with especial reference to Haiti, including the description of a new species of Cichlasoma
Werner U. Mehr als ein Phantom: der Joturo. DCG-Informationen 7/20 blz 147 tm 156

Hoe nuttig was dit bericht?

Klik op een ster om deze te beoordelen!

Gemiddelde waardering / 5. Stemtelling:

Tot nu toe geen stemmen! Wees de eerste die dit bericht waardeert.

Het spijt ons dat dit bericht niet nuttig voor je was!

Laten we dit bericht verbeteren!

Vertel ons hoe we dit bericht kunnen verbeteren?

Extra informatie

Familie

Geslacht

Soortnaam

haitiensis

Synoniemen

Cichlasoma haitiense, Cichlasoma haitiensis, Cichlasoma vombergi, Nandopsis vombergae

Eerstbeschrijving

John Tee-Van

Karakter

Sociaal Gedrag

Broedgedrag

Dieet

Zone

Herkomst

Landen

,

Lengte Minimaal

25

Lengte Maximaal

30

Temperatuur minimaal

27

Temperatuur maximaal

29

pH minimum

7.0

pH maximum

7.5

GH minimum

12

GH maximum

16