Mylochromis gracilis
Mylochromis gracilis is in 1935 officieel beschreven door Trewavas. De geslachtsnaam Mylochromis is opgericht in 1920 door Regan.
De geslachtsnaam is op te breken in twee delen. ‘Mylo’ betekent ‘slijper’. Een verwijzing naar de grote en stompe middelste keeltanden van de typesoort Mylochromis lateristriga. Het tweede deel ‘chromis’ is afkomstig uit de tijd van Aristoteles. Het is mogelijk afgeleid van chroemo (hinniken), verwijzend naar een trommel (Sciaenidae) en het vermogen om geluid te maken. Later is deze verwijzing uitgebreid met cichliden, juffers, dwergzeebaarzen en lipvissen. ‘Chromis’ wordt vaak gebruikt in de namen van Afrikaanse cichliden.
De soortnaam gracilis betekent ‘slank’; een verwijzing naar de slanke vorm in vergelijking met de andere soorten binnen het geslacht. In het Engels worden ze ook wel Haplochromis Torpedo Stripe genoemd.
Beschrijving
Mylochromis gracilis mannen kunnen in het wild een maximale totale lengte bereiken van zo’n 20 centimeter. In het aquarium kunnen de mannen uitgroeien tot zo’n 25 centimeter lengte. De vrouwen blijven met hun 18 centimeter een stuk kleiner. Zoals de soortnaam al aangeeft is deze soort slank gebouwd. Ze zijn langwerpig met een spits toelopende kop. Wat vorm betreft lijken ze op Nimbochromis linni.
Kleur van jonge mannen en vrouwen
De vrouwen en jongen mannen zijn zilver gekleurd. Door het zilver heen schijnt en gele gloed. Vanaf het begin van de rugvin loopt hoog over de flank tot aan de staartwortel een zwarte streep. Deze streep loopt wat schuin naar beneden.
Kleur van mannen in broedkleur
Mylochromis gracilis mannen die klaar zijn om te paren kleuren om naar hun broedkleur. De kop wordt dan blauw wat doorloopt over de flank. Op het blauw zijn gele vlekjes zichtbaar. Afhankelijk van de locatie is alleen de buik gelig van kleur of het geel begint al wat hoger op de flank. Op de flank zijn ook vaag wat verticale donkere banden zichtbaar.
Tussen het oog en de bovenlip loopt een zwarte streep. Dit wort met dt ook wel een traanstreep of de lachrymale streep genoemd.
De staart- en rugvin zijn beiden blauw gekleurd met daarop geel/oranje vlekken. De rugvin is afgezet met een zwarte rand met daarboven een witte rand.
De buik- en anaalvin zijn zwart van kleur. De anaalvin is voorzien van eiervlekken.
Biotoop
Je kunt Mylochromis gracilis vinden in het zuidelijk deel van het Malawimeer. Ze bewonen de redelijk ondiepe gedeeltes van 10 tot 25 meter diepte. Ze wonen boven zanderige delen die spaarzaam zijn voorzien van rotsen en planten.
Dieet
Het dieet van Mylochromis gracilis bestaat in het wild voornamelijk uit kleine visjes en ongewervelden. In het aquarium kun je ze voeren met diepvriesvoer zoals garnalen, mosselen, spiering, mysis, krill, artemia en dergelijke. Ook granulaat en vlokken eten ze wel.
Het aquarium
Het spreekt voor zich dat Mylochromis gracilis een groot aquarium nodig hebben. Een minimale lengte van 200 centimeter is aan te raden maar liever nog wat groter. Richt het aquarium in met zand op de bodem. Plaats op de bodem enkele rotsen met daartussen kieren en spleten waar (broedende) vrouwtjes kunnen ontsnappen aan de aandacht van de man.
Karakter
Omdat deze soort kleine visjes eet zijn ze niet geschikt om te combineren met de rotsbewonende Mbuna. Een combinatie met grotere rovers of vrijzwemmende cichliden is wel goed mogelijk. Voor een visetende soort zijn ze relatief rustig wat karakter betreft.
In het aquarium kun je het beste één man houden met twee of drie vrouwen. De man moet dan zijn aandacht verdelen over de aanwezige vrouwen. Hierdoor krijgen de vrouwen de tijd om op krachten te komen en put de man de vrouwen niet uit.
Waterwaardes
Het water in het aquarium mag een temperatuur hebben van zo’n 22 tot 26 graden Celsius. Het water in het Malawimeer heeft een pH van 7.5 tot 8.5, houdt dit in het aquarium ook aan.
Kweek van Mylochromis gracilis
In het wild maakt de man een krater op de bodem met een doorsnee van zo’n 50 centimeter. In het aquarium kiezen ze doorgaans gewoon een plek op het zand.
Als de man doorkrijgt dat een vrouw klaar is om te paren toont hij zijn mooiste broedkleuren. Met trillende bewegingen toont hij zijn flank aan de vrouw. Hierbij zet hij zijn vinnen wijd uit. Hij lokt haar daarna mee naar de plek die hij heeft gekozen om de eieren af te zetten.
Het paar Mylochromis gracilis cirkelt om elkaar heen boven het zand. De vrouw legt ondertussen een paar eieren. Ze draait zich om en neemt de eieren in haar muil. De man draait met haar mee en wrijft met zijn anaalvin over de bodem. De vrouw hapt naar de eieren of de eivlekken op de bodem. De man laat wat sperma los wat er voor zorgt dat de eieren worden bevrucht.
Het afzetten van de eieren gaat door totdat er ongeveer 100 eieren zijn afgezet. Naar verhouding van de grootte van deze soort, zijn de eieren vrij klein.
De eieren komen na een dag of drie uit in de muil van de vrouw. Ze houdt de eieren dan in haar muil waar de uitgekomen larven nog teren op de eidooierszak. Na ongeveer 3 weken na het afzetten van de eieren laat de vrouw de jonge visjes los.
In een aquarium met andere soorten worden de pas losgelaten visjes veelal opgegeten. Als je meer jonge Mylochromis gracilis wil overhouden, dan kun je de vrouw na ongeveer 16 dagen uitvangen. Plaats haar in een apart aquarium met ongeveer dezelfde waterwaardes. Het aquarium hoeft slechts ingericht te zijn met wat zand op de bodem en een paar rotsen waar de vrouw tussen kan schuilen. Na het loslaten van de jonge visjes, eet de vrouw ze niet direct op. Je hebt ruim de tijd om haar uit te vangen en terug te plaatsen in het aquarium.
De jonge visjes kun je voeren met fijn vlokvoer, pas uitgekomen artemia en ander klein voer.
Video
Auteur
John de Lange
Copyright foto’s
Ems-Vechte-Aquaristik
Toni Wagner – Tonis-africancichlids.de